ECLI:NL:RBSHE:2012:BW9608

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825441-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de tbs-verpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 28 juni 2012 uitspraak gedaan in een tbs-zaak waarbij het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is afgewezen. De ter beschikking gestelde, geboren in 1987 en verblijvende in de Pompestichting te Nijmegen, was eerder ter beschikking gesteld bij vonnis van 19 november 2008. De laatste verlenging van de terbeschikkingstelling vond plaats op 24 januari 2012, waarbij de rechtbank de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging aanhield om een maatregelrapport door de reclassering op te laten stellen. Tijdens de zitting op 14 juni 2012 werd het reclasseringsadvies besproken, waarin werd geadviseerd om de voorwaardelijke beëindiging van de tbs-dwangverpleging nog niet in te zetten. De reclassering stelde dat er nog bijzondere voorwaarden ingevuld moesten worden, zoals een meldingsgebod, deelname aan een gedragsinterventie, en een behandelverplichting. De rechtbank oordeelde dat de voorwaarden voor een voorwaardelijke beëindiging nog niet konden worden ingevuld, omdat er geen duidelijkheid was over de plaatsing van de ter beschikking gestelde.

De rechtbank heeft de reclassering verzocht om voor een eventuele volgende verlengingszitting een nieuw rapport op te stellen over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging en de voorwaarden waaronder dit zou kunnen plaatsvinden. De rechtbank benadrukte dat, hoewel de ter beschikking gestelde vooruitgang had geboekt, er nog steeds een dwingend kader nodig was voor zijn resocialisatie. De beslissing om het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging af te wijzen, werd genomen met inachtneming van de adviezen van de reclassering en de deskundigen die tijdens de zitting waren gehoord.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/825441-08
Uitspraakdatum: 28 juni 2012
Beslissing op het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1987],
verblijvende in de Pompestichting te Nijmegen.
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 19 november 2008 is betrokkene ter beschikking gesteld.
Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 24 januari 2012 met één jaar verlengd. De rechtbank heeft toen de beslissing omtrent de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging voor ten hoogste drie maanden aangehouden, teneinde een maatregelrapport door de reclassering te laten opmaken. Daar het rapport ter zitting van 20 april 2012 nog niet binnen was, is het onderzoek andermaal ter zitting geschorst voor ten hoogste drie maanden.
Ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 juni 2012 is aan de orde gekomen of de verpleging al dan niet voorwaardelijk dient te worden beëindigd.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundigen en de ter beschikking gestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- voornoemde uitspraak tot verlenging van de terbeschikkingstelling d.d. 24 januari 2012;
- een reclasseringsadvies d.d. 7 mei 2012, opgemaakt door P. Gubbels van Novadic-Kentron.
De beoordeling.
In voornoemd reclasseringsadvies is onder meer het navolgende gesteld:
" (...) Geadviseerd wordt om nog geen voorwaardelijke beëindiging van de tbs dwangverpleging in te zetten.
De reclassering vindt reclasseringstoezicht in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de TBS dwangverpleging geïndiceerd indien de bijzondere voorwaarden kunnen worden ingevuld. Momenteel is IFZ nog in onderzoek naar mogelijkheden voor een plaatsing binnen een RIBW. Zodra de plaatsnaam van de nog nader te bepalen RIBW bekend is, kan betrokkene op zoek naar een stageplaats. Tevens zal allereerst de startdatum van behandeling door Novadic-Kentron en begeleiding door Nieuw Perspectief duidelijk dienen te zijn. Zolang de bijzondere voorwaarden niet ingevuld zijn, zijn er volgens de reclassering van Novadic-Kentron nog geen mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de tbs met dwangverpleging. Wij zetten ons huidige onderzoek dan voort om de volgende bijzondere voorwaarden in te kunnen vullen:
* Meldingsgebod
* Deelname aan een gedragsinterventie
* Behandelverplichting
* Opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang
* Drugs- of alcoholverbod (...)."
De ter beschikking gestelde verklaart, zakelijk weergegeven:
U houdt mij het rapport van de reclassering voor en zegt mij dat de reclassering heeft aangegeven dat nog een aantal dingen moet gebeuren alvorens de dwangverpleging voorwaardelijk kan worden beëindigd.
Dat klopt. Het was niet echt een teleurstelling voor mij. Ik had echter wel gehoopt dat het heel snel zou gaan en dat ik dit schooljaar nog in kon stromen. Ik ga alles op alles zetten om te kijken of ik in Nijmegen kan beginnen.
De woonruimte die ik zou krijgen zou in een RIBW zijn. Ik kan mijn voorkeur aangeven, maar het is niet aan mij om te bepalen waar ik word geplaatst.
Op termijn wil ik het liefst dat ik gecontroleerd alcohol mag nuttigen. Ik wil bij een wedstrijd een pilsje kunnen drinken. Het is niet reëel om te zeggen dat ik nooit meer een pilsje zal drinken. Het heeft voor mij echter absoluut geen prioriteit. Het heeft geen noodzaak.
Ik moet in Nijmegen bij het zoeken van werk aangegeven dat ik een tbs'er ben.
