uitspraak
RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/038311-94
Uitspraakdatum: 6 augustus 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[de ter beschikking gestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
verblijvende in [verblijfplaats]
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 16 januari 1995 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 3 mei 2011, met een jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 22 maart 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 mei 2012 en 23 juli 2012. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de ter beschikking gestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van de [kliniek] van 9 februari 2012, opgemaakt en ondertekend door E.G. Jorritsma, Gz-psycholoog en behandelcoördinator Transmuraal Team Uitstroom, en H.J. Beintema, psychiater en directeur behandelzaken tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting;
- het advies van de Reclassering Nederland, toezicht unit Alkmaar, van 13 april 2012, inhoudende een maatregelenrapport voorwaardelijke beëindiging;
- het proces-verbaal opgemaakt van de behandeling van deze zaak op de zitting van 8 mei 2012;
- het psychiatrisch rapport van 20 juni 2012 opgemaakt door I. Maksimovic, psychiater;
- het psychologisch rapport van 25 juni 2012 opgemaakt door J.J. Baneke, forensisch psycholoog;
- de omtrent de ter beschikking gestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van de ter beschikking gestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van diefstal met geweld, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de [kliniek] van 9 februari 2012 is onder meer het navolgende gesteld:
In april 2011 is betrokkene overgeplaatst naar een vervolgwoonvoorziening bij FPA [verblijfplaats] en is de zorg, begeleiding en toezicht vanuit het FPC zeer geleidelijk overgedragen aan de FPA. Over het algemeen functioneert betrokkene stabiel in de geboden structuur en begeleiding, waarbij toch wederom conflicten en irritaties spelen. Het FPC acht het zowel gewenst als noodzakelijk om de actieve rol die zij heeft middels advisering, bijsturen en eventueel ingrijpen in de komende periode voort te zetten. De reclassering is in januari 2012 verzocht mee te kijken met betrokkenes traject om zodoende tot een samenwerkingsverband te kunnen komen. Tevens heeft het FPC de reclassering opdracht gegeven om een maatregelenrapport op te stellen in het kader van proefverlof. De verwachting is dat na de zomer proefverlof gepraktiseerd kan worden, nadat het ministerie hiertoe een machtiging afgeeft.
Binnen de FPA [verblijfplaats] is het voor betrokkene op termijn mogelijk om door te groeien naar meer zelfstandigheid op een woonafdeling aan de meer open kant op het terrein van de FPA (GGz [verblijfplaats]). Op deze afdeling zal betrokkene verder worden voorbereid op zelfstandigheid en de overgang naar wonen binnen de GGz. Betrokkene is aangemeld voor deze woonafdeling van de FPA. De bescherming van het huidige kader en straks in het kader van proefverlof met forensische psychiatrisch toezicht (FPT), biedt de mogelijkheid om betrokkene de komende periode bij een eventuele terugslag in gedrag of een toename van het recidivegevaar, tijdelijk terug te plaatsen naar het FPC. Na een jaar proefverlof en het wonen op de open setting van de FPA, kan gesproken worden over de voor- en nadelen van een verlenging van de terbeschikkingstelling.
In het geval van betrokkene is de inschatting dat hij binnen de huidige kaders wel stabiel functioneert, maar dat de kans dat hij bij een einde TBS zich aan zorg zal onttrekken en dat delictrisico’s snel zullen toenemen. Betrokkene zal snel het overzicht verliezen in zijn financiën gecombineerd met zijn zelfoverschatting, zijn directe behoeftebevrediging (gerichtheid op vrouwen) en zijn persoonlijkheidsproblematiek, leidt tot situaties met verhoogde kans op terugval in delict gerelateerd gedrag. Er wordt gezocht naar een evenwicht in haalbaarheid, controleerbaarheid, duidelijkheid, grenzen en vrijheid, waarbij de verwachting is dat betrokkene de grenzen van toelaatbaarheid zal blijven opzoeken. Een voorwaardelijke beëindiging past dan ook niet bij de huidige situatie. Gezien bovenstaande ontwikkelingen en de tijd die nodig is om toe te werken naar proefverlof, waarbij de delictrisico’s voldoende te managen zijn, is een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar wenselijk. Wij adviseren de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met 2 jaar.
