ECLI:NL:RBSHE:2012:BW8502

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/886012-11
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan criminele organisatie en handel in verdovende middelen

In deze strafzaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 14 juni 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen verdachte [verdachte 1], die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het opzettelijk aanwezig hebben van verdovende middelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte op 8 februari 2011 in Oss ongeveer 585 gram flunitrazepam voorhanden had, een middel dat onder de Opiumwet valt. Daarnaast heeft zij op 30 december 2010 tezamen met anderen ongeveer 10 liter amfetamine-olie verkocht en afgeleverd. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een gestructureerd samenwerkingsverband, waarbij verdachte een actieve rol vervulde in de drugshandel. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaardingen bevestigd en de bevoegdheid van de rechtbank om van de zaak kennis te nemen vastgesteld. De verdediging voerde aan dat verdachte slechts een marginale rol had en dat er geen bewijs was voor medeplegen. De rechtbank oordeelde echter dat de rol van verdachte niet alleen ondersteunend was, maar dat zij daadwerkelijk betrokken was bij de drugshandel. De rechtbank heeft verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 540 dagen, waarvan 209 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden gesteld aan de voorwaardelijke straf, waaronder de verplichting om zich te melden bij de reclassering. De rechtbank heeft het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, aangezien deze al eerder was geschorst.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummers: 01/886012-11 en 01/885044-11 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 14 juni 2012
Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte 1],
geboren te [geboorteplaats] op [1987],
wonende te [adres] Oss, [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 31 oktober 2011, 12 januari, 16 april, 17 april, 19 april, 23 april, 8 mei, 15 mei, 22 mei en 31 mei 2012.
Op de terechtzitting van 16 april 2012 heeft de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 2 mei en 6 oktober 2011.
Nadat de tenlastelegging met parketnummer 01/886012-11 op de terechtzitting van 31 oktober 2011 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
zij op of omstreeks 08 februari 2011 te Oss
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 585 gram, in elk geval een
hoeveelheid van een materiaal bevattende flunitrazepam, zijnde flunitrazepam
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(artikel 3 onder C juncto artikel 11 Opiumwet)
2.
zij op of omstreeks 30 december 2010 te Oss en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in
elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 10 liter, in elk geval
een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine (amfetamine-olie),
zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(delictproces-verbaal "Handel met [verdachte 2]")
3.
zij in of omstreeks de periode van 1 maart 2010 tot en met 8 februari 2011 te
Oss en/of Eindhoven en/of elders in Nederland en/of te Bocholt en/of elders in
België,
heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie bestond uit een
samenwerkingsverband van hem, verdachte en een of meer perso(o)n(en), te weten
[verdachte 3] en/of [verdachte 4] (geboren [1969]) en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 6] en/of een of meer (andere) perso(o)n(en),
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van
-misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde en vierde lid van de Opiumwet, te
weten het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of
afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of
vervaardigen van een of meer middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a
van die wet,
en/of
-misdrijven als bedoeld in artikel 10a, eerste lid van de Opiumwet, te weten
het plegen van voorbereidingshandelingen zoals bedoeld in laatstgenoemd
artikel;
(delictproces-verbaal "Criminele Organisatie")
(artikel 11a van de Opiumwet)
Nadat de tenlastelegging met parketnummer 01/885044-11 op de terechtzitting van 16 april 2012 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
zij in of omstreeks de periode van 9 juli 2009 tot en met 18 oktober 2010 te
Oss en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een of meer voorwerp(en), te weten
- een personenauto van het merk (en type) Ford Ka, kenteken [kenteken]
en/of
- een bromfietsscooter, te weten een SYM, type MIO(HU05W) 25 KM (zwart/wit,
framenummer[framenummer])
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van een of meer
voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt
en/of
van die, althans een of meer van die, voorwerp(en) de werkelijke aard, de
herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing heeft verborgen of
verhuld, danwel heeft verborgen of verhuld wie de rechthebbende(n) op die/dat
voorwerp(en) was/waren of deze, althans een of meer van deze, voorwerp(en)
voorhanden heeft/hebben gehad,
terwijl zij en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en), althans
redelijkerwijs had/hadden moeten vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
(artikel 420bis/quater Wetboek van Strafrecht)
(delictprocesverbaal "Witwassen")
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Algemene inleiding
De rechtbank zal in haar beoordeling van de strafzaak beginnen met de bespreking van een uitgebreid verweer. Het betreft de problemen rond de afgeluisterde gesprekken, ook aangeduid als OVC-gesprekken. Aansluitend zullen de verschillende ten laste gelegde feiten worden besproken.
Bij een aantal feiten is een splitsing aangebracht tussen de bespreking van de zaak in het vonnis, en de bewijsmiddelen waarop die beslissing steunt. Deze bewijsmiddelen zijn in die gevallen afzonderlijk uitgewerkt in een bijlage die is aangehecht aan het vonnis, maar die uiteraard als ingelast in het vonnis moet worden beschouwd.
In veel bewijsmiddelen en de bespreking daarvan komen vaak telefoonnummers voor. Ten behoeve van de leesbaarheid wordt geregeld volstaan met de vermelding van de laatste vier cijfers van het desbetreffende telefoonnummer.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de OVC-gesprekken
In dit gedeelte zal de rechtbank in meer algemene zin ingaan op een aantal aspecten van het ingezette bob-middel van art. 126l Sv, in meer gangbaar spraakgebruik aangeduid als "direct afluisteren" en/of OVC (Opnemen Vertrouwelijke Communicatie). Indien hierna wordt gesproken over OVC dan heeft het betrekking op vertrouwelijke communicatie (in deze zaak: gesprekken) die zonder medeweten van de deelnemers aan die communicatie is opgenomen en vastgelegd.
Gedurende het onderzoek Begonia is een aantal maal, telkens met machtiging van de rechter-commissaris, direct afgeluisterd. Dit heeft onder meer plaatsgevonden in auto's (OVC31 en OVC42) en in de woning van [verdachte 5] te Oss (OVC2)3.
Bij het direct afluisteren wordt gebruikt gemaakt van bepaalde technische configuraties. Ten aan zien van een ervan, gebruikt in de Alfa Romeo van [verdachte 3], heeft zich een aantal storingen voorgedaan. Deze installatie is in het proces-verbaal aangeduid als OVC4. De storingen hebben ertoe geleid dat een eerder op 10 maart 2010 - op basis van art. 126ee Sv (en nadere regels) - verleende goedkeuring is ingetrokken op 27 juni 20114.
Verder blijkt uit het proces-verbaal dat de tijdsaanduiding in gesprekken opgenomen met behulp van OVC3 is aangepast met twee uur en dat deze aanpassing al door de verbalisant is verwerkt in de weergegeven tijdsaanduidingen. 5
Ten aanzien van de technische configuratie die is gebruikt voor OVC4 blijkt dat gedurende de opnamen van vertrouwelijke communicatie bepaalde storingen zijn opgetreden. In het aanvullend proces-verbaal van verbalisant 28 van Team Observatie en Technische Ondersteuning worden de opgetreden storingen beschreven. Uit dit proces-verbaal leidt de rechtbank af dat er storingen zijn geweest met betrekking tot de tijdsaanduiding van gesprekken en dat sommige tekstbestanden meer dan eens werden vastgelegd. Uit niets is gebleken dat de inhoud van de opgenomen gesprekken is beïnvloed of gewijzigd door de geconstateerde storingen.6 Van storingen ten aan zien van de andere OVC-configuraties of componenten daarvan is niet gebleken.
Ten aanzien van een aantal OVC4 -gesprekken geldt dat gedurende deze vastgelegde OVC-gesprekken door de verdachten ook tapgesprekken zijn gevoerd en/of SMS-berichten zijn verstuurd en ontvangen. Ook van deze bewijsmiddelen zijn de tijdstippen bekend wanneer deze zijn verricht. De tijdsaanduiding van deze bewijsmiddelen zal hierna door de rechtbank worden betrokken bij de verdere beoordeling van de bewijswaarde van de OVC-gesprekken. Uitgangspunt voor de rechtbank daarbij is, omdat niet is gebleken van enigerlei storing bij de registraties van tapgesprekken en sms-berichten en het verdere gegevensverkeer rond deze opgenomen communicatie, de aldaar aangegeven tijdsaanduiding (nagenoeg) exact overeenkomt met de werkelijke tijd van die communicatie. De rechtbank zal dan ook die tijden aanhouden als de werkelijke tijd van de weergegeven delen van de opgenomen OVC-gesprekken.