Ik ga hoe dan ook een opleiding volgen.
Ik vind het helemaal niks om preventief pillen te moeten slikken. Die alcohol-aversie pillen veroorzaken grote schade aan je lichaam. Ik ben nu in goede conditie en dat wil ik zo houden. Ik weet heel goed wat wel en wat niet kan. Ik heb al zes jaar niet meer gedronken. Op dat punt is er wel heel weinig vertrouwen.
Ze beschuldigden mij er van dat ik zou handelen in flesjes alcohol. Dat is niet waar.
De verloven zijn weer opgepakt.
Ik ben bereid elke dag aan urinecontroles of blaastesten mee te werken, maar niet aan bloedcontroles.
Ik vind het niet fijn als iedere keer bloed wordt afgenomen. Ik ben altijd bereid aan blaastesten of urinecontroles mee te werken. Als het meewerken aan de bloedcontroles een van de voorwaarden zal zijn, dan zal ik teleurgesteld zijn. Enerzijds wil ik er niet aan meewerken. Het is echt niet goed voor mijn aderen. Anderzijds zal ik geen keus hebben. Ik zal er, voor mijn toekomst, aan mee moeten werken.
De deskundige mevrouw Gubbels, optredend namens de reclassering, heeft het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Wij denken aan beschermd wonen. Het IFZ gaat over de indicatiestellingen. Zij gaan kijken waar er plek is. Wij hebben wel onze voorkeur voor Eindhoven uitgesproken, omdat de grootouders van betrokkene daar wonen. Er is vorige week contact met het IFZ geweest. De wachtlijsten zijn erg lang. We moeten denken aan een wachtduur van ongeveer een jaar. Ze hebben het idee geopperd om te kijken of betrokkene op een forensisch psychiatrische afdeling kan worden geplaatst. Dit om vanaf die afdeling te resocialiseren. Alles moet op de resocialisatie en niet op een behandeling zijn gericht.
Er zijn nog wel wat slagen te maken. We denken dat wanneer hij van de alcohol en de drugs afblijft er mogelijkheden zijn.
We hebben betrokkene aangemeld bij het IFZ. We verwachten binnen nu en drie weken een indicatieadvies. Het is dan afwachten of de desbetreffende afdeling betrokkene wil opnemen en of er plek is.
Het is de vraag in hoeverre betrokkene zich, als hij meer vrijheden heeft, kan beperken tot het nuttigen van één of twee biertjes. Wij kunnen hem niet verplichten hiervoor medicatie in te nemen. Wij zullen hem wel op alcoholgebruik gaan controleren.
Mocht het waar zijn dat betrokkene een fles met alcoholhoudende drank aan een ander heeft gegeven, dan denk ik dat hij zich op glad ijs begeeft.
Ik vind dat de controle op het alcoholgebruik niets met vertrouwen te maken heeft. Er was voor aanvang van de tbs sprake van alcoholproblematiek. Gezien de leeftijd van betrokkene vind ik het reëel dat hij op enig moment wel gaat drinken. Ik vind het goed dat hij zegt dat hij dit onder strikte begeleiding zou willen. Misschien dat dit in de toekomst mogelijk moet worden.
Het gaat dan om een FPA van de GGzE waar hij zou worden geplaatst. Daar geldt een vrijhedenbeleid. Dat is er in eerste instantie niet. Echter, als betrokkene bijvoorbeeld 8 uur per dag werkt, dan zou hij voor 8 uur per dag vrijheden kunnen krijgen.
Ik stel bloedcontroles voor.
Het is niet praktisch om hem iedere dag te laten blazen en uit urine kan niet worden herleid of bijvoorbeeld in het weekend voor de urinecontrole alcohol is gedronken. Bij een bloedcontrole is sprake van een startpunt en wordt na drie maanden bekeken of er een stijgende lijn is.
De deskundige mevrouw Bergevoet, optredend namens de Pompestichting, heeft het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
De kliniek is het eens met de bevindingen van de reclassering. De voorwaardelijke beëindiging is een route om betrokkene te ondersteunen in de resocialisatie en hem ingebed te laten raken in huisvesting en opleiding. Dat is ook wat wij voor ogen hadden, alleen wordt er dan een andere route gevolgd om dit te bereiken.
Ik had van mijn collega vernomen dat een staflid feitelijk heeft geconstateerd dat betrokkene een spafles met daarin een alcoholhoudende drank aan een medebewoner heeft gegeven. Betrokkene is hierover bevraagd, maar blijft dit ontkennen. Uiteindelijk heeft het behandelteam er toch voor gekozen om het verlof op te gaan starten, dit ook gezien de fase waarin hij zich bevond.
De officier van justitie voert het woord, zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met betrokkene. Een dwingend kader blijft echter noodzakelijk. Er wordt gewerkt aan een overgang naar meer vrijheden. Ik vind het van belang dat dit binnen de tbs blijft gebeuren. Op dit moment wordt naar een voorwaardelijke beëindiging toegewerkt. De invulling van de voorwaarden is nog niet voldoende concreet. Er moet een woonvoorziening worden geregeld. Dit zal via een RIBW of op een FPA zijn en dat traject gaat nog even duren. Hiervan is ook afhankelijk waar hij werk kan gaan zoeken en waar hij naar school kan gaan.