Op 13 april 2012 heeft de Reclassering Nederland, toezichtunit Alkmaar, een adviesrapportage over de ter beschikking gestelde uitgebracht. Dit rapport houdt zakelijk weergegeven onder meer in.
De reclassering adviseert negatief ten aanzien van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Geadviseerd wordt de huidige titel TBS dwangverpleging te verlengen.
Toelichting advies: De reclassering stelt vast dat de behandelteams van FPC’[kliniek] als die van de Divisie Forensische Psychiatrie in [verblijfplaats] pleiten voor een verlenging van de TBS dwangverpleging. De [kliniek] heeft recent aan de reclassering advies gevraagd voor een periode ‘proefverlof’. De gedragsdeskundigen van beide forensische instellingen vinden het nog te vroeg voor de modaliteit voorwaardelijke beëindiging. Men is van mening dat het huidige stevige TBS-kader goede mogelijkheden biedt betrokkene verder te resocialiseren. Het is volgens hen gebleken dat het voor het beheersen van de recidiverisico’s van belang is dat aan [de ter beschikking gestelde] veel duidelijkheid en structuur wordt geboden en dat er contact blijft bestaan met de [kliniek]. Men is bang dat wanneer het stevige kader zou wegvallen dit via een omweg weer kan leiden tot recidive.
De modaliteit proefverlof biedt de mogelijkheid dat de FPC en de huidige forensische kliniek nauw blijven samenwerken en in geval van een verslechtering in de situatie of van gedrag dat kan worden geduid als delictgerelateerd, kan [de ter beschikking gestelde] tijdelijk worden teruggeplaatst naar de [kliniek]. Men is van mening dat het van groot belang is om te ontdekken wat het concrete gedrag van betrokkene zal zijn wanneer hij tijdens een periode van proefverlof meer vrijheden krijgt.
De reclassering ondersteunt het oordeel van de gedragsdeskundigen van beide forensische instellingen en is van mening dat een periode proefverlof wel is geïndiceerd, maar dat het nog te vroeg is voor de modaliteit “voorwaardelijke beëindiging”. Er is uit ons onderzoek niet iets naar voren gekomen dat een andere mening zou rechtvaardigen. Een belangrijk argument is het feit dat betrokkene nu nog niet verblijft in een forensische woonvoorziening en dat daarom nog niet goed kan worden ingeschat hoe betrokkene zich zal gedragen wanneer hij daar wel verblijft. Pas dan zal duidelijk worden hoe betrokkene omgaat met zijn verantwoordelijkheden wanneer de vrijheden zijn toegenomen. Het feit dat in 2013 voor de rechtbank weer gedragsrapportages beschikbaar zijn van externe gedragsdeskundigen versterkt de mening van de reclassering dat het voorkeur verdient om in ieder geval nog een jaar te wachten met de modaliteit voorwaardelijke beëindiging. De op dat moment beschikbare rapportages geven immers wellicht actuele informatie over gevaar en recidiverisico bij betrokkene.
Op 20 juni 2012 heeft I. Maksimovic, een rapport uitgebracht naar aanleiding van een door hem ingesteld psychiatrisch onderzoek van de ter beschikking gestelde. Dit rapport houdt zakelijk weergeven onder meer in.
Beantwoording van de vragen.
2a. Hoe is uw gemotiveerde inschatting van het risico op gewelds (inclusief brandstichting) en/of seksuele delicten?
2b. Hoe beoordeelt u de risicoprognose van de kliniek?
