ECLI:NL:RBSHE:2012:BV6756

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825432-11
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de Nederlandse rechter bij strafbare feiten gepleegd in Duitsland en de veroordeling voor poging tot afpersing en wapenbezit

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 23 februari 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder poging tot afpersing en het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid wapens en munitie. De rechtbank oordeelde dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de zaak, ook al waren er feiten gepleegd in Duitsland. De verdachte werd veroordeeld voor het medeplegen van poging tot afpersing, waarbij hij samen met een medeverdachte een slachtoffer bedreigde met een vuurwapen en geweld gebruikte om een geldbedrag van € 70.000,- te eisen. Daarnaast werd de verdachte ook veroordeeld voor het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid vuurwapens en munitie, zowel in Nederland als in Duitsland, en voor het telen van hennepplanten in zijn bedrijfspand. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vier jaar op, met aftrek van het voorarrest, en een schadevergoeding aan het slachtoffer. De rechtbank overwoog dat de gepleegde feiten ernstige gevolgen hadden voor de slachtoffers en de samenleving, en dat het voorhanden hebben van wapens een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid met zich meebracht. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar vond dat de ernst van de feiten een forse straf rechtvaardigde.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/825432-11
Datum uitspraak: 23 februari 2012
Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
wonende te [woonplaats] [adres],
thans gedetineerd te: P.I. Roermond.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van de onderzoeken ter terechtzitting van 25 november 2011 en 9 februari 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
Aankondiging ontnemingsvordering.
Ter terechtzitting heeft de officier van justitie conform artikel 311, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering het voornemen kenbaar gemaakt in een later stadium een afzonderlijke ontnemingsvordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 31 oktober 2011.
De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 9 februari 2012 gewijzigd. Van deze vordering is een kopie aan dit vonnis gehecht [bijlage 1]. Met inachtneming van deze wijziging is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 12 augustus 2011 te Eersel ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer1] en/of [slacht[slachtoffer2] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag (ongeveer 70000 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
die [slachtoffer1], bij haar keel heeft/hebben gepakt en/of (met haar hoofd) tegen de muur heeft/hebben geduwd en/of (in het gezicht) heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben voorgehouden en/of (daarbij/vervolgens) gezegd dat:
"Die 70000 euro terug moest" en/of "Over 2 dagen komen die Albanezen. Zij schieten een kogel door je hoofd. Ze zullen je ouders ook een kogel door de kop schieten.", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 317 en 47 en 45 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
a)
hij op of omstreeks 12 augustus 2011 te Eersel, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,[slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, voorgehouden;
(artikel 285 en 47 Wetboek van Strafrecht)
en/of
b)
hij op of omstreeks 12 augustus 2011 te Eersel opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer1]), bij haar keel heeft gepakt en/of (met haar hoofd) tegen de muur heeft geduwd en/of (in het gezicht) heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
