ECLI:NL:RBSHE:2012:BV7820

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/845395-11
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake meervoudige zedendelicten met betrekking tot minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 6 maart 2012 een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van meerdere zedendelicten gepleegd tegen zijn stiefdochter en dochter, alsook tegen zijn stiefkind. De tenlastelegging omvat ernstige beschuldigingen van ontuchtige handelingen en seksueel binnendringen van de lichamen van de slachtoffers, die minderjarig waren ten tijde van de feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De verdachte heeft de feiten grotendeels bekend, maar betwist enkele details van de beschuldigingen. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en de verdachte zorgvuldig gewogen en is van oordeel dat er voldoende bewijs is voor de bewezenverklaring van de feiten. De rechtbank heeft echter ook aangegeven dat zij onvoldoende geïnformeerd is over de meest passende vorm van terbeschikkingstelling (TBS) voor de verdachte. Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en de reclassering te verzoeken een rapport op te stellen over de mogelijkheden van TBS met voorwaarden of met dwangverpleging. De rechtbank heeft de zaak geschorst tot de volgende zitting op 16 mei 2012, waarbij de deskundigen zullen worden gehoord over het recidiverisico en het behandeltraject voor de verdachte.

Uitspraak

Tussenvonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/845395-11
Datum uitspraak: 06 maart 2012
Tussenvonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1967],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit tussenvonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 21 februari 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 18 januari 2012.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 28 juli 2006 tot en met 31 december 2009 te Veghel, met zijn, verdachtes, stiefdochter, te weten, [slachtoffer 1] (geboren op [1994]), die aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd en die (tevens) de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte (telkens)
- de (onder)kleding van voornoemde [slachtoffer 1] verschoven en/of
- de borsten en/of billen van voornoemde [slachtoffer 1] betast en/of
- de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] gelikt en/of betast en/of
- zijn, verdachtes, penis en/of een of meer vinger(s) in/tegen de schaamstreek en/of in/tegen de vagina en/of schaamlippen van voornoemde [slachtoffer 1] geduwd en/of gebracht en/of gehouden en/of
- zijn, verdachtes, penis en/of een of meer vinger(s) in de anus van voornoemde [slachtoffer 1] gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 1] gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis laten betasten door voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- door voornoemde [slachtoffer 1] een vinger in zijn, verdachtes, anus laten brengen en/of
- het betasten van zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van, in elk geval in de directe nabijheid van en zichtbaar voor voornoemde [slachtoffer 1];
art. 245 Wetboek van Strafrecht
2.
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 8 februari 2006 tot en met 27 september 2011 te Veghel, met zijn, verdachtes, dochter, te weten, [slachtoffer 2] (geboren op [2002]), die aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd en die (tevens) de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte (telkens)
- de (onder)kleding van voornoemde [slachtoffer 2] verschoven en/of
- de borsten en/of billen van voornoemde [slachtoffer 2] betast en/of
- de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] gelikt en/of betast en/of
- zijn, verdachtes, penis en/of een of meer vinger(s) in/tegen de schaamstreek en/of in/tegen de vagina en/of schaamlippen van voornoemde [slachtoffer 2] geduwd en/of gebracht en/of gehouden en/of
- zijn, verdachtes, penis en/of een of meer vinger(s) in de anus van voornoemde [slachtoffer 2] gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 2] gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis laten betasten door voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- door voornoemde [slachtoffer 2] een vinger in zijn, verdachtes, anus laten brengen en/of
- het betasten van zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van, in elk geval in de directe nabijheid van en zichtbaar voor voornoemde [slachtoffer 2];
art. 244 Wetboek van Strafrecht
3.
