ECLI:NL:RBSHE:2012:BW9608
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de tbs-verpleging
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 28 juni 2012 uitspraak gedaan in een tbs-zaak waarbij het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is afgewezen. De ter beschikking gestelde, geboren in 1987 en verblijvende in de Pompestichting te Nijmegen, was eerder ter beschikking gesteld bij vonnis van 19 november 2008. De laatste verlenging van de terbeschikkingstelling vond plaats op 24 januari 2012, waarbij de rechtbank de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging aanhield om een maatregelrapport door de reclassering op te laten stellen. Tijdens de zitting op 14 juni 2012 werd het reclasseringsadvies besproken, waarin werd geadviseerd om de voorwaardelijke beëindiging van de tbs-dwangverpleging nog niet in te zetten. De reclassering stelde dat er nog bijzondere voorwaarden ingevuld moesten worden, zoals een meldingsgebod, deelname aan een gedragsinterventie, en een behandelverplichting. De rechtbank oordeelde dat de voorwaarden voor een voorwaardelijke beëindiging nog niet konden worden ingevuld, omdat er geen duidelijkheid was over de plaatsing van de ter beschikking gestelde.
De rechtbank heeft de reclassering verzocht om voor een eventuele volgende verlengingszitting een nieuw rapport op te stellen over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging en de voorwaarden waaronder dit zou kunnen plaatsvinden. De rechtbank benadrukte dat, hoewel de ter beschikking gestelde vooruitgang had geboekt, er nog steeds een dwingend kader nodig was voor zijn resocialisatie. De beslissing om het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging af te wijzen, werd genomen met inachtneming van de adviezen van de reclassering en de deskundigen die tijdens de zitting waren gehoord.