ECLI:NL:RBSHE:2012:BX9443

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825211-06
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en dwangverpleging van een man met schizofrenie en middelenmisbruik

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 9 oktober 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een man die ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor poging tot doodslag en mishandeling. De terbeschikkingstelling was eerder al verlengd en de rechtbank moest nu beslissen over een nieuwe verlenging van twee jaar. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1978, verblijft al bijna vijf jaar in een kliniek en heeft een complexe psychiatrische geschiedenis, waaronder chronische paranoïde schizofrenie en middelenmisbruik. Tijdens de zitting op 25 september 2012 zijn verschillende deskundigen gehoord, die de positieve ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde bevestigden, maar ook wezen op de noodzaak van voortdurende begeleiding en controle. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen en de officier van justitie in overweging genomen en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, waarbij de nadruk ligt op een gestructureerd en ondersteunend leefmilieu voor de terbeschikkinggestelde, om zo het risico op terugval in gewelddadig gedrag te minimaliseren. De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de noodzaak van een geleidelijke overgang naar de reguliere geestelijke gezondheidszorg, waarbij de terbeschikkinggestelde in de toekomst mogelijk naar een open afdeling kan worden overgeplaatst.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/825211-06
Uitspraakdatum: 09 oktober 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1978],
verblijvende te [kliniek]
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 05 september 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 29 september 2010 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 14 augustus 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 september 2012.
Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van de [kliniek], opgemaakt d.d. 28 juni 2012, ondertekend door drs. M.G.P. Janssen (klinisch psycholoog/psychotherapeut locatiemanager zorg, drs. E.I.R. Bloemers (GZ-psycholoog, hoofd behandeling) en drs. M. Kossen, psychiater directeur zorg, tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting;
- het externe advies opgemaakt d.d. 21 augustus 2012 door drs. I. van Asselt,
GZ- psycholoog;
- het externe advies opgemaakt d.d. 21 augustus 2012 door drs. J.B. Zoeteman, psychiater;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag en mishandeling, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de [kliniek] is onder meer het navolgende gesteld:
"(...)De behandeling van de heer [terbeschikkinggestelde] zal, gezien zijn voorgeschiedenis en complexe problematiek, nog geruime tijd in beslag nemen binnen een structurerend, ondersteunend en controlerend leefmilieu, zoals dit geboden wordt binnen het kader van de tbs, met veel aandacht voor het (psychotisch) ziektebeeld van de schizofrenie en zijn autismespectrum stoornis. Op termijn zal gezocht worden naar een voorziening waar voldoende ondersteuning en begeleiding geboden kan worden. Met de heer [terbeschikkinggestelde] is inmiddels een plan gemaakt om komend jaar toe te werken naar een open afdeling binnen de reguliere psychiatrie. De heer [terbeschikkinggestelde] staat achter dit plan. Inmiddels is hij aangemeld voor deze afdeling(...)
Het risico van terugval in gewelddadig gedrag bij transmuraal verlof met verblijf in [afdeling kliniek], een woonvoorziening met intensieve begeleiding en beveiliging van de [kliniek] wordt voor onbegeleide stappen als laag ingeschat. Zonder het kader van de tbs- maatregel wordt het risico van terugval in gewelddadig gedrag als hoog ingeschat.(...)
Ten behoeve van het risicomanagement is adequaat medicatiebeleid, onthouding van drugs en alcohol, een gestructureerd dagprogramma en contactaanbod nodig, waarbij tevens rekening gehouden dient te worden met het feit dat de heer [terbeschikkinggestelde] snel het overzicht verliest. De inschatting is dat inhoudelijke inzet voor persoonlijke ontwikkeling van de heer [terbeschikkinggestelde] een overschatting van zijn huidige capaciteiten betekent. Wat betreft de risico's zal derhalve vooral de nadruk liggen op de externe structuur om delictgerelateerd gedrag te kunnen voorkomen.(...)
De heer [terbeschikkinggestelde] verblijft thans bijna vijf jaar binnen de [kliniek]. Hij heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Vanaf de zomer 2010 verblijft de heer [terbeschikkinggestelde] op [afdeling kliniek], een transmurale voorziening, waar zijn vrijheden gefaseerd zijn uitgebreid.
Het ziekte-inzicht en probleembesef blijven beperkt; de heer [terbeschikkinggestelde] heeft de neiging zichzelf te overschatten. Wanneer bij hem de stress toeneemt, verliest hij snel het overzicht en heeft hij ondersteuning en begeleiding nodig. Ondanks het gebruik van antipsychotische medicatie, blijft de heer [terbeschikkinggestelde] last houden van psychotische verschijnselen. Gezien bovenstaande is het van belang dat het toewerken naar een voorziening binnen de reguliere GGZ zeer gefaseerd plaatsvindt. De behandeling van de heer [terbeschikkinggestelde] zal gezien zijn voorgeschiedenis en complexe problematiek nog geruime tijd in beslag nemen binnen een structurerend, ondersteunend en controlerend leefmilieu, zoals dit geboden wordt binnen het kader van de tbs, met veel aandacht voor het (psychotisch) ziektebeeld van de schizofrenie en zijn autismespectrumstoornis. Met de heer [terbeschikkinggestelde] is onlangs zijn toekomstig traject besproken. Er is een plan gemaakt om aankomend jaar toe te werken naar een voorziening van GGz Centraal om zo een eerste stap richting resocialisatie te realiseren. De heer [terbeschikkinggestelde] staat achter dit plan.
Ten aanzien van het delictrisico is langdurige ondersteuning en controle van belang.
Wij adviseren u de terbeschikkingstelling te verlengen met de termijn van twee jaar(...)".
In voornoemd extern advies opgemaakt d.d. 21 augustus 2012 door drs. I. van Asselt, GZ-psycholoog is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
"(...)Betrokkene is een thans 33-jarige man bij wie sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een chronische paranoïde schizofrenie, misbruik van alcohol, cocaïne en cannabis. Tevens is er bij hem sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van zwakbegaafdheid. Betrokkenes TBS behandeling ving aan op 26 juli 2007 in de [kliniek] en vertoont een gestaag positief verloop.
Betrokkene is sinds zijn opname redelijk goed gestabiliseerd onder invloed van het antipsychotische middel clozapine. Sinds augustus 2010 verblijft betrokkene in het kader van transmuraal verlof op [afdeling kliniek], een dependance van de [kliniek]. Betrokkene functioneert goed binnen een setting waar men hem voldoende zorg, structuur en voorspelbaarheid kan bieden. Begeleide en onbegeleide verloven verlopen goed. Betrokkene laat echter nog altijd sluimerende psychotische symptomen zien in de vorm van wantrouwen en betrekkingsideeën, welke in het verleden aanleiding gaven voor vijandig en gewelddadig gedrag, maar binnen de huidige setting voldoende onder controle zijn. Het misbruik van middelen is tevens onder controle onder toezicht. Betrokkene heeft zelf echter onvoldoende zicht op signalen van naderende psychotische decompensatie. Zolang de structuur en toezicht van de behandelaren geborgd is, lijkt het recidiverisico beperkt te zijn.
De kliniek is voornemens betrokkene over te plaatsen naar afdeling [afdeling kliniek], gelegen op het terrein van [instelling]. Ten aanzien van het verdere resocialisatietraject is ondergetekende van mening dat er voldoende grond bestaat om dit traject van de kliniek voort te zetten. De onbegeleide verloven kunnen verder uitgebreid worden, op gefaseerde wijze waarbij de voorspelbaarheid voor betrokkene gewaarborgd blijft. Betrokkene is gebaat bij structuur, veiligheid en duidelijkheid. Hierbij blijft de antipsychotische medicatie van groot belang in het risicomanagement en de controle hierop, net als de controle op middelengebruik.
Het is van groot belang dat stappen geleidelijk gezet worden om betrokkene zo min mogelijk bloot te stellen aan te veel verandering en prikkels. Overplaatsing naar [afdeling kliniek] zal voor betrokkene grote veranderingen met zich meebrengen. Zijn behandelaars voorspellen in de komende periode van overplaatsing naar de nieuwe afdeling een terugval in het functioneren van betrokkene. Ten aanzien van de verlenging van de TBS maatregel werd overwogen om te adviseren de TBS maatregel met de duur van een jaar te verlengen, en dat jaar te gebruiken om betrokkene over te plaatsen naar [afdeling kliniek]. De verwachting is echter dat een lange periode nodig zal zijn om patiënt te laten wennen aan zijn nieuwe verblijfsplek [afdeling kliniek] en om een geleidelijke overgang naar de reguliere GGZ voor te bereiden.
Advisering van een kortere termijn zou teveel druk op betrokkene leggen en bij terugvalmomenten kunnen leiden tot vertraging in het proces, waarbij het geleidelijke traject, waar betrokkene juist bij gebaat is, in gevaar komt. Het wordt dan ook wenselijk geacht dat betrokkene geleidelijk aan, onder de hoede van de kliniek, de overstap kan maken naar de reguliere GGZ. Om die reden wordt geadviseerd om de TBS maatregel met de duur van twee jaar te verlengen, zodat de tijd genomen kan worden voor het uitstroomtraject en terugval zoveel mogelijk beperkt kan worden. Zoals het er nu naar uitziet is ook in de toekomst residentieel verblijf en behandeling voor betrokkene waarschijnlijk het hoogst haalbare(...)".
