ECLI:NL:RBSHE:2012:BW0410

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
799419
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst chihuahua pup wegens non-conformiteit en parvovirus besmetting

In deze zaak heeft de eiseres een chihuahua pup, genaamd Chico, gekocht voor € 500,00. Kort na de aankoop vertoonde de pup symptomen van ziekte en overleed binnen enkele dagen. De eiseres stelt dat de pup bij aankoop al besmet was met het parvovirus en vordert terugbetaling van het aankoopbedrag en vergoeding van dierenartskosten van de gedaagde partij. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde partij het aankoopbedrag moet terugbetalen, maar wijst de vergoeding van de dierenartskosten af omdat deze niet voldoende onderbouwd zijn met facturen.

De procedure begon met een dagvaarding en een conclusie van antwoord, gevolgd door een zitting op 8 maart 2012. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij de pup kort voor de verkoop heeft laten inenten tegen het parvovirus. De eiseres heeft echter overtuigend bewijs geleverd dat de pup al bij aankoop besmet was met het virus, wat leidt tot de conclusie dat de koopovereenkomst ontbonden moet worden. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde partij niet kan aantonen dat de pup gezond was bij verkoop, en dat de symptomen die de pup vertoonde, duiden op een besmetting die al voor de verkoop aanwezig was.

De kantonrechter ontbindt de koopovereenkomst en veroordeelt de gedaagde tot terugbetaling van het aankoopbedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De vorderingen van de eiseres voor vergoeding van dierenartskosten en de eigen bijdrage voor de rechtsbijstand worden afgewezen, omdat deze niet voldoende zijn onderbouwd. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van de eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector kanton, locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer : 799419
Rolnummer : 11-11969
Uitspraak : 22 maart 2012
in de zaak van:
[Eiseres],
procederend met een toevoeging, afgegeven op [datum] door de Raad voor Rechtsbijstand ,
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
gemachtigde: mr. F.J.M. Raaijmakers,
t e g e n
[Gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. M. van Dam,
Partijen zullen hierna "[eiseres]" en "[gedaagde]" worden genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de zitting, die op 8 maart 2012 is gehouden en waarbij een kopie van het hondenpaspoort is overgelegd.
Vervolgens is vonnis bepaald op 22 maart 2012.
De feiten
Op 15 juni 2011 heeft [eiseres] een chihuahua pup, genaamd Chico, gekocht van [gedaagde]. Zij heeft daarvoor een bedrag van € 500,00 betaald.
Op 10 juni 2011 heeft [gedaagde] Chico laten inenten tegen onder meer aandoeningen die veroorzaakt worden door het parvovirus. Er zijn, blijkens de bijsluiter van de parvotest (productie 3 bij de conclusie van antwoord), twee vormen van het parvovirus. De meest voorkomende vorm is het enteritis parvovirus. Symptomen daarvan zijn onder meer ernstige bloederige diarree en braken. De meeste infecties zijn het gevolg van contact met besmette ontlasting.
De dag na de aankoop, op 16 juni 2011, is Chico onderzocht door de dierenarts. Er waren toen geen bijzonderheden. Op de derde dag na de aankoop, op 18 juni 2011, kreeg Chico diarree en heeft hij twee keer gebraakt. Verder had hij gebrek aan eetlust. Op de vierde en vijfde dag na aankoop, op 19 en 20 juni 2011, is Chico door de dierenarts onderzocht en behandeld. Op de zesde dag na aankoop, op 21 juni 2011, was Chico erg sloom en is hij opgenomen. De dierenarts heeft toen een parvotest uitgevoerd. Deze test was positief. Volgens de bijsluiter wijst dat op de aanwezigheid van het hondenparvovirus. Ook staat in de bijsluiter dat gezonde dieren positief kunnen reageren als ze getest worden 3 à 10 dagen na een vaccinatie tegen het parvovirus.
Op de zevende dag na aankoop, op 22 juni 2011, is Chico overleden. Op 1 augustus 2011 heeft [eiseres] [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de geleden en te lijden schade.
Een pup krijgt normaal 3 inentingen tegen het parvovirus rond de leeftijd van 6, 8 en 12 weken en vervolgens jaarlijks om zodoende voldoende antistoffen op te bouwen. Omdat een chihuahua pup erg klein is vinden de inentingen wat later plaats, rond de leeftijd van 8, 10 en 14 weken. Het parvovirus heeft een incubatietijd van circa 3 tot 7 dagen (volgens [gedaagde]), dan wel 4 tot 7 dagen (volgens [eiseres]).
Het geschil
[eiseres] vordert:
1. een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst:
* is vernietigd, althans door de rechter wordt vernietigd, wegens dwaling,
* is ontbonden, althans door de rechter wordt ontbonden, wegens het toerekenbaar niet nakomen van de overeenkomst door [gedaagde], op grond waarvan [gedaagde] schadeplichtig is,
2. veroordeling van [gedaagde] tot betaling van:
* de aankoopprijs van € 500,00,
* de kosten van de dierenarts van € 303,24,
* de wettelijke rente vanaf de dag van betaling door [eiseres] tot de dag van betaling door [gedaagde],
* de kosten van de eigen bijdrage voor de verstrekte toevoeging van € 125,00.
