ECLI:NL:RBSHE:2012:BX3374

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/845086-06
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een psychotische patiënt met een geschiedenis van gewelddadige delicten

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 2 augustus 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 35-jarige man, die ter beschikking was gesteld na meerdere gewelddadige delicten, waaronder mishandeling en poging tot zware mishandeling. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 23 juli 2010 en de officier van justitie heeft op 4 juni 2012 verzocht om een verlenging van twee jaar. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 19 juli 2012, waarbij de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen aanwezig waren.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar verschillende adviezen van psychologen en psychiaters, die de huidige toestand van de terbeschikkinggestelde hebben geëvalueerd. De deskundigen gaven aan dat er een duidelijke verbetering zichtbaar was in het klinische beeld van de man, wat leidde tot een overplaatsing naar een behandelafdeling. Echter, er zijn ook significante risicofactoren vastgesteld, zoals impulsiviteit en een beperkt empathisch vermogen, die het risico op recidive verhogen. De deskundigen concludeerden dat, hoewel de man momenteel goed functioneert binnen de klinische setting, het risico op gewelddadig gedrag hoog is bij een onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling.

De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen gevolgd en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft daarom besloten om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, zodat er voldoende tijd is voor een gecontroleerde resocialisatie en verdere behandeling van de terbeschikkinggestelde. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee leden aanwezig waren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/845086-06
Uitspraakdatum: 2 augustus 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1976],
verblijvende in [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 30 juni 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 23 juli 2010 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 4 juni 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van 2 jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 juli 2012. Hierbij zijn de officier van justitie, de getuige-deskundige, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van drs. M.A. Polak, psychiater en voorzitter Raad van Bestuur en drs. P.C.E.M. Dingemans, psychiater en hoofd risicomanagement en behandeling van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 3 mei 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- een adviesrapport van psychiater J.C. Zwemstra d.d. 4 mei 2012;
- een adviesrapport van psycholoog drs. F.C.P. Zuidhof d.d. 11 mei 2012;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van vier maal mishandeling en poging tot zware mishandeling, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van [kliniek] is onder meer het navolgende gesteld:
‘(…) Conclusie huidige risicotaxatie (maart 2012):
(…) Vanuit het klinische beeld komt een duidelijke verbetering naar voren in vergelijking met voorafgaande periodes. De verbetering heeft geleid tot een overplaatsing van een afdeling voor zeer intensieve zorg naar een behandelafdeling. Het probleembesef is in de afgelopen periode toegenomen, waarbij de belangrijkste vooruitgang is geboekt in het vragen om hulp in geval van oplopende spanningen. Dit heeft ertoe geleid dat de heer [terbeschikkinggestelde] in staat is om bijtijds rust te nemen, waardoor separatie niet langer noodzakelijk is. Daarbij is de vijandige houding naar de omgeving afgenomen en is het gedrag van de heer [terbeschikkinggestelde] meer voorspelbaar. Wel is er sprake van een sterkte gerichtheid op directe behoeftebevrediging en een beperkt empathisch vermogen, waardoor hij de consequenties en gevolgen van zijn gedrag voor de ander niet goed kan overzien. De heer [terbeschikkinggestelde] beschikt over basale sociale vaardigheden en de afgelopen periode is gezien dat contactgroei, anders dan voorheen gedacht, mogelijk lijkt te zijn. De heer [terbeschikkinggestelde] is momenteel gemotiveerd voor zijn behandeling, maar vindt het lastig om geduld op te brengen aangaande zijn verlof- en resocialisatietraject.
Met betrekking tot de toekomst zijn er een aantal belangrijke risicofactoren aan te merken. Binnen de huidige setting functioneert de heer [terbeschikkinggestelde] op dit moment goed en het behandelteam is voornemens om een begeleid verlofkader aan te vragen. Vooral de geboden structuur en ondersteuning zijn belangrijke factoren die bijdragen aan een vooruitgang in het klinische beeld. Wanneer deze structuur wegvalt, ontstaat veel spanning die de heer [terbeschikkinggestelde] niet zelfstandig kan reguleren. Door de aanwezigheid van impulsiviteit en stemmingslabiliteit is het risico op recidive in gewelddadig gedrag hoog in het geval de spanning oploopt. Factoren die verder bijdragen aan oplopende spanning zijn het gevoel achtergesteld te worden en zich snel aangevallen voelen. De heer [terbeschikkinggestelde] beschikt niet over voldoende vaardigheden om in geval van onmiddellijke beëindiging van de tbs zich zelfstandig te kunnen handhaven. Met het oog op het resocialisatietraject wordt uitgegaan van een traject waarbij langdurige zorg en structuur centraal zal staan. Het sociaal netwerk van de heer [terbeschikkinggestelde] bestaat uit ouders en zus. Dit contact wordt als steunend beschouwd, maar zij kunnen de heer [terbeschikkinggestelde] niet de zorg bieden die nodig is om zijn risicofactoren te managen.
Concluderend kan gesteld worden dat het risico op toekomstig gewelddadig gedrag in geval van onmiddellijke beëindiging van de tbs als hoog wordt ingeschat. In geval van resocialisatie via een passend traject zijn de risico’s naar verwachting beter hanteerbaar. Belangrijke aandachtspunten bij het resocialisatietraject zijn: aanbrengen van voldoende structuur en zorg, uitbreiding van het sociaal netwerk, uitbreiding van copingvaardigheden en het blijvend staken van middelengebruik. (…)
Samenvatting specifieke conclusie en prognose
Samenvattende beschrijving m. b. t. het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en de prognose
Allesoverziend betreft het een 35-jarige minder dan gemiddeld begaafde psychotische patiënt met een Sekundaire psychopathisering en polydruggebruik hetgeen geresulteerd heeft in meerdere behandel- en begeleidingspogingen en een reeks van vermogens- en toenemend gewelddadige delicten die uiteindelijk hebben uitgemond in het onderhavige indexdelict. Bij het indexdelict zat overigens een suïcidale component die we ook in onze klinische behandeling hebben teruggezien. Ook hebben zich gewelddadige incidenten voorgedaan in een behandelfase waarin hij nog niet adequaat anti-psychotisch werd behandeld.
Prognose in relatie tot de geclassificeerde stoornis
Nu is het psychiatrische beeld tot rust gekomen. Om dit ook zo te laten blijven willen wij gecontroleerd starten met begeleide verloven en hem na minstens een jaar stabiliteit via transmuraal verlof plaatsen in [kliniek] alhier.
Advies verlenging TBS maatregel
Daartoe adviseren wij u de maatregel met twee jaar te verlengen. (…)’
In voornoemd adviesrapport van psychiater J.C. Zwemstra is onder meer het navolgende gesteld:
‘(…) Ten aanzien van de recidiverisico’s
(…) Ondergetekende scoorde een HR-20, een instrument gericht op inschatting van algemene geweldsrecidive. Op de historische subschaal scoort betrokkene bovengemiddeld tot hoog, op de klinische subschaal beneden gemiddeld, en op de toekomst gerichte subschaal binnen tbs-kader gemiddeld, zonder tbs-kader hoog. Dit leidt tot een uitkomst op dit instrument van matige risico’s bij handhaven het tbs-kader, en matig tot hoge risico’s voor recidive geweldsdelicten (met name wederom bedreiging en mishandeling) bij een situatie zonder tbs -kader.
Qua klinische risico-inschatting is duidelijk dat incidenten in de kliniek en de eerdere delicten steeds plaats vonden in fasen dat betrokkene angstig (rand) psychotisch functioneerde. Deze angstig/psychotische toestandsbeelden werden bij de delicten verder aangezet door alcohol en/of middelen gebruik. Maar de essentie is toch een angstig psychotische dysbalans waardoor betrokkene onvermogend was adequaat op situaties te reageren. Daarmee is gelijk duidelijk dat als de psychose en angst onder controle zijn met behulp van medicatie en een overzichtelijke niet overvragende bejegening en verblijfsomgeving deze risico’s duidelijk verminderd zijn.
Terugval is bij schizofrene mensen echter altijd mogelijk, hoewel de kans daarop sterk gereduceerd wordt door adequate medicatie, snelle bijsturing van de medicatie bij dreigende terugval, een overzichtelijke leefomgeving en een passende belasting. Het huidige behandelbeleid gekenmerkt door een zeer geleidelijke opbouw van een verlof en resocialisatietraject, en zeer gedoseerde opbouw van belasting maakt dat de risico’s in de kliniek lag tot matig zijn. Bij snelle afbouw van de intensieve klinische zorgen binnen tbs kader zijn deze echter hoog. Dit ook al door gebrekkig ziekte-inzicht waardoor betrokkene de noodzaak van medicatiegebruik onvoldoende intrinsiek erkent.
Deze beide risico-inschattingsmethodieken samengevoegd is de conclusie dat bij voortzetting van het huidige beleid van zeer geleidelijk toewerken naar resocialisatie de risico’s laag tot matig zijn, bij te snelle afbouw van kader en behandelintensiteit zijn deze risico’s matig hoog tot hoog. (…)
Ten aanzien van het risicomanagement
Het huidige risicomanagement wordt gekenmerkt door hoog gedoseerde antipsychotische medicatie, voorlichting over psychotische stoornissen via de Liebermann modules, verruiming van bewegingsvrijheid en toewerken naar een plaatsing op een gesloten behandelafdeling in de reguliere psychiatrie. Vanuit de sociotherapie is een sterk steunende en structurerende bejegening. Dit lijkt gelijk het optimale risicomanagement voor betrokkene in deze fase. Meer dan voorheen wordt betrokkene behandeld en bejegend als een gehandicapte man, een chronische psychiatrische patiënt, wat recht doet aan de problematiek en daarmee is dit adequaat risicomanagement. Ondergetekende onderschrijft daarmee dan ook het risicomanagement van de huidige kliniek.
