ECLI:NL:RBSHE:2012:BW4635
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Brandstichting en beschadiging van goederen in toiletomgeving
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 10 april 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van brandstichting en beschadiging van goederen. De verdachte had in een toilet in Eindhoven toiletpapier aangestoken, wat leidde tot de gedeeltelijke verbranding van een toiletborstel en een toiletrolhouder. De tenlastelegging was gebaseerd op artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht, dat brandstichting bestraft. Tijdens de zitting op 23 december 2011 werd de zaak aanhangig gemaakt, en de verdachte werd op 5 oktober 2011 in de toiletruimte betrapt op het aansteken van vuur met brandbare stoffen.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden verklaard voor de primair ten laste gelegde brandstichting, en sprak hem daarvan vrij. Echter, de rechtbank achtte het subsidiair ten laste gelegde feit, namelijk de beschadiging van de toiletborstel en toiletrolhouder, wel bewezen. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn financiële situatie en het feit dat hij onder invloed van alcohol en verdovende middelen verkeerde tijdens het plegen van het feit.
De officier van justitie had een geldboete geëist, maar de rechtbank besloot tot een lichtere straf. De verdachte kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaar, en de rechtbank legde als algemene voorwaarde op dat de verdachte zich gedurende de proeftijd niet schuldig mocht maken aan nieuwe strafbare feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en de rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte in overweging genomen.