ECLI:NL:RBSHE:2012:BY0493

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/049145-02
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een geschiedenis van moord en psychische problematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 18 oktober 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in het verleden ter beschikking was gesteld na het plegen van moord. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van 4 februari 2003 en was voor het laatst verlengd op 14 september 2010. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, behandeld tijdens een openbare zitting op 4 oktober 2012. De terbeschikkinggestelde heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt tijdens zijn klinische behandeling, maar er zijn nog steeds structurele kwetsbaarheden en risicofactoren aanwezig. De deskundigen hebben in hun rapporten aangegeven dat de terbeschikkinggestelde nog begeleiding en behandeling nodig heeft, vooral gezien zijn autisme spectrum stoornis en persoonlijkheidsproblematiek. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, omdat de terbeschikkinggestelde nog niet in staat is om zelfstandig te functioneren zonder externe begeleiding en risicomanagement. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen en de kliniek onderschreven en benadrukt dat de terbeschikkinggestelde nog steeds risico's vertoont die een verlenging van de maatregel rechtvaardigen.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/049145-02
Uitspraakdatum: 18 oktober 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1977],
verblijvende te [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 4 februari 2003 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 14 september 2010 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 23 juli 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 oktober 2012.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van drs. M.A. Polak, voorzitter raad van bestuur, prof. dr. W.J. Schudel, psychiater, en drs. B. Koudstaal, hoofd risicomanagement & behandeling, klinisch psycholoog van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 26 juni 2012;
- het advies van dr. drs. L.E.E. Ligthart, psycholoog, d.d. 5 augustus 2012;
- het advies van D.H.M. Lefrandt, psychiater, d.d. 13 juni 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van moord, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft misdrijf die gericht is tegen of gevaar veroorzaken door de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
"[terbeschikkinggestelde] heeft gedurende zijn klinische behandeling een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Hij heeft inzet getoond voor de verschillende behandelonderdelen en heeft vaardigheden en inzicht ontwikkeld. Door zijn toegenomen probleembesef en groei in vaardigheden staat [terbeschikkinggestelde] steviger in het leven. Hij is zich weer bewust van zijn beperkingen, weet zijn kwaliteiten beter te benutten en laat meer assertief gedrag zien. Daarnaast is hij gegroeid in het signaleren van oplopende spanningen en weet hij beter hoe hier mee om
te gaan. Het lukt hem ook steeds beter om zelfstandig sociale contacten op adequate wijze aan te gaan en te onderhouden. Zijn medicatiegebruik heeft hieraan bijgedragen, sinds de start met medicatie ervaart [terbeschikkinggestelde] meer rust en is het contact met hem verbeterd.
In juli 2011 maakt [terbeschikkinggestelde] de overgang naar resocialisatiecentrum de [afdeling]. Deze overgang is goed verlopen. [terbeschikkinggestelde] vindt zijn plek en lijkt gebaat bij de kleinschaligheid van de afdeling. Naar aanleiding van stabiliteit in zijn functioneren wordt met een overgang naar de meerpersoonswoning van de [afdeling] stapsgewijs toegewerkt naar meer zelfstandigheid. Met een toename van zelfstandigheid wordt getoetst in
hoeverre [terbeschikkinggestelde] zelf een rol kan spelen in het benodigde risicomanagement en in hoeverre hiervoor externe controle en begeleiding nodig zullen blijven. De recente ontwikkelingen laten zien dat [terbeschikkinggestelde] in deze nieuwe situatie meer op de proef gesteld wordt. Hij behoudt vooralsnog zijn stabiliteit, maar er komen op het gebied van werk en relatievorming ook probleemgebieden naar voren. Ook blijkt het vasthouden van een constructieve samenwerking niet in alle opzichten vanzelfsprekend.
Bij [terbeschikkinggestelde], is op grond. van zijn autismespectrumstoornis en persoonlijkheidsproblematiek, sprake van structurele kwetsbaarheid en daaraan gerelateerd delictgevaar. De kwetsbaarheid komt naar voren in een beperkt sociaal inzicht, gebrekkige empathische vermogens en blijvende beperkingen in copingvaardigheden. De problematiek wordt verder gecompliceerd door verslavingsgevoeligheid. In het risicomanagement
moet met deze factoren rekening gehouden worden. De opgedane vaardigheden bieden enige bescherming, maar bij het stijgen van de complexiteit of de druk schieten deze al snel te kort. Delictgevaar zal bij [terbeschikkinggestelde] ontstaan als hij ontregeld raakt door situaties die hij niet overziet of als hij zich onder druk voelt staan. [terbeschikkinggestelde] herkent nog onvoldoende welke situaties potentieel risicovol zijn en heeft extern risicomanagement nodig om hier met hem toezicht op te houden. Daarbij speelt naast onvermogen ook opportunisme een rol. De inschatting is dat hij in ieder geval langdurig forensische begeleiding nodig heeft, ter signalering van terugval en ondersteuning hij spanningsvolle situaties.