Ter verduidelijking van dit punt:
Op 17 november 2010 werd er gegevensverkeer afgetapt tussen 7096 en 7195. De navolgende sms-berichten worden vastgelegd7:
17 november 2010 21.11 uur , sms-bericht van 7096 naar 7195 : "ga langs bij vader. Ik ben er niet je kan daar terecht oké"
17 november 2010 21.12 uur, sms-bericht van 7195 naar 7096: kan ik daar gelijk bestelling voor morgen achterlaten"
17 november 2010 21.12 uur, sms-bericht van 7096 naar 7195: "Ja"
Om 21.12 uur belt [verdachte 4] (Tap 105) naar [verdachte 5] ([telefoonnummer]). [verdachte 4] zegt tegen [verdachte 5] (sr.) - zakelijk weergegeven- dat die jongen alleen iets komt afgooien en even meteen doorspreken voor morgen. 8
Om 21.19 uur belt [verdachte 4] naar [verdachte 6] en vraagt of [verdachte 6] thuis is en naar [verdachte 4] kan komen. 9
In de weergave van het OVC(4) gesprek wordt het volgende gerelateerd door de verbalisant:
OVC4, 17 november 2010 vanaf (volgens het proces-verbaal) 22.10 uur (p.111)
Gespreksdeelnemers: [verdachte 3] en [verdachte 4]
22.10 uur. [verdachte 4] "Luister. Hij belde mij. "Ik ben over een uurtje bij vader"
[verdachte 3]: Zegt ie dat door de telefoon
[verdachte 4]: Nee, met sms-en, weet te wel
[verdachte 3]: Ohh, Gelukkig maar
De tijdstippen die worden genoemd in het OVC-verslag zijn ongeveer 1 uur later dan de tijd die wordt aangegeven bij de sms-berichten. Uit de hiervoor aangeduide bewijsmiddelen, in combinatie met de inhoud van de verkeersgegevens bij (afzonderlijk) proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] van 17 april 201210 leidt de rechtbank af dat de tijdstippen van zoals aangeduid in de OVC niet juist zijn, maar (ongeveer) een uur te laat. Ook de hiervoor weergegeven tapgegevens bevestigen dit tijdverschil.
Verdere toetsing van de inhoudelijke betrouwbaarheid:
Ter zitting is gehoord verbalisant [verbalisant], een verbalisant die een aantal OVC-gesprekken heeft uitgewerkt. In zijn verklaring beschrijft hij de gevolgde werkwijze bij het uitwerken van de opgenomen gesprekken. Hij heeft daarbij aangegeven dat hij bij twijfel omtrent de inhoud van het gesprek en/of de persoon die spreekt, een tweede verbalisant heeft verzocht ook het betreffende gesprek(sgedeelte) te beluisteren. Indien er twijfel blijft over de juiste inhoud van dat gedeelte van het gesprek of omtrent de persoon die de betreffende woorden uitspreekt, dan wordt dat aangegeven in het desbetreffende proces-verbaal.
De getuige heeft tevens uiteengezet op welke wijze bepaalde gedeelten van een gesprek beter verstaanbaar kunnen worden gemaakt. Naast gebruik van een koptelefoon en een rustige werkplek heeft verbalisant bij het beluisteren de mogelijkheid gebruikt om tijdelijk uit het bronmateriaal (de opgenomen OVC-gesprekken) bepaalde toonhoogten (frequentiebereik) weg te filteren. Het bronmateriaal wordt daardoor niet gewijzigd, wel wordt op deze wijze gericht beluisteren van (een) bepaalde stem(men) in een gesprek beter mogelijk.
Ter zitting heeft de getuige de rechtbank, de officier van justitie en de verdediging aan de hand van een voorbeeld het effect van dit filteren laten beluisteren.
Overigens heeft de verdediging de inhoud van de weergegeven gesprekken niet betwist.
Op het punt van de betwisting door mr. Thomas ter zake de deelname van [verdachte 7] aan een OVC-gesprek op 20 november 2010 in de woning van [verdachte 5] te Oss komt de rechtbank nader terug bij de bespreking van feit 1 op de dagvaarding in dit vonnis.
De rechtbank ziet gelet op dit alles geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de inhoud van de weergegeven OVC-gesprekken zoals deze zijn opgenomen als bewijsmiddel in dit vonnis. De omstandigheid dat de goedkeuring geruime tijd na de inzet in deze zaak is ingetrokken, maakt dat niet anders. Ten tijde van de inzet van de betreffende configuratie was er een goedkeuring en voorafgaand aan de daadwerkelijke inzet is door de plaatsende verbalisant nog gecontroleerd of (en vastgesteld dat) het betreffende onderdeel naar behoren functioneerde.11
De witwas-feiten, parketnummer 01/885044-11: vrijspraak.
Standpunten van de officier van justitie en de raadsman ten aanzien van de personenauto
Ford Ka
De officier van justitie en de raadsman zijn van mening dat verdachte moet worden vrijgesproken van het witwassen van de personenauto van het merk Ford Ka.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de personenauto Ford Ka
Uit de enkele omstandigheid dat boven de orderbevestiging en de verkoopfactuur de naam en het adres van verdachte staan vermeld, blijkt niet van betrokkenheid van verdachte bij de aankoop van de auto. Bij gebreke aan enig ander bewijsmiddel voor die betrokkenheid, acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte de auto heeft witgewassen en zal zij verdachte daarvan vrijspreken.
Het standpunt van de officier van justitie ten aanzien van de bromfietsscooter
De officier van justitie acht bewezen dat verdachte en [verdachte 4] de bromfietsscooter hebben aangeschaft met van misdrijf afkomstig geld, dat de scooter feitelijk in gebruik was bij [verdachte 4] en dat de aankoopfactuur en het kenteken op naam van verdachte zijn gesteld om de eigendom van [verdachte 4] te verhullen.
Het standpunt van de raadsman ten aanzien van de bromfietsscooter
De raadsman heeft aangevoerd dat de scooter is betaald met geld van verdachte dat niet van misdrijf afkomstig was en dat verdachte de scooter zelf in gebruik had. Logischerwijze waren daarom het kenteken en de verzekering op haar naam gesteld.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de bromfietsscooter
De verklaring van verdachte dat [verdachte 4] voor haar de scooter is gaan kopen maar dat zij, verdachte, degene is geweest die de scooter heeft betaald met geld dat zij deels had gespaard en deels van familie had geleend, wordt niet door enig bewijsmiddel weersproken en is, mede gelet op de relatief lage waarde, niet onaannemelijk. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de scooter afkomstig was uit enig misdrijf en zij zal verdachte vrijspreken van het witwassen van de scooter.
De feiten onder parketnummer 01/886012-11: bewijs
Het standpunt van de officier van justitie.
- de aanwezigheid van slaappillen:
In de woning van verdachte zijn witte pillen aangetroffen. Deze zijn getest door het NFI en blijken flunitrazepam te bevatten. Ter terechtzitting heeft verdachte erkend deze pillen te hebben aangeschaft. Het feit is wettig en overtuigend bewezen.
- levering van 10 liter amfetamine-olie:
De rol die verdachte vervulde met betrekking tot de levering van 10 liter amfetamine-olie was meer dan ondersteunend en past daarom in de visie van het OM bij medeplegen en niet bij medeplichtigheid.
- deelneming aan een criminele organisatie als bedoeld in de Opiumwet:
Uit het OVC-gesprek op p. 21 van het delictdossier criminele organisatie en uit het tapgesprek op p. 21 van dat dossier blijkt dat [verdachte 3] en [verdachte 4] al 3,5 tot 4 jaar bezig zijn met de handel in verdovende middelen. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat zij van de hoed en de rand wist. Dat verdachte deze verklaring onder druk heeft afgelegd, wordt in de ogen van de officier van justitie niet ondersteund en is niet geloofwaardig. De officier van justitie ziet verdachte als deelnemer met een faciliterende/uitvoerende rol die in opdracht van -meestal- [verdachte 4] hand- en spandiensten verrichtte.
Volgens de officier van justitie heeft verdachte via haar relatie met [verdachte 4] zicht gekregen op de organisatie en is zij er ingerold. Zij heeft met [betrokkene 1] in Rotterdam geld opgehaald, heeft een garagebox gehuurd en heeft op 6 december 2010 deelgenomen aan een gesprek over verdovende middelen.
Het standpunt van de verdediging.
- de aanwezigheid van slaappillen:
Verdachte erkent dat zij de in de dagvaarding onder feit 1 genoemde (slaap)pillen voorhanden heeft gehad. Verdachte wist echter niet wat er voor stoffen in die pillen zaten en dat deze mogelijk verboden waren. Volgens de verdediging is er geen bewijs voor medeplegen.
