In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
In aanleg is de heer [terbeschikkinggestelde] zwakbegaafd en kwetsbaar voor paranoïde psychotische episodes.
Ondanks overeenstemming over essentiële behandelpunten, antipsychotische medicatie en het zich onthouden van middelengebruik, blijft patiënt niet gemakkelijk te begeleiden. Patiënt kan moeilijk verdragen dat hij aangesproken wordt, voelt zich snel onder druk gezet en ziet niet de ernst van zijn delict in. Zijn belevingswereld draait primair om hemzelf, waarbij acties enkel worden ondernomen als patiënt daar zelf een doel mee heeft. Hij neemt weinig initiatief aangaande vroegsignalering en voelt zich al snel betutteld. Zo wil hij ook geen Goldsteintraining volgen omdat hij vindt dat hij goed kan communiceren. In de praktijk blijkt echter dat patiënt maar beperkt in staat is zich op een adequate wijze te verhouden tot anderen, zich met name terugtrekt, niet op verbale wijze grenzen kan geven of kan communiceren hoe het met hem gaat.
Patiënt heeft een permanente kwetsbaarheid voor psychoses. Zonder medicatie gedraagt hij zich vijandig, soms agressief en is er nauwelijks contact. In combinatie met zijn overwaardige zelfbeeld laat patiënt zich dan niet bijsturen en of begeleiden. Momenteel accepteert patiënt het behandelbeleid en daarmee de antipsychotische medicatie en het zich onthouden van middelen, echter er is geen sprake van intrinsieke motivatie. De verwachting is dan ook dat patiënt zijn medicatiegebruik stopt bij de beëindiging van de huidige maatregel en start met het gebruik van cannabis. Dit leidt tot een snelle verslechtering van het toestandsbeeld. In combinatie met zijn beperkte sociale vaardigheden en weinig inzicht in eigen beperkingen doet dit het recidiverisico snel stijgen.
Positief is dat er in de afgelopen periode overeenstemming is gevonden over het gebruik van antipsychotische medicatie. Dit heeft geresulteerd in een grote gedragsverandering in de afdeling en verbeterde begeleidbaarheid. De mogelijkheden om te profiteren van het behandelaanbod zijn vergroot en de kwaliteit van leven voor patiënt is verbeterd.
Op grond van dit klinische beeld wordt bij onmiddellijke beëindiging van de thans vigerende maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege de kans op een recidive op een gewelddadig delict als hoog getaxeerd.
De heer [terbeschikkinggestelde] kan de kans op een recidive naar beneden brengen door zich te verzoenen met zijn capaciteiten en beperkingen, zich langdurig te laten begeleiden en zich in te blijven zetten voor de behandeling om te leren om gaan met zijn beperkingen.
In de komende adviesperiode zullen de behandelinspanningen rondom de heer [terbeschikkinggestelde] gericht zijn op een aantal thema’s namelijk ontwikkeling van probleeminzicht, het uitbreiden van zijn vaardigheden en daarnaast het zeer gefaseerd inzetten van zijn resocialisatieproces. Vanwege de beperkte cognitieve capaciteiten van patiënt worden aan patiënt niet te veel behandelmodules tegelijkertijd aangeboden.
Patiënt is extern gemotiveerd en heeft weinig inzicht in zijn problemen. Om dit te verbeteren volgt hij reeds de Libermantraining ‘omgaan met psychotische medicatie’. Bij afronding hiervan zal patiënt ook kunnen beginnen aan de andere Libermantrainingen, gericht op het vergaren van meer inzicht in het omgaan met antipsychotische symptomen, middelengebruik en het effectief indelen van vrije tijd. Zijn Libermantrainers zullen hem hierin begeleiden.
In de afdeling begeleiden zijn zorgplanners patiënt bij het krijgen van meer inzicht in eigen signalen door middel van vroegsignalering. Ook zijn de gesprekken met de zorgplanners erop gericht om zijn inzicht te verbeteren in de relatie tussen de keuzes die patiënt maakt en de consequenties hiervan. Patiënt is reeds aangemeld voor de delictketengroep, waarin patiënt samen met de therapeuten doorneemt hoe hij tot zijn delict is gekomen en welke keuzes hij in de toekomst anders kan maken om een delict te voorkomen.
Na het vergaren van meer inzicht in zijn mogelijkheden en beperkingen zal de behandeling van patiënt gericht zijn op het uitbreiden van zijn vaardigheden om te leren beter met zijn beperkingen om te gaan. Patiënt is geïndiceerd voor de Goldsteintraining, gericht op het verbeteren van zijn praktische vaardigheden ter verbetering van zijn zelfredzaamheid en zo ook in de toekomst zijn zelfstandigheid te kunnen vergroten.
Zijn resocialisatie is zeer recent opgestart door het aanvragen van begeleide verloven. Eveneens zal patiënt op korte termijn overgaan naar een afdeling met meer zelfstandigheid. Aan de hand van de voortgang van deze verloven zal er gekeken worden of onbegeleid verlof aan de orde zal zijn. Op de lange termijn is het doel patiënt uit te laten stromen via onze resocialisatieafdeling [naam afdeling], richting RIBW, wanneer dit haalbaar blijkt. Als dit niet haalbaar is zal patiënt op termijn uitstromen naar de reguliere psychiatrie.
Gezien het bovenstaande adviseren wij de terbeschikkingstellling van de heer [terbeschikkinggestelde] te verlengen met twee jaar.