[eiseres] voert aan dat Chico is overleden aan de gevolgen van het parvovirus. Zij stelt dat [gedaagde] wist of had moeten weten dat Chico al bij aankoop besmet was met dit virus. Zij had dit aan [eiseres] moeten meedelen. Als [eiseres] had geweten dat Chico besmet was, had zij Chico niet gekocht. [eiseres] beroept zich aldus op dwaling. Verder stelt [eiseres] dat zij mocht verwachten dat Chico, die zij voor € 500,00 heeft gekocht, gezond was. Zij hoefde niet te verwachten dat Chico binnen acht dagen na de aankoop aan parvo zou overlijden. Zij wil het aankoopbedrag terug van [gedaagde]. Zij voert aan dat zij kosten heeft gemaakt om te voorkomen dat Chico zou overlijden. Het gaat om de kosten van dierenarts. Zij wil dat [gedaagde] deze kosten vergoedt. [eiseres] beroept zich hiermee op ontbinding van de koopovereenkomst wegens wanprestatie en op vergoeding van schade wegens wanprestatie.
[gedaagde] voert verweer. Zij stelt dat zij Chico kort vóór de verkoop heeft laten inenten tegen het parvovirus. Dat de op 21 juni 2011 uitgevoerde parvotest positief was, wil volgens haar niet zeggen dat Chico ook daadwerkelijk aan parvo is overleden. Uit de bijsluiter bij de parvotest blijkt dat gezonde dieren positief kunnen testen als de test plaatsvindt binnen tien dagen na de inenting. Daarom staat volgens [gedaagde] niet vast dat Chico aan parvo is overleden. [gedaagde] stelt dan ook dat de vorderingen van [eiseres] moeten worden afgewezen.
De beoordeling
[eiseres] stelt dat [gedaagde] bij de verkoop van Chico heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf. [gedaagde] betwist dat. Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat zij per jaar de puppies van twee nestjes van haar eigen honden verkoopt, alsook de puppies van vier tot vijf nestjes van honden van familieleden. Zij heeft geen inschrijving bij de kamer van koophandel, hanteert geen handelsnaam, heeft geen eigen website, heeft geen kennel of dierenpension en adverteert alleen op marktplaats. De kantonrechter is van oordeel dat onder deze omstandigheden niet geoordeeld kan worden dat sprake is van verkoop van puppies in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Dat betekent dat geen sprake is van een consumentenkoop en dat de daarmee samenhangende beschermende bepalingen voor de koper niet van toepassing zijn. De vorderingen zullen daarom worden beoordeeld aan de hand van de bepalingen die gelden voor een niet-consumentenkoop.
[eiseres] mocht er, mede gelet op de hoogte van het betaalde bedrag, van uit gaan dat Chico bij de aankoop gezond was, dat wil zeggen niet besmet was met het parvovirus en daar niet kort na aankoop aan zou overlijden. Dat betekent dat [gedaagde] een niet besmette pup moest leveren aan [eiseres], die niet kort na aankoop aan die besmetting zou overlijden. Volgens [eiseres] was Chico bij aankoop al besmet met het parvovirus en is Chico aan de gevolgen van dat virus overleden. [gedaagde] betwist dat. [eiseres] moet daarom bewijzen dat Chico bij aankoop al besmet was met het virus en als gevolg daarvan is overleden. De kantonrechter acht in dat verband de volgende feiten en omstandigheden van belang.