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 13 juni 2002 tot en met 12 juni 2008 te Veghel, met zijn, verdachtes, stiefkind, te weten [slachtoffer 3] (geboren op [1996]), die aan zijn, verdachtes, zorgen/of waakzaamheid was toevertrouwd en die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen
van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte (telkens)
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] betast en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 3] gebracht en/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] in zijn, verdachtes, mond gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis en/of een of meer vinger(s) in de anus van voornoemde [slachtoffer 3] gebracht
- door voornoemde [slachtoffer 3] een vinger in zijn, verdachtes, anus laten brengen;
art. 244 Wetboek van Strafrecht
4.
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 13 juni 2008 tot en met 07 november 2011 te Veghel, met zijn, verdachtes, stiefkind, [slachtoffer 3] (geboren op [1996]), die aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd en die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte (telkens)
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] betast en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 3] gebracht en/of
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] in zijn, verdachtes, mond gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis en/of een of meer vinger(s) in de anus van voornoemde [slachtoffer 3] gebracht
- door voornoemde [slachtoffer 3] een vinger in zijn, verdachtes, anus laten brengen;
art. 245 Wetboek van Strafrecht
Tengevolge van een kennelijke omissie in de tenlastelegging begaan, is ten aanzien van feit 3 tussen de woorden 'een of meer' en 'handelingen' het woord 'ontuchtige' weggevallen. De rechtbank herstelt deze omissie en leest het woord 'ontuchtige' in die zinsnede als vermeld in. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De overwegingen ten aanzien van het bewijs.
De verdachte heeft de tenlastegelegde feiten bekend, zoals in de aangifte en de verklaringen van zijn (stief-)kinderen is weergegeven, uitgezonderd het navolgende.
Ten aanzien van feit 2:
De verdachte heeft betwist dat hij het lichaam van zijn dochter [slachtoffer 2] is binnengedrongen. Hij geeft toe dat hij met zijn geslachtsdeel in de buurt van de vagina en anus van [slachtoffer 2] is geweest en dat hij daarbij hooguit een klein stukje in de vagina en kont van [slachtoffer 2] is gekomen, maar dat dit niet hetzelfde is als binnendringen.
Ten aanzien van feit 3 en feit 4:
Daarnaast heeft verdachte betwist dat hij het lichaam van zijn stiefzoon [slachtoffer 3] meerdere malen is binnengedrongen. Hij heeft de anus van [slachtoffer 3] éénmaal gepenetreerd. Dat heeft een keer onder de douche plaatsgevonden. Verdachte geeft toe dat hij met zijn geslachtsdeel vaker in de buurt van en een klein stukje in de anus van [slachtoffer 3] is gekomen, maar dat dit niet hetzelfde is als binnendringen.
De rechtbank is van oordeel dat volgens vaste jurisprudentie van de hoge raad al snel sprake kan zijn van het binnendringen van het lichaam. Verdachte is gelet op de verklaringen van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] tijdens het uitvoeren van de seksuele handelingen met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] telkens althans meerdere malen met zijn geslachtsdeel in de buurt van en een (klein) stukje in de vagina en anus van [slachtoffer 2] en een (klein) stukje in de anus van [slachtoffer 3] gekomen. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij gezien heeft dat verdachte met zijn geslachtsdeel in de anus van [slachtoffer 3] drong en dat ze aan het gezicht van [slachtoffer 3] kon zien dat [slachtoffer 3] dat niet fijn vond. [slachtoffer 3] probeerde dan weg te komen en dat kan hij dan steeds niet. Ze heeft daarbij gezegd dat het steeds was als [slachtoffer 3] 'met veertien dagen in de week komt', in de tijd dat hij één weekend wel en één weekend niet thuis kwam. Daarbij komt dat verdachte zich heeft laten pijpen door zowel [slachtoffer 2] als door [slachtoffer 3].
Onder de gegeven omstandigheden is in de onderhavige strafzaak ook ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 sprake van het meermalen binnendringen van het lichaam.
