In voornoemd advies van psychiater A.A.R. de Kom is onder meer het navolgende gesteld:
"Er zijn geen aanwijzingen meer voor seksualisering of hyperseksualiteit. Gedurende de behandeling hebben zich geen (aanzetten tot) seksuele incidenten voorgedaan. De
Thematiek van macht en onmacht is niet langer in de seksuele fantasie van onderzochte aantoonbaar.
Met het verbleken van de persoonlijkheidsstoornis is de neiging tot een dubbelleven en schijnaanpassing verdwenen. Onderzochte heeft een actieve inzet getoond gedurende de behandeling. Onderzochte heeft gedurende de behandeling inzicht in en grip op zijn persoonlijkheidsstoornis en agressieve seksualisering verworven. Hij heeft zijn hunkering naar erkenning en begrip ingezet en omgezet in intensieve betrokkenheid bij zijn behandeling. Hij heeft zich op seksueel gebied opengesteld, hij heeft zijn gevoelens van woede, schaamte, schuld en wroeging leren uiten en hanteren. Hij loochent die niet meer en toont zelfkritiek. Zijn extreme afhankelijkheid is dermate verminderd dat een dubbelleven en daarmee schijnaanpassing overbodig en voor hemzelf zelfs ongewenst zijn geworden. Hij is bereid en in staat tot het transparant bespreken van zijn seksualiteit indien hij weer een relatie aangaat.
Het huidige onderzoek komt uit op een laag recidiverisico op korte en middellange termijn. Dit is zowel bij hypothetische beëindiging als voorwaardelijke beëindiging het geval. Op lange termijn is het recidiverisico zonder maatregel matig te noemen. In dit verband wordt verwezen naar de actuariële risicotaxatie.
De resocialisatie van onderzochte bevindt zich in een impasse. Het Adviescollege Verloftoetsing TBS heeft herhaaldelijk onbegeleid verlof onverantwoord geacht. De motivering welke daarbij is gegeven kon door de kliniek niet afdoende worden weerlegd.
Onderzochte heeft echter dermate meer inzicht en grip op zijn inmiddels verbleekte stoornis gekregen dat verdergaande resocialisatie verantwoord en veilig is. Voor het borgen van de toegenomen zelfcontrole is geen klinische behandeling meer nodig. Het recidiverisico kan op lange termijn tot laag worden gereduceerd door voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Onder strikte voorwaarden en met hulp op het gebied van zelfstandig wonen, werken en dagbesteding, kan met ambulante behandeling worden volstaan. Bij deze behandeling is een wekelijks contact met een ervaren gz-psycholoog afdoende Er is geen indicatie voor het toepassen van libidoremmers. In het theoretische geval van een terugval in hyperseksualiteit kunnen niet-hormonale middelen worden overwogen, ondergetekende verzet zich hier niet tegen.
Ondergetekende taxeert de kans op toekomstig seksueel gewelddadig gedrag zonder maatregel in de vrije maatschappij op korte tot middellange termijn als laag en op lange termijn als matig. Onder voorwaardelijke beëindiging van de maatregel is het risico naar taxatie van ondergetekende ook op lange termijn laag.
De beveiligende behandeling vereist niet langer klinische voortzetting. Onder strikte voorwaarden kan deze thans een ambulant vervolg krijgen. De kliniek heeft een effectieve behandelrelatie met onderzochte opgebouwd en de behandeling is effectief geweest ten aanzien van stoornis en risicomanagement. Het huidige klinische beveiligingsniveau is niet langer noodzakelijk. De maatregel kan nog niet worden beëindigd. Ondergetekende adviseert tot verlenging met één jaar.
De verpleging kan voorwaardelijk worden beëindigd. Daarbij kan worden gedacht aan voorwaarden als een wekelijks contact met reclassering en ambulante behandelaar, huisbezoeken, het zich onthouden van cannabisgebruik, openheid over computergebruik en financiën, relaties, werk en vrijetijdsbesteding. Het is vanwege de afwezigheid van seksualisatie en hyperseksualiteit niet noodzakelijk om het gebruik van niet-hormonale libidoremmende medicatie in de voorwaarden op te nemen. Het gebruik van hormonale libidoremmende medicatie is niet geïndiceerd."