(artikel 300 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 12 augustus 2011 te Eersel en/of Geleen en/of Sittard, althans in Nederland, en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(in totaal)
11 kogelgeweren en/of 2 hagelgeweren en/of 1 machinegeweer en/of 3 pistolen en/of 8 revolvers en/of een grote hoeveelheid onderdelen en/of 2873 patronen en/of
in elk geval één of meer (vuur)wapens en/of munitie van categorie II en/of III te weten,
- een semi-automatisch, enkelloops kogelgeweer (kaliber 9 millimeter para) (pagina 932)
en/of
- een enkelloops, enkelschots kogelgeweer (merk Anschütz, model 1388, kaliber .22 long
rifle) (pagina 938) en/of
- een dubbelloops superpose hagelgeweer (merk Investarm, model 100, kaliber .410)
(pagina 946) en/of
- een enkelloops lever-action kogelgeweer kogelgeweer (merk Akah, kaliber .22 long -.22
short) (pagina 953) en/of
- een semi-automatisch randvuur pistool (merk Browning, model Challanger II, kaliber .22
long rifle) (pagina 960) en/of
- een enkelloops enkelschots kogelgeweer (merk Anschütsz, model 1361, kaliber .22 long
rifle) (pagina 972) en/of
- een (ingekort) enkelloops randvuur kogelgeweer (merk Voere, kaliber .22 long rifle)
(pagina 980) en/of
- een (loop van een) kogelgeweer (voorzien van een huis met Mauser grendelmechanisme,
kaliber .300 Winchester Magnum) (pagina 987) en/of
- een enkelloops, enkelschots randvuur kogelgeweer (merk FN, model 1912, kaliber .22
long) (pagina 1004) en/of
- een enkelloops hagelgeweer (merk onbekend, kaliber 16) (pagina 1011) en/of
- een kolf van een enkelloops kogelgeweer (inclusief het onderhout en voorzien van de
trekkersbeugel bedieningsmechanisme) (pagina 1018) en/of
- een (geweer)kolf (merk Squires Bingham) (pagina 1018) en/of
- een klapkolf (merk Choate Tool Corporation) (pagina 1018) en/of
- een (stuk) loop (kaliber 9mm Para) (pagina 1028) en/of
- een revolver (zijlader randvuur) (merk onbekend, kaliber .22) (pagina 1031) en/of
- een revolver (zijlader penvuur) (merk onbekend, kaliber 7 millimeter) (pagina 1038) en/of
- 5 patroonmagazijnen (kaliber 9mm Para) (pagina 1046) en/of
- 12 patroonmagazijnen (geschikt voor meerdere kalibers) (pagina 1047)
- een kolf van een enkelloops kogelgeweer (inclusief het onderhout en bovenhout) (pagina
1233) en/of
- een schuifkolf (merk Magpul Industries Corporation) (pagina 1233) en/of
- een revolver (merk Theate Freres, kaliber 7.62mm) (pagina 1240) en/of
- een trommelmagazijn (pagina 1251) en/of
- een frame inclusief loop en cilinder met uitstootstang alsmede de rechter afdekplaat (van
een revolver merk Alfa, model 620, kaliber 6mm) (pagina 1257) en/of
- een pistool (merk Bergmann Simplex, kaliber 8mm Bergmann of 7.65mm) (pagina 1266)
en/of
- 3 hamers en/of 2 trekkers en/of 1 cilinderpal en/of 1 cilinderas en/of 1 (deel van een) loop
(merk Derringer Noris Twinny, kaliber 9mm) en/of getrokken lopen van een dubbelloops
pistool (kaliber .22) en/of een grendel van een kogelgeweer en/of een grendel (ten behoeve
van de ombouw van Mauser geweergrendels) en/of een trekkermechanisme van een
kogelgeweer en/of 4 getrokken lopen (kaliber .22 long rifle en/of 6.35mm en/of 7.65mm)
en/of een cilinder van een revolver (kaliber .320) en/of 8 schietbekers (pagina 1281) en/of
- de kast en/of de rechterzijde van de kast/greep en/of de slede en/of de slede vangpal en/of
een (deel van de) loop en/of de trekker en/of de hamer en/of de patroonmagazijnpal van
een semi-automatisch alarm/gaspistool (merk Reck, model Miami 92F, kaliber 9mm)
(pagina 1288) en/of
- een revolver (zijlader centraalvuur) (merk onbekend, kaliber 8mm Lebel) (pagina 1296)
en/of
- een enkelloops semi-automatisch kogelgeweer (merk Browning, kaliber .22 Long Rifle)
