ECLI:NL:RBSHE:2012:BX7743

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
809350
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tekortkomingen van de bewindvoerder in het aanvragen van huurtoeslag en schadevergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 12 juli 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot schadevergoeding tegen de bewindvoerder. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde Ser Tubée, heeft de bewindvoerder, verweerster, aangeklaagd wegens tekortkomingen in de uitvoering van haar taken, met name het niet aanvragen van huurtoeslag. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder in de zorg van een goed bewindvoerder tekort is geschoten, met als gevolg dat verzoeker schade heeft geleden. De schade is vastgesteld op € 437,-, die voortvloeit uit het niet aanvragen van huurtoeslag voor de periode van 23 juni 2011 tot en met 14 november 2011. De kantonrechter heeft echter het verzoek om schadevergoeding voor de overige klachten afgewezen, omdat deze niet konden worden toegeschreven aan de bewindvoerder of omdat onvoldoende bewijs was geleverd van de geleden schade. De procedure begon met een klacht van verzoeker tegen de bewindvoerder, die op 29 september 2011 was opgeheven. De kantonrechter heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de bewindvoerder niet aan haar verplichtingen heeft voldaan, wat heeft geleid tot de toewijzing van een deel van de schadevergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK ‘S-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie ‘s-Hertogenbosch.
Zaaknummer : 809350-120
EJ verz. : BH 12-1306
Uitspraak : 12 juli 2012
Beschikking op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen verzoeker,
gemachtigde:
Ser Tubée,
Maatschappelijke Opvang,
Jan Schöfferlaan 1a
5212 RE ’s-Hertogenbosch,
tegen:
[verweerster]
[adres en woonplaats],
hierna te noemen verweerster,
gemachtigde:
mr. R.H.J.M. Silvertand,
Postbus 710
5140 AS Waalwijk.
1. De procedure.
Bij brief van 7 oktober 2011, ter griffie ingekomen op 10 oktober 2011 heeft verzoeker een klacht ingediend tegen de gewezen bewindvoerder, verweerster, over het gevoerde bewind tot 29 september 2011.
Verweerster heeft op 27 februari 2012, ingekomen ter griffie op 2 maart 2012, een inhoudelijke reactie met bijlagen, ingediend op deze klacht.
Op 8 maart 2012 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden bij welke gelegenheid verzoeker in persoon met zijn gemachtigde is verschenen.
Verweerster is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen; zij heeft op 8 maart 2012 kort voorafgaande aan deze terechtzitting telefonisch medegedeeld niet aanwezig te kunnen zijn.
Verzoeker heeft vervolgens bij brief van 13 maart 2012, ingekomen 14 maart 2012 en bij een tweetal ongedateerde brieven, ingekomen ter griffie d.d. 26 maart 2012, gereageerd op de inhoudelijke reactie van verweerster d.d. 27 februari 2012.
Bij brief van 17 april 2012 heeft vervolgens de gemachtigde van verweerster daarop een nadere reactie ingediend, die ter kennisneming aan verzoeker is toegezonden op 18 april 2012, waarbij namens de kantonrechter is bericht dat vervolgens uitspraak zal worden gedaan.
De beschikking is bepaald op heden.
2. Het verzoek.
2.1. Verzoeker legt aan zijn verzoek kort samengevat het volgende ten grondslag.
2.1.1. Op 29 september 2011 is de bewindvoering daadwerkelijk opgeheven.
Door de rechter is daarbij geadviseerd om een klacht in te dienen en met name om het bewindvoerdersalaris terug te vorderen. De bewindvoerder had daarvoor bijzondere bijstand kunnen aanvragen bij de gemeente Den Bosch. Dit is uiteindelijk niet gebeurd terwijl de bewindvoerder wel de kosten bij hem in rekening heeft gebracht.
Tevens heeft zij een aantal zaken nagelaten die wel degelijk onder haar taak van bewindvoerder vallen, zoals:
- het niet aanvragen van huurtoeslag; al sinds 27 juli 2011 zijn gegevens bekend over de nieuwe woning.
- het niet aanvragen van bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering.
- de aanvraag WIJ is uitgevoerd door de trajectbegeleider SMO.
- de mogelijkheid van belastingteruggave over 2009 en 2010 is niet onder zijn aandacht gebracht.
2.1.2. In de periode voordat hij bij SMO kwam heeft de bewindvoerder buiten zijn medeweten om, geld gestort naar zijn vorige werkgever inzake woonruimte, voor een bedrag van € 600,- waar de werkgever geen recht op had, want hij had de huur al voldaan in natura door voor hem werkzaamheden uit te voeren. Ook dit bedrag ziet hij graag terug.
Ten slotte wil hij nog melding maken van het feit dat de bewindvoerder twee laptops heeft besteld, waarvan hij er een mocht uitkiezen; de ander moest teruggestuurd worden terwijl deze wel door hem betaald was. Hierover heeft hij niets meer vernomen.
Verwezen wordt naar de andere klachten die inmiddels bekend mogen zijn.
2.2. Verweerster heeft tegen het verzoek het volgende schriftelijke verweer gevoerd.
- Huurtoeslag: er is sprake van een begeleidingsovereenkomst en niet van een huurovereenkomst en er kan in dit geval geen huurtoeslag aangevraagd worden.
Aan SMO is gevraagd of er tussen SMO en de belastingdienst een overeenkomst is gesloten waardoor bewoners in aanmerking kunnen komen voor huurtoeslag. Van een dergelijke overeenkomst is nooit een afschrift toegestuurd.
- Bijzondere bijstand: De eerste aanvraag is in maart 2010 ingediend voor vergoeding van de bewindvoerderkosten uit de bijzondere bijstand. Deze is toen afgewezen wegens voldoende draagkracht en geen woonlasten. De tweede aanvraag in augustus 2010 is ingediend bij de gemeente Hattem, deze is eveneens afgewezen wegens voldoende draagkracht.
De derde aanvraag in januari 2011 bij de gemeente ’s-Hertogenbosch is gecombineerd met de WIJ aanvraag en daarop is deze uitbetaald vanaf periode 1 tm. periode 5 in 2011. Nadat de WIJ uitkering is stopgezet, wegens een dienstverband van [verzoeker], is door dhr. Tubée van SMO een aanvraag ingediend en deze is afgewerkt.
- Aanvraag schuldhulpverlening kredietbank: De aanvraag aldaar is ingediend doch door het niet overleggen van salarisstroken door [verzoeker], is het aanvraagtraject stopgezet.
- Kostgeldbetaling aan werkgever: De werkgever van [verzoeker] verwachtte een vergoeding voor het bewonen van een tuinhuisje. Daarvoor in de plaats zou hij zwart werken. Geadviseerd is om normaal kostgeld te voldoen.
2.3. De overige standpunten van partijen en al datgene dat in de bijlagen van verzoeker en verweerster is vastgelegd, komen voor zoveel nodig bij de beoordeling aan de orde.
3. De beoordeling.
3.1. Bij beschikking van 27 september 2011, is per gelijke datum het bewind over de vermogensrechtelijke belangen van verzoeker, [verzoeker], opgeheven. Dit bewind was ingesteld op 9 februari 2010, waarbij verweerster, [verweerster] tot bewindvoerder is benoemd.
Verzoeker stelt dat de gewezen bewindvoerder in haar taken tekort is geschoten.
De kantonrechter leest het verzoek in die zin dat verzocht wordt verweerster op grond van de artikelen 1:444 juncto artikel 1:362 van het Burgerlijk Wetboek te veroordelen in de schade die zij heeft veroorzaakt aan het vermogen van de rechthebbende.
3.2. Alvorens de kantonrechter inhoudelijk op de aangevoerde gronden zal ingaan, zal zij eerst de formele bezwaren van verweerster aan de orde laten komen.
1. Behandeling van de zaak door een andere rechter dan die heeft geadviseerd tot het indienen van en klacht.
De kantonrechter bevestigt hierbij dat zij niet degene is die eerder de beschikking d.d. 27 september 2011 heeft gegeven en de daaraan voorafgaande mondelinge behandeling heeft voorgezeten. Naar haar oordeel is er geen sprake van feiten of omstandigheden waardoor gevreesd moet worden dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding is.
2. Gemachtigde van verzoeker heeft niet gesteld dat hij de klacht namens verzoeker instelt, dan wel is geen volmacht ingediend.
De kantonrechter verwijst in deze naar het bepaalde in artikel 1:80 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dat in zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, zij zich kunnen laten bijstaan of zich door een gemachtigde kunnen laten vertegenwoordigen.
Verzoeker is samen met zijn gemachtigde ter zitting van 8 maart 2012 verschenen. Voorts heeft [verzoeker] in zijn verzoekschrift van 7 oktober 2011 dat aan onderhavige procedure ten grondslag ligt, de heer Ser Tubée gemachtigd hem bij te staan, hetgeen blijkt uit zijn medeondertekening.
3. Onjuiste wettelijke grondslag.
Tenslotte is de kantonrechter van oordeel dat de onderhavige procedure niet exclusief door een dagvaardingsprocedure kan worden ingeleid. De kantonrechter kan ook op verzoek, of ambtshalve de schade vaststellen die de rechthebbende door slecht bewind van de bewindvoerder heeft geleden en deze laatste tot vergoeding daarvan veroordelen. Ingevolge het bepaalde in artikel 1:445, vierde lid, BW, vindt het aangaande de voogdijrekening in de paragrafen 10 en 11 van afdeling 6 van titel 14 bepaalde, overeenkomstige toepassing.
3.3. Met betrekking tot de inhoudelijke bezwaren oordeelt de kantonrechter als volgt.
Ter terechtzitting van 8 maart 2012 heeft verzoeker desgevraagd zijn bezwaren nader toegelicht en aangeven wat concreet de geleden schade is. Desgevraagd heeft verzoeker dat nadien ook schriftelijk nader toegelicht ( zie onder 1. De procedure).
De kantonrechter zal deze bezwaren hierna puntsgewijs behandelen.
3.3.1. Kosten bewindvoering.
Gesteld wordt dat verweerster voor de bewindvoerderkosten bijzondere bijstand had kunnen aanvragen bij de gemeente Den Bosch.
Bij brief van 13 maart 2012 geeft verzoeker aan dat over de periode 2011 alle bewindvoerderkosten met hem zijn verrekend. Mitsdien kan worden vastgesteld dat verzoeker over 2011 op dit punt geen schade heeft.
Hij geeft daarnaast aan dat over de periode 4 oktober 2010 tot en met 31 december 2010 er geen bijzondere bijstand is verleend, omdat deze aanvraag te laat, pas eind 2011 is ingediend. Het betreft een bedrag van € 92,65 per maand.
Verweerster weerspreekt dat er te laat een aanvraag zou zijn ingediend en overlegt ook een afschrift van de aanvraag daartoe d.d. 8 april 2010.
Bij beschikking van 13 augustus 2010, die eveneens is overgelegd, wordt de aanvraag door de gemeente Den Bosch afgewezen vanwege het feit dat er voldoende draagkracht is.
Hieruit valt te concluderen dat de kosten van bewindvoering voor rekening van verzoeker komen en deze terecht in mindering zijn gebracht. Deze kosten kunnen derhalve niet als schade worden aangemerkt.
3.3.2. Kosten van twee lap tops.
Verzoeker voert een schade op ten bedrage van € 130,- omdat verweerster twee lap tops zou hebben besteld, waarvan verzoeker er een mocht uitkiezen; de ander moest worden teruggestuurd. De kosten van beide lap tops, zijnde € 440,- per stuk, zouden door hem zijn voldaan. Een daarvan heeft hij onderhands kunnen verkopen voor € 310,-
Verweerster voert daarop aan dat het afleveren van één bestelde laptop door Wehkamp mis is gegaan. Door Wehkamp zijn twee lap tops op het adres van verzoeker bezorgd. Verzoeker heeft daarop beide laptops gebruiksklaar gemaakt en voorzien van een wachtwoord. Een van deze lap tops kon toen niet meer worden teruggestuurd naar Wehkamp.
De kantonrechter acht het verweer op dit punt voldoende aannemelijk. Zij is van oordeel dat verzoeker redelijkerwijs had kunnen weten dat hij geen twee lap tops in gebruik kon nemen; de gevolgen van zijn onzorgvuldig handelen dienen mitsdien voor rekening en risico van verzoeker zelf te komen. De kantonrechter zal dan ook in deze geen schade toewijzen.
3.3.3. Huurtoeslag.
Verzoeker stelt dat verweerster ten onrechte het aanvragen van huurtoeslag achterwege heeft gelaten. Er zou wél sprake zijn van een recht op Huurtoeslag omdat in vergelijkbare omstandigheden deze ook is toegekend. Het betreft de periode 23 juni 2011 tot en met 14 november 2011 voor een bedrag van ca € 92,- per maand.
Verweerster voert als verweer aan dat er sprake was van een begeleidingsovereenkomst en niet van een huurovereenkomst, waardoor geen toeslag kon worden aangevraagd. Aan de heer Tubée van SMO is verzocht om aan te geven of er een overeenkomst was met de belastingdienst. Zij stelt dat zij de bedoelde overeenkomst nooit heeft ontvangen.
