ECLI:NL:RBSHE:2012:BW7384
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Overtreding van de Wet bodembescherming door een rechtspersoon met betrekking tot verontreinigde grond
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 4 juni 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een rechtspersoon die werd beschuldigd van het overtreden van de Wet bodembescherming. De tenlastelegging betrof het opzettelijk niet melden van verontreiniging van de bodem bij Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, handelingen heeft verricht die hebben geleid tot de verontreiniging van de bodem met PCB's. De feiten vonden plaats in de periode van 21 januari 2008 tot en met 25 januari 2008 te Veghel, waar de verdachte verontreinigde grond in een bouwput heeft toegepast zonder de vereiste meldingen te doen. De rechtbank heeft de geldboete van € 10.000 opgelegd voor de overtredingen van artikel 27, eerste lid, en artikel 13 van de Wet bodembescherming. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte was van de verontreiniging en dat de handelingen opzettelijk zijn verricht. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet als dader kon worden aangemerkt, maar de rechtbank verwierp dit verweer en concludeerde dat de verdachte een centrale rol speelde in het project. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en de opgelegde straf in overweging genomen, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd.