ECLI:NL:RBSHE:2012:BX9989

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01-845523-07
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een man met schizofrenie en impulsief gedrag na poging tot verkrachting

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 15 oktober 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 32-jarige man, die eerder ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor poging tot verkrachting. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 13 oktober 2010 en de officier van justitie heeft op 24 augustus 2012 een vordering ingediend voor een nieuwe verlenging van twee jaar. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 1 oktober 2012, waarbij de ter beschikking gestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en een getuige-deskundige aanwezig waren.

De rechtbank heeft de ter beschikking gestelde beoordeeld op basis van een advies van de kliniek waar hij verblijft. Dit advies wijst op de noodzaak van verdere behandeling en begeleiding, gezien de diagnose van schizofrenie en de impulsieve gedragingen van de man. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De rechtbank heeft de ter beschikking gestelde als nog niet in staat geacht om zelfstandig in de maatschappij te functioneren, gezien zijn beperkte sociale en copingvaardigheden en het risico op recidive.

De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, zodat de man de benodigde behandeling en begeleiding kan blijven ontvangen. De prognose voor de toekomst is afhankelijk van de voortgang in zijn behandeling en de ontwikkeling van zijn sociale vaardigheden. De rechtbank heeft benadrukt dat bij een eventuele beëindiging van de terbeschikkingstelling het risico op destabilisatie en recidive aanzienlijk is.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/845523-07
Uitspraakdatum: 15 oktober 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1980],
verblijvende [kliniek]
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 juli 2008 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 13 oktober 2010 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank ingekomen op 24 augustus 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 oktober 2012. Hierbij zijn de officier van justitie, de getuige-deskundige en de ter beschikking gestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van drs. M.A. Polak, psychiater/voorzitter van Raad van Bestuur van de inrichting waar betrokkene verblijft en drs. R. van der Pol, psychiater, d.d. 13 juli 2012;
- de omtrent de ter beschikking gestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van de ter beschikking gestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot verkrachting, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“Samenvattende beschrijving m.b.t. het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en de prognose
De heer [terbeschikkinggestelde] is een 32-jarige man die is gediagnosticeerd met schizofrenie, misbruik van middelen (cannabis en qat) in remissie en zwakbegaafdheid, die sinds maart 2009 in de [kliniek] is opgenomen. De heer [terbeschikkinggestelde] is veroordeeld voor TBS met dwangverpleging wegens poging tot verkrachting. Ten tijde van dit delict verbleef hij in een RIBW-instelling. De heer [terbeschikkinggestelde] is daar opgenomen na een eerdere TBS-veroordeling wegens poging tot doodslag. Ten tijde van dit eerste delict was de heer [terbeschikkinggestelde] 17 jaar oud. Hij was floride psychotisch en gebruikte softdrugs. Ten tijde van het huidige delict was de heer [terbeschikkinggestelde] medicatie trouw, zijn er geen aanwijzingen voor een psychose en gebruikte hij geen middelen. Het indexdelict is dan ook meer impulsief van aard. Tijdens de behandeling in De [kliniek] zet de heer [terbeschikkinggestelde] zich goed in. Er is sprake van enig ziektebesef. Het is van belang dat hij de komende periode door middel van een gerichte (individuele) therapie zijn mogelijke trauma uit het verleden, ziekte-inzicht, het inzicht in zijn risicofactoren, waaronder zijn seksuele cognities en zijn sociale - en copingvaardigheden verder vergroot. Bij verlenging van de onderhavige maatregel van terbeschikkingstelling is de prognose gunstig, al zal de heer [terbeschikkinggestelde] ook in de toekomst aangewezen blijven op structuur, psychiatrische begeleiding en externe controle. De aangeboden structurerende begeleiding