ECLI:NL:RBSHE:2012:BW2600
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachte van schietpartij in Eindhoven wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 19 april 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van een poging tot moord. De tenlastelegging betrof een schietincident dat plaatsvond op 29 augustus 2011 in Eindhoven, waarbij de verdachte zou hebben geprobeerd een ander van het leven te beroven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De officier van justitie voerde aan dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, onder andere gebaseerd op de herkenning van de verdachte door het slachtoffer en verklaringen van getuigen.
De verdediging pleitte echter voor vrijspraak en betwistte de betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen en de herkenning door het slachtoffer. De rechtbank heeft de verklaringen van zowel het slachtoffer als de getuigen kritisch beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de herkenning van de verdachte door het slachtoffer niet doorslaggevend was, gezien de persoonlijke relatie tussen hen. Bovendien waren er te veel onduidelijkheden en inconsistenties in de verklaringen van de getuigen, waardoor de rechtbank niet met voldoende zekerheid kon vaststellen dat de verdachte de schutter was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de bewijsvoering onvoldoende was om tot een veroordeling te komen. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten en de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De rechtbank heeft de kosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil, aan de benadeelde partij opgelegd. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken.