ECLI:NL:RBSHE:2012:BY0021
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar klachten over bewind en mentorschap met verzoek tot ontslag en benoeming van nieuwe bewindvoerder en mentor
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 3 oktober 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot onderzoek van klachten met betrekking tot de huidige bewindvoerder en mentor van twee rechthebbenden. Verzoekers, de biologische moeder en zus van de rechthebbenden, hebben klachten ingediend over de mentor, die volgens hen de contacten tussen hen en de rechthebbenden belemmert en te veel invloed uitoefent op hun leven. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoekers formeel niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerder en mentor, omdat er geen gewichtige redenen zijn om hen ambtshalve te ontslaan. De kantonrechter heeft echter wel aanleiding gezien om een onderzoek in te stellen naar de gegrondheid van de klachten, waarbij de rol van de mentor en de impact op de rechthebbenden centraal staan.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de vier klachten die door verzoekers zijn ingediend. De eerste klacht betreft de belemmering van contact tussen rechthebbenden en verzoekers. De tweede klacht betreft de te intensieve bemoeienis van de mentor in het leven van de rechthebbenden, wat zou leiden tot verlies van zelfstandigheid. De derde klacht betreft het gebrek aan informatie van de mentor over belangrijke gebeurtenissen in het leven van de rechthebbenden. De vierde klacht betreft twijfels over het financiële beheer door de mentor. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er geen bewijs is voor een slecht financieel beheer en dat de mentor niet onterecht handelt in haar rol.
De kantonrechter heeft de betrokkenen de tijd gegeven om het huidige mentorschap te evalueren en te bezien hoe de mentor haar rol kan behouden zonder de grenzen van haar taken te overschrijden. De beslissing over het ontslag van de mentor is aangehouden tot 1 maart 2013, waarbij de kantonrechter de voortgang van de evaluatie in de gaten zal houden. De kantonrechter heeft benadrukt dat het in het belang van de rechthebbenden is om contact te onderhouden met hun biologische moeder en zus, en dat de mentor een bemiddelende rol zou moeten vervullen in deze relatie.