Een pervasieve ontwikkelingsstoornis is niet te genezen, wel kunnen patiënten handvaten aangereikt krijgen om met deze problematiek om te gaan. [terbeschikkinggestelde] zet zich over het algemeen in om deze handvaten in het dagelijks leven toe te passen. In de huidige minder gestructureerde situatie wordt echter ook zichtbaar dat [terbeschikkinggestelde] keuzes kan maken die haaks staan op het benodigde risicomanagement. Dit gedrag, dat mede voortkomt uit zijn persoonlijkheidsproblematiek, maakt vooralsnog extern toezicht noodzakelijk. Hoewel er nu geen middelengebruik geobjectiveerd is bij [terbeschikkinggestelde], blijft ook middelengebruik een belangrijk aandachtspunt in het risicomanagement.
Op basis van bovenstaande adviseert [terbeschikkinggestelde] de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. [terbeschikkinggestelde] heeft met de overgang naar resocialisatiecentrum de [afdeling] en daaropvolgende overplaatsing naar de meerpersoonswoning van de [afdeling], belangrijke stappen in zijn resocialisatietraject gezet. Gezien de aanwezigheid van structurele beperkingen en de vele stappen die nog gezet moeten worden in het resocialisatietraject, verwachten wij zeker nog twee jaar nodig te hebben om tot een afwikkeling van de maatregel te kunnen komen. Het is van belang om over langere periode te toetsen of [terbeschikkinggestelde] stabiel kan functioneren en verantwoord met zijn risicofactoren om kan gaan. De komende periode zal worden getoetst in hoeverre [terbeschikkinggestelde] zelf een rol kan spelen in het risicomanagement en in hoeverre hierbij externe begeleiding en structurering noodzakelijk zal zijn. De afwikkeling van de maatregel kan aan de orde komen als er een stabiele basis bestaat en [terbeschikkinggestelde] deze op adequate wijze kan behouden. Wanneer de terbeschikkingstelling nu al (voorwaardelijk) zou eindigen neemt de kans op recidive toe, aangezien de voorwaarden voor [terbeschikkinggestelde] om zelfstandig te functioneren op dat moment nog onvoldoende zijn."
Op 5 augustus 2012 heeft de psycholoog dr. drs. L.E.E. Ligthart een rapport omtrent betrokkene uitgebracht. Dit rapport houdt onder meer in:
"Betrokkene lijdt aan een Autisme Spectrum Stoornis, waarbij er waarschijnlijk sprake is van PDD-NOS en daarnaast is er sprake van een instabiele borderline achtige
persoonlijkheidsopbouw, in het verleden ook wel benoemd met ADHD. Beide stoornissen leiden tot een grote mate van impulsiviteit, affect labiliteit, de neiging tot zwart-wit denken, zich zeer moeilijk in een ander kunnen verplaatsen en een inconsistent zelfbeeld. Deze eigenschappen gecombineerd met een fors middelengebruik in het verleden, hebben uiteindelijk hun bijdrage geleverd aan het tot stand komen van het indexdelict. In dit laatste speelt eveneens de zeer instabiele relatie met een even instabiel functionerende vrouw een belangrijke rol. Ten aanzien van het middelengebruik zou geen craving meer bestaan.
De boven beschreven kenmerken worden nog steeds bij betrokkene zij het in aanzienlijk mindere mate, gedurende het klinisch onderzoek gevonden. Betrokkene kan zich beter in een ander verplaatsen, hanteert een meer effectievere copingstijl en heeft via werk en op beperkte wijze zelfstandig wonen meer structuur in zijn leven. Wel is er nog steeds sprake van de neiging niet open te zijn in relationele zaken en bestaan er volgens zijn eigen zeggen problemen in communicatie. Betrokkene zou ook zelf hiervoor een beter afgestemde therapie willen volgen.
Op basis van deze klinische inschatting kan gesteld worden dat niet geheel uit te sluiten valt dat betrokkene zou kunnen terugvallen in zijn riskante gedrag als de maatregel TBS nu zou worden opgeheven. Betrokkene heeft daarnaast wel een beperkt netwerk, een sociaal 1even dat met name gericht is op de werksituatie, huisvesting en inkomen.
