ECLI:NL:RBSHE:2012:BW2684
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in schietpartij Eindhoven wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 19 april 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan een poging tot moord op een slachtoffer in Eindhoven. De tenlastelegging betrof een schietpartij die plaatsvond op 29 augustus 2011, waarbij de verdachte zou hebben samengewerkt met een medeverdachte om het slachtoffer van het leven te beroven. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte, onder andere gebaseerd op getuigenverklaringen en de aanwezigheid van een auto die aan de verdachte toebehoorde in de buurt van de plaats delict.
De verdediging betwistte echter de betrokkenheid van de verdachte en voerde aan dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was. De verdediging stelde dat de verklaringen van getuigen niet betrouwbaar waren en dat er geen bewijs was dat de verdachte op het moment van de schietpartij in de buurt van de plaats delict was. De rechtbank heeft de zaak zorgvuldig onderzocht en kwam tot de conclusie dat de bewijsmiddelen niet voldoende waren om de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde feiten vast te stellen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij betrokken was bij de schietpartij en heeft hij hem vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij afgewezen, aangezien de verdachte werd vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de oudste rechter niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.