ECLI:NL:RBSHE:2012:BX4540
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kredietovereenkomst en de bewijsvoering van kredietvergoeding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 16 augustus 2012, gaat het om een vordering van Hoist Kredit AB tegen twee gedaagden met betrekking tot een kredietovereenkomst. Hoist stelt dat de gedaagden tekort zijn geschoten in hun verplichtingen uit hoofde van de kredietovereenkomst, waardoor het restantsaldo ineens opeisbaar is geworden. Hoist vordert een bedrag van € 1.162,33, vermeerderd met rente. De gedaagden betwisten echter de hoogte van de kredietvergoeding, omdat in de overeenkomst geen kredietvergoedingspercentage is opgenomen. De kantonrechter oordeelt dat Hoist niet heeft aangetoond welk kredietvergoedingspercentage is overeengekomen. Dit is cruciaal, omdat de wettelijke bepalingen vereisen dat de kredietvergoeding en het percentage in de overeenkomst moeten worden vermeld. De rechtbank concludeert dat, aangezien Hoist niet kan bewijzen dat de gedaagden het gevorderde bedrag nog verschuldigd zijn, de vordering wordt afgewezen. Hoist wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden op nihil worden begroot, aangezien zij zonder bijstand van een gemachtigde hebben geprocedeerd.