ECLI:NL:RBSHE:2012:BW9853

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
29 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/035178-02
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en dwangverpleging in verband met recidivegevaar na verkrachting en ontucht

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 29 juni 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1959, die zich in een kliniek bevond. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd in verband met ernstige misdrijven, waaronder verkrachting en poging tot ontucht met een minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling voor het laatst was verlengd op 21 november 2011 en dat er sindsdien geen significante vooruitgang was geboekt in de behandeling van de terbeschikkinggestelde. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde een hoog recidivegevaar vertoonde, vooral zonder adequate begeleiding. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, afgewezen en in plaats daarvan besloten om de maatregel met één jaar te verlengen. Dit om de voortgang van de behandeling te monitoren en om te waarborgen dat de veiligheid van anderen niet in gevaar komt. De rechtbank heeft daarbij de noodzaak van begeleiding benadrukt en aangegeven dat de terbeschikkinggestelde afhankelijk is van structurerende en controlerende begeleiding om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft ook de argumenten van de verdediging, die pleitte voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, verworpen, omdat de omstandigheden dat niet toelieten. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/035178-02
Uitspraakdatum: 29 juni 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]1959,
verblijvende te Trajectum Hanzeborg en Hoeve Boschoord te Boschoord.
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 18 december 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van het gerechtshof te Arnhem van 21 november 2011, met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 21 mei 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 juni 2012. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige mw. drs. G. van der Meij en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman mr. M.P. Ufkes gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het verlengingsadvies van Trajectum Hanzeborg en Hoeve Boschoord, opgemaakt en ondertekend d.d. 26 april 2012 door mw. drs. E.A.M. Terpstra, hoofd orthopedagogisch behandelcentrum 't Wold, mw. drs. G. van der Meij, behandelverantwoordelijke, dr. R.C. Brouwers, eerste geneeskundige, en drs. J.A.W.M. Weijzen, psychiater;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van verkrachting en poging tot, met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van Trajectum Hanzeborg en Hoeve Boschoord is onder meer het navolgende gesteld:
"Box 4 (algemeen)
(...)
4.3 Recidivegevaar
Als betrokkene op dit moment terug zou keren in de reguliere maatschappij, is de kans groot dat hij het stuur kwijt zal raken. Zonder begeleiding is de kans groot dat betrokkene verzandt in zijn ADL en hygiëne en dat de structuur volledig wegvalt. Verwacht wordt dat hij een groot deel van de dag zal slapen. Hij zal niet op zoek gaan naar werk en hij bezit niet voldoende vaardigheden en overzicht om zelfstandig zijn leefomgeving te verzorgen. Daar er niemand is om evt. impulsief gedrag af te remmen,
spanning om te buigen en verveling op een positieve manier in te vullen, wordt de kans op seksueel getinte opmerkingen en ernstiger seksueel grensoverschrijdend gedrag als hoog ingeschat. Begeleiding is dus van wezenlijk belang om het recidivegevaar zo klein mogelijk te houden. Betrokkene zal zijn hele leven afhankelijk zijn van begeleiding om recidive te voorkomen. In een instelling waar de juiste begeleiding wordt gegeven, wordt de kans op recidive als laag ingeschat.
(...)
Box 9 (Verlengingsadvies)
Samenvattende beschrijving m.b.t. het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en de prognose.
Bij betrokkene is, naast een lichte verstandelijke beperking, sprake van een persoonlijkheidsstoornis n.a.o. en een laag niveau van sociaal-emotioneel functioneren. Hij heeft geen inzicht in zijn eigen problematiek. Het cognitief functioneren van betrokkene lijkt geleidelijk achteruit te gaan, momenteel vindt medisch onderzoek plaats. Betrokkene blijft afhankelijk van structurerende en controlerende begeleiding om zijn eigen (seksuele) driften en gevoelens onder controle te houden. Zonder gedwongen kader en overig risicomanagement is het recidiverisico onaanvaardbaar hoog. Getracht wordt om binnen dit kader een optimale kwaliteit van leven te bereiken, waarin stabiel functioneren van betrokkene en blijvende acceptatie van toezicht en controle op de voorgrond staan. Betrokkene staat nog steeds op de wachtlijst van Stevig (voorheen Dichterbij) te Venray. Op dit moment is nog onbekend wanneer hij daar terecht zal kunnen, de verwachting is dat dit nog enkele maanden zal duren. Inmiddels is hij tevens aangemeld bij Groot Hungerink waar hij evt. de tussenliggende periode zou kunnen overbruggen. Het is niet helder wanneer hij daar terecht zal kunnen.
Advies verlenging TBS maatregel
Aansluitend op bovenstaande informatie ten aanzien van betrokkene adviseren wij de huidige TBS-maatregel te verlengen met twee jaar, zodat op verantwoorde wijze kan worden getoetst hoe betrokkene zich in een nieuwe context weet te handhaven."
De deskundige mw. drs. G. van der Meij, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts onder meer het volgende verklaard.