- levering van 10 liter amfetamine-olie:
De raadsman van verdachte heeft bepleit dat verdachte geen enkele eigen inbreng heeft gehad. Verdachte gaf uitsluitend berichten over en weer door, omdat de ontvanger van de sms-berichten aan haar zijde niet kon lezen en schrijven. Er is geen enkel bewijs voorhanden dat zij een handeling heeft verricht met betrekking tot harddrugs; zij heeft niets verkocht of gemaakt en zelfs niets voorhanden gehad. Evenmin had zij beschikkingsbevoegdheid ten aanzien van de hoeveelheid amfetamineolie. Zij heeft ook geen enkel financieel voordeel behaald met of door deze transactie.
Verdachte is aan te merken als medeplichtige. Zij heeft erkend dat zij wel kon weten dat de communicatie die zij mogelijk maakte betrekking had op harddrugs en aan opzet in voorwaardelijke zin ontbreekt het volgens de raadsman evenmin. Haar rol is echter zo miniem dat zij vrijgesproken dient te worden van het haar ten laste gelegde medeplegen.
- deelneming aan een criminele organisatie als bedoeld in de Opiumwet:
De verdediging betwist dat sprake is van een organisatie als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet. Meer dan bij artikel 140 Sr dient uit bewijsmiddelen het bestaan van bijkomende omstandigheden zoals een zekere hiërarchie, gemeenschappelijke regels, te blijken om te kunnen spreken van een organisatie in de betekenis van artikel 11a van de Opiumwet. Voor dergelijke omstandigheden is geen bewijs voorhanden, zodat vrijspraak dient te volgen.
De drie door het openbaar ministerie genoemde omstandigheden op grond waarvan de officier van justitie komt tot het duurzaam deelnemen aan een gestructureerde samenwerkingsvorm zijn niet redengevend.
Van de gehuurde garagebox is niet gebleken dat daarmee iets strafbaars is gebeurd. Het ophalen van geld in Rotterdam betreft een toevallige samenloop van omstandigheden. Verdachte en haar vriendin waren aan het winkelen in Rotterdam en aan hen is vervolgens gevraagd of zij iets op wilden halen bij iemand.
Er is ten slotte geen sprake van een reële bijdrage aan de zijde van verdachte in een opgenomen vertrouwelijk gesprek op 6 december 2010, zo zij al ter plaatse aanwezig was en heeft deelgenomen aan dat gesprek. Primair betwist de verdediging de juistheid van het betreffende proces-verbaal voor zover daarin de stem van verdachte wordt herkend en haar inhoudelijke mededelingen worden toegedicht. Van een speciale deskundigheid of training bij verbalisant is niet gebleken. Subsidiair kan uit de gerelateerde gespreksfragmenten geen inhoudelijke inbreng door verdachte worden afgeleid, nog daargelaten dat uit niets blijkt dat iemand heeft geluisterd naar de geciteerde mededelingen. Verdachte was met [verdachte 4], haar vriend, in de woning bij [verdachte 5], de vader van haar vriend.
Ten aanzien van hetgeen [verdachte 8] heeft verklaard omtrent wetenschap van de handel in drugs bij "de vrouwen" in de woning van [verdachte 5], is betoogd dat deze verklaring niet berust op een opgave van redenen van die wetenschap, zodat het gaat om een conclusie van [verdachte 8] en niet om een waarneming door een getuige.
De omstandigheid dat er sprake is van hechte familiebanden maakt de vastgestelde contacten nog minder snel die van een organisatie in de zin van art. 11a Opiumwet.
Het oordeel van de rechtbank; bewijsmiddelen.
- de aanwezigheid van slaappillen:
Op 8 februari 2011 is in Oss onder verdachte een plasticzak met een hoeveelheid witte pillen in een enveloppe met opschrift UWV en een zwarte plastic zak met opschrift met een hoeveelheid witte pillen aangetroffen.12 In de enveloppe zat 129,3 gram tabletten en in de tas 456,35 gram.13 Onderzoek naar deze pillen door het NFI wijst uit dat monsters daarvan flunitrazepam bevatten, een middel vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet.14
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij de in haar woning aangetroffen slaappillen heeft aangeschaft.15
Gelet op de grote hoeveelheid aangetroffen pillen en de omstandigheid dat deze pillen in een enveloppe en in een tas waren verpakt en dus niet, zoals te doen gebruikelijk bij medicatie, in een doosje met daarop een inhoudsopgave en/of verpakt in bijvoorbeeld doordrukstrips, heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank welbewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het om middelen ging die onder de Opiumwet vallen. De rechtbank heeft daarbij ook acht geslagen op hetgeen Jellinek over het middel of althans over de merknaam Rohypnol (rode knol) waaronder het middel op de markt is gebracht, heeft gepubliceerd (p. 19 van eerder genoemd delictproces-verbaal), namelijk dat het om een sterk slaapmiddel gaat, dat slechts in uitzonderingsgevallen wordt voorgeschreven. De rechtbank voelt zich in haar oordeel omtrent het voorwaardelijk opzet bij verdachte gesterkt nu verdachte heeft geweigerd te vertellen bij wie en onder welke omstandigheden zij deze pillen heeft aangeschaft.
- 10 liter amfetamine-olie, opsomming bewijsmiddelen:
Dinsdag 28 december 2010
Gespreksnummer 278072322
Op dinsdag 28 december 2010 te 12:00:41 uur werd er door het Belgische telefoonnummer
[telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 3]).
Inhoud SMS-bericht: Hey maat de rest pakt hij morgen of overmorgen, maar je hoeft het niet speciaal v hem vast te houden weg is weg!
Gespreksnummer 278072323
Op dinsdag 28 december 2010 te 12:02:25 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 3]) een SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Geen probleem maat morge kan ook sms maar
Gespreksnummer 278072324
Op dinsdag 28 december 2010 te 12:04:56 uur werd er door het Belgische telefoonnummer
[telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 3]).
Inhoud SMS-bericht: Oke
Gespreksnummer 278072328
Op dinsdag 28 december 2010 te 12:20:03 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 3]) een SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Ik heb net nog na gekeken maat hij heeft er nog 16 dus laat maar weten.
Gespreksnummer 278072329
Op dinsdag 28 december 2010 te 12:24:08 uur werd er door het Belgische telefoonnummer
[telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 3]).
Inhoud SMS-bericht: Oke
Plaatsbepalingbaken
Uit de gegevens van het plaatsbepalingbaken van de Alfa Romeo met kenteken [kenteken], die in gebruik is geweest bij [verdachte 3], blijkt dat dit voertuig op 28 december 2010 van 11.55 uur tot 13.13 uur heeft gestaan bij de woning van [verdachte 5], [adres] te Oss.16
(Proces-verbaal plaatsbepalinggegevens [kenteken], bijlage 26 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2], pagina 409)
Camerabeelden
Uit de opgenomen camerabeelden van een in- / uitgang van het woonwagenkamp gelegen aan de [adres] te Oss blijkt dat op 28 december 2010 omstreeks 11.50 uur een Alfa Romeo het woonwagenkamp op rijdt en dat omstreeks 13.13 uur een Alfa Romeo het woonwagenkamp verlaat.17
Gespreksnummer 278064596
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 158)
Op zondag 26 december 2010 te 12:54:24 uur belt [verdachte 4] vanuit de gevangenis naar [verdachte 3].
Samenvatting inhoud telefoongesprek:
[medeverdachte] heeft spierpijn van het vele sporten. Het is stil daar, er staan 12 cellen leeg. [verdachte 3] zegt dat hij morgenvroeg naar de vader van [verdachte 4] gaat omdat hij leuk nieuws heeft. Daarna wil hij met [betrokkene 2] naar Antwerpen en eventueel naar Parijs.
Gespreksnummer 278068704
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 159)
Op maandag 27 december 2010 te 12:54:30 uur belt [verdachte 4] vanuit de gevangenis naar [verdachte 3].
Samenvatting inhoud telefoongesprek:
[verdachte 3] zegt dat hij een paar dagen met [betrokkene 2] weggaat en dan vrijdag weer gaat werken.
[betrokkene 1] komt aan de lijn en geeft de telefoon door aan [verdachte 1], die samen in het winkelcentrum zijn. [verdachte 1] vraagt of hij de brief al heeft gehad. [verdachte 3] komt weer aan de lijn en zegt dat hij nog even naar de vader van [verdachte 4] gaat.
Plaatsbepalingbaken
Uit de gegevens van het plaatsbepalingbaken van de Alfa Romeo met kenteken [kenteken], welke vermoedelijk in gebruik is geweest bij [verdachte 3], bleek dat dit voertuig van dinsdag 28 december 2010 te 17.19 uur tot woensdag 29 december 2010 te 15.01 uur in België was.
(Proces-verbaal plaatsbepalinggegevens [kenteken] , bijlagen 26 en 27 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]", pagina 411-413 en 414-415)
In het proces-verbaal staat vermeld dat [verdachte 4] gedetineerd zat van 22 december 2010 tot 14 januari 2011 in de penitentiaire inrichting te Arnhem.
De rechtbank leidt uit het vorenstaande af dat [verdachte 4] zat gedetineerd en [verdachte 3] tijdelijk in het buitenland verbleef.
Woensdag 29 december 2010
Gespreksnummer 278075063
Op woensdag 29 december 2010 te 11:55:29 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij een onbekend persoon) een SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Hoe laat ben je er
Gespreksnummer 278075064
Op woensdag 29 december 2010 te 12:07:51 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij een onbekend persoon) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Hey hoe laat ben je er
De GSM met nummer [telefoonnummer] maakt voor het verzenden van de laatste twee berichten gebruik van de mast gelegen aan de [adres] te Oss
(Rechtbank: [verdachte 3] is met [betrokkene 2] in België)
Gespreksnummer 278075408
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 160)
Op woensdag 29 december 2010 te 13:47:50 uur belt [verdachte 6] naar [verdachte 5].
[verdachte 6] zegt dat hij in de buurt is en als [verdachte 5] hem nodig heeft dan moet hij maar bellen.
[verdachte 5] zegt dat hij nog niks van "hem" gehoord heeft en dat als "hij" sms't dan ehhhh.
[verdachte 6] zegt dat het goed is.
Gespreksnummer 278077667
Op woensdag 29 december 2010 te 16:26:03 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij een onbekend persoon) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Hoe laat ben je der
Gespreksnummer 278077668 en 278077669
Op woensdag 29 december 2010 te 16:31:39 uur en 16:31:54 uur werden er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) twee SMS-berichten verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij een onbekend persoon).
Inhoud SMS-berichten: Heb je vanmorgen al bericht gestuurd dat die gast de rest niet meer wil hebben,want er zat meth bij! Maar ben nu met iemand anders bezig die misschien nodig heeft dat hoor ik morgen!
Donderdag 30 december 2010
Gespreksnummer 278078337
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 169)
Op donderdag 30 december 2010 te 14:30:03 uur belt [verdachte 4] vanuit de gevangenis naar [verdachte 5].
Inhoud telefoongesprek:
[verdachte 5] zegt dat hij nog steeds geen nieuw nummer van [verdachte 3] heeft en dat die een paar dagen weg is. [verdachte 4] zegt dat hij van mening is dat [verdachte 3] zijn nieuwe nummer zou doorbellen.
Gespreksnummer 278082892
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 171)
Op donderdag 30 december 2010 te 21:53:35 uur wordt [verdachte 5] gebeld door een persoon genaamd [betrokkene 3]
Inhoud telefoongesprek:
[betrokkene 3] vraagt nog niks? [verdachte 5] zegt dat hij niks meer gehoord heeft want die van hem zit achter de deur. Hij is voor de kerst opgelaaien en zit nu in Arnhem. Hij zit een maand gevangenisstraf uit. [verdachte 4] komt op 16 of 17 januari weer vrij. [betrokkene 3] vraagt of [verdachte 3] dan niet iets kan doen. [verdachte 5] zegt dat [verdachte 3] op vakantie is en dat die tot januari weg blijft.
Gespreksnummer 278077749
Op donderdag 30 december 2010 te 11:30:58 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: Kan er nog wat met de prijs gedaan worden v die 16?
Gespreksnummers 278077835 en 278077836
Op donderdag 30 december 2010 te 11:46:34 uur werden er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]) 2 SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-berichten: Nee daar kan niks aan gedaan worden ik kan er zelf 150 meer buren om dat jij de voor keur hebt hebben we het voor jou gehouden kan je der niks mee laat het op tijd weten
Gespreksnummer 278077972
Op donderdag 30 december 2010 te 12:26:57 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: laat je straks weten!
Gespreksnummer 278077973
Op donderdag 30 december 2010 te 12:27:51 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Wel voor 3uur anders kan ik het zo afgeven
Gespreksnummer 278077974
Op donderdag 30 december 2010 te 12:40:59 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: Kan er 10 kwijt hoe laat kan ik die ophalen?
Gespreksnummer 278078144
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 161)
Op donderdag 30 december 2010 te 12:41:55 uur belt [verdachte 1] met het telefoonnummer [telefoonnummer] naar [verdachte 5].
Inhoud telefoongesprek:
[verdachte 1] zegt dat zij tien H-tjes nodig heeft en vraagt hoe laat [verdachte 5] die heeft. Op de achtergrond is te horen dat [betrokkene 1] vraagt hoe laat "ons pap" die kan brengen. [verdachte 1] vraagt vervolgens aan [verdachte 5] hoe laat hij die kan komen brengen. [verdachte 5] vraagt hoeveel. [verdachte 1] zegt tien. [verdachte 5] zegt dat hij die laatste zestien moet vatten anders gaat het niet. [verdachte 1] zegt dat dat goed is. [verdachte 5] zegt alle zestien en dan kan "hij" om dezelfde tijd op dezelfde plaats die halen.
Gespreksnummers 278077975 en 278077976
Op donderdag 30 december 2010 te 12:43:14 en 12:43:42 uur werd er door het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]) een SMS-bericht verzonden naar zowel het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] als naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (beiden in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Nee allemaal zelde tijd zelfde plaats
Gespreksnummer 278077977
Op donderdag 30 december 2010 te 12:46:39 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: Hoezo allemaal? Hoef er maar 10!
Gespreksnummer 278078145
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 162)
Op donderdag 30 december 2010 te 12:47:11 uur belt [verdachte 1] met het telefoonnummer [telefoonnummer] naar [verdachte 5].
Inhoud telefoongesprek:
[verdachte 1] vraagt aan [verdachte 5] hoezo allemaal, hij hoeft er maar tien. L. vraagt of hij ze niet allemaal wil. [verdachte 1] zegt nee tien. [verdachte 5] zegt dat hij wel eventjes gaat overleggen en dat [verdachte 1] tegen hem moet zeggen: "Hij overlegt wel efkes met die andere jongen en dan laat ik het dadelijk wel horen". [verdachte 1] zegt dat dat goed is.
Gespreksnummer 278077978
Op donderdag 30 december 2010 te 12:48:01 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]) een SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Ik laat je zo meer weten
Gespreksnummer 278077979
Op donderdag 30 december 2010 te 12:49:49 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: Ja want ben zo bij die gast en die moet weg om 2 u! Die andere 6 ga ik ook nog mijn best v doen maat!
Gespreksnummer 278078146
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 163)
Op donderdag 30 december 2010 te 12:48:41 uur belt [verdachte 5] naar [verdachte 6].
Inhoud telefoongesprek:
[verdachte 6] neemt op en zegt dat hij er aan komt. [verdachte 5] zegt dat hij [verdachte 6] zo efkes ziet.
Gespreksnummers 278078147 en 278078148
Op donderdag 30 december 2010 te 12:57:44 en 12:57:55 uur vond er een telefoongesprek plaats tussen [verdachte 1] en [verdachte 5]. Door een storing in het tapsysteem werd het telefoongesprek in 2 afzonderlijke gesprekken gesplitst en is in 1 gesprek alleen [verdachte 1] te horen en in het andere gesprek alleen [verdachte 5].
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 164)
[verdachte 1] zegt: Uhm... voor twee uur moet hij het weten van die tien ... en die andere zes komt goed....is goed.. oke is goed..houdoe"
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 165)
[verdachte 5] zegt: Eh...bel me over vijf minuten efkes terug... ja, over een minuut of vijf, zes...OK, houdoe"
Gespreksnummers 278078149 en 278078150
Op donderdag 30 december 2010 te 13:05:54 en 13:06:08 uur vond er een telefoongesprek plaats tussen [verdachte 1] en [verdachte 5]. Door een storing in het tapsysteem werd het telefoongesprek in 2 afzonderlijke gesprekken gesplitst en is in 1 gesprek alleen [verdachte 1] te horen en in het andere gesprek alleen [verdachte 5].
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 166)
In het telefoongesprek waarin [verdachte 5] te horen is zegt hij:
Waar die 'm toen opgepakt het...daar pakt ie 'm nou om zeven uur ook op...ja, nee da's goed... moet ie wel om zeven uur daar zijn he...op diezelfde plaats waar die jongen hem toen opgepakt het, daarachter bij dinges zak maar zegge... ja waar die achter hem aangereden is he..Ok, houdoe"
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 167)
In het telefoongesprek waarin [verdachte 1] te horen is zegt zij: "Ja, schrijf maar op Ja...ja Houdoe.
Gespreksnummer 278077999
Op donderdag 30 december 2010 te 13:07:14 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Om 7uur de zelfde plek daar komt die jongen
Gespreksnummer 278078036
Op donderdag 30 december 2010 te 13:18:20 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: Weet je al wat?