Een voorwaardelijke beëindiging is nu nog niet aan de orde. Bij een volgende verlengingszitting moeten we kijken naar de stand van zaken op dat moment. Ook kan worden verzocht een concreet maatregelrapport bij de stukken te voegen.
De proportionaliteit is aan de orde geweest. In januari 2012 is de tbs met één jaar verlengd. Er wordt toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging. Om tot een voorwaardelijke beëindiging over te kunnen gaan moeten er wel concrete voorwaarden zijn. Naar het oordeel van de deskundigen is een dwingend kader nodig.
De raadsman van de ter beschikking gestelde heeft aangevoerd, zakelijk weergegeven:
Op de vorige zitting heb ik ook bepleit dat het indexdelict niet zodanig is dat we de tbs te lang kunnen verlengen. Mijn cliënt zit nog niet zo lang in de tbs, maar er is sprake van een uitzonderlijke situatie. Enerzijds is er sprake van een heel licht indexdelict. Anderzijds was er sprake van toch wel ernstige persoonlijkheids- en verslavingsproblematiek. Een groot deel van de persoonlijkheidsproblematiek is succesvol behandeld en een groot deel van de verslavingsproblematiek is onder controle.
De vorige meervoudige kamer was van oordeel dat de proportionaliteit een rol speelt.
Ik denk dat de veiligheid van de maatschappij niet in het geding is. Het gaat om de vraag hoe we de hulpverlening vorm kunnen geven. De dwangverpleging heb je daarbij niet nodig. De reclassering is ingeschakeld. De praktische problemen moeten dan maar worden opgelost.
De beveiligingsstructuur van de dwangverpleging is niet noodzakelijk.
Ik verzoek u de dwangverpleging te beëindigen en een tbs met voorwaarden aan mijn cliënt op te leggen.
De rechtbank verenigt zich met het advies van de reclassering en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige Gubbels. Uit het rapport en de door de deskundige gegeven toelichting hierop volgt dat de reclassering een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging geïndiceerd acht, indien de bijzondere voorwaarden kunnen worden ingevuld. De reclassering heeft als bijzondere voorwaarden een meldingsgebod, een deelname aan een gedragsinterventie, een behandelverplichting, een opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang en drugs- en alcoholverbod geformuleerd. Deze bijzondere voorwaarden kunnen echter op dit moment nog niet worden ingevuld, onder meer omdat nog niet bekend is waar de ter beschikking gestelde kan worden geplaatst en wanneer hij in een vervolgsetting zou kunnen worden geplaatst. Er is een indicatiestelling bij het IFZ aangevraagd. Het IFZ zal onderzoek doen naar de mogelijkheden van een plaatsing binnen een RIBW. Het IFZ heeft echter al aangegeven dat er lange wachtlijsten voor een plaatsing in een RIBW zijn en dat de wachtduur ongeveer een jaar zal bedragen. Als mogelijke tussenoplossing zou de ter beschikking gestelde wellicht op een FPA kunnen worden geplaatst. Ook deze mogelijkheid moet nog nader worden onderzocht. De reclassering heeft voorts aangegeven dat, alvorens tot een voorwaardelijke beëindiging over kan worden gegaan, een startdatum voor de behandeling door Novadic-Kentron en begeleiding door Nieuw Perspectief duidelijk dient te zijn.
Op grond van hetgeen ter terechtzitting aan de orde is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijke beëindiging thans nog niet aan de orde is. De voorwaarden die hier naar mening van de reclassering aan dienen te worden verbonden kunnen thans nog niet worden ingevuld, hoofdzakelijk omdat nog niet bekend is waar de ter beschikking gestelde kan worden geplaatst. De rechtbank zal het verzoek van de verdediging tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging dan ook afwijzen.
Er zal echter naar het oordeel van de rechtbank wel - bij gelijkblijvende omstandigheden - verder dienen te worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De rechtbank verzoekt de reclassering om voor een eventuele volgende verlengingszitting een nieuw rapport met betrekking tot de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging en de voorwaarden waaronder dit zou kunnen plaatsvinden op te maken. De rechtbank verzoekt dit zodat, mocht er een nieuwe vordering tot verlenging van tbs worden gedaan en mocht een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging aan de orde worden gesteld, de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging alsdan gelijktijdig met de beslissing omtrent verlenging kan worden genomen..
DE BESLISSING.
De rechtbank wijst het verzoek tot de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege af.
De rechtbank verzoekt de officier van justitie er voor zorg te dragen dat de reclassering voorafgaand aan een (eventueel) volgende verlengingszitting een nieuw rapport met betrekking tot de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging en de voorwaarden waaronder dit zou kunnen plaatsvinden op te maken en de betreffende rapporteur voor die zitting op te roepen.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W. Schoorlemmer, voorzitter,
mr. N.I.B.M. Buljevic en mr. M.A. Bijl, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F. van Hulst, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 juni 2012.
7
Parketnummer: 01/825441-08
[terbeschikkinggestelde]