De inschatting van ondergetekende is dat het recidiverisico binnen de huidige setting laag is wat gebleken is uit het ontbreken van geweldsincidenten of het gedrag dat lijkt op dat ten tijde van het indexdelict. Ondergetekende is het wel met de inschatting van de kliniek eens dat de risicoverhogende factoren vanwege betrokkenes PDD NOS weinig dynamisch zijn en dat betrokkene, om niet te decompenseren, zeer langzaam en beperkt kan worden blootgesteld aan de vermindering van de structuur. Bij het wegvallen van de huidige structuur is het recidiverisico verhoogd: in eerste instantie matig (betrokkene zal hoogstwaarschijnlijk proberen om zich binnen de wetsgrenzen te handhaven), en op den duur hoog (de inschatting is, dat het hem zonder toezicht en externe structurering op den duur niet zal lukken).
De kliniek schat het recidiverisico in de huidige setting als matig. Ondergetekende is het daar niet mee eens. In de loop van afgelopen jaar hebben zich geen incidenten voorgedaan. Dat onderstreept de inschatting van ondergetekende dat het recidiverisico onder huidige omstandigheden laag is.
3a. Wat zijn, met het oog op benodigde zorg en beveiliging, uw overwegingen ten aanzien van de verdere behandeling of begeleiding en het risicomanagement van onderzochte?
3b. Hoe beoordeelt u de behandeling of begeleiding en het risicomanagement van de Kliniek?
Ondergetekende is van oordeel, dat de huidige zorg en beveiliging, zoals het door FPA [verblijfplaats] wordt gedaan, juist is. Ondergetekende adviseert het FPC om zo snel als mogelijk een proefverlof tot stand te brengen en de reclassering te betrekken bij de begeleiding van betrokkene teneinde een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging voor te bereiden.
4. Adviseert u de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen en zo ja, met een jaar of met twee jaar?
Er wordt geadviseerd om de TBS te verlengen met een (1) jaar.
5. Adviseert u de verpleging te continueren of adviseert u deze voorwaardelijk te beëindigen en heeft u in geval van voorwaardelijke beëindiging suggesties voor de te stellen voorwaarden?
Er wordt geadviseerd om de verpleging te continueren en om binnen de geadviseerde verlenging van de TBS toe te werken naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging door middel van het zo snel als mogelijk tot stand brengen van een proefverlof.
Op 25 juni 2012 heeft prof. dr. J.J. Baneke, forensisch psycholoog, een rapport uitgebracht naar aanleiding van een door hem ingesteld psychologisch onderzoek van de ter beschikking gestelde. Dit rapport houdt zakelijk weergeven onder meer in.
Beantwoording van de vragen:
2.a. Hoe is uw gemotiveerde inschatting van het risico op gewelds (inclusief brandstichting) en/of seksuele delicten?
2.b. Hoe beoordeelt u de risicoprognose van de kliniek?
Betrokkene heeft diverse ernstige handicaps (mede ontstaan uit zijn belaste verleden), waardoor hij in principe een verhoogd risico loopt op ontsporingen. In feite heeft hij tijdens de TBS amper of geen gewelddadig gedrag laten zien. Wel zijn er ontsporingen geweest, maar die passen bij zijn beperkingen in het aanvoelen van sociale grenzen en situaties.
Betrokkene heeft nog steeds weinig probleeminzicht, maar heeft wel weet van zijn beperkingen en kan daar binnen de huidige setting ook in redelijke mate rekening mee houden. Toezicht blijft nodig. Door geleidelijk meer vrijheden toe te staan kan getoetst worden waar de limiet ligt van betrokkenes mogelijkheden in deze.
De risicotaxatie van de kliniek is nog gebaseerd op de situatie van vóór februari 2012. Inmiddels is betrokkene in [verblijfplaats] verder gestabiliseerd. Ook de kliniek pleit voor verdere toetsing via proefverlof et cetera.
3.a. Wat zijn, met het oog op benodigde zorg en beveiliging, uw overwegingen ten aanzien van de verdere behandeling of begeleiding en het risicomanagement van onderzochte?
3.b. Hoe beoordeelt u de behandeling of begeleiding en het risicomanagement van de kliniek?