door de behandelstaf heeft een goede uitwerking op het functioneren van de heer [terbeschikkinggestelde]. Er moeten, zoals genoemd, nog een aantal zeer belangrijke stappen worden gezet in de behandeling. Aansluitend zal er een start worden gemaakt met begeleide verloven en met het resocialisatietraject van de heer [terbeschikkinggestelde]. Wanneer er vorderingen worden gemaakt met verloven, zal moeten blijken hoe de heer [terbeschikkinggestelde] omgaat met een toename van stress en een toename van vrijheden. Verder zal duidelijk worden of de heer [terbeschikkinggestelde], bij een toename van de vrijheden, in psychiatrisch opzicht stabiel blijft en of hij geleidelijk aan meer zelfstandig zijn verloven kan structureren. Vervolgens zal er transmuraal verlof worden aangevraagd en zal de heer [terbeschikkinggestelde] worden aangemeld bij een vervolginstelling. Afhankelijk van het verloop van dit gehele traject, zal worden besproken welke mate van begeleiding de heer [terbeschikkinggestelde] in de toekomst behoeft. Dit gehele traject zal nog de nodige tijd vergen. Bij beëindiging van de maatregel van terbeschikkingstelling is de prognose ongunstig. Bij een eventuele beëindiging van de terbeschikkingstelling valt de structuur weg en zullen spanningen direct toenemen. Het risico ontstaat dat de heer [terbeschikkinggestelde] zonder de juiste dagstructuur en begeleiding impulsief zal reageren. Een ander risico dat kan ontstaan is dat de heer [terbeschikkinggestelde] vervolgens verder zal afglijden en psychotisch zal decompenseren. Het is niet ondenkbaar dat de heer [terbeschikkinggestelde] dan recidiveert in delictgedrag. Gelet op de conclusie van de risicotaxatie en het gegeven dat de heer [terbeschikkinggestelde] nog midden in zijn behandeling staat, kan hij op dit moment niet in staat worden geacht zelfstandig in de maatschappij te functioneren. Hiertoe schieten zijn sociale- en copingvaardigheden tekort. Hij heeft langdurig zorg, structuur en begeleiding nodig om stabiel te kunnen functioneren. Bij het ontbreken van deze zorg en structuur is er een grote kans op destabilisatie bij stressvolle omstandigheden. Het beleid is er op gericht om de psychiatrische zorg en begeleiding uiteindelijk voort te zetten binnen de reguliere geestelijke gezondheidszorg.
Prognose in relatie tot de geclassificeerde stoornis
Het betreft een 32-jarige man die voor de huidige veroordeling tot TBS, in 1998 eenmaal eerder veroordeeld is geweest tot terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging nadat hij in een psychose zijn broer had neergestoken. Hij is destijds ongeveer drie jaar opgenomen geweest binnen de forensische psychiatrie van de GGZ te Eindhoven en uiteindelijk geresocialiseerd naar begeleid zelfstandig wonen. De diagnose schizofrenie is toentertijd gesteld en de heer [terbeschikkinggestelde] is ingesteld op antipsychotische medicatie. In de aanloop naar het huidige indexdelict waren er geen aanwijzingen op een psychotisch decompenseren van de heer [terbeschikkinggestelde]. De beperkte intellectuele capaciteiten, beperkte sociale- en copingvaardigheden, impulsiviteit, het wegvallen van zijn dagstructuur en een beperkt steunend netwerk speelden zeer waarschijnlijk een rol in het tot stand komen van het indexdelict. De behandeling tot dusver is gericht op het stabiel houden van het toestandsbeeld door middel van medicatie, welke hij trouw gebruikt en het bieden van een goede dagstructuur. Tevens volgt de heer [terbeschikkinggestelde] diverse behandelonderdelen in de kliniek. Het inzicht van de heer [terbeschikkinggestelde] in zijn risicofactoren en uitbreiding van zijn sociale- en copingvaardigheden moet nog verder worden vergroot. Tevens moet er meer zicht komen op zijn gedachten en cognities, zowel wat betreft het verleden als huidige seksualiteit. Aangezien de heer [terbeschikkinggestelde] nog midden in zijn behandeling staat, zullen de behandeling en resocialisatie nog de nodige tijd vergen.
Advies verlenging TBS maatregel
Ons advies moet op grond van het bovenstaande luiden dat het vanuit de optiek van de staf van De [kliniek] noodzakelijk is om de onderhavige terbeschikkingstelling van de heer [terbeschikkinggestelde] te verlengen, zodat het huidige traject verder vorm gegeven kan worden. Mocht het college voornoemd besluiten de maatregel te verlengen, dan vragen wij zulks te doen met de termijn van twee jaren.”
De ter beschikking gestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik ben het wel eens met het advies. Ik heb op dit moment geen verlof dus ik kan niet naar buiten. In de toekomst wil ik naar de GGZ. Het was een tegenslag voor mij toen bleek dat er geen verlof werd aangevraagd. Ik heb het daardoor erg moeilijk gehad, maar het gaat nu beter. Ik doe weer mee aan alle activiteiten in de kliniek. Ik ben klaar voor verlof. Als ik weer naar buiten kan, zal het ook beter met mij gaan. Ik gebruik medicijnen. Ik gebruikte hiervoor andere medicijnen waardoor ik dikker werd. Ik slaap goed. Ik zeg niet veel, want voel me niet op mijn gemak in de kliniek. Ik ben altijd stil.
De getuige-deskundige mevrouw drs. M. Franken, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij het advies van de kliniek. Gelet op de inhoud van het rapport lijkt het misschien alsof er sprake is van een achteruitgang in vergelijking met de situatie ten tijde van de vorige verlenging, maar zo moet u het niet zien. Op de dag dat ik verlof wilde aanvragen in maart 2011 kwam mij ter ore dat er een incident had plaatsgevonden met betrokkene en een bezoekersvrijwilliger. Daardoor heb ik toen geen verlof aangevraagd. In december 2011 hebben we vervolgens weer overwogen om een verlofaanvraag te doen, maar daar opnieuw vanaf gezien. We hebben namelijk gezien dat betrokkene heel erg zijn best doet, maar we weten niet goed wat er in hem omgaat en hebben geen zicht op zijn beleving. In juni van dit jaar is er opnieuw een incident geweest met een vrouwelijk staflid. Binnen nu en enkele weken hebben we een behandelplanbespreking. Betrokkene doet zijn best om meer openheid te geven dan eerst over wat hij nog wil leren. Verder start hij deze week met de individuele therapie die ook is gericht op zijn verleden. We denken namelijk dat betrokkene zo gesloten is door dingen die in het verleden zijn voorgevallen. Op dit moment is het nog te vroeg om verlof aan te vragen, maar we zien dat het met kleine stapjes vooruit gaat. Verder zijn we recent weer overgegaan op andere medicatie omdat de medicijnen die betrokkene hiervoor gebruikte, zijn eetlust vergrootten waardoor zijn gewicht toenam. Nu zien we dat hij weer iets is afgevallen. We hebben eerder getracht om betrokkene over te plaatsen naar een andere kliniek. Dat is niet gelukt, maar we hebben inmiddels een mannelijke therapeut in dienst binnen die betrokkene de gewenste behandeling binnen “De [kliniek]” kan geven.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij mijn vordering. Ik kan me voorstellen dat betrokkene graag verlof wil, maar anderzijds is er gelet op het advies van de kliniek en de daarop gegeven toelichting door de getuige-deskundige nog genoeg te doen voordat daadwerkelijk aan zijn resocialisatie kan worden begonnen. Het recidivegevaar is nog steeds hoog mede gelet op de recent voorgevallen incidenten. Het is goed om te horen dat er wel kleine stappen vooruit worden gezet. Er is dus nog steeds behandelperspectief en het lijkt mij dat voorlopig met de behandeling moet worden doorgegaan.
De raadsman van de ter beschikking gestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
We verschillen allemaal niet veel van mening. Mijn cliënt begrijpt wel dat de maatregel moet worden verlengd en dat het voor verlof nog te vroeg is. Ik begrijp dat mijn cliënt nog de nodige trauma’s uit zijn verleden heeft te verwerken. Naar het schijnt gaat men daarmee nog aan de slag waardoor hij wellicht nog in een achtbaan terecht kan komen. Kennelijk stippelt men proefondervindelijk het pad uit voor mijn cliënt. Ik ga er wel vanuit dat ik hier de volgende keer met u kan praten over mogelijke verloven. Hopelijk ligt er dan een optimistisch rapport en misschien is er dan tevens een dieper gelegen laag afgepeld van de psyche van mijn cliënt die inzicht verschaft in zijn beleving.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht en gelet op het aanwezige delictgevaar en het feit dat de behandeling en resocialisatie van de ter beschikking gestelde vooralsnog geruime tijd in beslag zal nemen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel met een termijn van twee jaar vereist.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.A. Bijl, voorzitter,
mr. A.M. Kooijmans-de Kort en mr. N.I.B.M. Buljevic, leden,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Meurs, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 oktober 2012.
5
Parketnummer: 01/845523-07
[terbeschikkinggestelde]