ECLI:NL:RBSHE:2012:BX9168

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/020160-96
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde wegens seksueel geweld tegen minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 5 oktober 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in 1996 ter beschikking was gesteld na het plegen van seksueel geweld tegen een minderjarige. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd door het Gerechtshof te Arnhem, maar de rechtbank moest nu beoordelen of een verdere verlenging van de maatregel gerechtvaardigd was. De terbeschikkinggestelde, die in een kliniek verbleef, had in de afgelopen jaren begeleid en semi-begeleid verlof genoten, maar er waren zorgen over zijn terugkeer naar de maatschappij zonder adequate begeleiding.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde nog niet voldoende was ingebed in een veilige woonsetting en dat het risico op recidive, vooral in de context van seksueel grensoverschrijdend gedrag, aanzienlijk bleef. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde een behandelplafond had bereikt en dat de focus nu lag op het vinden van een geschikte vervolgplek waar hij met voldoende structuur en toezicht kon functioneren. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eiste.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, afgewezen en in plaats daarvan besloten om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Dit om de voortgang van de resocialisatie te kunnen blijven volgen en om te waarborgen dat de terbeschikkinggestelde niet in een situatie terechtkomt waarin hij een gevaar voor anderen kan vormen. De rechtbank heeft de beslissing genomen in overeenstemming met het advies van de deskundigen en de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/020160-96
Uitspraakdatum: 5 oktober 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1974],
verblijvende in [kliniek]
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 30 juli 1996 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van het gerechtshof te Arnhem van 5 december 2011 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 9 juli 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 september 2012. Hierbij zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en de deskundige M.S. Moonen (GZ-psycholoog en hoofdbehandelaar) gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van drs. P.J.C. Bakx, 1e geneeskundige, en drs. K.M. ten Brinck, directeur behandeling/plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 15 juni 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van - met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaar handelingen plegen, die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam. De maatregel is opgelegd terzake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer en zakelijk weergegeven het navolgende gesteld:
Periode van september 2011 tot heden
Op 8 september 2011 werd de aangifte tegen betrokkene geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Op 21 oktober is een aanvraag begeleid landelijk en onbegeleid dorpsverlof aan het ministerie verstuurd. De machtiging werd op 9 december 2011 door het ministerie afgegeven. De minister heeft een beperkte machtiging afgegeven. Een volledig onbegeleid dorpsverlof (de laatste stap in het door ons voorgestelde stappenplan) werd niet toegestaan. Wel werd er toestemming verleend voor begeleid landelijk verlof, semibegeleid dorpsverlof en onbegeleid verlof naar de [naam setting], een werksetting buiten de beveiligde ring.
Risicotaxatie
De kans dat betrokkene in de vrije maatschappij seksueel gewelddadig gedrag zal vertonen, wordt op de korte termijn als matig ingeschat en op lange termijn als groot. De ervaring met hem is steeds dat hij, wanneer er sprake is van onvoldoende structuur en toezicht, grenzen opzoekt en overschrijdt.
Op basis van de huidige gegevens wordt de kans op seksueel gewelddadig of seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen een begeleide verlofvorm ingeschat als gering. Binnen een onbegeleide verlofvorm wordt de kans op (seksueel) gewelddadig of seksueel grensoverschrijdend gedrag ingeschat als gering tot matig, bij een transmurale voorziening (begeleid wonen) wordt de kans als matig ingeschat. Voorwaarden zijn dat verloven en later de onbegeleide momenten in de transmurale fase (vanuit begeleid wonen) goed worden voorgestructureerd, er concrete en duidelijke afspraken met betrokkene worden gemaakt, er controlemomenten zijn, betrokkene te allen tijde bereikbaar is en gebruikt wordt gemaakt van een signaleringsplan en stemmingsbeoordelingslijst. Bij een afname van controle en toezicht in de woonsituatie en een toename van mogelijkheden tot het aangaan van contacten met kwetsbare vrouwen en kinderen zal de kans op seksueel grensoverschrijdend en seksueel gewelddadig gedrag naar verwachting toenemen.
Conclusie en advies
De behandeling van betrokkene is niet meer gericht op het veranderen van de pathologie; betrokkene heeft in dit opzicht het behandelplafond bereikt. De behandeling staat nu in het teken van het op een verantwoorde manier terugkeren naar de maatschappij. Hierbij wordt het van belang gevonden dat betrokkene in een woonsetting wordt ingebed waarbij voldoende structuur, toezicht en controle geboden kan worden. Indien dit niet aanwezig is, wordt het recidivegevaar op de lange termijn onverantwoord gevonden. Dit hangt samen met de problematiek van betrokkene, waarbij enerzijds de impulsiviteit een rol speelt en anderzijds hij intentioneel ook geneigd kan zijn grenzen te overschrijden. Daarbij blijkt dat betrokkene zelf, wanneer hij in de problemen is gekomen, niet snel aan de bel zal trekken maar zijn gedrag blijft voortzetten, met alle risico's van dien. Goede begeleiding is dus nodig om problemen tijdig te signaleren en dit bij te sturen.
De komende periode staat vooral in het teken van het vinden van een structuur en begeleidingsstijl waarbij betrokkene zonder grote problemen kan functioneren. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het uitbreiden van de verloven en het zoeken naar een geschikte vervolgplek. De behandelaars vinden het van belang om, wanneer betrokkene tezijnertijd in deze vervolgplek woonachtig is, de eerste periode mee te blijven begeleiden zodat de begeleidingsstijl goed kan worden overgedragen en betrokkene (binnen een gedwongen kader) kan worden ingebed op deze nieuwe plek. De inschatting is dat het gehele proces waarbij de kliniek betrokken wil blijven nog geruime tijd in beslag zal nemen. Op grond van bovenstaande wordt geadviseerd de TBS met twee jaar te verlengen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met mij. Ik heb semi-begeleid en begeleid verlof. Ik werk in een bedrijfskantine en sinds kort ook op de [naam setting], op de boerderij. De reden dat ik dat eerste niet wilde, was omdat ik later niet op een boerderij ga werken.
Ik ben het niet eens met de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Ik was al meer dan twee jaar woonachtig in een extramurale setting en werd teruggehaald naar aanleiding van een tegen mij lopende strafzaak. Later is deze strafzaak geseponeerd en ik ben derhalve onterecht teruggehaald. De intrekking van het toen verleende proefverlof is achteraf bezien ook onterecht geweest.
Ik vraag de rechtbank om de terbeschikkingstelling voorwaardelijk te beëindigen. Ik zit nu alweer drie jaar binnen en als er nergens plaats voor mij blijkt te zijn, dan komen we alweer op 5 jaar uit. Men is heel snel met het terug naar binnen halen van iemand maar om dan vervolgens weer buiten te komen duurt stukken langer. Ik wil dan ook zo snel als mogelijk is, terug naar de oude situatie ten tijde van het verleende proefverlof in 2009. Ik had toen al volledige vrijheid en die wil ik nu weer.
De deskundige mw. M.S. Moonen, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
"In juli 2012 hebben twee kennismakingsgesprekken bij RIBW [naam RIBW] plaatsgevonden. Daarbij was de kliniek aanwezig. Halverwege augustus ontvingen wij een brief van [naam RIBW] dat er nog twee behandelpunten waren alvorens een intake kon plaatsvinden. Het betrof enerzijds de houding tot samenwerking met de RIBW, de neiging om eigen problemen bij anderen te leggen, en anderzijds het vergroten van inzicht. Naar aanleiding van die brief heeft er een bespreking plaatsgevonden in de kliniek. De uitkomst daarvan is dat wij er niets in zien om in [kliniek] aan die behandelpunten te gaan werken. De bedoeling is om opnieuw met [naam RIBW] in gesprek te gaan om te zeggen dat het beeld dat [naam RIBW] van betrokkene heeft wat negatief is en om te bezien of de mening van [naam RIBW] nog verandert. Daarnaast willen we breder gaan kijken naar een vervolgplek en ook bekijken of we zijn vriendin erbij kunnen betrekken. Het behandelplafond is voor betrokkene bij [kliniek] bereikt, de nadruk ligt nu alleen nog op begeleidbaarheid. Als mij wordt gevraagd aan welke vervolgplek wordt gedacht, dan kan ik antwoorden dat dit is neergelegd bij sociaal werk. De bedoeling is om toe te werken naar een vervolgplek vanuit de open afdeling [naam afdeling].
Wat betreft een aanhouding om te kijken naar de mogelijkheden van een TBS met voorwaarden, kan ik zeggen dat de ervaring leert dat het vrij moeilijk is om een vervolginstelling te vinden voor iemand met een tbs-geschiedenis als betrokkene. Er zijn specifieke wensen ten aanzien van de begeleiding. Verder vindt een instelling het prettig als de kliniek betrokkene kan volgen. Er zijn veel verschillen in RIBW's. Het komt nauw qua begeleiding. Zaak is dat betrokkene goed ingebed wordt. Betrokkene heeft structuur nodig. De vriendin van betrokkene wordt bij dit alles ook betrokken. Zij hebben naar het laat aanzien serieuze toekomstplannen.
Het is juist dat het risico op herhaling bij onmiddelijke beeindiging van de TBS en terugkeer in de maatschappij op lange termijn onverantwoord is en dat dit samenhangt met de problematiek van betrokkene, te weten dat hij enerzijds moeite heeft met beheersing van zijn impulsen en anderzijds bewust grenzen kan overschrijden. De risicotaxatie ziet op seksueel gerelateerde delicten
Er was een aanvraag voor onbegeleid verlof gedaan maar die is niet door het Ministerie verleend. De bijzondere situatie van betrokkene was in de aanvraag beschreven. Betrokkene kreeg alleen toestemming voor semi-begeleide verloven. Ik weet zo niet of de beperking op advies van de landelijke commissie was. Thans is er wederom een aanvraag voor onbegeleid verlof gedaan. Indien daarvoor de machtiging wordt afgegeven, en we verwachten dat dat begin december 2012 zal zijn, kan betrokkene doorstromen naar de resocialisatieafdeling. Indien een dergelijke machtiging niet wordt afgegeven gaan wij door met het zoeken naar een passende vervolgvoorziening. In maart/april 2013 kan vervolgens transmuraal verlof aangevraagd worden waarop na enige maanden een beslissing zal komen. Concreet zou dat inhouden dat hij in mei/juni 2013 overgeplaatst kan worden naar [naam afdeling], de open afdeling van [kliniek] en dat we zo naar een plaatsing in een RIBW toewerken.
Mij wordt gevraagd hoe 'hard' verlenging met twee jaar is. De voorkeur van de kliniek is om de inbedding in de vervolgsetting vanuit de kliniek te doen zodat wij daarbij betrokken blijven.Wij gaan wekelijks naar hem toe en sturen bij indien dit nodig is. Bij een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging vervalt het toezicht vanuit de kliniek. Gelet op de problematiek van betrokkene heeft dat bij ons niet de voorkeur.
Reclassering wordt door ons in een vrij vroeg stadium betrokken, bij transmuraal verlof.
Wat betreft de vraag van de raadsman waarom betrokkene niet op de [naam afdeling] is opgenomen, merk ik op dat daar alleen mensen met onbegeleid verlof worden opgenomen en dat heeft betrokkene niet. We willen ook niet teveel wisselingen op grond van de problematiek van betrokkene.
De officier van justitie heeft aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Het gaat goed met betrokkene maar er zijn ook nog wel zorgen of het ook goed blijft gaan. Uit het opgestelde advies blijkt ook dat het recidivegevaar op de lange termijn onverantwoord wordt gevonden indien betrokkene niet goed is ingebed.. Wat betreft het recidiverisico verwijs ik ook naar pagina 12 van het opgestelde advies. De komende periode staat in het teken van het vinden van structuur, uitbreiding van de verloven en inbedding in de vervolgplek. De inschatting van de kliniek is dat dit proces nog geruime tijd gaat duren, maar dan zijn we wel aan het eind.