Gespreksnummer 278078037
Op donderdag 30 december 2010 te 13:19:03 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]) een SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2])
Inhoud SMS-bericht: 7uur de zelfde plek daar komt die jongen heen
Gespreksnummer 278078038
Op donderdag 30 december 2010 te 13:20:59 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: Oke 10x dan he! Bij zwb
Gespreksnummer 278078039
Op donderdag 30 december 2010 te 13:24:40 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]) een SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Oké
Gespreksnummer 278078040
Op donderdag 30 december 2010 te 13:26:04 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: Kan ik je ff zien?
Gespreksnummer 278078151
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 168)
Op donderdag 30 december 2010 te 13:26:32 uur belt [verdachte 1] met het telefoonnummer [telefoonnummer] naar [verdachte 5].
Inhoud telefoongesprek:
[verdachte 1]: Hij vraagt: "Kan ik je effe zien?"
[verdachte 5]: Hij kan mij niet kan zien, nee. Da gaat nie. Hij moet er vanavond toch naartoe komen want dan moette maar zegge dat ik zelf op vakantie ben dat ik het laat regelen.
[verdachte 1]: Ok is goed.
Gespreksnummer 278078041
Op donderdag 30 december 2010 te 13:27:56 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]) een SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Nee ben op vakantie maar die jongen komt vanavond
Gespreksnummer 278078043 en 278078153
Op donderdag 30 december 2010 te 13:33:01 en 13:33:14 uur werden er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) 2 SMS-berichten verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-berichten: Oke dan als het maar wel dezelfde kaartjes zijn want was laatste x niet zoals het moest zijn! Maar kon ermee door dus hoop dat hij te vertrouwen is! Ik vertrouw op jou maat!
Gespreksnummer 278078154
Op donderdag 30 december 2010 te 13:49:14 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]) een SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Het zijn het zelfde vertrouw me
Gespreksnummer 278078186
Op donderdag 30 december 2010 te 13:51:44 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: Oke maat!
Gespreksnummer 278078187
Op donderdag 30 december 2010 te 13:51:44 uur werd er door het telefoonnummer
[telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]) een SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Ik zet hem nou uit je ziet hem om 7uur daar goed
Gespreksnummer 278078188
Op donderdag 30 december 2010 te 13:52:35 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (op dat moment in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: Oke
Gespreksnummer 278078461
Op donderdag 30 december 2010 te 14:34:44 uur werd er door het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]) een SMS-bericht verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] op dat moment (in gebruik bij [verdachte 1]).
Inhoud SMS-bericht: Maat moet die overige 6 kaartjes misschien toch hebben! Laat ik je v half 7 weten oke.
Gespreksnummer 278084312
(Bijlage 1 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 170)
Op donderdag 30 december 2010 te 18:02:39 uur belt [verdachte 6] naar [verdachte 5].
Inhoud telefoongesprek:
[verdachte 6]: He [voornaam verda chte 5], met mij. Moet ik er straks heen?
[verdachte 5]: Ja
[verdachte 6]: dan weet ik genoeg.
Observatie
Op donderdag 30 december 2010 werden er in het kader van onderzoek BEGONIA door het observatieteam observaties verricht.
Omstreeks 18:59 uur werd door observant 7 waargenomen dat een witte Peugeot Bipper voorzien van het kenteken [kenteken] het parkeerterrein van het Golfslagzwembad gelegen aan de Euterpelaan te Oss opreed. Observanten 22 en 28 zagen dat de Peugeot Bipper werd geparkeerd en dat de bestuurder in de auto bleef zitten.
Vervolgens zagen observanten 22 en 28 om 19.07 uur dat een grijze Renault Megane station voorzien van het kenteken [kenteken] kort stopte naast de Peugeot Bipper en dat beide voertuigen vervolgens wegreden en dat zij verderop op de parkeerplaats werden geparkeerd. Vervolgens werd door observant 22 waargenomen dat een man, NN1 (later herkend als [verdachte 2]) vanuit de richting van de Peugeot Bipper liep met in zijn handen een klein pakketje van geschat 12 cm x 12 cm x 4 cm en dat [verdachte 2] als passagier in de Renault Megane stapte. In de Renault Megane werden vervolgens twee personen waargenomen.
Omstreeks 19:10 uur werd door observant 22 waargenomen dat [verdachte 2] uit de Renault Megane stapte en dat hij wegliep in de richting van de Peugeot Bipper en dat de alarmverlichting van de Renault Bipper kort knipperde. Tevens werd waargenomen dat [verdachte 2] toen een pakket van circa 40 x 20 x 20cm bij zich droeg en dat hij vervolgens een witte schuifdeur aan de rechterzijde van de Peugeot Bipper opende. Observant 3 zag dat hij enige tijd voorovergebogen in de laadruimte achter de schuifdeur bezig was, waarna door hem de schuifdeur werd gesloten. Vervolgens zagen observanten 3 en 22 dat [verdachte 2] als bestuurder instapte en met de Peugeot Bipper wegreed.
Observant 51 zag dat de Renault Megane voorzien van het kenteken [kenteken] over de Euterpelaan te Oss reed met als bestuurder [verdachte 6].18
Plaatsbepaling Renault Megane [kenteken]
Op 18 november 2010 werd de bij [verdachte 6] in gebruik zijnde Renault Megane, kenteken [kenteken], voorzien van een OT-baken.
Op 30 december 2010 bevond de Renault Megane zich tussen 19:03:34 uur en19:07:57 uur op de Euterpelaan te Oss (rechtbank: adres golfslagbad). Om 19:11:30 uur bevond dit voertuig zich op de Coornhertstraat te Oss en tussen 19:13:30 en 20:21:01 uur op de [adres] te Oss (woonadres [verdachte 5]) te Oss. Om 20:32:23 uur en daarna bevond dit voertuig zich op de [adres] te Oss (woonadres [verdachte 6]).19
Camerabeelden
Uit de opgenomen camerabeelden van een in- / uitgang van het woonwagenkamp gelegen aan de [adres] te Oss blijkt dat op 30 december 2010 omstreeks 19.11 uur een stationcar met dakrail het woonwagenkamp op rijdt. Omstreeks 20.20 uur rijdt de stationcar met dakrail het woonwagenkamp af.20
Verstrekking afscherminformatie
Gezien bovenstaande onderzoeksgegevens van de vermoedelijke levering van verdovende middelen van [verdachte 6] aan [verdachte 2] werd door het onderzoeksteam de Criminele Inlichtingen Eenheid van de Politie Brabant-Noord van bovenstaande in kennis gesteld. Dit met als doel de aanhouding van [verdachte 2] en de inbeslagname van de eventuele aanwezige verdovende middelen.
Door de criminele inlichtingen eenheid (CIE) van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) werd op 30 december 2010 de volgende informatie verstrekt:
"Op donderdag 30 december 2010 wordt door [verdachte 2] een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen vervoerd.[verdachte 2] maakt gebruik van een Peugeot Bibber met het kenteken [kenteken]."21
Vervolg observatie
Nadat de Peugeot het parkeerterrein van het Golfslagbad te Oss had verlaten, zagen verbalisanten 7 en 28 dat de Peugeot Bipper voorzien van het kenteken [kenteken], de autosnelweg A59 opreed richting 's-Hertogenbosch en daarna reed op de A2 richting Utrecht. Op de Rijksweg A2 kreeg de Peugeot Bipper van een opvallende surveillanceauto een stopteken. Vervolgens werd waargenomen dat de bestuurder van de Peugeot dit stopteken negeerde en dat er een achtervolging plaatsvond in 's-Hertogenbosch. Op de kruising Lugteren met de Zwartbroekweg te 's-Hertogenbosch werd de Peugeot Bipper tot stilstand gebracht. Verbalisanten 7, 20 en 51 zagen dat de lichten werden gedoofd waarna NN1 (naar later bleek: verdachte [verdachte 2]) uitstapte en wegrende. Vervolgens werd waargenomen dat [verdachte 2] omstreeks 19:30 uur werd aangehouden door medewerkers van het Korps Landelijke Politiediensten.22
Op donderdag 30 december 2010 werd [verdachte 2] na een korte achtervolging, waarbij hij niet uit het oog is verloren, door verbalisanten aangehouden.23
In beslagname goederen
Nadat [verdachte 2] was aangehouden werd in zijn kleding een mobiele telefoon in beslag genomen.
In de Peugeot Bipper met kenteken [kenteken] werden twee mobiele telefoons, waaronder de nader te noemen Nokia N1208, en een zwarte met vloeistof gevulde, jerrycan in beslag genomen.24
Onderzoek voertuig
Door een medewerker van het Team Forensische Expertise van het Korps landelijke politiediensten werd een technisch sporenonderzoek ingesteld aan het bestelvoertuig Peugeot met kenteken [kenteken].