(pagina 1331) en/of
- een machinegeweer (merk en type onbekend, kaliber 7,62 x 39mm) (pagina 1349) en/of
- een enkelloops kogelgeweer (merk Mauser, type Gewehr 98, kaliber 8 x 57mm) (pagina
1357) en/of
- een enkelloops semi-automatisch kogelgeweer (merk Erma, kaliber .22 long rifle) (pagina
1365) en/of
- een semi-automatisch alarmpistool (merk ME, kaliber 9mm knal) (pagina 1384) en/of
- een revolver (merk Enfield, type No. 2 MK I, kaliber .38) (pagina 1397) en/of
- een revolver (merk Hubertus, kaliber .22) (pagina 1404) en/of
- 2 revolvers (merk Nagant, model 1895) (nagekomen proces-verbaal)
en/of
- 50 patronen (kaliber.22 LR (Subsonis HP)) (merk RWS) (pagina 1059) en/of
- 50 patronen (kaliber 9mm Luger) (merk CBC) (pagina 1062) en/of
- 50 patronen (kaliber 9mm Luger) (merk Geco) (pagina 1064) en/of
- 6 patronen (kaliber .410 / 3" (78mm) Brenneke) (merk RWS Rottweill) (pagina 1069) en/of
- 4 patronen (kaliber .22 short) (merk Remington) (pagina 1072) en/of
- 100 patronen (kaliber .22 flobert) (merk S&B) (pagina 1075) en/of
- 2 patronen (kaliber 6.35 mm) (merk G.F.L.) (pagina 1079) en/of
- 11 patronen (kaliber 6.35 mm) (merk C.B.C.) (pagina 1082) en/of
- 10 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk RWS / Geco) (pagina 1084) en/of
- 50 patronen (kaliber 9 mm/.380 knall) (merk PTS) (pagina 1089) en/of
- 42 patronen (kaliber .410 / 3" (78mm) Brenneke) (merk RWS Rottweill) (pagina 1092)
en/of
- 14 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk RWS) (pagina 1095) en/of
- 4 patronen (kaliber .22 LR) (merk RWS) (pagina 1099) en/of
- 3 patronen (kaliber .38 special) (merk Geco) (pagina 1103) en/of
- 6 patronen (kaliber 8 mm Lebel Revolve) (merk GFL) (pagina 1105) en/of
- 8 patronen (kaliber .38 special) (merk Speer) (pagina 1109) en/of
- 150 patronen (kaliber 9 mm Browning Short / 380 auto) (merk S & B) (pagina 1111) en/of
- 27 patronen (kaliber .22 LR) (merk CCI) (pagina 1115) en/of
- 50 patronen (kaliber .22 short) (merk RWS) (pagina 1119) en/of
- 100 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk Geco) (pagina 1123) en/of
- 32 patronen (kaliber .38 special) (merk Geco) (pagina 1126) en/of
- 44 patronen (kaliber 7 x 64 mm Target) (merk Geco) (pagina 1130) en/of
- 50 patronen (kaliber .17 Mach 2) (merk Eley) (pagina 1132) en/of
- 50 patronen (kaliber .410 / 2 1/2"(64mm)Hagel4) (merk Remington) (pagina 1135) en/of
- 50 patronen (kaliber 7,62 x 25 Tokarev) (merk S & B) (pagina 1139) en/of
- 100 patronen (kaliber 8 mm Lebel Revolver) (merk GFL) (pagina 1143) en/of
- 9 patronen (kaliber 7.62 x 38R Nagant) (merk GFL) (pagina 1144) en/of
- 50 patronen (kaliber 8 mm Lebel Revolver) (merk GFL) (pagina 1149) en/of
- 50 patronen (kaliber .22 short) (merk Remington) (pagina 1152) en/of
- 100 patronen (kaliber 7.62 X 38R Nagant) (merk PPU) (pagina 1157) en/of
- 5 patronen (kaliber 7mm) (merk onbekend) (pagina 1158) en/of
- 13 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 AP) (merk Geco) (pagina 1162) en/of
- 50 patronen (kaliber .22 LR (Stinger) (merk CCI) (pagina 1166) en/of
- 100 patronen (kaliber .22 LR (Subsonic HP) (merk RWS) (pagina 1169) en/of
- 2 patronen (kaliber 9 mm (PAPV) (merk Wadie) (pagina 1173) en/of
- 35 patronen (kaliber .22 LR (merk RWS) (pagina 1176) en/of
- 50 patronen (kaliber .22 L) (merk RWS) (pagina 1180) en/of
- 200 patronen (kaliber 7.62 X 54R) (merk PPU) (pagina 1184) en/of
- 36 patronen (kaliber .22 LR) (merk RWS) (pagina 1188) en/of
- 46 patronen (kaliber .22 LR) (merk Super X) (pagina 1192) en/of
- 1 patroon (kaliber 6.35 mm) (merk C.B.C.) (pagina 1194) en/of
- 25 patronen (kaliber 7.5 Swiss Army Revolver) (merk Fiocchi) (pagina 1198) en/of
- 400 patronen (kaliber .22LR) (merk RWS) (pagina 1202) en/of
