ECLI:NL:RBSHE:2012:BW6510

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/845192-09
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 25 mei 2012 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die ter beschikking was gesteld na een vonnis van 29 oktober 2009. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, omdat de veiligheid van anderen niet eiste dat de terbeschikkingstelling werd verlengd. De terbeschikkinggestelde verblijft in een kliniek en heeft aangegeven dat hij het eens is met het advies van de kliniek om de terbeschikkingstelling te beëindigen. De deskundigen van de kliniek hebben verklaard dat het recidiverisico laag is en dat de terbeschikkingstelling contraproductief werkt. De rechtbank heeft de verklaringen van de deskundigen en de terbeschikkinggestelde in overweging genomen en geconcludeerd dat de beëindiging van de terbeschikkingstelling verantwoord is. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met de fysieke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde, die rolstoelafhankelijk is, en de bereidheid van de terbeschikkinggestelde om naar een andere instelling te verhuizen waar hij de nodige begeleiding kan krijgen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen voldoende gewaarborgd is bij beëindiging van de terbeschikkingstelling en dat de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling moet worden afgewezen.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/845192-09
Uitspraakdatum: 25 mei 2012
Beslissing terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1969],
verblijvende te [kliniek ] te [gemeente].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 29 oktober 2009 is betrokkene ter beschikking gesteld.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 1 maart 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van 1 jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 mei 2012, nadat op 17 april 2012 het onderzoek was geschorst wegens de verhindering van de raadsman van terbeschikkinggestelde.
De rechtbank heeft de in artikel 509t, lid 1 van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn van 2 maanden, waarbinnen op de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling dient te worden beslist, overschreden. De overschrijding van de termijn is gelegen in het feit dat het op 17 april 2012 aangevangen onderzoek ter terechtzitting in het belang van de terbeschikkinggestelde is aangehouden.
Op 14 mei 2012 zijn de officier van justitie, de deskundigen, de raadsman van de terbeschikkinggestelde mr. R.P. Eefting en terbeschikkinggestelde gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van (plaatsvervangend) hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft mw. drs. M.C.M. Storms, hoofd FPK de Beuken, dhr. Dr. R.C. Brouwers, eerste geneeskundige/psychiater en dhr. Drs. W. Stellingwerf, behandelverantwoordelijke, d.d. 31 januari 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van driemaal poging tot diefstal door middel van braak of inklimming, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
‘(…) Betrokkene verblijft nu zo’n 16 maanden in [stichting]. Betrokkene is een man die weinig vertrouwen heeft in anderen. In februari 2011 is betrokkene overgeplaatst van afdeling [afdeling 1] naar afdeling de [afdeling 2]. Beide afdelingen bevindingen zich in het gesloten gedeelte van [stichting]. In eerste instantie zijn er na de overplaatsing nauwelijks gedragsveranderingen waarneembaar. Betrokkene is moeilijk in het contact en probeert mensen op afstand te houden door te schelden en/of het contact te verbreken. Tevens benoemt hij met grote regelmaat weinig vertrouwen te hebben in andere mensen. Ook jegens zijn behandeling en verblijf op [stichting] heeft hij veel weerstand.
Door een benadering te hanteren die zich kenmerkt door betrouwbaarheid, duidelijkheid en een lage EE (Expressed Emotion), maakt het lastige, verbaal grensoverschrijdende contact van betrokkene plaats voor een meer adequaat contact. Inmiddels lijkt hij zijn verblijf op [stichting] te accepteren, maar wil hij niet behandeld worden. Wel accepteert betrokkene voor de toekomst een perspectief waarin begeleiding en het wonen aan of op een afdeling centraal staan. Het wonen in een beschermde LVG-voorziening behoort hiermee tot de mogelijkheden.
Wanneer de toekomstige vervolgvoorziening qua begeleiding en controle vergelijkbaar is met de huidige afhandeling, maar zich meer richt op wonen dan op behandelen, dan maakt het [stichting] de inschatting dat een overstap verantwoord is. Het recidive risico zal dan, naar alle waarschijnlijkheid, niet toenemen. Bovendien is het risico aanzienlijk gedaald doordat betrokkene’s fysieke gesteldheid hem in de steek laat en hij daardoor rolstoel/rollator afhankelijk is.