Daarbij werd vastgesteld dat zich in de laadruimte één doos bevond met daarop geschreven "kerstspullen". In die doos bevonden zich kerstspullen en een jerrycan met als inhoud een transparante vloeistof. Er werd een monster van de vloeistof genomen (AACH6785NL) en dit werd verzonden aan het NFI.
Door een lid van het team forensische opsporing van het KLPD werd een onderzoek ingesteld naar de jerrycan. Daarbij werd vastgesteld dat het een zwarte 10 liter jerrycan betrof, die geheel was gevuld met een heldere vloeistof. Op de zijkant van de jerrycan was het getal 10 aangebracht.25
De inhoud van de jerrycan werden vervolgens op 2 manieren indicatief getest en deze bleken beide positief voor de aanwezigheid van amfetamine-olie.26
Uit het rapport van het NFI blijkt dat het gaat om een vloeistof bevattende amfetamine.27
Uitlezen GSM-toestellen
Uit het onderzoek GSM Nokia 1616-2, welke in beslag werd genomen onder [verdachte 2], bleek dat er in het toestel een SIM-kaart zat met het telefoonnummer [telefoonnummer]. Op de SIM-kaart stond in de contactenlijst, naam: "Fr", telefoonnummer: [telefoonnummer] en "Fr 3" [telefoonnummer].
Het eerst genoemde nummer [telefoonnummer] komt in dit proces-verbaal voor en is in gebruik geweest bij [verdachte 2]. Het tweede nummer is in gebruik geweest bij [verdachte 3].
De op de SIM-kaart opgeslagen inkomende sms-berichten afkomstig van het nummer [telefoonnummer], naam "Fr 3", komen overeen met de sms-berichten.
Op het genoemde GSM-toestel waren eveneens genoemde inkomende berichten opgeslagen.
(Bijlage 35 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 453-473)
Uit het onderzoek GSM Nokia N1208, die eveneens in beslag werd genomen onder[verdachte 2], bleek dat er in het toestel een SIM-kaart zat welke niet kon worden uitgelezen omdat men de pincode niet had. De op het GSM-toestel opgeslagen verzonden sms-berichten aan het telefoonnummer [telefoonnummer] komen overeen met de sms-berichten genoemd in dit proces-verbaal. Uit dit proces-verbaal blijkt dat deze berichten werden verzonden met het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte 2].
Op het GSM toestel Nokia N1208 stonden tevens onderstaande verzonden sms-berichten aan het telefoonnummer [telefoonnummer] (NN) opgeslagen.
Datum en tijd : 30-12-2010 te 12:37:53 uur
Tekst : Hij houd het tot vandaag vast v mij want hij stuurde vanmorgen sms
hoe het zat want hij wist zelf ook iemand had! Dus als je wilt stuur ik hem een bericht dat ik er tien nodig heb. Haal ik die kaartjes wel op moet alleen papieren hebben dan!
Datum en tijd : 30-12-2010 te 12:42:16 uur
Tekst : Oke uurtje ben ik er oke?
Datum en tijd : 30-12-2010 te 13:55:28 uur
Tekst : 10min
(Bijlage 35 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]" pagina 474-488)
Onderstaande berichten komen uit de tapprocedure van het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Gespreksnummer 278086556
Op donderdag 30 december 2010 te 21:14:09 uur (na aanhouding [verdachte 2]) werd er door het telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij een onbekend persoon) een SMS-bericht verzonden naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte 2]).
Inhoud SMS-bericht: Heb je al kaartjes gehaald?
Gespreksnummer 278082899
(Bijlage 1, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", pagina 172)
Op vrijdag 31 december 2010 te 13:00:06 uur belt [verdachte 3] naar [verdachte 5].
Inhoud telefoongesprek:
...
[verdachte 5]: "Die andere jongen die sms-te... die het gisteren ....(onverstaanbaar) ook nog bij gevat".
[verdachte 3]: "Is goed is goed is goed".
[verdachte 5]: "Niet alles he".
[verdachte 3]: "Dat maakt niks uit, is goed".
[verdachte 5]: "Dat maakt niet uit hij zal vandaag wel de rest vatte [verdachte 3]".
[verdachte 3]: "Ja, ja dat maakt niks uit [verdachte 5], komt altijd goed jong".
[verdachte 5]: "Alles komt goed in ieder geval maar zegt maar niks als je hem aan de lijn krijgt".
...
[verdachte 2] heeft verklaard dat hij de Peugeot had gehuurd via [betrokkene 4] die werkt bij het garagebedrijf waar de Peugeot vandaan komt (Nefkens te Eindhoven blijkens bijlage 31 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2], pagina 423). [verdachte 2] heeft de auto voor twee maanden gehuurd. In de auto stond een doos met kerstspullen. Hij had bij zijn aanhouding 3 telefoons bij zich en die zijn allemaal van hem.28
Tevens heeft [verdachte 2] verklaard dat hij aan een ander geld schuldig is en dat die hem onder druk zet waardoor hij in deze situatie is beland. In een van zijn telefoons zat een Belgische kaart. Alle drie de telefoons die bij zijn aanhouding zijn aangetroffen zijn van hem.29
[verdachte 1] heeft verklaard dat [verdachte 4] haar partner is. Ze heeft [verdachte 4] leren kennen op het kamp aan de [adres verdachte 5] te Oss via de zus van [verdachte 4]. Ze verzorgde daar met [betrokkene 1] de vader van [betrokkene 1] en [verdachte 4]. Hij heet [verdachte 5] en ze noemen hem ook vaak [verdachte 5]. [verdachte 3] is een vriend van [verdachte 4] en [verdachte 6] is de man van [betrokkene 5], de oudste zus van [verdachte 4]. Zij wonen aan de [adres] te Oss.30
[verdachte 1] heeft tevens verklaard dat zij bij de politie voor die jongens, [verdachte 3] en [verdachte 4], zit. Zij wil terugkomen op haar eerdere verklaring over de levering van de amfetamine-olie. [verdachte 5] had haar op de 30 december gevraagd of zij de telefoon bij zich wilde houden omdat daar sms'jes op binnen konden komen. [verdachte 5] moest toen naar het kerkhof en hij niet kan lezen en schrijven. Er kwamen die ochtend sms'jes op binnen en zij heeft die berichtjes vervolgens telefonisch met [verdachte 5] doorgesproken. Zij heeft vervolgens naar die persoon ge-smst over hetgeen [verdachte 5] tegen haar vertelde. [verdachte 3], [verdachte 4] en [verdachte 5] houden zich met drugs bezig. Er kwamen veel mensen in de woonwagen van [verdachte 5] en er werd veel gesproken. Ze ving wel eens iets op. Ze weet dat ze in code-geheimtaal spraken als ze het over drugs hadden. [verdachte 3] en [verdachte 4] gingen samen sporten en waren de hele dag op pad.
Het klopt dus dat zij op 30 december telefoongesprekken met [verdachte 5] heeft gevoerd over de SMS-berichten die binnenkwamen op de telefoon die ze van [verdachte 5] had gekregen. Dit was een Nokia. [verdachte 5] gaf de telefoon aan haar en had het over SMS-berichten die zouden binnen kunnen komen. [verdachte 5] kan niet lezen en schrijven. [verdachte 5] was naar de begraafplaats. [verdachte 1] vertelt dat zij aan [verdachte 5] de sms'jes voorgelezen heeft en gevraagd heeft wat zij terug moest zeggen en zij dit vervolgens ook deed. De man had aangegeven dat hij er maar 10 wilde hebben en niet alle 16. Zij heeft alleen de sms verstuurd met "zwb" en dat die "andere jongen" komt.31
Bij de bespreking van deelneming aan een criminele organisatie als bedoeld in de Opiumwet zal de rechtbank ingaan op de omstandigheid dat verdachte deze verklaring ten overstaan van de rechter-commissaris heeft ingetrokken.
[verdachte 5] heeft, toen de politie afgeluisterde telefoongesprekken tussen hem en [verdachte 1] en tussen hem en [verdachte 6] aan hem heeft voorgehouden, verklaard dat [verdachte 1] hem heeft gebeld toen hij op het kerkhof was en dat hij ook heeft gebeld met [verdachte 6].32
De rechtbank is van oordeel dat de rol die [verdachte 1] heeft vervuld dermate belangrijk was dat medeplegen bewezen is. [verdachte 1] heeft immers het contact onderhouden met de afnemer van de amfetamine-olie op een moment dat andere leden van de groepering afwezig waren of daar niet toe in staat waren. Haar bijdrage gaat daarmee verder dan het enkel doorgeven van mededelingen en heeft geleid tot de overdracht van een grote hoeveelheid drugs. Aldus is bewezen dat [verdachte 1] tezamen en in vereniging met anderen ongeveer 10 liter amfetamineolie heeft verkocht, afgeleverd en vervoerd.