- 22 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk Geco / CBC) (pagina 1206) en/of
- 50 patronen (kaliber 45 Colt) (merk Winchester) (pagina 1214) en/of
- 14 patronen (kaliber 7.62 X 38R Nagant) (merk GFL) (pagina 1218) en/of
- 167 patronen (kaliber 6.35 mm) (merk G.F.L.) (pagina 1220) en/of
- 75 patronen (kaliber 7.62 X 38R Nagant) (merk G.F.L.) (pagina 1224) en/of
- 200 patronen (kaliber .22 LR) (merk Remington) (pagina 1226) en/of
- 100 patronen (kaliber 9mm Luger) (merk Geco) (pagina 1230) en/of
- 6 patronen (kaliber .380) (pagina 1398) en/of
- 4 patronen (kaliber 6,8 mm knal) (pagina 1416)
in elk geval één of meer (vuur)wapens en/of onderdelen van vuurwapens en/of (een grote hoeveelheid) munitie van categorie II en/of III, voorhanden heeft gehad;
3
hij op of omstreeks 1 juli 2011 tot en met 12 augustus 2011 te Sittard, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk een (grote) hoeveelheid (ongeveer 255) hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep (zijnde hennep een middel als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad;
(artikel 3 Opiumwet)
Ad informandum gevoegd strafbaar feit.
diefstal van stroom in de periode van 1 juli 2011 tot en met 12 augustus 2011 te Sittard
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Geldigheid van de dagvaarding
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastelegging met betrekking tot feit 2 niet voldoet aan de daaraan volgens artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (WvSv) te stellen eisen en heeft daarmee nietigheid bepleit met betrekking tot dit onderdeel van de dagvaarding. Volgens de raadsman ontbreekt er een juiste wettelijke kwalificatie en is de omschrijving van het feit dusdanig ruim, dat er geen sprake kan zijn van een adequate verdediging daartegen. De raadsman voegt hieraan toe dat in de tenlastelegging alle aangetroffen voorwerpen worden opgesomd, terwijl aan verdachte slechts het voorhanden hebben van vuurwapens en/of munitie ten laste is gelegd. Bovendien is op geen enkele wijze te herkennen op welke locatie (in Duitsland dan wel in Nederland) de voorwerpen zijn aangetroffen, van wie ze afkomstig zijn en of verdachte daarover kon beschikken.
De rechtbank overweegt als volgt.
Ingevolge artikel 261, eerste lid, WvSv vermeldt de dagvaarding, ondermeer, de wettelijke voorschriften waarbij het feit is strafbaar gesteld. Met de verdediging stelt de rechtbank vast dat dit in het onderhavige geval bij feit 2 niet is gebeurd. Naar het oordeel van de rechtbank dient dit echter niet tot de conclusie te leiden dat de dagvaarding nietig zou zijn, nu de dagvaarding voor het overige voldoende gespecificeerd is en verdachte er blijkens het onderzoek en verhandelde ter terechtzitting blijk van heeft gegeven dat hem duidelijk was wat hem wordt verweten. Het verweer van de raadsman wordt derhalve verworpen. Daarbij dient te worden opgemerkt, dat alleen de in Duitsland en in Nederland verboden (vuur)wapens, wapenonderdelen en munitie in de tenlastelegging zijn opgenomen.
Bevoegdheid van de rechtbank
De verdediging heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat de rechtbank niet bevoegd is van het tenlastegelegde onder 2 kennis te nemen voor zover het betreft de in Duitsland aangetroffen voorwerpen, gelet op het territorialiteitsbeginsel neergelegd in artikel 2 Wetboek van Strafrecht (hierna: WvSr)
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van artikel 5, lid 1, onder 2e WvSr is de Nederlandse strafwet toepasselijk op de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een feit hetwelk door de Nederlandse strafwet als misdrijf wordt beschouwd en waarop door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld.
Verdachte heeft ter zitting verklaard Nederlander te zijn en niet te beschikken over een Nederlandse dan wel een Duitse wapenvergunning.
Verdachte wordt - kort gezegd en voor zover hier van belang - verweten dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan het onder meer in Duitsland voorhanden hebben van (vuur)wapens en/of onderdelen van (vuur)wapens en/of munitie, in Nederland vallend onder categorie II en/of III als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en Munitie, [hierna WWM]. Dit feit is in Nederland op grond van artikel 56 in samenhang met artikel 55 Wet Wapens en Munitie strafbaar gesteld als misdrijf.
In Duitsland is op grond van Abschnitt 1 (Allgemeine Bestimmungen) § 2, lid 3 van het Waffengesetz (hierna: Wfg) het bezit van Wapens en munitie die op bijlage (Anlage) 2 (Waffenliste/ wapenlijst), lid (Abschnitt) 1 bij die wet zijn vermeld verboden. Op grond van Abschnitt 1 (Allgemeine Bestimmungen) § 2, lid (Abschnitt) 2 van het Wfg is voor het bezit van wapens en munitie, die op bijlage (Anlage) 2 (Waffenliste/ wapenlijst), lid (Abschnitt) 2 bij die wet zijn vermeld, een vergunning vereist. In Abschnitt 4 (Straf- ind Bussgeldvorschriften) §§ 51 t/m 54 zijn op de overtreding van voornoemde bepalingen straffen gesteld.
De bij verdachte in Duitsland in gebruik zijnde woning werd doorzocht. Hierbij zijn door de Duitse politie onder meer (vuur)wapens, (vuur)wapenonderdelen en munitie aangetroffen. Volgens het dossier is een deel daarvan noch in Nederland noch in Duitsland toegestaan en zijn de in Duitsland niet toegestane (vuur)wapens in beslag genomen en overgedragen aan de Nederlandse Politie.
Uit het voorgaande volgt dat deze rechtbank bevoegd is van het tenlastegelegde kennis te nemen. Het standpunt van de verdediging op dit punt wordt verworpen.
De officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het gaat om 190 hennepplanten in plaats van 255 hennepplanten.
Het standpunt van de verdediging.
Ten aanzien van feit 1 primair en subsidiair onder a en b
Ten aanzien van de poging afpersing in vereniging (feit 1 primair) heeft de raadsman vrijspraak betoogd, nu er geen sprake is van een poging tot wederrechtelijke bevoordeling. Verdachte was bestolen en wilde hetgeen van hem was terughalen. Er is derhalve geen sprake van een goed of geldbedrag dat geheel of ten dele toebehoort aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader.
Voorts heeft de raadsman betoogd dat ook de overige bestanddelen van het ten laste gelegde feit niet bewezen kunnen worden, nu verdachte en zijn mededader slechts verhaal wilden halen bij [slachtoffer1] en niet in de veronderstelling verkeerden dat de € 70.000,- euro daadwerkelijk in haar bezit zou zijn.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de bedreiging in vereniging en de mishandeling (feit 1 subsidiair onder a respectievelijk b).
Ten aanzien van feit 2 met betrekking tot de in Duitsland aangetroffen voorwerpen
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van feit 2 met betrekking tot de in Duitsland aangetroffen voorwerpen. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Ten eerste heeft de doorzoeking van de woning van verdachte in Duitsland niet op juiste wijze plaatsgevonden. Bij de doorzoeking is geen juiste melding gemaakt van de verkregen toestemmingen (van verdachte) en uit het dossier valt niet op te maken dat het internationale rechtshulpverzoek op juiste wijze heeft plaatsgevonden. De vrouw, die in de woning van verdachte in Duitsland aanwezig was, werd geconfronteerd met een in de Nederlandse taal geschreven bevel, waardoor zij niet kon nagaan of doorzoeking was toegestaan. Volgens de raadsman dienen derhalve de aangetroffen voorwerpen uitgesloten te worden van het bewijs en moet in zoverre vrijspraak volgen.