Om deze redenen adviseert [stichting] de rechtbank om de TBS met dwangverpleging te beëindigen. Aangezien de TBS-maatregel er niet toe bijdraagt dat betrokkene zich behandelbaar opstelt en het risico door externe factoren aanzienlijk is gedaald, vindt [stichting] dit verantwoord. Tevens biedt de beëindiging van de TBS-maatregel met dwangverpleging meer mogelijkheden op het vinden van een passend woonperspectief. In de tussentijd kan betrokkene zijn verblijf op [stichting] op vrijwillige basis voortzetten. Indien gewenst kan [stichting] nazorg bieden via het poliambulante team, hetgeen de kans op een succesvolle plaatsing in een vervolgvoorziening kan vergroten. (…)’
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik ben het eens met het advies. Er is nu een goede verstandhouding met [kliniek ]. Met het plan dat er nu ligt heb ik eindelijk voor het eerst in dertien jaar de kans om op een goede plek terecht te komen. Ik hoop dat ik naar [naam organisatie] toe kan gaan. Wanneer de terbeschikkingstelling niet beëindigd wordt, kan ik niet naar [naam organisatie]. Ze kunnen daar veel meer voor me betekenen.
De deskundige M.C.M. Storms, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
De opvatting van de kliniek is dat het recidiverisico laag is, wanneer betrokkene onder de huidige condities bij ons in de kliniek verblijft. Dit komt doordat betrokkene goed meewerkt aan de begeleiding en zich aan de afspraken houdt die in het kader van de begeleiding met hem worden gemaakt. Het is heel goed gelukt om met betrokkene tot samenwerking te komen. Hij is bereid en gemotiveerd zich na beëindiging van de terbeschikkingstelling bij ons te voegen en door te stromen naar [naam organisatie] in [gemeente]. Dit is een instelling voor licht verstandelijk beperkte mensen in Brabant. Zij hebben een vergelijkbare structuur. Bij [naam organisatie] zal ook de dagelijkse begeleiding en controle zijn die betrokkene nodig heeft. Deze begeleiding en controle vinden dan echter niet in een strafrechtelijk kader plaats.
Het is nog nooit zo goed gegaan met betrokkene. Ook is het nog nooit zo lang goed gegaan met hem. Behandeling van betrokkene’s problematiek in engere zin is niet haalbaar omdat betrokkene daar niet ontvankelijk voor is. Dit past overigens ook bij zijn persoonlijkheidsproblematiek. Betrokkene heeft weliswaar niet meegewerkt aan behandeling van zijn problematiek in engere zin, maar hij heeft wel meegewerkt aan behandeling/begeleiding in ruimere zin. Betrokkene heeft een persoonlijkheidsstoornis die niet vanzelf over gaat. Er is dus nog steeds sprake van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis bij betrokkene. Hij zal daarmee moeten leven. De behandeling is erop gericht geweest een omgangsstijl uit te dokteren die voor betrokkene aanvaardbaar is. Dat heeft heel goed uitgepakt.
Het recidiverisico is bij ons al laag, maar zal in de door ons geschetste vervolgcontext (bij [naam organisatie]) ook laag zijn. Zijn fysieke beperkingen spelen daarbij tevens een rol. Het recidiverisico wordt hoog geschat wanneer er geen enkele begeleiding meer zou zijn en dat zal in de door ons geschetste vervolgcontext niet het geval zijn.
Betrokkene is niet in staat zich zelfstandig in de samenleving te bevinden. Daarom gaat hij naar een instelling die qua structuur en begeleiding hetzelfde is als de kliniek. Betrokkene zou bij [naam organisatie] op vrijwillige basis verblijven.
Het door ons gegeven advies is ook voor ons buitengewoon ongebruikelijk. We zouden dit advies nooit geven als we dachten dat we met het strafrechtelijk kader iets zouden kunnen bewerkstellingen. Het strafrechtelijk kader werkt contraproductief. Wij zijn ervan overtuigd dat betrokkene de beste kansen heeft wanneer hij naar [naam organisatie] gaat. Wanneer de terbeschikkingstelling van betrokkene onvoorwaardelijk beëindigd wordt, is betrokkene gemotiveerd om met onze begeleiding naar [naam organisatie] te gaan waar hij duurzaam kan verblijven. Dit traject heeft de beste slagingskansen. Het is een unieke samenloop van factoren die maakt dat wij uw rechtbank dit advies van onvoorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling geven.