Geadviseerd wordt de voorstellen van de kliniek te volgen. Inmiddels is een reclasseringsrapport opgemaakt, zoals eerder door de kliniek is aangevaagd. Onderzoeker heeft dit rapport in copie van betrokkene ontvangen tijdens het laatste onderzoeksgesprek op 25 juni 2012. De adviezen van de reclassering blijken overeen te stemmen met die van FPC [kliniek] en FPA [verblijfplaats] / GGZ Noord-Holland Noord. De reclassering spreekt van onderzoek door externe rapporteurs in 2013, maar feitelijk heeft dat dus nu in 2012 plaatsgevonden door ondergetekende en diens mederapporteur. De in het reclasseringsrapport d.d. 13 april 2012 opgenomen voorwaarden kunnen wel dienen als leidraad voor een proefverlof. De FPC [kliniek] heeft in het voorlopig verlengingsadvies d.d. 9 februari 2012 aangegeven een proefverlof te willen aanvragen en te verwachten dat dit na de zomer 2012 gerealiseerd kan worden. Onderzoeker sluit zich aan bij dit voorstel en hoopt dat de toetsing van betrokkenes mogelijkheden en beperkingen binnen begeleid wonen dan ook zo spoedig mogelijk plaats kan vinden.
4. Adviseert u de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen en zo ja, met een jaar of met twee jaar?
Geadviseerd wordt de maatregel terbeschikkingstelling met 1 jaar te verlengen, zodat de rechtbank zelf over een jaar kan vaststellen in hoeverre de voorstellen van de FPC (en FPA, reclassering en ondergetekende) daadwerkelijk gerealiseerd worden/zijn.
5. Adviseert u de verpleging te continueren of adviseert u deze voorwaardelijk te beëindigen en heeft u in geval van voorwaardelijke beëindiging suggesties voor de te stellen voorwaarden?
Geadviseerd wordt de verpleging nog te handhaven, mede in het belang van betrokkene zelf. Mochten er problemen ontstaan tijdens het proefverlof, dan zijn de mogelijkheden om in te grijpen flexibeler dan bij een voorwaardelijke beëindiging, indien het proefverlof zonder ernstige problemen verloopt, zou een jaar later overgegaan kunnen worden op voorwaardelijke beëindiging.
Ter zitting van 23 juli 2012 heeft mevrouw Jorritsma gepersisteerd bij de inhoud van het hiervoor genoemde advies van de [kliniek]. Daaraan heeft zij ter toelichting op het gestelde in dat rapport nog toegevoegd dat de behandeling van [de ter beschikking gestelde] nog zeker twee jaar zal vergen, omdat op dit moment nog niet duidelijk is hoe de aangevraagde proefverloven zullen verlopen, vanuit het ministerie nadere vragen zijn gesteld omtrent het aangevraagde proefverlof, en bij verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar, de tijd te kort is om de reclassering in de gelegenheid te stellen een maatregelenrapport te laten realiseren. Volgens de deskundige is het Forensisch Psychiatrisch Toezicht reeds in gang gezet en is de reclassering reeds uit dien hoofde betrokken bij [de ter beschikking gestelde]. Op het moment dat het proefverlof van start gaat, gaat ook de verantwoordelijkheid over naar de reclassering en zullen er voor [de ter beschikking gestelde] steeds meer vrijheden komen binnen het FPA-beleid.
De ter beschikking gestelde
Mijn terbeschikkingstelling duurt nu al zeventien jaar. Gelet op de ontwikkeling die ik heb doormaakt, wordt het tijd dat die terbeschikkingstelling wordt beëindigd, zeker afgezet tegen het delict waarvoor mij de terbeschikkingstelling is opgelegd. Bij een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling ben ik bereid me aan alle voorwaarden te houden die de rechtbank daaraan zal verbinden. Ik ben het verder eens met hetgeen mijn raadsman ter zitting naar voren brengt.
Uit de over de ter beschikking gestelde uitgebrachte rapporten blijkt dat hij tijd nodig heeft om aan een nieuwe situatie te wennen. De huidige structuur waarin hij verkeert werkt goed, maar de ter beschikking gestelde is gebaat bij geleidelijke veranderingen. Bovendien moet de mogelijkheid bestaan in te grijpen als er tijdens de proefverloven problemen zouden ontstaan. Evenals de deskundige Jorritsma ben ik van mening dat, nu de proefverloven nog moeten beginnen, bij verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar de tijd te kort is om de reclassering een maatregelenrapport te kunnen laten uitbrengen voordat wederom moet worden beoordeeld of de terbeschikkingstelling van de ter beschikking gestelde moet worden verlengd. Ik persisteer bij mijn vordering de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
Het resocialisatieproces van cliënt verloopt met vallen en opstaan. Hij lijkt in de FPA te [verblijfplaats] zijn plek te hebben gevonden. De kliniek wil cliënt doorgeleiden naar de woonafdeling, met een verdere uitloop naar de GGZ. De externe psycholoog en externe psychiater zien mogelijkheden cliënt meer vrijheden te verlenen en adviseren daarom verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar. Gelet op de door het Hof Arnhem aangestipte proportionaliteit in haar arrest van 10 oktober 2011, verzoek ik de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, met de opmerking dat bij de volgende verlengingszitting het maatregelenrapport klaar zal zijn.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige Jorritsma. Beide externe gedragsdeskundigen, psychiater Maksimovic en psycholoog Baneke, concluderen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar. Ook uit het advies van de reclassering leidt de rechtbank af dat de reclassering adviseert in ieder geval de terbeschikkingstelling nog minimaal met een jaar te verlengen, alvorens de modaliteit van een voorwaardelijke beëindiging te overwegen; daartoe acht de reclassering het thans te vroeg. Uit het door de [kliniek] uitgebrachte advies en de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige Jorritsma, concludeert de rechtbank dat ook de kliniek zich in principe niet verzet tegen de verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar, maar dat zij in dat geval praktische problemen voorziet om bij de volgende zitting waarop de verlenging van de terbeschikkingstelling moet worden beoordeeld, een maatregelenrapport te kunnen laten opmaken door de reclassering. De officier van justitie deelt die mening.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Met psychiater Maksimovic en psycholoog Baneke is de rechtbank van oordeel dat kan worden volstaan met de verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar. Gedurende dit jaar worden de proefverloven vormgegeven en kan de verdere resocialisatie van de ter beschikking gestelde vorm worden gegeven. De rechtbank wil bij het verloop van dit proces en het volgen van de ontwikkelingen daarin, een vinger aan de pols houden. Daarom zal de rechtbank - indachtig het advies van psychiater Maksimovic en psycholoog Baneke -, de terbeschikkingstelling met een jaar verlengen.
Verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar betekent dat medio april / mei 2013 weer moet worden beoordeeld of de terbeschikkingstelling moet worden verlengd. De proefverloven zijn nog niet begonnen en het kennisnemen van het verloop van die verloven acht de rechtbank in het onderhavige geval van wezenlijk belang bij de beantwoording van de vraag of tot een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging zou kunnen worden overgegaan. Evenals de kliniek acht de rechtbank de tijd die is gelegen tussen het starten van de proefverloven en een eventuele eerstvolgende zitting waarop de verlenging van de terbeschikkingstelling zou moeten worden beoordeeld, mede gelet op de ontstane vertraging door nog nader te beantwoorden vragen van het ministerie, te kort om de reclassering in staat te stellen een afgewogen adviesrapport over de voorwaarden die behoren bij een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te kunnen laten opmaken. De rechtbank neemt het verzoek van de raadsman, om te bepalen dat bij een volgende zitting waarop de verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene zou moeten worden beoordeeld een maatregelenrapport beschikbaar dient te zijn, dan ook niet over.
Verlengt de termijn gedurende welke [de ter beschikking gestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. N.I.B.M. Buljevic, voorzitter,
mr. M.M. Klinkenbijl en mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 augustus 2012.