Ten aanzien van de verlenging en de voortzetting van de verpleging
Vanuit de bovenstaande overwegingen, met name de risico-inschatting en noodzaak van een zeer geleidelijke en gekaderde opbouw van verlof en resocialisatie, acht ondergetekende voortzetting van de tbs met twee jaar noodzakelijk om in die twee jaar vorm te geven aan deze resocialisatie. Hieruit vloeit voort dat de verpleging vooralsnog ook gehandhaafd dient te worden.(…)’
In voornoemd adviesrapport van psycholoog F.C.P. Zuidhof is onder meer het navolgende gesteld:
‘(…) Hoe is uw gemotiveerde inschatting van het risico op gewelds- (inclusief brandstichting) en/of seksuele delicten?
Zowel de klinische bevindingen als ook de resultaten vanuit de gestandaardiseerde risicotaxatie geven aan dat binnen de context van de tbs-kliniek in casu de psychiatrische behandeling het recidiverisico als laag te beschouwen is. Daarbuiten zal hij zich niet alleen kunnen redden, waarbij het aannemelijk is dat betrokkene vanuit de beschreven psychopathologie c.q. zijn psychiatrische problematiek niet alleen snel in antisociale zin zal derailleren, in drugs en/of alcoholgebruik zal terugvallen, doch ook dat hij vanuit zijn psychotische kwetsbaarheid en onvoldoende copingvaardigheden in beleving en gedrag de grip op de werkelijkheid zal kwijt raken. Daarbij kunnen zich een hoge mate aan spanning, angst en agitatie voordoen, welke zich kunnen uiten in delictgedrag (geweld/brandstichting) met een gevaar voor goederen en personen. (…)
Wat zijn, met het oog op benodigde zorg en beveiliging, uw overwegingen ten aanzien
van de verdere behandeling of begeleiding en het risicomanagement van onderzochte?
Betrokkene is te beschouwen als een qua draag- en spankracht beperkt toegeruste psychotisch uitermate kwetsbare, verslavingsgevoelige en impulsieve man, met een fors agressiepotentieel. Hoewel de symptomatologie - behorende bij de beschreven psychopathologie – door de intensieve psychiatrische zorg thans onder controle is en betrokkene in deze ook behandeltrouw en goed bejegenbaar is, is continuering van de intensieve psychiatrische zorg blijvend geboden. In psychiatrische zin lijkt het behandelplafond echter wel bereikt. Dat men betrokkene stapje voor stapje verder wil toe leiden naar de reguliere psychiatrische zorg (afd. [kliniek]) is begrijpelijk en verantwoord. [kliniek] heeft een goede professionele samenwerking met afd. [kliniek]. Vooralsnog is het kader van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging echter nog zeker aangewezen. Betrokkene is gebaat bij een lang traject, waarbij de thans bereikte stabilisering van het psychiatrisch beeld verder kan worden ingegroefd. Uiteindelijk zal een plaatsing binnen een psychiatrische RIBW binnen het bereik liggen.(…)
Adviseert u de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen en zo ja, met een jaar of met
twee jaar?
Gelet op het voorgaande wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling met de
duur van twee jaar te verlengen. (…)’
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met mij. Ik volg nu de therapieën die mij worden aangeboden. Ik leer wel veel van de Liebermann modules. Ik ben op de hoogte van het advies van [kliniek]. De rapporten van de externe adviseurs zijn ook met mij gesproken. Ik ben het eens met verlenging van de termijn van mijn terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
De deskundige M. Franken, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
[kliniek] is van plan eerst begeleid verlof op te starten. Daarna zou onbegeleid transmuraal verlof kunnen worden opgestart waarna betrokkene vervolgens kan worden overgeplaatst naar een GGZ-afdeling. Wat de eindfase van de behandeling van betrokkene zal zijn, hangt af van hoe het de komende tijd met betrokkene gaat. We zien wel dat betrokkene altijd een vorm van psychiatrische begeleiding zal moeten hebben.
Betrokkene heeft de afgelopen twee jaar een flinke groei doorgemaakt. Hij heeft echter nog wel twee jaar nodig om te resocialiseren.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting alsmede met de inhoud van de adviezen van eerdergenoemde gedragsdeskundigen.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W. Schoorlemmer, voorzitter,
mr. M.Th. van Vliet en mr. B. Damen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. Boerboom, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 augustus 2012.
Mr. B. Damen is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.