Ten aanzien van feit 2 met betrekking tot de in Nederland aangetroffen voorwerpen
De verdediging heeft tevens ten aanzien van dit onderdeel vrijspraak bepleit. De raadsman heeft gesteld dat de wapens en munitie, welke zijn aangetroffen in de loods van verdachte in Sittard, geen eigendom zijn van verdachte en dat hij deze tevens niet voorhanden had. Immers, blijkens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad moet er sprake zijn van het "bewust weten" en "toegang hebben tot" met betrekking tot in casu de wapens/munitie, wil er sprake zijn van het voorhanden hebben ervan. Verdachte heeft verklaard dat hij het gedeelte van de loods waar de wapens en munitie zijn aangetroffen heeft verhuurd aan een man en dat hij geen toegang heeft tot dit afgesloten deel en derhalve ook geen beschikking had over de hier aangetroffen voorwerpen. Volgens de raadsman is er geen reden om te twijfelen aan de verklaring van verdachte op dit punt, nu hij hierover openlijk heeft verklaard en de politie zelf heeft geïnformeerd over de mogelijke aanwezigheid van wapens en/of munitie in dit gedeelte van de loods. De aanwezigheid van een 50-jarige man (de huurder) in de loods van verdachte, wordt door de medeverdachte dan wel overige getuigen onderstreept.
Ten aanzien van feit 3
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het feit 3, waarbij hij zich evenwel op het standpunt heeft gesteld dat er enkel 190 (hennep)planten aanwezig zijn geweest in de aangetroffen hennepkwekerij.
Het oordeel van de rechtbank.
De door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen maken deel uit van het ambtsedig eindproces-verbaal van 1 december 2011, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar van de Gezamenlijke Recherche Eindhoven van de regiopolitie Brabant Zuid Oost, met dossiernummer 2233110348, doorgenummerd van bladzijde 1 tot en met 1669 (dossiernaam Wildzwijn, hierna te noemen: dossier).
Tevens zijn door de rechtbank gebezigd de nagekomen processen-verbaal onderzoek vuurwapen met de nummers 2011119760-178, 2011119760-179 en 2011119760-181.
feit 1
Aangeefster [slachtoffer1] heeft verklaard dat zij op de avond van 12 augustus 2011 met [slachtoffer2] op de bank zat in haar woning te Eersel, toen er werd aangebeld. Ze deed de deur open en zag [verdachte2] voor de deur staan, de vriend/collega van verdachte. [verdachte2] vroeg of hij een gesprek met haar kon aangaan. Op dat moment kwam verdachte, de ex-vriend van aangeefster, de hoek om lopen met een vuurwapen in zijn hand. Het vuurwapen was ongeveer 20 centimeter lang. De loop was dun en enkelloops. Aangeefster zag de patronen zitten. Het wapen, een revolver, was zwart en oud. Verdachte liep de woning binnen. Ze zei tegen verdachte dat hij haar huis moest verlaten. Verdachte liep echter verder de woonkamer in. Hij pakte haar met zijn linkerhand bij haar keel en duwde haar hard tegen de muur. Ze kwam met haar achterhoofd tegen de muur. Nadat hij haar had losgelaten, voelde aangeefster plotseling een klap tegen de rechterzijde van haar gezicht op haar jukbeen. Ze voelde een hevige pijn en viel van de klap op de grond. Toen ze vervolgens op een stoel kwam te zitten, nam verdachte plaats op een stoel tegenover haar. Verdachte hield het vuurwapen op aangeefster en [slachtoffer2] gericht. Hij deelde haar mede dat er iets gestolen zou zijn en dat het om € 70.000,- ging. Aangeefster moest ervoor zorgen dat deze € 70.000,- er over 2 dagen zou zijn. Verdachte zei daarbij: "Over 2 dagen komen 2 Albanezen de € 70.000,- ophalen en die schieten je overhoop. Jullie pa en ma zullen er ook aan gaan".1