Op basis van een analyse van de gebruikte factoren in relatie tot de HCR-20, de SAPROF en de PCL-R betekent dit dat het risico op grensoverschrijdend, agressief en deviant gedrag nog matig aanwezig geacht wordt. Een weging van de klinische factoren daarbij leidt tot een inschatting van een matig verhoogd risico op de korte termijn. Op de middellange termijn en lange termijn is er waarschijnlijk sprake van een duidelijk verhoogd risico, Het verhoogde risico heeft met name te maken met de aanwezigheid van een partnerrelatie die vergelijkbare aspecten vertoont als bij het indexdelict.
Bij bovenstaande analyse past een verlengingsadvies van 2 jaar in verband met het
adequaat opstarten van relationeel gerichte therapie. Het voorafgaande brengt rapporteur tot de conclusie dat betrokkene vooralsnog aangewezen blijft op behandeling en begeleiding binnen een zodanig juridisch kader, dat de behandelaars de mogelijkheden hebben om aan betrokkene vooral zoveel mogelijk structuur te kunnen blijven bieden en dat vanuit dat juridisch kader toegewerkt kan gaan worden naar een of andere terugkeer in de maatschappij. Een beschutte woonvorm ligt daarbij mogelijk het meest voor de hand."
Op 13 juni 2012 heeft de psychiater D.H.M. Lefrandt een rapport omtrent betrokkene uitgebracht. Dit rapport houdt onder meer in:
"Betrokkene is een 35-jarige man bij wie sprake is van de stoornis van Asperger en afhankelijk van diverse middelen in remissie. In 2002 krijgt hij zes jaren gevangenisstraf en tbs met verpleging van overheidswege opgelegd vanwege het wurgen van zijn ex-vrouw. In het delictscenario vormen middelen een faciliterende rol. Betrokkene had al jaren een knipperlicht relatie met zijn (ex-) echtgenote. Hij gebruikt periodes drugs en was periodes dakloos. Voor het delict kreeg hij een appartement en werk. Door hernieuwd contact met zijn ex-vrouw, die (wederom) een suïcidepoging deed, zag hij dit in gevaar komen. Na een letterlijk geïnterpreteerde opmerking van zijn moeder ("Daar moet je vanaf zien te komen."), besloot hij haar te doden.
Binnen het delictscenario spelen voorts een rol: de autismecontactstoornis, waardoor betrokkene zich ondermeer niet in anderen kan inleven, geen schuld- en/of schaamtegevoelens heeft, het opkroppen van frustraties, het aanpassen aan zijn omgeving, waarbij aan zijn eigen behoefte voorbij wordt gegaan.
In 2006 wordt betrokkene opgenomen in [kliniek] De behandeling richt zich op psychoeducatie (autismespectrumstoornis, middelen), inzicht (onder meer risicofactoren, sociale interactie) en het ontwikkelen van copingvaardigheden. Betrokkene heeft zijn omgeving nodig om zich bewust te worden van oplopende spanning. Tijdens de behandeling gaat betrokkene meer verantwoordelijkheid voor het delict nemen. Hij is leergierig en een harde werker, waar bij het nemen van rust uit het oog kan verliezen; ook op andere manieren heeft hij soms moeite met het bewaken van zijn grenzen. Door zijn intelligentie wordt hij gemakkelijk overschat. Tijdens de tbs lijkt zucht naar middelen geen rol te spelen.
. Rond de verlengingszitting in 2010 wordt het verlof vijf maanden opgeschort, omdat het
wederzijds vertrouwen is beschadigd. Hij heeft wisselend over een relatie gecommuniceerd. Betrokkene wordt overgeplaatst naar resocialisatiecentrum de [afdeling] en verricht vrijwilligerswerk. Er wordt beschreven dat hij informatie kan achterhouden, liegen en passieve agressie kan laten zien om confrontatie of falen te voorkomen. In 2011 krijgt hij een relatie met [persoon], die hij omschrijft als vriendschap plus. Opvallend is dat in de stukken niets over een seksuele relatie wordt gemeld en dat de hoofdbehandelaar hier niet van op de hoogte is. Onlangs (25 maart 2012) is betrokkene verhuisd naar een tweepersoonswoning en is hij (meer dan) 40 uur gaan werken. Hij heeft sinds een maand een nieuwe relatie.
Op basis van klinische in combinatie met gestructureerde risicotaxatie wordt het recidiverisico in geval van continuering van het huidige kader en zorg matig geschat, in geval van beëindiging matig tot hoog. Dit is iets gunstiger dan de risicotaxatie van de kliniek uit juni 2011.