De rechtbank acht de feiten wettig en overtuigend bewezen als hierna te melden.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
Ten aanzien van feit 1:
meermalen in de periode van 28 juli 2006 tot en met 1 februari 2009 te Veghel, met zijn, verdachtes, stiefdochter, te weten, [slachtoffer 1] (geboren op [1994]), die aan zijn, verdachtes, zorg en waakzaamheid was toevertrouwd en die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte (telkens)
- de borsten en billen van voornoemde [slachtoffer 1] betast en
- de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] gelikt en betast en
- zijn, verdachtes, penis en een of meer vinger(s) in/tegen de schaamstreek en in/tegen de vagina en schaamlippen van voornoemde [slachtoffer 1] geduwd en/of gebracht en gehouden en
- zijn, verdachtes, penis en een of meer vinger(s) in de anus van voornoemde [slachtoffer 1] gebracht en
- zijn, verdachtes, penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 1] gebracht en
- zijn, verdachtes, penis laten betasten door voornoemde [slachtoffer 1] en
- door voornoemde [slachtoffer 1] een vinger in zijn, verdachtes, anus laten brengen en
- zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van voornoemde [slachtoffer 1] betast;
Ten aanzien van feit 2:
meermalen in de periode van 8 februari 2006 tot en met 27 september 2011 te Veghel, met zijn, verdachtes, dochter, te weten, [slachtoffer 2] (geboren op [2002]), die aan zijn, verdachtes, zorg en waakzaamheid was toevertrouwd en die de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2], hebbende verdachte (telkens)
- de borsten en billen van voornoemde [slachtoffer 2] betast en
- de vagina van voornoemde [slachtoffer 2] gelikt en betast en
- zijn, verdachtes, penis en een of meer vinger(s) in/tegen de schaamstreek en in/tegen de vagina en schaamlippen van voornoemde [slachtoffer 2] geduwd en/of gebracht en gehouden en
- zijn, verdachtes, penis en een of meer vinger(s) in de anus van voornoemde [slachtoffer 2] gebracht en
- zijn, verdachtes, penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 2] gebracht en
- zijn, verdachtes, penis laten betasten door voornoemde [slachtoffer 2] en
- door voornoemde [slachtoffer 2] een vinger in zijn, verdachtes, anus laten brengen en
- zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van voornoemde [slachtoffer 2] betast;
Ten aanzien van feit 3:
meermalen in de periode van 13 juni 2002 tot en met 12 juni 2008 te Veghel, met zijn, verdachtes, stiefkind, te weten [slachtoffer 3] (geboren op [1996]), die aan zijn, verdachtes, zorg en waakzaamheid was toevertrouwd en die toen de leeftijd van twaalf
jaren nog niet had bereikt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte (telkens)
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] betast en
- zijn, verdachtes, penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 3] gebracht en
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] in zijn, verdachtes, mond gebracht en
- zijn, verdachtes, penis en een of meer vinger(s) in de anus van voornoemde [slachtoffer 3] gebracht en
- door voornoemde [slachtoffer 3] een vinger in zijn, verdachtes, anus laten brengen;
Ten aanzien van feit 4:
meermalen in de periode van 13 juni 2008 tot en met 07 november 2011 te Veghel, met zijn, verdachtes, stiefkind, [slachtoffer 3] (geboren op [1996]), die aan zijn, verdachtes, zorg en waakzaamheid was toevertrouwd en die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte (telkens)
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] betast en
- zijn, verdachtes, penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 3] gebracht en
- de penis van voornoemde [slachtoffer 3] in zijn, verdachtes, mond gebracht en
- zijn, verdachtes, penis en een of meer vinger(s) in de anus van voornoemde [slachtoffer 3] gebracht en
- door voornoemde [slachtoffer 3] een vinger in zijn, verdachtes, anus laten brengen.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het feit.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn thans geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
Heropening en schorsing van het onderzoek:
De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek niet volledig is geweest. Daarom zal dit worden heropend. De rechtbank is voorshands van oordeel dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling dient te worden opgelegd. De rechtbank acht zich echter onvoldoende geïnformeerd over de vraag welke variant (tbs met voorwaarden of tbs met dwangverpleging) de meest passende is.
