ECLI:NL:RBSHE:2012:BW4306

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/035330-02
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en voorwaardelijk einde verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 1 mei 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de heer [terbeschikkinggestelde], die ter beschikking was gesteld na een poging tot moord. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege toegestaan. De heer [terbeschikkinggestelde] is sinds 2003 ter beschikking gesteld en zijn terbeschikkingstelling is voor het laatst verlengd op 20 april 2011. De rechtbank heeft verschillende rapportages en adviezen van deskundigen in overweging genomen, waaruit blijkt dat de heer [terbeschikkinggestelde] zijn problematiek erkent en zich leerbaar en begeleidbaar opstelt. De kans op recidive is door deskundigen als laag ingeschat, vooral gezien zijn positieve ontwikkeling en de ondersteuning die hij ontvangt van een forensisch psychiatrisch team en reclassering.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [terbeschikkinggestelde] adequaat omgaat met zijn financiële situatie en een zinvolle dagbesteding heeft, waaronder vrijwilligerswerk. Er zijn echter ook risico's verbonden aan relatievorming, die kunnen worden verminderd door goede begeleiding. De rechtbank heeft besloten dat de verpleging voorwaardelijk kan worden beëindigd, onder strikte voorwaarden, waaronder het niet plegen van strafbare feiten en het blijven op het toegewezen woonadres. De rechtbank heeft ook een aanvullende voorwaarde opgenomen voor een kortdurende opname in de FPC Oldenkotte in geval van crisis.

De beslissing is genomen na een openbare zitting waarin de officier van justitie, deskundigen en de raadsman van de terbeschikkinggestelde zijn gehoord. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar toegewezen, met inachtneming van de adviezen van de deskundigen en de reclassering.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/035330-02
Uitspraakdatum: 01 mei 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling en voorwaardelijk einde verpleging van overheidswege
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1953],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 4 april 2003 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 20 april 2011 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank d.d. 5 maart 2012, strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 april 2012. Hierbij zijn de officier van justitie, de getuige-deskundigen en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van (naam psychiater), psychiater, (naam hoofd behandeling) hoofd behandeling, (naam directeur), directeur hoofd van Oldenkotte, d.d. 7 februari 2012;
- de rapportage geestvermogens van (naam gezondheidspsycholoog), gezondheidspsycholoog, d.d. 2 februari 2012;
- de rapportage geestvermogens van (naam psychiater), psychiater, d.d. 13 februari 2012;
- de rapportage van Reclassering Nederland d.d. 29 maart 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde;
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast terzake van poging tot moord, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
De heer [terbeschikkinggestelde] erkent zijn problematiek, stelt zich leerbaar, open en begeleidbaar op.
Op grond van het klinische beeld wordt bij het vervallen van de thans vigerende maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, de kans op recidive als laag getaxeerd. Het resocialisatietraject (inbedding in woonomgeving, een sociaal netwerk, participatie in de arbeidssfeer en zinvolle vrijetijdsbesteding) speelt een belangrijke rol bij het laag houden van de kans op recidive. Er is sprake van enig risico indien de heer [terbeschikkinggestelde] op termijn een relatie met een partner aangaat. Dit risico kan verminderd worden door goede relatiebegeleiding en het op tijd bespreekbaar maken van irritaties of spanningen. Dit klinische beeld komt overeen met de conclusie van de meest recente afname van gestructureerde instrumenten voor risicotaxatie.
Bij onmiddellijke beëindiging van de huidige maatregel wordt het risico op een geweldsdelict op korte termijn als laag en op lange termijn als laag tot matig geschat. Het risico betreft met name een geweldsdelict in de relationele sfeer.
Hij kan de te verwachten omstandigheden goed hanteren, waarbij enige twijfel bestaat over specifieke omstandigheden. Stresserende omstandigheden zijn: overvragen, betuttelende/
controlerende houding (b.v. van toezicht), machteloosheid, krenkinggevoeligheid en relatievorming. Patiënt wordt ondersteund door een beperkt adequaat sociaal netwerk, bestaande uit het forensisch psychiatrisch team, reclassering en vader.
De heer [terbeschikkinggestelde] heeft zijn intrek genomen in zijn woning aan de [adres] te [woonplaats]. De materiële indicatoren zijn gunstig. Hij gaat adequaat om met zijn enigszins krappe financiële situatie en kan zijn dagstructuur handhaven. Patiënt heeft een adequate dagbesteding, in de vorm van vrijwilligerswerk bij een kringloopwinkel. Daarnaast loopt hij regelmatig hard en heeft hij contact gezocht met de plaatselijke hardloopvereniging. Hij beschikt over voldoende vaardigheden voor proefverlof, al bestaat er enige twijfel over de mate waarin patiënt deze aanwendt. Indien er een relatie ontstaat, zal relatiebegeleiding aangewezen zijn. In goed overleg met de reclassering achten wij het moment aangebroken dat het verantwoord is u te adviseren de tbs met een jaar te verlengen, maar de dwangverpleging te beëindigen. Het recidiverisico schatten wij als dusdanig laag, dat de ten uitvoerlegging verder onder de verantwoordelijkheid van de reclassering kan plaatsvinden.
In voornoemde rapportage van (naam gezondheidspsycholoog), gezondheisdpsycholoog, is onder meer het navolgende gesteld:
Bij betrokkene is sprake ven een stoornis binnen het autisme spectrum. Er zijn veel overlappende symptomen tussen een schizoïde persoonlijkheidsstoornis en een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Het verschil in classificatie heeft weinig of geen consequenties met betrekking tot de bejegening en risicomanagement. Het recidiverisico is op basis van de klinische items laag tot matig. De toekomstige items zijn grotendeels gunstig. Er is bij betrokkene geen sprake van psychopathie. Het is thans realistisch te verwachten dat het reclasseringstoezicht na een jaar afgesloten kan worden. Er zijn veel overlappende symptomen tussen een schizoïde persoonlijkheidsstoornis en een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Het verschil in classificatie heeft weinig tot geen consequenties met betrekking tot bejegening en risicomanagement. Er is op korte termijn sprake van een laag recidiverisico. Op middellange termijn is het recidivegevaar ook laag. Ondergetekende adviseert om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen. De voorwaarden die gesteld zijn aan het proefverlof van betrokkene kunnen met enige tekstuele aanpassingen toegepast worden op een voorwaardelijke beëindiging. Deze zijn relevant en voldoende om het recidiverisico laag te houden.
In voornoemde rapportage van (naam psychiater), psychiater, is onder meer het navolgende gesteld:
Door de kliniek is de diagnose schizoïde persoonlijkheidsstoornis gesteld. Het is de vraag of deze diagnose het best passend is bij de problematiek van betrokkene. Onderzoeker heeft overwogen of er niet eerder sprake is van een stoornis in het autistische spectrum.
Overigens dient vermeld te worden dat er een overlap is tussen de diagnosen schizoïde en schizotypische persoonlijkheidsstoornis, en de stoornissen uit het autistische spectrum, en er discussie is of het wel te onderscheiden stoornissen zijn.
Hoewel de behandeling gunstig is verlopen en in een afrondende fase verkeert is het nog noodzakelijk om de maatregel van TBS te verlengen met één jaar, waarbij geadviseerd wordt het bevel tot verpleging voorwaardelijk te beëindigen. Dit omdat betrokkene nog slechts korte tijd zelfstandig woont en het noodzakelijk is te observeren hoe hij functioneert in een situatie met steeds minder externe sturing en mogelijk toenemende stress.
Betrokkenheid van de kliniek heeft in deze fase van de behandeling geen meerwaarde meer, Toezicht van de reclassering volstaat.
In voornoemde rapportage van de reclassering is onder meer het navolgende gesteld:
Wij adviseren de voorwaardelijke beëindiging toe te kennen aan de heer [terbeschikkinggestelde], met inachtneming van de onderstaande voorwaarden dat:
- betrokkene geen delict pleegt en zich niet buiten de Nederlandse landsgrenzen begeeft;
- betrokkene verblijft op het adres dat hem is toegewezen bij de start van het proefverlof. De heer [terbeschikkinggestelde] zal niet zonder toestemming van de reclassering van woonadres veranderen;
- betrokkene zich actief betoont in een passende dagactiviteit. Dit betreft vrijwilligers- werkzaamheden in Kringloopbedrijf (naam bedrijf). Verandering hierin zal niet zonder toe-
stemming van de reclassering plaatsvinden;
- betrokkene zich houdt aan de voorwaarden, aanwijzingen en afspraken hem gesteld door of namens de Stichting Reclassering Nederland unit Almelo-Zutphen;
- betrokkene bereid is, middels gesprekken met de reclassering, zijn dagelijks functioneren bespreekbaar te maken, zich begeleidbaar op te stellen, opdat hij zichzelf en/of anderen niet in gevaar brengt. Tevens zal de heer [terbeschikkinggestelde] de reclassering inzicht geven in zijn belevingswereld;
- betrokkene zicht geeft op zijn sociale relaties, met name indien dit een vrouw betreft waarbij van relatievorming sprake kan zijn. Mocht er sprake zijn van een relatievorming, is betrokkene bereid relatiebegeleiding te accepteren waarbij het betrekken van de eventuele toekomstige partner in de begeleidingsgesprekken een vereiste is.
De terbeschikkinggestelde heeft terechtzitting verklaard:
Ik werk voor halve dagen in de kringloopwinkel. Ik heb daar hele goede sociale contacten. Ik sport heel veel en ben lid van een atletiekvereniging. Ik wil in (naam woonplaats) of omgeving blijven wonen, omdat ik het daar goed naar mijn zin heb. Het contact met de reclassering verloopt goed. Ik zal de door de reclassering gestelde voorwaarden naleven. Hoewel ik het niet zinvol en dus overbodig acht, stem ik in met een extra voorwaarde, namelijk dat ik in het geval van een crisis voor een korte periode zal worden opgenomen in de FPC Oldenkotte.
De getuige-deskundige (naam getuige-deskundige), optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
De kans op recidive is zo laag dat kan worden overgegaan tot voorwaardelijke beëindiging van de ter beschikkingstelling met dwangverpleging. Ook wij zien aanwijzingen van een stoornis in het autistische spectrum. Omdat er heel veel overlap is ten opzichte van de door ons gestelde diagnose schizoïde persoonlijkheidsstoornis zien wij geen aanleiding hiernaar nader onderzoek in te stellen of de door de reclassering geformuleerde voorwaarden aan te passen.
De getuige-deskundige (naam getuige-deskundige 2), optredend namens de reclassering, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
In de rapportage is inderdaad geen zogenaamde timeout-bepaling opgenomen. Ik stel daarom voor deze voorwaarde daaraan toe te voegen.
De officier van justitie heeft ter zitting gepersisteerd bij zijn vordering en ingestemd met een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging onder de gestelde voorwaarden met als aanvulling een zogenaamde timeout-bepaling.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft onder meer aangevoerd:
In 2009 is gezegd dat betrokkene feitelijk niet meer behandeld hoefde te worden, maar dat aan zijn resocialisatie moest worden gewerkt. Sindsdien is er sprake van een positieve ontwikkeling. Betrokkene maakt hele grote stappen vooruit, ook het afgelopen jaar weer. De kanttekening van de psychiater en de psycholoog dat er sprake is van een stoornis in het autistisch spectrum mag geen invloed hebben op het advies de terbeschikkingstelling voorwaardelijk te beëindigen. In verband hiermee merk ik op dat de deskundigen zich afvragen of er wel sprake is van te onderscheiden stoornissen. Bovendien is gesteld dat het verschil in classificatie weinig of geen consequenties heeft met betrekking tot de bejegening en het risicomanagement. Ik acht het dan ook niet zinvol dat hierover iets in de voorwaarden wordt opgenomen.
De rechtbank verenigt zich met voornoemde adviezen van de deskundigen (namen deskundige 1), het advies van voornoemde inrichting met de daarop door de getuige-deskundige (naam getuige deskundige) ter terechtzitting gegeven toelichting en voornoemd advies van de reclassering met de daarop door de getuige-deskundige (naam getuige-deskundige 2) ter terechtzitting gegeven toelichting.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemenen veiligheid van personen de verlenging van de ter beschikkingstelling eist. Voorts is de rechtbank gelet
op al het vorenstaande van oordeel dat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk dient te worden beëindigd, onder de voorwaarden zoals hierna aangegeven. Hierbij acht de rechtbank het aangewezen dat als aanvullende voorwaarde wordt opgenomen dat betrokkene in geval van een crisis zijn medewerking verleent aan een kortdurende opname van maximaal 2 keer 7 weken in de FPC OldenKotte. De door de reclassering gestelde voorwaarden dienen derhalve aldus te worden uitgebreid.
Gezien de artikelen: 38, 38a, 38d, 38g van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSING
Verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Beëindigt voorwaardelijk de verpleging van overheidswege.
Stelt daarbij als voorwaarden:
- betrokkene zal zich niet schuldig maken aan het plegen van strafbare feiten en zal zich niet buiten de Nederlandse landsgrenzen begeven;
- betrokkene verblijft op het adres dat hem is toegewezen bij de start van het proefverlof. Betrokkene zal niet zonder toestemming van de reclassering van woonadres veranderen;
- betrokkene betoont zich actief in een passende dagactiviteit. Dit betreft vrijwilligers- werkzaamheden in het Kringloopbedrijf. Verandering hierin zal niet zonder toe-
stemming van de reclassering plaatsvinden;
- betrokkene houdt zich aan de voorwaarden, aanwijzingen en afspraken hem gesteld door of namens de Stichting Reclassering Nederland unit Almelo-Zutphen;
- betrokkene is bereid, middels gesprekken met de reclassering, zijn dagelijks functioneren bespreekbaar te maken, zich begeleidbaar op te stellen, opdat hij zichzelf en/of anderen niet in gevaar brengt. Tevens zal betrokkene de reclassering inzicht geven in zijn belevingswereld;
- betrokkene geeft zicht op zijn sociale relaties, met name indien dit een vrouw betreft waarbij van relatievorming sprake kan zijn. Mocht er sprake zijn van een relatievorming, is betrokkene bereid relatiebegeleiding te accepteren waarbij het betrekken van de eventuele toekomstige partner in de begeleidingsgesprekken een vereiste is;
- betrokkene zal, in geval van crisis, zijn medewerking verlenen aan een kortdurende opname van maximaal 2 keer 7 weken in FPC Oldenkotte te Rekken.
Deze beslissing is gegeven door
mr. P.J. Appelhof, voorzitter,
mr. A.M. Kooijmans-de Kort en mr. M.M.J. Nuijten, leden,
in tegenwoordigheid van F.H.M. Klerkx, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 mei 2012.
Mr. Nuijten is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.