ECLI:NL:RBSHE:2012:BX9950
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in economische en commune delicten
In deze zaak, die op 1 oktober 2012 door de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, stond de bevoegdheid van de meervoudige economische kamer ter discussie. De verdachte was gedagvaard voor het primair ten laste gelegde van valsheid in geschrifte, een commuun delict, en subsidiair voor een overtreding op grond van het Besluit bodemkwaliteit, een economisch delict. De verdediging stelde dat de economische kamer niet bevoegd was, omdat het primair ten laste gelegde een commuun delict betrof. De officier van justitie daarentegen betoogde dat de economische kamer wel bevoegd was, omdat bij een alternatieve tenlastelegging beide kamers bevoegd zouden kunnen zijn.
De rechtbank overwoog dat de wet en de jurisprudentie aangeven dat het primair ten laste gelegde bepaalt welk forum bevoegd is. Aangezien de verdachte primair werd verweten zich schuldig te hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte, concludeerde de rechtbank dat de commune strafkamer bevoegd was en niet de economische kamer. De rechtbank verklaarde zich derhalve onbevoegd om van het ten laste gelegde kennis te nemen. Dit vonnis is gewezen na een onderzoek ter terechtzitting op 23 mei 2011 en 1 oktober 2012, waarbij de rechtbank kennisnam van de standpunten van zowel de officier van justitie als de verdediging.