Daarom zal de rechtbank bepalen dat de psycholoog en psychiater die in deze zaak hebben gerapporteerd beiden als deskundige ter zitting zullen worden gehoord. De rechtbank wenst van de deskundigen met name een nadere toelichting op hun inschatting van het recidiverisico op korte en lange termijn, het door hen voorgestelde behandeltraject en het voorgestelde juridische kader waarbinnen dit behandeltraject vorm zou moeten krijgen.
Voorts zal de rechtbank de reclassering opdragen een zogenaamd 'maatregelrapport' op te stellen. Onderzocht dient te worden of in de visie van de reclassering de maatregel van tbs met voorwaarden voldoende waarborgen biedt ter bescherming van de samenleving tegen verdachte. Bij een bevestigend antwoord op deze vraag dient de reclassering voorwaarden te formuleren waaraan verdachte zich in het kader van deze maatregel zou moeten houden. Gelet op de recent door de wetgever verruimde mogelijkheden tot het opleggen van een gevangenisstraf naast een tbs met voorwaarden dient de reclassering er bij het formuleren van de voorwaarden rekening mee te houden dat verdachte mogelijk eerst een gevangenisstraf van langere duur zal moeten uitzitten.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
Ten aanzien van feit 1, feit 2, feit 3, feit 4:
Heropent het onderzoek ter terechtzitting;
- gelast de officier van justitie om de reclassering een 'maatregelrapport' op te laten maken, waarin wordt onderzocht of in de visie van de reclassering de maatregel van tbs met voorwaarden voldoende waarborgen biedt ter bescherming van de samenleving tegen verdachte. Bij een bevestigend antwoord op deze vraag dient de reclassering voorwaarden te formuleren waaraan verdachte zich in het kader van deze maatregel zou moeten houden. Gelet op de verruimde mogelijkheden tot het opleggen van een gevangenisstraf naast een tbs met voorwaarden dient de reclassering er bij het formuleren van de voorwaarden rekening mee te houden dat verdachte mogelijk eerst een gevangenisstraf van langere duur zal moeten uitzitten;
- schorst het heropende onderzoek hiertoe voor bepaalde tijd tot de terechtzitting van 16 mei 2012 te 10.30 uur;
(de meervoudige kamer met mrs. C.A. Mandenmakers en S.J.W. Hermans)
- beveelt de oproeping van verdachte tegen het tijdstip van de nadere zitting met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van verdachte, mr. D. Koningsbloem;
- beveelt de oproeping tegen het tijdstip van de nadere zitting van de deskundigen, te weten mw. drs. S. Labrijn, GZ-psycholoog, en dr. J.J.M. van Hoof, zenuwarts;
- beveelt de kennisgeving van dat tijdstip aan de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en aan de gezinsvoogd/verzorger van [slachtoffer 2];
- stelt de termijn van de schorsing van het heropende onderzoek op langer dan één maand na heden, doch een termijn van drie maanden niet te boven gaande, om de klemmende redenen dat alle binnen één maand na heden te houden terechtzittingen reeds zijn geappointeerd en geen ruimte bieden om deze zaak alsdan te behandelen en omdat niet valt te verwachten dat het maatregelrapport binnen één maand na heden gereed zal zijn.
Dit tussenvonnis is gewezen door:
mr. C.A. Mandemakers, voorzitter,
mr. P.P.M. Rousseau en mr. S.J.W. Hermans, leden,
in tegenwoordigheid van M.J.H. Rijnbeek, griffier,
en is uitgesproken op 6 maart 2012.
mr. P.P.M. Rousseau is buiten staat dit tussenvonnis mede te ondertekenen.
8
Parketnummer: 01/845395-11
[verdachte]