ECLI:NL:RBSHE:2012:BX0834
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Senden
- J.W.H. Renneberg
- C.P.J. Scheele
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van advocaat voor valsheid in geschrift met betrekking tot declaraties
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 10 juli 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een advocaat, die werd beschuldigd van valsheid in geschrift. De verdachte had in de periode van 29 juni 2006 tot en met 10 december 2007 meerdere keren valse declaraties ingediend bij de Raad voor Rechtsbijstand, door onterecht reiskosten te declareren voor piketbezoeken aan cliënten. De tenlastelegging omvatte drie feiten, waarbij de verdachte opzettelijk valse verklaringen had opgemaakt met betrekking tot zijn werkzaamheden als advocaat. Tijdens de rechtszitting op 26 juni 2012 heeft de rechtbank vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdediging stelde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk was in de vervolging, omdat er eerder een tuchtrechtelijke schorsing was opgelegd door het Hof van Discipline. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat het 'ne bis in idem'-beginsel niet van toepassing was op deze zaak, aangezien het om een strafrechtelijke vervolging ging.
De rechtbank heeft vervolgens de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht. De verdachte erkende dat hij de formulieren onjuist had ingevuld, maar stelde dat dit het gevolg was van administratieve fouten en slordigheden, niet van opzet. De officier van justitie betoogde dat de verdachte opzettelijk valse declaraties had ingediend en dat er sprake was van een patroon van valsheden. De rechtbank oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was voor opzet en dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij opzettelijk valse verklaringen had afgelegd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij opzettelijk had gehandeld.