Op de vraag van uw rechtbank hoe hoog ik het risico schat dat betrokkene terugvalt in middelengebruik kan ik u zeggen dat betrokkene gemotiveerd is om van de harddrugs af te blijven. Hij krijgt methadon om de zucht te kunnen controleren. Wij zijn nog in overleg met [naam organisatie] over eventuele controles op druggebruik.
In theorie is er een mogelijkheid de terbeschikkingstelling voorwaardelijk te beëindigen. Wat ons betreft is een voorwaardelijke beëindiging echter niet nodig. Bovendien zou een voorwaardelijke beëindiging veel weerstand opleveren. Wanneer ons advies gevolgd wordt is er veel meer kans op succes dan met een voorwaardelijke beëindiging. Betrokkene wil gehospitaliseerd worden en dat gaat bij [naam organisatie] gebeuren wanneer ons advies gevolgd wordt.
De deskundige W.H. Stellingwerf, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Er is een wachtlijst voor [naam organisatie]. Met betrokkene is afgesproken dat hij bij ons blijft tot het moment dat hij bij [naam organisatie] terecht kan. De plaats bij [naam organisatie] is voor het leven.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Er is nog steeds sprake van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis. Dat betrokkene een grote weerstand heeft tegen terbeschikkingstelling is voor mij geen reden de terbeschikkingstelling te beëindigen. Dit lijkt me ook niet de oplossing. Ik vorder verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met 1 jaar en daarbij een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling onder de voorwaarde dat betrokkene wordt opgenomen bij [naam organisatie]. Wanneer het advies dat er nu ligt onvoldoende uitgewerkt is om tot een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling te komen, verzoek ik de rechtbank wel een beslissing te nemen op de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling en de zaak voorts aan te houden om te laten onderzoeken of en hoe een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging vorm kan krijgen.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Cliënt kan zich vereniging met het advies van de kliniek. De terbeschikkingstelling van cliënt is gemaximaliseerd tot 3 april 2014 omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor drie pogingen tot diefstal door middel van braak en inklimming. In de kliniek wordt cliënt niet behandeld. Hij woont daar wel adequaat. Gelukkig heeft de kliniek een heel ander traject voor ogen. Wanneer cliënt naar [naam organisatie] gaat, zal het recidiverisico dat nu laag is, laag blijven. Zijn fysieke gesteldheid draagt daar ook aan bij. Cliënt is niet gerecidiveerd wat betreft middelengebruik en hij heeft zich aan alle afspraken en regels gehouden. Cliënt wil graag van de terbeschikkingstelling af. Gelet op het voorgaande concludeer ik dat de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van 1 jaar dient te worden afgewezen.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling niet eist en dat dientengevolge de vordering van de officier van justitie behoort te worden afgewezen.
De rechtbank overweegt hierbij dat deskundige Storms ter zitting heeft verklaard dat [naam organisatie] bereid is tot aansluitende opname van betrokkene en dat deze instelling een met [kliniek ] vergelijkbare structuur heeft en de dagelijkse begeleiding en controle zal kunnen geven die betrokkene nodig heeft. De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder redengevend geacht de mededeling van deskundige Storms ter zitting dat [kliniek ] bereid is betrokkene in haar instelling opgenomen te houden gedurende de wachttijd voor de opname in [naam organisatie] alsook de verklaring van betrokkene dat hij bereid en gemotiveerd is na beëindiging van de terbeschikkingstelling in [kliniek ] te blijven totdat hij naar [naam organisatie] kan doorstromen. Gelet op dit alles en in aanmerking genomen hetgeen is opgemerkt over de fysieke gesteldheid van de betrokkene, een en ander bezien in samenhang met de aard van het gronddelict, komt de rechtbank tot de conclusie dat bij beëindiging van de terbeschikkingstelling de veiligheid van anderen danwel de algemene veiligheid van personen of goederen voldoende zijn gewaarborgd en deze de verlenging van de terbeschikkingstelling derhalve niet eist.
DE BESLISSING
De rechtbank:
Wijst af de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] voornoemd.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.Th. van Vliet, voorzitter,
mr. W. Schoorlemmer en mr. A.M. de Koning, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. Boerboom, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 mei 2012.
Mr. A.M. de Koning is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.