Er ligt thans niets op tafel om te gaan nadenken over een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Ik zou dan meer denken aan een verlenging van de terbeschikkingstelling met slechts één jaar. Ik voel er niets voor om de behandeling van de zaak nu aan te houden.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven:
Mijn cliënt bevindt zich in een bijzondere situatie. Hij had al proefverlof maar is teruggehaald naar de kliniek wegens een strafzaak tegen hem die uiteindelijk is geseponeerd. Mijn cliënt is derhalve onterecht teruggehaald. Vervolgens, en dat heeft het Gerechtshof in haar uitspraak vastgelegd en overwogen, diende de kliniek, nu buiten de schuld van mijn cliënt het gehele traject geruime tijd heeft stilgelegen, grote voortvarendheid te betrachten om hem weer te plaatsen in een situatie zoals die was tijdens zijn extramurale verblijf in Philadelphia te Dalfsen. Client zegt het ook heel treffend: men is heel snel met terugplaatsen in de kliniek, maar niet met het weer naar buiten laten gaan. Niet gezegd kan worden dat hier de nodige voortvarendheid wordt betracht. In de kliniek wordt niets meer voor hem gedaan. Het behandelplafond is bereikt, verklaart de deskundige. We zien nu een traag tempo, hetgeen niet zozeer onwil is van de kliniek, maar zo gaat het nu eenmaal. Gesteld moet worden dat voor mijn cliënt sprake is van een teleurstellend resultaat. Hij wil terug naar waar hij in 2009 was. De schoen gaat wringen. Client doet het goed, hij heeft zijn behandelplafond bereikt. Ten onrechte is ook op pagina 10 van het advies vermeld dat client in maart 2010 is begonnen met een tweede behandelpoging in [kliniek]. Zoals het er nu naar uitziet kan hij pas omstreeks deze tijd in 2013 in [naam afdeling] zitten. Een optie zou kunnen zijn dat de terbeschikkingstelling voorwaardelijk wordt beëindigd. Dan is het aan de reclassering om mijn cliënt te begeleiden en zou de situatie min of meer gelijk zijn aan de situatie van 2009 toen mijn cliënt proefverlof had. Als u de vordering niet afwijst vraag ik u dan ook de behandeling van de zaak thans aan te houden en te onderzoeken of dit tot de mogelijkheden behoort. Dit ligt ook in lijn met de beslissing van het Hof. Handig is ook dat dan kan worden bezien of het onbegeleid verlof is toegewezen. Meer subsidiair vraag ik u de TBS met dwangverpleging met 1 jaar te verlengen.
Het oordeel van de rechtbank:
Het Gerechtshof Arnhem heeft in haar beslissing van 5 december 2011 overwogen dat het resocialisatietraject van terbeschikkinggestelde buiten zijn schuld geruime tijd heeft stilgelegen. Door de kliniek diende grote voortvarendheid te worden betracht om de terbeschikkinggestelde weer te plaatsen in een situatie zoals die was tijdens zijn proefverlof.
Op grond daarvan heeft het Gerechtshof de terbeschikkingstelling verlengd met slechts één jaar om deze voortgang te beoordelen.
De rechtbank stelt vast dat de kliniek na het vernemen van de sepotbeslissing d.d. 8 september 2011 reeds op 21 oktober 2011 de procedure voor verlofaanvraag (begeleid landelijk en onbegeleid dorpsverlof) in gang heeft gezet. Ten tijde van de beslissing van het Gerechtshof te Arnhem was daarop nog niet beslist, maar kort daarna (op 9 december 2011) heeft het ministerie beslist tot afgifte van een beperkte machtiging. De kliniek was daardoor enigszins beperkt in het laten resocialiseren van betrokkene. De rechtbank is, gelet hierop en mede gelet op hetgeen ter terechtzitting door de deskundige naar voren is gebracht, van oordeel dat niet kan worden gezegd dat de kliniek onvoldoende voortvarend te werk is gegaan.
Gelet op het advies en de ter terechtzitting door de deskundige gegeven toelichting acht de rechtbank een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging niet aan de orde. Betrokkene is naar het oordeel van de rechtbank nog niet zover in het resocialisatieproces dat de begeleiding op verantwoorde wijze kan worden ingevuld door de reclassering. Derhalve wordt het verzoek van de verdediging tot aanhouding van de beslissing ten behoeve van een nadere voorlichting omtrent de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging, afgewezen.
De rechtbank verenigt zich - behoudens wat betreft de geadviseerde duur van de verlenging - met het advies en de daarop ter terechtzitting door de deskundige gegeven toelichting en is van oordeel dat, gelet op het vorenstaande en gezien artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht, de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Teneinde de voortgang goed te kunnen blijven volgen, is de rechtbank van oordeel dat de terbeschikkingstelling met één jaar moet worden verlengd.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M. Senden, voorzitter,
mr. E.M.J. Raeijmaekers en mr. E.C.P.M. Valckx, leden,
in tegenwoordigheid van Y.A.M. Janssen, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 oktober 2012.
6
Parketnummer: 01/020160-96
[terbeschikkinggestelde]