ECLI:NL:RBSHE:2012:BW5811

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825709-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een patiënt met psychische problematiek en recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 16 mei 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een patiënt, geboren in 1952, die verblijft in een kliniek. De patiënt was eerder ter beschikking gesteld door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 4 mei 2010, met een bevel tot verpleging van overheidswege. De officier van justitie heeft op 6 april 2012 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, welke op 3 mei 2012 ter openbare terechtzitting is behandeld. Tijdens deze zitting zijn de officier van justitie, deskundigen, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling is toegepast vanwege ernstige misdrijven, waaronder poging tot moord en diefstal met bedreiging met geweld. De deskundigen hebben in hun verlengingsadvies aangegeven dat de patiënt lijdt aan psychotische en persoonlijkheidsproblematiek, wat zich uit in agressief gedrag. Ondanks medicatie en een gestructureerde omgeving, is er een hoog recidiverisico bij beëindiging van de maatregel. De patiënt heeft aangegeven geen behoefte te hebben aan verdere behandeling en wenst te worden geplaatst in een longcare-voorziening.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, gezien het recidiverisico en de chronische beperkingen van de patiënt. De rechtbank heeft de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, in overeenstemming met het advies van de deskundigen en de officier van justitie. De beslissing is genomen met inachtneming van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/825709-08
Uitspraakdatum: 16 mei 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1952],
verblijvende in [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 4 mei 2010 is betrokkene ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 6 april 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 mei 2012.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het verlengingsadvies van J.H.M. Nijhuis, directeur/hoofd van de inrichting waar de terbeschikkinggestelde verblijft, H. de Boer, psychiater, en R. Panjer, hoofd behandeling, d.d. 28 februari 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van
1) diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en
2) en 3) telkens: poging tot moord,
terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd verlengingsadvies is onder meer het navolgende gesteld:
"(...)
4. Beschouwing en delictgevaar
(...) Momenteel wordt bij patiënt psychotische problematiek, persoonlijkheidsproblematiek en middenproblematiek gediagnosticeerd. De problematiek van de heer [terbeschikkinggestelde] is frequent zichtbaar in zijn gedrag tijdens zijn verblijf in de afdeling.
Patiënt gebruikt in de huidige situatie meerdere antipsychotische medicatie. Ondanks het gebruik van deze medicatie en de strakke externe structuur is soms een toename van achterdocht zichtbaar in zijn verhaal en in zijn gedrag. (...) Zijn achterdocht, alsmede zijn frustratie over zijn eigen situatie en onkunde hebben meermalen geleid tot fysiek agressief gedrag. (...) In de afgelopen periode heeft patiënt zich meermalen verbaal dan wel fysiek agressief getoond. Achteraf kan hij niet reflecteren op dit gedrag en kan hij geen inschatting maken hoe dit voor 'de ander' is. Patiënt leeft in zijn eigen wereld waar enkel zijn eigen beleving centraal staat. Hierin toont hij zich niet begaan met een ieder ander, ondanks dat hij niet geheel sociaal onvaardig is. (...)
Uit het bovenstaande blijkt dat aspecten die zichtbaar zijn in de delictdynamiek nog steeds herkenbaar zijn in het functioneren van de heer [terbeschikkinggestelde].
Patiënt verblijft in een afdeling met een therapeutisch afdelingsmilieu waar de nadruk ligt op het bieden van individuele zorg, structuur en beveiliging. In deze afdeling is met name oog voor de beperkingen van de patiënt en wordt de behandeling niet zozeer gericht op het verwerven van dieperliggende inzichten en complete maatschappelijke resocialisatie.
Gelet op de chronische beperkingen van de patiënt en de behandelgeschiedenis wordt er geen behandeldruk uitgeoefend. Stresserende problemen worden door patiënt niet meer aangegaan wat uiteindelijk binnen de huidige situatie leidt tot een relatieve stabiliteit van het toestandsbeeld. Wanneer patiënt echter wel geconfronteerd wordt met voor hem stresserende omstandigheden vertoont hij direct agressief en vijandig gedrag.
De behandelinspanningen van de afgelopen adviesperiode hebben niet geleid tot reductie van het recidiverisico. Positief is dat er wel sprake is van enige stabilisatie van het toestandsbeeld. Patiënt heeft fysieke agressieve uitbarstingen binnen de afdeling, maar doorgaans kent zijn toestandsbeeld niet veel ups en downs. Patiënt is aanwezig en verblijft in stilte in de afdeling. Tevens is positief dat er geen sprake is van aanwijzingen om middelengebruik te vermoeden. In de huidige situatie is er overeenstemming over medicatiegebruik.
Op grond van dit klinische beeld wordt bij onmiddellijke beëindiging van de thans vigerende maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege de kans op een recidive op langere termijn als hoog getaxeerd.
Dit beeld komt in grote lijnen overeen met de afname van gestructureerde instrumenten voor risicotaxatie. De recente conclusie (februari 2012) luidt:
" Op basis van de informatie uit de risicotaxatie-instrumenten wordt het recidiverisico op een indexdelict (ernstig geweldsdelict) bij onmiddellijke beëindiging van de huidige maatregel zowel op de korte termijn als op de lange termijn als hoog ingeschat.
Het onttrekkingsrisico en recidiverisico bij begeleid verlof wordt als matig ingeschat. Patiënt functioneert het afgelopen jaar stabiel en hij is medicatietrouw. Daarentegen is sprake van zeer ernstige schending van voorwaarden in het verleden, onder andere tijdens begeleide verloven. Dit lijkt een terugkerend patroon: patiënt functioneert (redelijk) stabiel in een setting met voldoende structuur, begeleiding en toezicht. Zodra het regime rondom patiënt losser wordt, loopt het risico erg snel op (onder andere doordat er dan geen toezicht is op medicatie-inname en uit het verleden blijkt dat hij medicatie dan niet of minder regelmatig inneemt waardoor hij destabiliseert)."
De heer [terbeschikkinggestelde] kan de kans op een recidiverisico naar beneden brengen door zich langdurig te laten begeleiden, te leren problemen actief aan te pakken en externe structuur te accepteren. In de huidige situatie accepteert hij de externe structuur, maar is niet te motiveren om zijn problemen actief aan te pakken. Gelet op zijn behandelgeschiedenis is de verwachting dat bij afname van externe structuur patiënt minder bereid is zich hier naar te voegen.
5. Behandelvoornemens
(..) Aan de hand van de risicotaxatie, alsmede door middel van klinische inschatting, kan geconstateerd worden dat langdurige behandeling in het kader van terbeschikkingstelling niet heeft geleid tot reductie van het recidiverisico.
Gelet op zijn voortschrijdende leeftijd en multicomplexe problematiek is patiënt sterk beperkt in zijn mogelijkheden om nu en ook in de toekomst nog te kunnen profiteren van therapieën. Patiënt heeft zelf ook de wens niet om nog behandeld te worden. Hij wenst doorgeplaatst te worden naar een plek voor de langere termijn waar hij kan genieten van zijn rust en hij weinig verantwoordelijkheden heeft.
In het uitzetten van het behandeltraject wordt gezocht naar een manier om tegemoet te komen aan deze wens en tegelijkertijd aan de behoefte van de maatschappij om recidiverisico's te managen. Dit overwegende kan geconcludeerd worden dat patiënt is geïndiceerd voor plaatsing in een longcare-voorziening.(...)
In deze longcare-voorziening dient dan ook tegemoet te worden gekomen aan de behoefte van patiënt aan zorg en structuur alsmede aan beveiliging. De termijn waarop patiënt geplaatst zou kunnen worden in een dergelijke instelling is sterk afhankelijk van ontwikkelingen in de differentiatie tussen longstay- en longcare voorzieningen die momenteel gaande is.
Totdat patiënt uitgeplaatst kan worden is reeds in FPC Oldenkotte ingezet op het optimaliseren van zijn kwaliteit van leven. Aan patiënt wordt werk, sport en vrijetijdsbesteding aangeboden. Tevens heeft hij vrijheden in en rond de kliniek binnen de beveiliging. Hier maakt hij echter weinig gebruik van. In de toekomst kunnen humanitaire begeleide verloven buiten de beveiliging aangevraagd worden. Echter in verband met zijn veelvuldige onttrekkingen aan toezicht tijdens verloven in het verleden en delicten tijdens deze onttrekkingen wordt hier op korte termijn van af gezien.
6. Advies ten aanzien van de wenselijkheid van verlenging van de tbs
Gezien het bovenstaande adviseren wij de ter beschikkingstelling van patiënt te verlengen met twee jaren.(...)"
De terbeschikkinggestelde heeft onder meer verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat redelijk goed. Ik heb weinig zin meer in behandeling.
Ik wil graag terug naar "Veldzicht". Ik wil meer dingen zelf kunnen bepalen. Ik vind het goed zo.
De getuige-deskundige L.L.S. Seegers, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik ben als behandelcoördinator/psycholoog verbonden aan [kliniek]. Patiënt verblijft sedert het najaar 2010 op mijn afdeling.
Met patiënt is afgesproken dat gezocht gaat worden naar een plaats waar niet meer behandeld wordt. We gaan toewerken naar een maximale kwaliteit van leven van patiënt. In het begin is aan patiënt wel behandeling aangeboden maar deze is niet door hem aangenomen. Zijn beperkingen zijn chronisch en niet meer behandelbaar. Alle behandelingen tot nu toe hebben niet geleid tot terugdringen van het recidive-risico. Patiënt is afhankelijk van structuur die hem geboden wordt. Als de stress te hoog wordt, wordt patiënt agressief, zowel verbaal als fysiek óf hij trekt zich juist terug. Patiënt gebruikt de medicatie wel maar begrijpt niet waarom hij deze moet gebruiken. Als patiënt buiten komt dan is de kans groot dat hij stopt met zijn medicatie.
Het wachten is op een opname in een longcare-kliniek. Tussentijds richten wij ons op niet aanbieden van behandeling maar op een maximale kwaliteit van leven.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene is in de huidige situatie niet te motiveren tot behandeling. Er is thans geen actieve behandeling. De instelling richt zich op een maximale kwaliteit van leven voor betrokkene en gaat bezien welke voorziening aan betrokkene geboden kan worden. Dat is echter wel afhankelijk van de politiek. In hetgeen hier ter zitting naar voren is gebracht zie ik geen aanleiding af te wijken van mijn eerdere standpunt dat de maatregel met twee jaren moet worden verlengd.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik refereer mij ten aanzien van de verlenging aan het oordeel van de rechtbank. Ik ken cliënt al lang. Zijn leven is met ups en downs gegaan. Hij heeft een zeer beperkt sociaal netwerk. De familie van cliënt heeft zich na het laatste voorval van hem afgewend. Onlangs heeft cliënt weer contact gekregen met zijn oudste broer. Cliënt heeft zijn draai in "[kliniek]" niet kunnen vinden. Hij heeft het niet op het vrouwelijke personeel. Daarentegen vond hij de medewerkers in "Veldzicht" en "de Pompekliniek" aardig. Hij wil met rust gelaten worden.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld, met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M. Lammers, voorzitter,
mr. N.I.B.M. Buljevic en mr. W. Overbosch, leden,
in tegenwoordigheid van L.F.M. Schulte, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 mei 2012.
Mr. W. Overbosch is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.