ECLI:NL:RBSHE:2012:BX0097

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/025254-00
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling na positieve ontwikkeling in resocialisatietraject

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 3 juli 2012 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1977 en wonende te [woonplaats]. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld vanwege ernstige delicten, waaronder verkrachting, mishandeling en bedreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde sinds april 2012 geheel zelfstandig woont en dat hij zich goed heeft ontwikkeld in zijn resocialisatietraject. Dit werd bevestigd door deskundigen en de reclassering, die aangaven dat de terbeschikkinggestelde positieve stappen heeft gezet in zijn leven en dat er geen acute risico's zijn voor de veiligheid van anderen.

Tijdens de openbare terechtzitting op 19 juni 2012 zijn de officier van justitie, deskundigen en de terbeschikkinggestelde zelf gehoord. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde kwetsbaar is, maar dat hij de afgelopen tijd goed heeft gefunctioneerd. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het advies van de reclassering, dat de terbeschikkingstelling voor een jaar zou moeten worden verlengd, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet noodzakelijk was. De rechtbank heeft benadrukt dat de terbeschikkinggestelde al voldoende inbedding en borging heeft gerealiseerd in zijn leven, en dat hij goed contact heeft met zijn familie en een stabiele woonsituatie heeft.

De rechtbank heeft in haar beslissing de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen niet in het geding is. De vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling is dan ook afgewezen. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde de kans gegeven om zijn leven verder op te bouwen zonder de last van de terbeschikkingstelling.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/025254-00
Uitspraakdatum: 3 juli 2012
Beslissing terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1977],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 12 april 2011 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 30 juni 2010 met een jaar verlengd. Deze verlenging is door het gerechtshof te Arnhem van 7 maart 2011 vernietigd. Het gerechtshof heeft bij dezelfde beschikking de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 8 mei 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 juni 2012.
Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van Reclassering Nederland d.d. 7 maart 2011 opgemaakt door mw. A.J.H. Schukkink, reclasseringswerker en mw. G. Groen, Unitmanager;
- Een psychiatrische rapportage opgemaakt door drs. P.A. de Mon, psychiater dd. 21 april 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van verkrachting, mishandeling en bedreiging, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffende misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van Reclassering Nederland is onder meer het navolgende gesteld:
"We zijn van mening dat betrokkene zich in het afgelopen jaar goed ontwikkeld heeft in het resocialisatietraject, dat aanvankelijk gericht was op begeleid zelfstandig wonen in Beijum. Later is dat om hoofdzakelijk praktische redenen gewijzigd in een traject richting zelfstandig wonen buiten Beijum, waarmee binnenkort een grote stap voorwaarts wordt gezet. We willen in het komende jaar blijven volgen of het in de nieuwe woonsituatie ook goed zal blijven gaan. Er zal, ondanks de begeleiding een groter appel gedaan worden op betrokkenes vaardigheden inzake het zelfstandig functioneren (de inbedding) waarbij we ons kunnen voorstellen dat hij in situaties terecht kan komen die stress kunnen bezorgen met een kans/risico op destabilisatie en/of zelfs decompensatie. De AFPN heeft ons laten weten dat zij in verband hiermee de tbs-maatregel als vangnet nog graag een poos wil handhaven voor het geval betrokkene gebruik zou moeten maken van een time-outplaatsing in de kliniek. Deze garantie is er zondermeer in het kader van de voorwaardelijke beëindigde verpleging. Dit alles mede gelet op betrokkenes complexe psychiatrische problematiek, zijn beperkte ziekte-inzicht en nog steeds gedeeltelijke ontkenning van de tbs-delicten. Wij adviseren de tbs-maatregel voor de duur van één jaar te verlengen".
In voornoemde psychiatrische rapportage is onder meer het navolgende gesteld:
"Inmiddels is het moment aangebroken dat betrokkene begeleid zelfstandig gaat wonen. Hoewel hij reeds in de BW in een zogenaamde satelietwoning woonachtig was, waar hem in
geringe mate begeleiding en structuur werd geboden, wordt de stap naar begeleid wonen gezien als een grote stap voorwaarts in het resocialisatieproces van betrokkene. Een dergelijke stap kan de nodige spanningen met zich meebrengen zeker als bedacht wordt dat betrokkene sinds jaren weer grotendeels op zichzelf aangewezen is. Betrokkene is en blijft een kwetsbare man met een beperkte draagkracht. Vanwege het gebrekkige ziekte-inzicht heeft hij weinig oor voor het feit dat hij een blijvende psychiatrische aandoening heeft die de nodige beperkingen met zich brengt. Betrokkene moet zo nu en dan afgeremd worden om te voorkomen dat hij zichzelf overvraagt. Wat dat betreft heeft hij niet altijd goed besef van zijn beperkte draagkracht en cognitieve beperkingen. Het wordt van belang gedacht dat, juist nu betrokkene in een woonsituatie terecht gaat komen waar hem nog minder structuur en begeleiding geboden gaat worden dan in de BW het geval was, er op betrokkene toegezien kan worden zodat er zicht blijft bestaan op zijn functioneren. Vanwege zijn psychotische kwetsbaarheid is het van belang dat betrokkene medicatietrouw blijft, abstinent blijft voor middelen en zichzelf niet overvraagt. Om er op toe te zien dat dit ook daadwerkelijk gebeurt en betrokkene niet afhaakt met alle gevolgen van dien (psychotische decompensatie en inherent hieraan verhoogd recidiverisico) is het van belang dat er nog enige tijd controle op betrokkene uitgeoefend kan worden. De TBS-maatregel is hierbij het geëigende middel om daadwerkelijk op betrokkene toe te zien en hem indien nodig bij te kunnen sturen. Bovenstaande in overweging nemend is het avies de TBS-maatregel met één jaar te verlengen".
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
"Het gaat behoorlijk goed met mij. De dwangverpleging is vervallen. Ik wil nu een onvoorwaardelijk ontslag omdat het heel goed gaat. Budgetbeheer gaat mijn financiele zaken behartigen. Ik heb een prima dagindeling en besteding. Ook heb ik zelfstandige woonruimte. Ik wil een serieus leven leiden zonder excessen en dergelijke. Ik ben er klaar mee om steeds te moeten uitleggen waar ik vandaan kom. Ik wil van het stempel af. "
De deskundige A.J.H. Schukking, optredend namens voormelde Reclassering, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, na daartoe de belofte te hebben afgelegd, verkort en zakelijk weergegeven:
"Er is inderdaad sprake van een positieve ontwikkeling. Dat betrokkene thans zelfstandig woont is nooit een zelfstandig doel geweest vanuit de Mesdagkliniek. Sinds april 2012 woont betrokkene geheel zelfstandig. Dit is een heel grote stap gelet op zijn psychotische kwestbaarheid en zijn verslavingsgevoeligheid. Op 30 april 2012 heeft betrokkene nog fors alcohol tot zich genomen. Het komende jaar moet worden gebruikt voor inbedding en borging. Over een jaar kan het dan klaar zijn als de ontwikkelingen zich blijven voortzetten zoals nu het geval is. Als de terbeschikkingstelling nu zou stoppen kan er een risico bestaan maar er zou niet meteen een heel grote ramp uitbreken. Echter, het gevoel van vrijheid, het zelfstandig wonen en het voeren van een eigen huishouding vraagt nogal wat aan betrokkene. Betrokken heeft vorige week een contract ondertekend met Budgetbeheer. Hij krijgt € 75,= per week leefgeld. AFPN zou eens per twee weken contact opnemen met betrokkene maar nu blijkt dat in de praktijk niet zo te zijn. Het is natuurlijk wel de verdienste van betrokkene zelf dat het zo goed gaat.
Als het niet goed blijkt te gaan met betrokkene dan ziet AFPN er onvoldoende op toe en kan het zijn dat betrokkene afglijdt tot een psychose. Nu bestaat nog steeds de mogelijkheid als het echt nodig van een time-out bij de Mesdagkliniek.
Voor wat betreft de medicatie is er geen risico. Betrokkene mag echter geen alcohol maar hij heeft wel al meermalen alcohol genuttigd. `De medicatie en alcohol werken niet goed op elkaar in.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het is nu allemaal een positief verhaal. Sinds half april 2012 woont betrokkene geheel zelfstandig. Hij bevindt zich derhalve ten aanzien van dit zelfstandig wonen nog in een pril stadium. Hij heeft nieuwe vrijheden gekregen, er komt nogal wat op hem af.
Belangrijk is dat er gezorgd wordt voor inbedding en borging. Het risico wordt nu gezien als laag maar er wordt nog steeds wel een herhalingsrisico gezien. Er is thans een nieuwe weg ingeslagen maar deze dient heel geleidelijk te worden voortgezet. Een verlenging van de terbeschikkingstelling voor een jaar acht ik derhalve zinvol. Het is zaak thans de situatie niet te overhaasten. Ik persisteer derhalve bij mijn vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het gaat heel goed met mijn client. Sedert april 2012 woont hij geheel zelfstandig.
Het is echter goed om op te merken dat hij sedert de zomer van 2008 verlof heeft en buiten de poorten van de kliniek woont. Vanaf oktober 2009 heeft hij gewoond in de satellietwoning. Hij heeft nu een eigen appartement in Groningen betrokken. Deze stap, het zelfstandig wonen, wordt gezien als een heel spannende situatie. Zal het wel goed gaan? We zien juist bij betrokkene dat het heel goed met hem gaat. Betrokkene blijft boven verwachting goed omgaan met onrust en frustraties. Dat ging betrokkene ook goed af toen hij met andere tbs-ers in één huis woonachtig was.
Er wordt met wat angst naar betrokkene gekeken maar het gaat echt heel goed met hem. Ook heeft hij werk bij VERA, voor 20 uur per week. Dat is een poppodium. Hij vindt dat heel leuk om te doen. Hij heeft zoals hij al verteld heeft een kontrakt getekend met Budgetbeheer. Ook zijn medicijnen zijn goed ingesteld. Er zijn derhalve geen problemen te verwachten. Hij wil, zijn intrinsieke motivatie is heel sterk. Hij wil na al die jaren eindelijk van de tbsmaatregel af. Hij heeft nog controle via het AFPN.
Ook gaat hij driemaandelijks naar de psychiater om te kijken hoe het met zijn medicatie staat. Betrokkene is volledig geintegreerd in de samenleving. Alles is geregeld. Betrokkene voelt nu de tbsmaatregel als een last. Hij voelt zich nog steeds een tbs-er en hij wil daar van af. Hij loopt immers al 11 jaar met deze stempel rond. Zijn ouders bezoeken hem regelmatig, hij heeft een leuke baan en het recidivegevaar is zodanig gereduceerd dat een verlenging van de terbeschikkingstelling niet langer gerechtvaardigd en noodzakelijk is.
Ik verzoek u om de vordering van de officier van justitie af te wijzen.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling niet eist en dat dientengevolge de vordering van de officier van justitie behoort te worden afgewezen.
De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende redengevend geacht:
Door de deskundige is aangevoerd dat het komende jaar moet worden gebruikt voor inbedding en borging. Het kan over een jaar dan klaar kan zijn als de ontwikkelingen zich blijven voortzetten zoals nu het geval is. Indien de terbeschikkingstelling nu zou stoppen kan er een risico bestaan maar er zou niet meteen een heel grote ramp uitbreken. Daarnaast vraagt het gevoel van vrijheid, het zelfstandig wonen en het voeren van een eigen huishouding nogal wat van betrokkene.
Uit de overgelegde rapporten heeft de rechtbank echter kunnen opmaken dat betrokkene al meer dan voldoende voor inbedding en borging heeft gezorgd. Hij is al sedert 2008 buiten de poorten van de kliniek woonachtig, vanaf april 2012 zelfs geheel zelfstandig. Hij heeft een prima daginvulling en besteding en zijn financiele zaken zijn goed geregeld. Er is controle op zijn medicatie door om de drie maanden een afspraak met de psychiater te maken. Hij heeft een goed contact met zijn familie en er zijn vanaf 2008 tot heden geen bijzondere noemenswaardigheden gebeurd. Dit alles bezien acht de rechtbank een verlenging van de terbeschikkingstelling niet langer noodzakelijk.
DE BESLISSING
De rechtbank:
Wijst af de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] voornoemd.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.W.H. Renneberg, voorzitter,
mr. C.A. Mandemakers en mr. E. Sikkema, leden,
in tegenwoordigheid van Y.A.M. Janssen, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 juli 2012.