In zijn reactie van 13 maart 2012 stelt verzoeker dat er geen overeenkomst was met de belastingdienst en dat deze ook niet nodig was omdat bewoners van een HAT woning normaal recht hebben op huurtoeslag.
In haar reactie d.d. 17 april 2012 heeft verweerster deze zienswijze niet betwist. De kantonrechter zal daarom uitgaan van de juistheid van de stelling van verzoeker dat sprake is van een HAT woning en dat daarvoor Huurtoeslag kan worden aangevraagd en verkregen. Nu verweerster die toeslag niet heeft aangevraagd is zij te kort geschoten in de zorg van een goed bewindvoerder en is de daaruit voortvloeiende schade toewijsbaar. Zij stelt de schade over genoemde periode vast op € 437,-
3.3.4. Huur tuinhuisje.
Verzoeker voert aan dat ten onrechte € 600,- is overgemaakt naar zijn vorige werkgever voor het beschikbaar stellen van woonruimte in de vorm van een tuinhuisje.
Verzoeker stelt dat dit niet was afgesproken omdat hij als tegenprestatie werkzaamheden voor zijn werkgever heeft uitgevoerd.
Verweerster stelt dat uit contacten met de werkgever van verzoeker bleek dat hij kost en inwoning genoot voor een bedrag van € 300,- per maand. Andere woonlasten waren niet bekend. De kantonrechter stelt vast dat verweerster onder deze omstandigheden op dat moment er redelijkerwijs van mocht uitgaan dat het bedrag van € 300,- per maand verschuldigd was aan woonlasten. Dat verzoeker daar later op reageerde met de stelling dat hij de woonlasten in natura voldeed door het verrichten van werkzaamheden kan verweerster niet worden tegengeworpen.
3.3.5. Aanvraag WIJ.
Uit hetgeen daarover ter terechtzitting naar voren is gekomen, stelt de kantonrechter vast dat verzoeker in dit kader geen aantoonbare schade heeft geleden. De 1e aanvraag voor een uitkering in het kader van de Wet Investeren in Jongeren, is door verweerster gedaan en deze is gehonoreerd. De tweede aanvraag is door SMO gedaan.
3.3.6. Inkomstenbelasting 2009 en 2010.
Verzoeker stelt dat de teruggave van Inkomstenbelasting over de belastingjaren 2009 en 2010 niet onder de aandacht van verzoeker zijn gebracht.
Tijdens het verhandelde ter terechtzitting heeft verzoeker ook daarvan bevestigd dat daaruit uiteindelijk geen schade is voortgekomen.
Mocht verzoeker alsnog een beroep willen doen op een mogelijke teruggaaf Inkomstenbelasting over genoemde jaren, dan kan hij alsnog over deze jaren aangifte doen dan wel om een ambtshalve correctie vragen.
3.3.7. Verzoeker verwijst in zijn brief ten slotte nog naar overige klachten, zoals het gedrag en de gang van zaken, die inmiddels bekend geacht mogen worden. De kantonrechter constateert dat deze inmiddels hebben geleid tot het ontslag van verweerster als bewindvoerder.
3.4. Gelet op het vorenstaande concludeert de kantonrechter dat verweerster in de zorg van een goed bewindvoerder te kort is geschoten voor zover het het aanvragen van Huurtoeslag betreft. De daaruit voortvloeiende schade kan worden toegewezen tot een bedrag van € 437,- Voor het overige dient het verzoek om schadevergoeding te worden afgewezen omdat de schade niet is te wijten aan een tekortschieten van de bewindvoerder of omdat onvoldoende kan worden vastgesteld of en in welke mate verzoeker schade heeft ondervonden.
4. De beschikking.
De kantonrechter:
1. stelt vast dat de bewindvoerder in de zorg van een goed bewindvoerder is tekortgeschoten voor zover het het aanvragen van Huurtoeslag betreft;
2. stelt de schade die het vermogen van de rechthebbende door deze tekortkoming in de bewindvoering heeft geleden vast op een bedrag van € 437,-
3. wijst het verzoek tot voldoening van schade voor het overige af.
Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2012 door mr. P.E.M.Messer-Dinnissen, kantonrechter te ’s-Hertogenbosch, in tegenwoordigheid van de griffier.
Zaaknummer: 809350 blad 2
beschikking