RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie ‘s-Hertogenbosch
Zaaknummer : 808011
Rolnummer : 12-1249
Uitspraak : 10 mei 2012
Please Flex BV
gevestigd te Aarle-Rixtel, gemeente Laarbeek
eiseres
gemachtigde Mr. H.A.P. Pijnacker
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
gemachtigde Mr. G.A.M. de Vries
Partijen zullen “Please Flex” en “[gedaagde]” worden genoemd.
Please Flex heeft dit geding aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 30 januari 2012.
[gedaagde] heeft schriftelijk verweer gevoerd.
De kantonrechter heeft bij rolbeslissing een comparitie van partijen bevolen. Deze heeft plaatsgevonden op 26 april 2012.
De uitspraak is bepaald op vandaag.
Partijen hebben op 18 maart 2008 een zogenaamde Payroll-overeenkomst met elkaar gesloten. Ingevolge deze overeenkomst heeft Please Flex in de periode van augustus tot en met september 2010 aan [gedaagde] uitzendkrachten ter beschikking gesteld.
In verband met betalingsproblemen heeft [gedaagde] bij brief van 8 november 2010 aan de advocaat van Please Flex een betalingsvoorstel gedaan, inhoudende de betaling van een bedrag van € 24.500,00 inclusief rente en kosten en onder het voorbehoud van een creditering op grond van de zogenaamde kleine-banen regeling. Hierbij heeft [gedaagde] de advocaat van Please Flex verzocht "bij akkoord geen verdere rechtsmaatregelen te treffen en uw voorbereidingen voor een eventueel faillissement te staken".
Op 15 november 2010 heeft Please Flex de eerste betaling van [gedaagde] conform het betalingsvoorstel ontvangen. Het betrof een bedrag van € 4500,00.
Bij op 19 november 2010 bij de rechtbank Utrecht ingekomen verzoekschrift heeft Please Flex het faillissement van [gedaagde] aangevraagd. Dit verzoek is behandeld in de raadkamer van de rechtbank op 14 december 2010. Bij beschikking van 14 december 2010 is het verzoek afgewezen en is Please Flex veroordeeld in de kosten tot een bedrag van € 452,00. Dit bedrag is door Please Flex niet aan [gedaagde] voldaan.
Tot de datum van de comparitie heeft [gedaagde] aan Please Flex in termijnen een totaalbedrag van € 18.500,00 voldaan.
Please Flex stelt dat zij akkoord is gegaan met het betalingsvoorstel van [gedaagde], zoals vervat in diens brief van 8 november 2010. Zij vordert nakoming van de getroffen regeling en stelt, bij dagvaarding, dat nog een restant vordering van € 8175,95, inclusief rente en kosten, openstaat. Bij de comparitie heeft zij haar vordering verminderd tot € 6000,00.
In het geding vordert zij de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van dit bedrag, te vermeerderen met rente vanaf de dagvaarding en proceskosten.
[gedaagde] bestrijdt de vordering van Please Flex en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen.
Hij stelt dat Please Flex de door hem aangeboden regeling nooit heeft geaccepteerd.
Hij stelt ook, dat uit een "Ultimatum" van Please Flex van 14 oktober 2010 blijkt, dat op dat moment een bedrag openstond van € 18.134,44. Hij stelt dat dit bedrag is voldaan.
Op hetgeen partijen verder ter onderbouwing van hun vordering en verweer hebben gesteld zal de kantonrechter voor zover nodig onder de beoordeling ingaan.
Partijen verschillen van mening over de hoogte van de eind oktober-begin november 2010 openstaande hoofdsom. [gedaagde] beroept zich op een sommatie van Please Flex van 14 oktober 2010 waarin een bedrag genoemd is van € 18.134,44. Please Flex heeft bij de comparitie toegelicht, dat een of meer facturen niet meer in deze sommatie voorkomen omdat deze posten al aan de kredietverzekeraar zouden zijn overgedragen. Zij stelt dat de hoofdsom destijds € 21.090,96 bedroeg, naar de kantonrechter begrijpt, inclusief de aan de kredietverzekeraar overgedragen posten.
De kantonrechter is van oordeel, dat dit geschilpunt geen beoordeling behoeft omdat Please Flex bij dagvaarding heeft gesteld, dat de grondslag van de vordering de nakoming van de betalingsregeling betreft. Dit standpunt is door de gemachtigde van Please Flex bij de comparitie herhaald en verdedigd.
[gedaagde] heeft bestreden, dat tussen partijen een regeling tot stand is gekomen. Hij stelt dat het door hem in zijn brief van 8 november 2010 gedane aanbod niet is aanvaard.
De gemachtigde van Please Flex heeft bij de comparitie gesteld, dat het aanbod door Please Flex of door haar gemachtigde niet expliciet is geaccepteerd. Deze acceptatie zou blijken uit de praktijk. [gedaagde] heeft zijn eigen aanbod gestand gedaan.
Deze redenering is naar het oordeel van de kantonrechter onjuist. Partijen zijn het erover eens, dat [gedaagde] bij brief van 8 november 2010 een betaling in termijnen heeft aangeboden en op 12 november 2010 de eerste betaling, conform de regeling heeft gedaan. Uit de stellingen van Please Flex bij dagvaarding blijkt dat het betreffende bedrag van € 4500,00 op 15 november 2010 door Please Flex is ontvangen. Uit het feit echter dat Please Flex het aanbod niet expliciet heeft aanvaard en vervolgens binnen enkele dagen, te weten op 19 november 2010, het faillissement van [gedaagde] heeft aangevraagd, kan geen andere conclusie volgen, dan dat het aanbod van [gedaagde] door Please Flex is verworpen. Het aanvragen van het faillissement verhoudt zich niet en is niet te rijmen een stilzwijgende aanvaarding van een voorstel voor een minnelijke regeling. Deze faillissementsaanvraag kan bij [gedaagde] niet het vertrouwen hebben opgewekt, dat Please Flex met de voorgestelde regeling wilde instemmen. Na de afwijzing van het verzoek tot faillietverklaring is het voorstel niet alsnog geaccepteerd, gesteld, dat dit na afwijzing nog mogelijk was geweest.
De aan de onderhavige vordering ten grondslag gelegde overeenkomst tot betaling in termijnen is dus niet komen vast te staan. Om deze reden kan de vordering van Please Flex niet worden toegewezen.
Omdat Please Flex ongelijk krijgt zal zij in de kosten van het geding worden veroordeeld.
wijst de vordering van Please Flex af;
veroordeelt Please Flex in de kosten van deze procedure, tot vandaag aan de kant van [gedaagde] begroot op € 500,00, salaris gemachtigde;
Dit vonnis is gewezen door Mr. J.P.M. van der Ham en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 mei 2012 in aanwezigheid van de griffier.