Ik adviseer de maatregel met 2 jaar te verlengen. Betrokkene heeft een ernstige handicap en zal levenslang begeleiding behoeven. Door zijn stoornis kan iedere verandering leiden tot destabilisatie en angst. De afgelopen maanden hebben zich vele veranderingen voltrokken: betrokkene is naar een appartement verhuisd, staat op het punt betaald werk te krijgen en er was sprake van een relatiepartner, die verwachtingen van betrokkene had, die hij niet deelde, waar de behandelcoördinator niet van op de hoogte was en betrokkene is inmiddels een nieuwe relatie aan gegaan. Daarnaast is er nog geen stabiele eindfase wat betreft wonen bereikt. Derhalve is verlenging met twee jaren aangewezen."
''
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik zit nu in resocialisatiecentrum De [afdeling] te [plaatsnaam], waar de behandeling voorspoedig verloopt. Wanneer ik hulp nodig heb, kan ik hier altijd terecht. Ik heb geen zucht meer naar drugs.
De deskundige drs. B. Koudstaal, klinisch psycholoog, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
De terbeschikkinggestelde heeft nu een relatie waarover hij open is in onze richting. Dit is het verschil met zijn vorige relatie. De huidige relatie begon stormachtig waarbij we hem hebben begeleid. Dat doen we nog steeds overigens. Ik wil benadrukken dat dit geen relatietherapie betreft. Het is van belang dat hij een en ander in de praktijk zal ondervinden; ruzies en dergelijke horen hier ook bij. Wij begeleiden hem hierin, zodat hij wat vaardiger wordt in het omgaan hiermee. Wellicht later, in concrete situaties, zal mogelijk therapie volgen. We zitten er nu dicht op en hebben een goed beeld. Zijn vriendin doorloopt een eigen traject. Wij sturen hem waar nodig, waarbij het van belang is dat hij ook momenten voor zichzelf blijft houden. Op dit moment zou eventuele relatietherapie het allemaal groter maken dan dat het nu is. De moeder van de terbeschikkinggestelde zag parallellen met het verleden en heeft bij ons aan de bel getrokken. De situatie is echter wel degelijk anders dan die uit het verleden. De terbeschikkinggestelde is dol op zijn partner en dit heeft geleid tot positieve elementen. Hij laat zich goed begeleiden en zijn partner werkt hierin goed mee. Alles is nu goed onder controle.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik zie ook in dat het nu goed gaat. Wij zijn open in onze relatie. Bij mijn eerdere relatie was ik beperkt doordat ik het voor mij hield. Met problemen kan ik altijd terecht bij de kliniek. Omdat het zo goed gaat, opteer ik in overleg met mijn advocaat voor een verlenging van 1 jaar. Ik zal dan extra gemotiveerd zijn en na 1 jaar kan dan getoetst worden hoe het er voor staat. Ik ben dan ook bereid alle soorten begeleiding te volgen.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het is duidelijk dat de terbeschikkinggestelde forse stappen in zijn behandeling heeft gezet. Zijn beperkingen blijven structureel aanwezig. Hij zit nu in resocialisatiebegeleiding in De [afdeling] in [plaatsnaam]. Bij zijn eerste relatie heeft hij spijtig genoeg geen openheid van zaken gegeven. Thans, bij de huidige relatie, heeft hij zich wel open opgesteld en is er sprake van relatiebegeleiding. Dit is ook nodig gelet op het feit dat zijn vriendin een kwetsbare vrouw betreft met borderlineproblematiek. Het is duidelijk dat het verliefde gevoel in het begin heftig is en dat dit langzaam zal verminderen. Twee externe rapporteurs hebben zich uitgelaten over de terbeschikkinggestelde en zijn van mening dat de begeleiding nog twee jaar nodig zal zijn. De doelen zijn samen met de behandelaren scherp gesteld. Op grond hiervan is het niet realiseerbaar dat de terbeschikkinggestelde na één jaar uitbehandeld zal zijn. Ik heb geen reden hieraan te twijfelen. Gelet hierop, het recidiverisico, de adviezen van de externe rapporteurs, de wettelijke aantekeningen en het advies van de kliniek persisteer ik bij de vordering tot verlenging voor de duur van 2 jaar.