Chico had op de derde dag na aankoop symptomen die passen bij het parvovirus, te weten diarree en braken. [gedaagde] stelt dat deze symptomen niet expliciet genoeg zijn voor parvo omdat geen sprake was van bloederige en sterk ruikende diarree. De kantonrechter volgt die stelling niet omdat [eiseres] ter zitting heeft bevestigd dat daar wel sprake van was. Bovendien geldt dat de geconstateerde symptomen voor de dierenarts aanleiding waren om een parvotest uit te voeren. De parvotest is uitgevoerd op de elfde dag na de inenting en was positief. [gedaagde] voert onder verwijzing naar de bijsluiter aan dat de test na inenting een vertekend beeld kan geven. De kantonrechter volgt ook dat standpunt niet. De bijsluiter meldt dat een gezond dier positief kan reageren op de test als het dier wordt getest
3 à 10 dagen na een inenting tegen het parvovirus. Bij Chico is de parvotest uitgevoerd op de elfde dag na de inenting. [gedaagde] stelt dat de test ook op de elfde dag nog een vertekend beeld kan geven omdat een chihuahua pup zeer klein is en eenzelfde dosering toegediend krijgt als een zwaardere pup, waardoor de inenting bij een chihuahua pup langer kan doorwerken. Ook dit standpunt wordt niet gevolgd. De bijsluiter is een algemene bijsluiter en maakt geen onderscheid tussen de grootte van het dier. Om die reden moet er van uitgegaan worden dat bij het genoemde aantal dagen al rekening is gehouden met een ruime marge in verband met de mogelijke grootte van het dier. Bovendien is Chico niet, zoals gebruikelijk voor een pup, na 6 weken ingeënt maar na 8 weken, toen hij al wat groter was. Verder overweegt de kantonrechter dat Chico kort na aankoop is overleden. De kantonrechter acht niet aannemelijk dat Chico is overleden aan de gevolgen van die inenting. Verder wijst [gedaagde] er op dat een pup die het nest verlaat en overgaat naar een nieuwe eigenaar vaak aan stress lijdt en daardoor gebrek aan eetlust heeft en diarree, maar de kantonrechter acht evenmin aannemelijk dat Chico is overleden aan de gevolgen van stress. Bovendien vermeldt de bijsluiter dat de meeste infecties het gevolg zijn van contact met besmette ontlasting. [eiseres] heeft op zitting verklaard dat zij geen andere honden in huis heeft gehad of heeft toegelaten en dat zij Chico niet mee naar buiten heeft genomen, anders dan naar de dierenarts. [gedaagde] voert aan dat Chico het virus opgelopen kan hebben bij het eerste bezoek aan de dierenarts op 16 juni 2011, de dag na aankoop. De kantonrechter volgt die stelling niet. Op de derde dag na aankoop had Chico al de ziekteverschijnselen die passen bij het parvovirus en gelet op de incubatietijd van 3 (althans 4) tot 7 dagen moet het virus dus al eerder zijn opgelopen dan op 16 juni 2011. Bovendien ligt het niet voor de hand dat Chico bij het bezoek aan de dierenarts is blootgesteld aan met het parvovirus besmette ontlasting.
Gelet op al het voorgaande acht de kantonrechter [eiseres] geslaagd in het bewijs dat Chico op het moment van koop al besmet was met het parvovirus en daar vervolgens aan is overleden. Omdat [gedaagde] een besmette pup heeft geleverd die aan de gevolgen van die besmetting is overleden, mag [eiseres] de koopovereenkomst ontbinden. [gedaagde] heeft gesteld dat haar niet kan worden toegerekend dat Chico besmet was. Wat daar ook van zij, de eventuele afwezigheid van toerekenbaarheid staat op grond van de wet niet aan ontbinding in de weg. Omdat gesteld noch gebleken is dat [eiseres] de koopovereenkomst zelf al heeft ontbonden, zal de kantonrechter de overeenkomst ontbinden. Die ontbinding leidt ertoe dat [gedaagde] het aankoopbedrag van € 500,00 aan [gedaagde] moet terugbetalen. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf de dag van dit vonnis omdat pas met de ontbinding een verplichting tot terugbetaling ontstaat. Omdat de gevorderde ontbinding zal worden toegewezen, kan in het midden blijven of sprake is van dwaling.
[eiseres] vordert vergoeding van de kosten van de dierenarts. Zij heeft geen onderbouwing van deze kosten gegeven en heeft nagelaten de facturen van de dierenarts te overleggen. Alhoewel zij de facturen al bij dagvaarding had kunnen overleggen, heeft zij dat niet gedaan. Ook heeft zij de facturen niet voorafgaand aan de comparitie toegezonden. Van de gemachtigde van [eiseres] had verwacht mogen worden dat zij deze facturen in het geding had gebracht. Omdat de gevorderde schade niet is onderbouwd, zal het gevorderde bedrag van € 303,24 worden afgewezen.
De gevorderde vergoeding van de eigen bijdrage in het kader van de verstrekte toevoeging (€ 125,00) zal worden afgewezen. De eigen bijdrage is betaald in verband met het voeren van de onderhavige procedure. Naast een proceskostenveroordeling volgens het liquidatietarief bestaat geen wettelijke grondslag voor een veroordeling tot vergoeding voor de eigen bijdrage. Van buitengerechtelijke kosten die voor aparte vergoeding in aanmerking komen naast een proceskostenveroordeling is niet gebleken.
[gedaagde] wordt grotendeels in het ongelijk gesteld. Zij wordt daarom veroordeeld in de kosten van de procedure.
De beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen gesloten koopovereenkomst met betrekking tot de chihuahua pup Chico,
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een bedrag van € 500,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiseres] tot aan deze uitspraak begroot op € 368,81, waarvan te voldoen aan:
a. de griffier, door overschrijving op rekeningnummer 56.99.90.572 t.n.v. Arrondissement 's-Hertogenbosch onder vermelding van het zaaknummer en rolnummer van deze zaak:
- € 97,81 wegens dagvaardingskosten,
b. aan [eiseres]:
- € 71,00 wegens door haar betaald griffierecht,
- € 200,00 wegens salaris gemachtigde (niet met btw belast),
verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van der Weij, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2012.
Zaaknummer: 799419 blad 5
vonnis