ECLI:NL:RBSHE:2012:BX9951
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de meervoudige economische kamer in een valsheid in geschrifte zaak
In deze zaak, die op 1 oktober 2012 door de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, is de verdachte aangeklaagd voor valsheid in geschrifte en een overtreding op grond van het Besluit bodemkwaliteit. De tenlastelegging betreft het opzettelijk gebruik maken van een vals rapport dat bestemd was om als bewijs te dienen. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 28 maart 2011, waarbij de verdachte wordt verweten dat zij samen met anderen opzettelijk een vals rapport heeft gebruikt en ter beschikking heeft gesteld aan verschillende instanties, waaronder de gemeente Son en Breugel en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De verdediging stelde dat de meervoudige economische kamer niet bevoegd was om kennis te nemen van de zaak, omdat het primair ten laste gelegde een commuun delict betreft. De officier van justitie daarentegen betoogde dat de economische kamer wel bevoegd was, gezien de alternatieve tenlastelegging. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging een alternatieve was en dat het primair ten laste gelegde, namelijk valsheid in geschrifte, een commuun delict is. Hierdoor concludeerde de rechtbank dat de commune strafkamer bevoegd is en niet de economische kamer. De rechtbank verklaarde zich derhalve onbevoegd om van het tenlastegelegde kennis te nemen. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 348 en 349 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 38 en 39 van de Wet op de economische delicten.