- deelneming aan een criminele organisatie als bedoeld in de Opiumwet:
Ter wille van de leesbaarheid van dit vonnis heeft de rechtbank de bewijsmiddelen die zien op het bestaan van een criminele organisatie en de deelname van verdachte daaraan uitgewerkt in de bijlage met de naam "Bewijsmiddelenoverzicht deelname criminele organisatie, 11a Ow".
Daarnaast worden de bewijsmiddelenoverzichten die zien op de afzonderlijke delicten die door anderen binnen het georganiseerde verband zijn gepleegd als bijlagen bij dit vonnis gevoegd.
Het betreft:
- bewijsmiddelenoverzicht "Handel met [betrokkene 6]";
- bewijsmiddelenoverzicht "Handel met [verdachte 7]";
- bewijsmiddelenoverzicht "Handel met [verdachte 8]";
- bewijsmiddelenoverzicht "Handel met [verdachte 2]";
- bewijsmiddelenoverzicht "Handel met Gebruiker [telefoonnummer]".
De rechtbank acht op grond van de weergegeven bewijsmiddelen, maar ook gelet op de bewijsmiddelen die de rechtbank ten aanzien van de afzonderlijke delicten heeft gebruikt, bewezen dat er sprake is van een criminele organisatie die zich bezighield met grootschalige drugshandel.
Immers uit de bewijsmiddelen volgt dat [verdachte 4] en [verdachte 3] zich gedurende een lange periode hebben bezig gehouden met de handel in drugs, met name in amfetamine, en dat zij daar in die periode veel tijd en geld in investeerden en ook veel geld mee verdienden. Ook [verdachte 5] was financieel bij de handel betrokken en hij nam ook wezenlijke beslissingen ten aanzien van de drugshandel. De woning van [verdachte 5] en het woonwagenkamp fungeerden als ontmoetingsplaatsen van de groepering en haar afnemers en in de woning van [verdachte 5] werd het met de handel verdiende geld bewaard. [verdachte 6] zijn aandeel bestond uit het voor de organisatie vervoeren van drugs en voor de productie van synthetische drugs benodigde stoffen en hij stelde zijn garagebox en woning beschikbaar voor de opslag van drugs en/of stoffen die nodig zijn bij de productie of bewerking van amfetamine. Hij kreeg zijn opdrachten van [verdachte 5] en [verdachte 4]. De deelname van [verdachte 1] blijkt met name uit haar betrokkenheid bij de levering van amfetamineolie aan [verdachte 2], maar blijkt ook uit haar deelname in een discussie over de kwaliteit van aan ene [betrokkene 7] geleverde amfetamine in de woning van [verdachte 5].
Een aantal van de leveringen door de organisatie zijn afgevangen door de politie en daarbij zijn amfetamine houdende pasta of olie en voor de productie van synthetische drugs benodigde stoffen in beslag genomen. Uit gesprekken tussen [verdachte 4] en [verdachte 3] volgt dat zij plannen hadden voor de productie van partijen amfetamine van 75 en/of 100 kilogram en dat zij konden beschikken over grote hoeveelheden amfetamineolie. Uit die gesprekken volgt bovendien dat er sprake was van een hiërarchie binnen de groepering: [verdachte 4] en [verdachte 3] bepaalden wat er gebeurde. Bij de onderlinge contacten tussen [verdachte 4] en [verdachte 3] en bij contacten van de organisatie met afnemers en leveranciers ([verdachte 9]) werd vaak gebruik gemaakt van SMS-berichten in versluierd taalgebruik. Zo was zowel voor de organisatie als voor afnemers duidelijk dat met "bij vader" de woning van [verdachte 5] werd bedoeld. [verdachte 3] instrueerde ook anderen ([verdachte 8] en [verdachte 2]) om dat te doen. Er golden wat betreft de wijze van communicatie regels binnen de organisatie en ook in de contacten met derden. In essentie werd communicatie via speciaal daarvoor aangeschafte telefoons uitgevoerd, waarbij verdachten bovendien geregeld van toestel en nummer wisselden.
Gelet op deze beschrijving is er sprake van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband met een bepaalde organisatiegraad. Er waren gemeenschappelijke regels en doelstellingen en er was ook een zekere gelaagdheid en een rolverdeling. Naar buiten toe werd veelal gezamenlijk opgetreden. Dat enkele leden van de organisatie familie van elkaar waren ([verdachte 5], [verdachte 4] en [verdachte 6]) doet aan het vorenstaande niet af, nu duidelijk is dat die familiebanden juist werden benut voor het verwezenlijken van het misdadige doel van de organisatie.
De rechtbank bezigt ondanks de bezwaren van de verdediging de verklaringen van [verdachte 8] tot bewijs.
Dat door de verhorende verbalisanten op [verdachte 8] te veel druk zou zijn uitgeoefend, waardoor niet langer gezegd zou kunnen worden dat hij zijn verklaringen in vrijheid heeft afgelegd, acht de rechtbank ter zitting niet aannemelijk geworden. Het op tafel slaan of het omgooien van een koffiebeker is, voor zover al aannemelijk is dat dit is gebeurd, onvoldoende om tot dat oordeel te kunnen komen. Bij gelegenheid van zijn verhoor op 7 april 2011 te 14:16 uur heeft [verdachte 8] juist verklaard zich opgelucht te voelen nu hij heeft kunnen verklaren dat hij de verdovende middelen heeft gekocht van [verdachte 3], [verdachte 5] en [verdachte 4] en heeft hij gezegd dat hij volledig wilde meewerken aan het onderzoek en dat hij alle vragen naar waarheid zou beantwoorden. Ook heeft [verdachte 8] medegedeeld dat aan hem geen enkele belofte is gedaan en dat hij de verklaring in alle vrijheid heeft afgelegd.
Bij gelegenheid van zijn verhoor bij de rechter-commissaris heeft [verdachte 8] verklaard dat hij bij de politie steeds de waarheid heeft verteld. Het zou volgens hem alleen anders door de politie zijn verwoord. Wat op papier is komen te staan, was niet verzonnen, alleen anders geformuleerd, zo verklaarde hij. Op de vraag wat dan anders zou zijn verwoord, kon hij vervolgens geen antwoord geven aan de rechter-commissaris.
De rechtbank hecht waarde aan de door politie in processen-verbaal vastgelegde verklaringen van [verdachte 8] omdat deze verklaringen op essentiële onderdelen overeenkomen met onderzoeksgegevens van de politie en steun vinden in de verklaringen van [getuige 2] ten overstaan van de rechter-commissaris.
Van een schending van beginselen van een goede procesorde of van het bepaalde in artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering is geen sprake.
Ter terechtzitting is de getuige [verbalisant] gehoord. Hij heeft uitleg gegeven over de wijze van uitluisteren en heeft uitgelegd op grond waarvan hij [verdachte 1] heeft herkend als degene die spreekt. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de bevindingen van de getuige. De rechtbank heeft op verzoek van de verdediging betreffende passage ook nageluisterd waarbij zij heeft waargenomen dat het [verdachte 1] is die heeft gezegd "bevroren".
De aanwezigheid van [verdachte 1] in de woning van [verdachte 5] en haar inbreng in het gesprek op 6 december 2010, acht de rechtbank niet alleen redengevend voor verdachtes wetenschap dat er in harddrugs wordt gehandeld, maar ook voor haar deelname aan de criminele organisatie. Zij bemoeit zich immers met een discussie over de kwaliteit van afgeleverde middelen en haar advies daarin wordt kennelijk overgenomen door [verdachte 4].
De omstandigheid dat verdachte een garagebox heeft gehuurd, acht de rechtbank niet redengevend voor een bewezenverklaring omdat strafbaar gebruik van die box uit het dossier niet is op te maken.
Dat verdachte met haar vriendin [betrokkene 1] (de zus van haar vriend [verdachte 4]) geld heeft opgehaald bij een persoon in Rotterdam, acht de rechtbank evenmin redengevend voor een bewezenverklaring omdat de rechtbank op grond van de inhoud van het dossier niet met de vereiste mate van zekerheid kan vaststellen dat het geld in relatie staat tot de handel in (hard)drugs.
[verdachte 1] heeft ten overstaan van de rechter-commissaris op 30 januari 2012 aangevoerd dat zij de voor haar en anderen belastende verklaring onder druk van de politie heeft afgelegd en zij heeft gesteld dat die verklaring inhoudelijk onjuist is.
