ECLI:NL:RBSHE:2012:BX0097
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W.H. Renneberg
- C.A. Mandemakers
- E. Sikkema
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling na positieve ontwikkeling in resocialisatietraject
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 3 juli 2012 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1977 en wonende te [woonplaats]. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld vanwege ernstige delicten, waaronder verkrachting, mishandeling en bedreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde sinds april 2012 geheel zelfstandig woont en dat hij zich goed heeft ontwikkeld in zijn resocialisatietraject. Dit werd bevestigd door deskundigen en de reclassering, die aangaven dat de terbeschikkinggestelde positieve stappen heeft gezet in zijn leven en dat er geen acute risico's zijn voor de veiligheid van anderen.
Tijdens de openbare terechtzitting op 19 juni 2012 zijn de officier van justitie, deskundigen en de terbeschikkinggestelde zelf gehoord. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde kwetsbaar is, maar dat hij de afgelopen tijd goed heeft gefunctioneerd. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het advies van de reclassering, dat de terbeschikkingstelling voor een jaar zou moeten worden verlengd, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet noodzakelijk was. De rechtbank heeft benadrukt dat de terbeschikkinggestelde al voldoende inbedding en borging heeft gerealiseerd in zijn leven, en dat hij goed contact heeft met zijn familie en een stabiele woonsituatie heeft.
De rechtbank heeft in haar beslissing de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen niet in het geding is. De vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling is dan ook afgewezen. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde de kans gegeven om zijn leven verder op te bouwen zonder de last van de terbeschikkingstelling.