ECLI:NL:RBSHE:2012:BW9848
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na beoordeling van psychiatrische rapportages en reclasseringsadviezen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 29 juni 2012 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1956. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd vanwege bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, en was voor het laatst verlengd op 7 juni 2011. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar verschillende rapportages, waaronder een verlengingsrapport van psychiater dr. P.J.A. van Panhuis en een reclasseringsadvies van P. van Laarhoven. Beide rapporten gaven aan dat de terbeschikkinggestelde stabiel functioneert onder het huidige medicatiebeleid en dat het recidiverisico laag is, mits hij zijn medicatie blijft gebruiken. De psychiater stelde dat de risico's om na lange tijd in een instelling te zijn geweest alles te verspelen te groot zijn om de TBS-maatregel te handhaven. De reclassering adviseerde om de TBS onvoorwaardelijk te beëindigen en over te gaan naar een BOPZ-maatregel. De rechtbank concludeerde echter dat er onvoldoende bewijs was voor het risico dat de terbeschikkinggestelde gevaar zou veroorzaken als hij zijn medicatie niet meer zou innemen. De rechtbank oordeelde dat de terbeschikkingstelling niet meer opportuun was, gezien de aard van het oorspronkelijke delict en de specifieke omstandigheden van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen, waarbij het voordeel van de twijfel in het voordeel van de terbeschikkinggestelde uitviel.