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De formaliteiten zijn nageleefd. Ik heb [terbeschikkinggestelde] twee weken terug thuis in zijn eigen flat bezocht. Ik ben daar netjes ontvangen en de flat zag er keurig uit. Zijn vriendin was ook aanwezig en heeft zich op de achtergrond gehouden. Zij hebben sinds april, nu dus een half jaar, een relatie. Ze zijn beiden erg blij met de relatie. Onderhavige relatie heeft positieve kanten en is derhalve niet te vergelijken met de relatie van het indexdelict. In het weekend mogen ze elkaar 2 x 12 uur ontmoeten. Doordeweeks mogen ze elkaar 3 uur per dag zien. [terbeschikkinggestelde] heeft relatiebegeleiding met zijn toestemming. Het is opvallend dat het voorlopige verlengingsadvies gunstiger voor hem was dan het definitieve advies. Het advies luidt nu 2 jaar verlenging. Ik heb hier goed over nagedacht en ben van mening dat de argumentatie hiervoor niet helemaal slagend is. Van belang is hier de communicatie. Hierover kunnen goede afspraken gemaakt worden. [terbeschikkinggestelde] heeft hier ook een rol in. Vanwege zijn autisme moet dit ook helder en scherp gesteld worden. Bij goede afspraken kan hij sneller bij de juiste persoon terecht. Gelet op het risicomanagementplan is het duidelijk dat de kliniek een goed beeld heeft van [terbeschikkinggestelde] . We zitten nu in een fase waarin hij meer los kan worden gelaten. [terbeschikkinggestelde] zit nu 10 jaar vast, waarvan 6 jaar in tbs. Hij heeft veel geleerd in deze jaren en is nu begonnen met resocialisatie. Dit gaat ook goed en hij woont inmiddels 15 maanden buiten. Ik ben blij met de progressie die is geboekt en de ruimte die hij van de kliniek krijgt. Het is duidelijk dat er thans geen overeenkomst is met het indexdelict. Verslavingszucht is niet meer aan de orde. [terbeschikkinggestelde] is te spreken over de begeleiding, maar hij is wel van mening dat de kliniek had moeten blijven bij het eerdere advies. Aangezien de termijn van 6 jaar thans is overschreden, speelt de proportionaliteit nu ook mee. De rechtbank zal dan bij de beoordeling van de verlenging kritischer moeten zijn. Ik vraag me af of het hier aannemelijk is dat de behandeling nog langer dan 1 jaar zal gaan duren. Het is van belang dat de voortgang bewaakt zal worden. De vraag is dan ook of een verlenging van 2 jaar geïndiceerd is. Je geeft [terbeschikkinggestelde] een extra impuls wanneer je hem een verlenging van 1 jaar zou gunnen. Door het Hof Arnhem wordt dit ook als een prikkel gezien. [terbeschikkinggestelde] is nu al een tijdje buiten de poort en het gaat goed. Het is dan ook wellicht mogelijk dat na 1 jaar een onderzoek zal plaatsvinden naar een voorwaardelijke beëindiging. Ik acht deze stap mogelijk mits de structuur daarvoor geboden wordt. Ik verzoek u dan ook de tbs te verlengen met 1 jaar.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Een voorwaardelijke beëindiging over 1 jaar is echt niet aan de orde. Verlenging van de tbs voor 1 jaar is dan ook een wassen neus. Ik persisteer dan ook bij de vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde persisteert bij hetgeen hij naar voren heeft gebracht.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige van de kliniek, het advies van de psychiater, D.H.M. Lefrandt, en het advies van de psycholoog dr. drs. L.E.E. Ligthart,
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
In het advies van de kliniek wordt aangegeven dat de terbeschikkinggestelde nog onvoldoende herkent welke situaties potentieel risicovol zijn en dat hij extern risicomanagement nodig heeft om hier met hem toezicht op te houden. De inschatting van de kliniek is dat hij in ieder geval langdurig forensische begeleiding nodig heeft, ter signalering van terugval en ondersteuning hij spanningsvolle situaties. Dit alles wordt onderschreven in de adviezen van de de externe deskundigen.
Zoals door de getuige-deskundige ter zitting is verklaard, wordt verwacht dat de behandeling nog zeker 2 jaar zal duren. In dat licht acht de rechtbank een verlenging van de terbeschikkingstelling met 1 jaar, zoals voorgesteld door de raadsman, niet aangewezen. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling dan ook met een termijn van 2 jaar verlengen.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met 2 jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. S.J.O. de Vries, voorzitter,
mr. H.A. van Gameren en mr. A.M. de Koning, leden,
in tegenwoordigheid van N.J.M. van Rooij, griffier,
en is uitgesproken op 18 oktober 2012.
mr. A.M. de Koning is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.
7
Parketnummer: 01/049145-02
[terbeschikkinggestelde]