De rechtbank houdt haar echter aan de door haar afgelegde verklaringen. De stelling dat zij onder druk gezet is door de politie is niet onderbouwd en is ook niet op andere wijze aannemelijk geworden. De rechtbank acht haar verklaring over de criminele organisatie en de 10 liter amfetamineolie en het beheren van de handelstelefoon betrouwbaar omdat deze steun vindt in de overige bewijsmiddelen.
Voor bewezenverklaring van deelname aan kort gezegd een criminele organisatie voorafgaand aan de maand december 2010 ontbreekt het wettige en overtuigende bewijs, zodat de rechtbank verdachte daarvan vrijspreekt.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1.
op 08 februari 2011 te Oss opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 585 gram van een materiaal bevattende flunitrazepam, zijnde flunitrazepam een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
op 30 december 2010 te Oss tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en vervoerd, ongeveer 10 liter van een materiaal bevattende amfetamine (amfetamine-olie), zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
in de periode van 1 december 2010 tot en met 8 februari 2011 te Oss en/of Eindhoven en elders in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie bestond uit een samenwerkingsverband van haar, verdachte en personen, te weten [verdachte 3] en [verdachte 4] en [verdachte 5] en [verdachte 6], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van
-misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde en vierde lid van de Opiumwet, te
weten het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of
afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of
vervaardigen van middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
en/of
-misdrijven als bedoeld in artikel 10a, eerste lid van de Opiumwet, te weten
het plegen van voorbereidingshandelingen zoals bedoeld in laatstgenoemd
artikel.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het feit.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren met aftrek van voorarrest.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
Namens verdachte is betoogd dat verdachte de slaappillen voor eigen gebruik voorhanden had en niet voor de handel.
Verder is aangevoerd dat verdachte reeds 4 maanden op vrije voeten is en de reclassering heeft geadviseerd een voorwaardelijke straf op te leggen waarbij het goed lopende reclasseringscontact gecontinueerd kan worden. Gelet op de kleine rol van verdachte acht de verdediging de eis van de officier van justitie niet passend.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezig hield met het op grote schaal bewerken en verhandelen van amfetamine en grondstoffen. Zij is als medepleger schuldig aan de levering van 10 liter amfetamine-olie welke hoeveelheid neerkomt op uiteindelijk 10 kilo amfetamine. Zij heeft weloverwogen de werktelefoon overgenomen van twee hoofdverdachten op het moment dat zij als gevolg van vakantie en detentie afwezig waren.
Harddrugs als de onderhavige leveren grote gevaren voor de gezondheid van gebruikers op, waardoor aan de samenleving ernstige schade wordt berokkend.
Verdachte is hier door haar handelen medeverantwoordelijk voor.
Daarnaast heeft verdachte een grote hoeveelheid verboden slaappillen voorhanden gehad.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt. Dit onvoorwaardelijk strafdeel dient naar haar oordeel niet hoger te zijn dan de duur die verdachte reeds in voorarrest heeft ondergaan. De rechtbank zal dan ook het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen. De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank verdachte van het witwasdelict zal vrijspreken en zij van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank zal wel nog een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke straf zal na te noemen bijzondere voorwaarde worden gekoppeld.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 47, 57, 91;
Opiumwet art. 2, 3, 10, 11, 11a.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
Verklaart het onder parketnummer 01/885044-11 tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het tenlastegelegde onder parketnummer 01/886012-11 bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt haar daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. 01/886012-11 feit 1:
opzettelijk handelen met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
T.a.v. 01/886012-11 feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
T.a.v. 01/886012-11 feit 3:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde en vierde lid en 10a, eerste lid van de Opiumwet.
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Zij legt op de volgende straffen.
T.a.v. 01/886012-11 feit 1, feit 2, feit 3:
een gevangenisstraf voor de duur van 540 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht waarvan 209 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2
jaren.
De rechtbank stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Zij stelt als bijzondere voorwaarde:
- dat veroordeelde zich (uiterlijk) binnen 5 werkdagen na datum vonnis meldt bij de reclassering Nederland, toezicht unit Den Bosch.
De rechtbank heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met
ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 12 januari 2012 reeds geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. drs. W.A.F. Damen, voorzitter,
mr. E.C.P.M. Valckx en mr. J.G. Vos, leden,
in tegenwoordigheid van mr. H.J.G. de Bruijn-van der Sluijs en mr. C.A.M. Cox-Wentholt, griffiers,
en is uitgesproken op 14 juni 2012.
1 Proces-verbaal Productie en Opslag drugs p. 24 e.v.
2 Proces-verbaal Handel met [verdachte 7], p. 31, geeft aan dat het de Alfa Romeo van [verdachte 3] betreft, kenteken [kenteken]. Zie ook paragraaf 11 van Dossier "onderzoeksvragen advocatuur, twee mappen, eerste map, onderdeel 11, een niet ondertekend geschrift, kennelijk afkomstig van verbalisant nummer 28, brigadier van politie Brabant-Noord, van wie door [persoon 1], inspecteur van politie en (plv.) teamchef van Team observatie en technische ondersteuning wordt verklaard (op de hierna te noemen vindplaats bij noot 4) dat "verbalisant 28" een bevoegd opsporingsambtenaar is. In dit geschrift wordt vermeld dat deze verbalisant 28 in de auto met kenteken [kenteken] (o.a.) component COv033 heeft geplaatst, aangesloten, gecontroleerd op goede werking en fysiek beveiligd.
3 (o.a.) Bob-dossier [verdachte 4], vanaf 2 juli 2010 omvat de RC-machtiging 126l Sv tevens woning [verdachte 5], zie p 38 en 39, verlengingen p. 41/42, p. 44, p. 47/48, p. 49/50, p. 51/52, p 53/54
4 Dossier "onderzoeksvragen advocatuur, twee mappen, tweede map, onderdeel 25, ambtsedig proces-verbaal van verbalisant nummer 28, brigadier van politie Brabant Noord, van wie door [persoon 1], inspecteur van politie en (plv.) teamchef van Team observatie en technische ondersteuning, wordt verklaard dat verbalisant 28 een bevoegd opsporingsambtenaar is.
5 Proces-verbaal Productie en Opslag drugs p. 165
6 Zie p. 2 van het in noot 4 genoemd proces-verbaal
7 (overzichts-proces-verbaal "Handel met [verdachte 7]" pagina's 27 en verder
8 P. 96 pv dossier "Handel met [verdachte 7]"
9P. 97 pv dossier "Handel met [verdachte 7]"
10 proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] van 17 april 2012, p. 42 en 43, omstreeks 22.10 uur en later is er geen sms-verkeer vastgesteld tussen 7195 en 7096, wel een uur eerder.
11 Bijlage 11 van de map "onderzoeksvragen advocatuur", betreft een niet ondertekend geschrift van een persoon aangeduid als verbalisant 28. In een aanvullend proces-verbaal bij bijlage 25 verklaart [persoon 1] dat verbalisant 28 een bevoegd opsporingsambtenaar is.
12 Kennisgeving van inbeslagneming, p. 9 van het delictproces-verbaal aanwezig hebben van pillen bevattende flunitrazepam, genummerd 29-573806, opgemaakt d.d. 17 augustus 2011 met bijlagen.
13 Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen Begonia, p. 11 van het delictproces-verbaal aanwezig hebben van pillen bevattende flunitrazepam.
14 NFI-rapport d.d. 17 augustus 2011 van dr. Hulshof van het NFI, p. 17-18 van het delictproces-verbaal aanwezig hebben van pillen bevattende flunitrazepam.
15 Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 17 april 2012.
16 Geschrift, bijlage 26 bij delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 409.
17 Uitkijken camerabeelden, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 201-202.
18 Observatie proces-verbaal 30 december 2010, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 195-197.
19 Proces-verbaal plaatsbepaling gegevens, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 417-418.
20 Uitkijken camerabeelden [adres] Oss, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 203-204.
21 Proces-verbaal van bevindingen, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 421-422.
22 Observatie proces-verbaal, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 195-196.
23 Proces-verbaal van bevindingen, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 421-422.
24 Kennisgeving van inbeslagneming, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 426-427.
25 Proces-verbaal onderzoek voertuig, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 432-434.
26 Proces-verbaal van bevindingen, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 451-452.
27 Rapport NFI, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 443-444.
28 Verklaring [verdachte 2], p. 490.
29 Verklaring [verdachte 2], delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 494.
30 Verklaring [verdachte 1] op 15 februari 2011, omstreeks 13.25 uur, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 547.
31 Verklaring [verdachte 1], 24 februari 2011, 10:25 uur, delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 566.
32 Verklaring [verdachte 5], delictdossier "Handel met [verdachte 2]", p. 492.
??
??
28
Parketnummers: 01/886012-11 en 01/885044-11 (ter terechtzitting gevoegd)
[verdachte 1]