De terbeschikkinggestelde is in 2008 aangemeld bij stichting Dichterbij (nu: Stevig). De verwachting was dat hij daar snel geplaatst zou kunnen worden, maar dat bleek niet het geval te zijn. Vanwege het aanzienlijke tijdsverloop heeft begin 2012 bij Stevig wederom een intakegesprek met de terbeschikkinggestelde plaatsgevonden. Aan de terbeschikkinggestelde is echter nog steeds geen plaats toegewezen en dat acht de kliniek een kwalijke situatie. Mede gelet op het voorgaande is besloten om de terbeschikkinggestelde aan te melden bij Groot Hungerink, maar ook daar is voor hem nog geen concrete plaats beschikbaar gekomen. Om het plaatsingsproces enigszins te bespoedigen heeft de kliniek contact opgenomen met de reclassering, om eventueel andere plaatsingsmogelijkheden te onderzoeken. De reclassering heeft echter aangegeven, dat plaatsing bij Stevig de enige geschikte optie is, nu voor de terbeschikkinggestelde hand-in-hand begeleiding noodzakelijk is en hij niet in staat is om zelfstandig te wonen. Met de reclassering is enkel gesproken over de mogelijkheden van proefverlof en een snelle uitplaatsing. Een (onderzoek naar) voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is op dit moment geen reële optie. Eerst zal moeten worden bezien hoe de behandeling bij Stevig verloopt.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering.
De terbeschikkinggestelde heeft ter terechtzitting enerzijds ingestemd met een verlenging van de terbeschikkingstelling, omdat hij zich realiseert dat hij nog een lange periode begeleiding nodig heeft, maar anderzijds heeft hij zich op het standpunt gesteld dat hij voldoende is gestraft. De begeleide verloven verlopen goed. Door problemen met zijn geheugen vergeet hij regelmatig zijn persoonlijke verzorging en medicatie en houdt hij zich niet altijd aan alle afspraken van de kliniek. Hij zingt in de kliniek wel eens seksueel getinte liedjes en hij begrijpt dat dit niet de bedoeling is.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft primair voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging bepleit. Onder meer met verwijzing naar de 'Aanwijzing TBS met voorwaarden en voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging' van het openbaar ministerie heeft hij aangevoerd dat de reclassering reeds op voorhand een onderzoek naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging had moeten doen. Hij heeft daartoe onder meer aangevoerd dat de verloven van de terbeschikkinggestelde goed verlopen en er geen sprake meer is van een seksuele preoccupatie. Ook hebben zich tijdens de behandeling geen grote incidenten voorgedaan. Het soms vergeten van medicatie en het zingen van seksueel getinte liedjes door de terbeschikkinggestelde kunnen bezwaarlijk aan een verlenging van de dwangverpleging ten grondslag worden gelegd. In de visie van de verdediging heeft de kliniek zich onvoldoende actief opgesteld om een uitplaatsing van de terbeschikkinggestelde te realiseren, temeer nu de verdediging is gebleken - in tegenstelling tot hetgeen de deskundige ter terechtzitting heeft verklaard - dat de terbeschikkinggestelde medio oktober 2012 bij Stevig kan worden geplaatst. Subsidiair heeft de raadsman schorsing van het onderzoek ter terechtzitting bepleit, teneinde de reclassering in de gelegenheid te stellen een onderzoek naar de mogelijkheden van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te doen. Meer subsidiair is door de raadsman verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar bepleit, zodat de rechtbank een vinger aan de pols kan houden met betrekking tot de voortgang van de behandeling.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige, voor wat betreft de motivering van het recidiverisico. Het recidiverisico bij de terbeschikkinggestelde wordt, indien de structuur van de behandeling zou wegvallen, thans nog als hoog ingeschat. Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank dan ook van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Naar het oordeel van de rechtbank is van een spoedige plaatsing van de terbeschikkinggestelde bij stichting Stevig allerminst sprake en heeft om die reden weinig tot geen voortgezette behandeling met betrekking tot zijn gedragsproblematiek plaatsgevonden. In tegenstelling tot genoemd advies en de toelichting daarop van de deskundige ter terechtzitting, acht de rechtbank een verlenging van de maatregel met slechts één jaar geïndiceerd, nu de rechtbank een vinger aan de pols wenst te houden door zich reeds over een jaar te doen informeren over het verdere verloop van de behandeling van de terbeschikkinggestelde en de inspanningen die de kliniek met betrekking tot de uitplaatsing heeft verricht.
In het gegeven dat de plaatsing van de terbeschikkinggestelde bij stichting Stevig nog niet is gerealiseerd, ziet de rechtbank een contra-indicatie om een onderzoek naar een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te gelasten. Een onmiddellijke voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is gelet op het voorgaande in het geheel niet aan de orde. De rechtbank zal dan ook de verzoeken van de raadsman hieromtrent afwijzen.
DE BESLISSING
De rechtbank verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. S.J.O. de Vries, voorzitter,
mr. M.L.W.M. Viering en mr. E.M.J. Raeijmaekers, leden,
in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Weemers, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 juni 2012.