In voornoemd extern advies opgemaakt d.d. 21 augustus 2012 door drs. J.B. Zoeteman, psychiater is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
"(...)Betrokkene is in 2006 veroordeeld tot terbeschikkingstelling met verpleging en het betalen van een geldboete. Het TBS delict betreft poging tot doodslag en mishandeling. Betrokkene heeft, terwijl hij een psychiatrische kliniek was ontvlucht in een psychotische toestand, twee voor hem onbekende vrouwen aangevallen en (ernstig) mishandeld.
Betrokkene is een zwakbegaafde 33-jarige man met een chronisch verlopende schizofrenie van het paranoïde type en cocaïne-, cannabis- en alcoholmisbruik in remissie. In zijn jeugd is mogelijk de diagnose autistiforme stoornis gesteld en tijdens de TBS bevestigd, maar deze stond bij het huidige onderzoek niet op de voorgrond.
Betrokkene is een kwetsbare man, die ondanks vele jaren van behandeling, zowel voor de TBS als tijdens de TBS, een gevoeligheid blijft houden om psychotisch te decompenseren, waarbij hij achterdochtig en vijandig wordt. In de reguliere GGZ is op alle beschikbare manieren geprobeerd om betrokkene in zorg te krijgen, te behandelen en te beveiligen (inclusief verschillende BOPZ maatregelen). Dit heeft onvoldoende resultaat gehad. Belangrijke stap tijdens de terbeschikkingstelling was het starten van het middel clozapine, waarop betrokkene een zeer duidelijke verbetering heeft vertoond. Als bijwerkingen staan daar tegenover o.a. zijn gewichtstoename en zijn suikerziekte. Gezien de eerdere medicamenteuze behandelingen en de uiteindelijke keuze voor clozapine, zijn er geen alternatieven meer te adviseren waarvan additionele effecten te verwachten zijn. Ondanks de duidelijke structuur en de verbetering van het psychiatrische beeld worden nu ook nog steeds momenten gezien waarop betrokkene psychotische symptomen heeft. Ook tijdens het huidige onderzoek, wanneer betrokkene met een voor hem onbekende onderzoeker moet spreken, is de eerste reactie spanning, achterdocht en niet meewerken. Betrokkene gaf opnieuw geen toestemming om oude gegevens op te vragen, omdat betrokkene veronderstelt dat men kwade bedoelingen heeft.
In de behandeling gedurende de TBS wordt veel gefocust op structuur en voorspelbaarheid in veranderingen, waar betrokkene veel baat bij heeft. Positief is dat hij in staat is om abstinent te blijven voor middelen. De verloven verlopen goed en betrokkene kan de stap maken van een individueel dagbestedingproject naar een gemeenschappelijke buiten de kliniek ([afdeling kliniek]). Gedurende de TBS vinden er geen noemenswaardige incidenten plaats.
Ook ontstaat er enig probleembesef en ziekte-inzicht, maar deze blijven kwetsbaar en fluctuerend. Betrokkene lijkt zijn eigen paranoïde neiging bij zichzelf te herkennen. Het lijkt geen duurzaam inzicht te zijn, in de zin dat betrokkene bij toename van stress opnieuw achterdochtig wordt, dit onvoldoende herkent bij zichzelf en het nut van behandeling in twijfel trekt.
Betrokkene bagatelliseert bij tijd en wijlen zijn stoornis en (de ernst van) het recidive gevaar.
Opvallend is dat betrokkene zelf positief spreekt over de TBS. Hij vindt het weliswaar een overdreven maatregel, maar hij ziet ook duidelijk de voordelen ervan en weet zijn slechte situatie voor de TBS te benoemen. Zolang de structuur en toezicht van de behandelaren geborgd is, lijkt het recidiverisico beperkt te zijn.
Geadviseerd wordt om de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met de termijn van 2 jaar.
De verwachting is dat een lange periode nodig zal zijn om patiënt te laten wennen aan zijn nieuwe verblijfsplek [afdeling kliniek]en om een geleidelijke overgang naar de reguliere GGZ voor te bereiden.
Binnenkort wordt betrokkene overgeplaatst. Ook de behandelcoördinator voorspelt terugval in de komende periode. Advisering van een kortere termijn of zelfs voorwaardelijke beëindiging zou bij terugvalmomenten kunnen leiden tot het herstarten van de dwangverpleging, waarbij het langzame traject dat nu ingezet is weer in gevaar komt. Residentieel verblijf en behandeling zijn ook in de toe komst waarschijnlijk het hoogst haalbare(...)".
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het is totaal niet waar dat ik bedreigingen heb geuit. Ik vind dat het goed gaat met mij.
Ik heb altijd goed meegewerkt met de behandeling. Ik vind dat de behandeling succesvol is verlopen en dat het psychisch gezien is afgerond. Ik ben het enerzijds wel met de verlenging eens en anderzijds niet. Ik had zelf een verlenging voor de duur van één jaar in gedachten. Hierin kan ik ook laten zien hoe ik buiten functioneer. Ik vind zelf dat ik stabiel ben en positieve vorderingen maak. In de komende twee jaar zal er niets veranderen in de behandeling. Ik laat me gewoon begeleiden. Ik vind dat zelf ook nodig. Ik weet nog niet wanneer ik naar [afdeling kliniek] ga. Ze verwachten voor het einde van het jaar. Ik heb in mijn behandeling altijd laten zien dat er geen sprake van een terugval is geweest. Ik verwacht ook niet dat ik bij de overgang naar de [afdeling kliniek]Cederhorst een terugval zal krijgen. Ik vind het best een grote stap en ik weet dat ik dat aankan.
De deskundige drs. E.I.R. Bloemers, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene is inmiddels aangemeld bij [afdeling kliniek]. We verwachten dat hij daar voor het einde van dit jaar terecht kan. De bedoeling is dat hij intern zal verblijven en langzaam zal doorstromen naar een woning op het terrein. Zolang wij de stappen klein en geleidelijk houden, laat betrokkene geen terugval zien. We hebben de afgelopen periode gemerkt dat als de stappen te groot zijn, de stress toeneemt, betrokkene dan minder goed functioneert en dat hij dan het risico loopt psychisch ontregeld te raken. Voor betrokkene is het beter om eerst ergens anders te wonen en vervolgens te bezien welke verdere stappen ondernomen kunnen worden. Hiervoor is een traject nodig dat langer duurt dan 2 jaar. De prognose is dat betrokkene langdurige ondersteuning nodig zal hebben voor de rest van zijn leven. Het is belangrijk om de komende 2 jaar duidelijke structuur te creëren. De verlengingstermijn voor de duur van 2 jaar is mijns inziens echt nodig.
Als de stress bij mensen met schizofrenie toeneemt dan is de kans op een psychose groter, zodat moet worden geprobeerd stress tot een minimum te beperken. Dat kan worden bereikt door vervolgstappen in het traject klein te houden.
Wij merkten bij betrokkene op het moment dat er een uitbreiding van het programma was dat er een toename van frustraties bij betrokkene ontstond waardoor er meer psychotische denkbeelden ontstonden. Van patiënten met deze kwetsbaarheid weten we dat uitbreiding van stappen gepaard kan gaan terugval. Het traject dat we met betrokkene ingaan betreft eerst grotendeels een dagprogramma binnen de kliniek waarna er rustig wordt bekeken of we meer naar een programma buiten de kliniek kunnen gaan. Er zijn inderdaad al onderdelen die buiten de kliniek plaats vinden maar het werken vindt binnen de kliniek plaats. De overstap van de forensische psychiatrie naar de reguliere GGZ is groot. Niet te onderschatten is hoeveel begeleiding en controle betrokkene nog zal krijgen vanuit de kliniek. De risicotaxatie is onverminderd actueel.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Er liggen drie adviezen die een verlenging van 2 jaar betreffen. Cliënt is van mening dat verlenging voor de duur van één jaar afdoende is. Hij heeft een moeilijke overgang doorstaan in de [kliniek]. Cliënt heeft bij een eerdere grote stap geen terugval laten zien en dat spreekt voor hem. Cliënt kan nu veel beter terugkijken op het delict van destijds en hij gaat echt vooruit. Cliënt is medicatietrouw en gebrand op abstinentie van middelen. Zijn verloven lopen goed en hij is actief in een commissie. Cliënt is tot het besef gekomen dat zelfstandig wonen geen haalbare kaart is. Hij weet dat hij altijd begeleiding nodig zal hebben. We verwachten in het najaar dat hij naar [afdeling kliniek] kan. Ik vraag me af of een mogelijke terugval voldoende is als grond voor een verlenging van 2 jaar. Ik vraag me af of de risicotaxatie is gebaseerd op het verblijf waar hij nu zit. Aan zijn activiteiten, medicatie en leefomgeving verandert niets als hij naar [afdeling kliniek] gaat. Cliënt ziet het juist als een aanmoediging om met een kortere periode van verlenging te volstaan en eventueel daarna een voorwaardelijke beëindiging onderzoeken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de getuige-deskundige en met de adviezen van genoemde gedragsdeskundigen. Naar het oordeel van de rechtbank wordt het recidiverisico afdoende gemotiveerd onderbouwd in de hierboven beschreven adviezen. Uit de adviezen en de toelichting ter terechtzitting volgt voorts dat met verlenging van een kortere termijn niet zal kunnen worden volstaan. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling dan ook met een termijn van twee jaar verlengen.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de ter beschikkingstelling eist.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.P.J. Scheele, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. W.M. Weerkamp, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.J.H.L. Coppens, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 oktober 2012.