[slachtoffer2] heeft verklaard dat nadat [slachtoffer1] de voordeur had opengedaan, [slachtoffer1] achteruit werd geduwd. [slachtoffer2] ging tussen verdachte en [slachtoffer1] in staan. Achter verdachte stond nog een man, welke later [verdachte2] bleek te zijn. [slachtoffer2] zag meteen dat verdachte een wapen vast had. Hij zag een rond magazijn met daarin goudkleurige kogels met een rode rand. Het wapen (volgens de verbalisant beschreven als een revolver) was grijs/zwart van kleur. [slachtoffer2] zag dat verdachte het wapen naar zijn hoofd richtte en hem gebood aan de kant te gaan. Toen [slachtoffer2] dit weigerde, werd hij door verdachte verder de huiskamer ingeduwd. [verdachte2] kwam meteen bij hem staan. [verdachte2] stond tussen hem ([slachtoffer2]) en [verdachte1] en [slachtoffer1] in. Verdachte begon tegen [slachtoffer1] te schreeuwen over de € 70.000,- euro, welk bedrag gestolen zou zijn. Hij zag dat verdachte aangeefster tegen het gezicht sloeg met vlakke hand en dat zij hierdoor viel. Tevens pakte verdachte haar bij de keel en duwde haar tegen de muur. Verdachte zei tegen aangeefster dat ze moest gaan zitten. Verdachte richtte het wapen al die tijd wisselend op [slachtoffer2] en [slachtoffer1]. Verdachte ging op een stoel tegenover haar zitten en zei tegen [slachtoffer1] dat de € 70.000,- terug moest. Hij zei: "Over 2 dagen komen die Albanezen. Zij schieten een kogel door je hoofd. Ze zullen je ouders ook een kogel door de kop schieten". [verdachte2] stond nog steeds bij [slachtoffer2] en bleef zeggen dat [slachtoffer2] de andere kant moest uitkijken en zich nergens mee moest bemoeien.2
Verdachte heeft verklaard dat hij en zijn vriend [verdachte2] op 12 augustus 2011 naar [slachtoffer1] zijn toegegaan, omdat er bij hen de verdenking bestond dat [slachtoffer1] de hennepkwekerij in de loods van [verdachte2] had laten rippen. Verdachte had wapens bij zich3, welke door hem zijn gekocht.4 In de woning van [slachtoffer1] heeft verdachte het wapen onder de neus van de daar aanwezige man [[slachtoffer2]] geduwd.5 Hij heeft aangeefster gevraagd te gaan zitten, waarbij hij het wapen in zijn handen had. Tevens heeft hij het wapen gericht op de man in de woning. Hij heeft [slachtoffer1] tegen de muur gedrukt en gezegd dat ze rustig moest worden. Volgens verdachte is het mogelijk dat hij haar in de hectiek van de situatie heeft geslagen, maar dat hij nooit bewust en gericht een vrouw zou slaan.6 Verdachte heeft verklaard dat hij niet zo letterlijk heeft gezegd dat er over twee dagen twee Albanezen zouden komen om haar kapot te schieten, maar dat die € 70.000,- boven water moest komen.7 Het verhaal met de Albanezen was bedoeld als drukmiddel naar aangeefster toe.8 [verdachte1] heeft ook verklaard dat [verdachte2] geen wapen bij zich had.9 [verdachte1] heeft wapens meegenomen, omdat hij wist dat [slachtoffer1] ook wapens heeft.10
[verdachte2] heeft tegenover de politie verklaard dat verdachte hem heeft gevraagd mee te gaan naar [slachtoffer1] om verhaal te halen.11 Onderweg van Duitsland naar Nederland kwam [verdachte2] erachter dat verdachte pistolen bij zich had in de auto.12 Tijdens de autorit naar [slachtoffer1] had verdachte al aangegeven dat hij de man, die zich wellicht in de woning van [slachtoffer1] zou bevinden, "voor zijn harses zou slaan" indien deze problemen zou veroorzaken.13 Op de parkeerplaats bij de woning van [slachtoffer1] pakten verdachte en [verdachte2] allebei een pistool. [verdachte2] stopte het pistool in zijn liesgedeelte, onder zijn broeksband, zodat het wapen niet zichtbaar was.14 [verdachte1] pakte [slachtoffer1] direct vast toen zij tegen [verdachte2] zei dat zij niet wilde praten en [verdachte1] duwde haar naar achteren. In de woning trok verdachte zijn pistool. [verdachte2] is tussen verdachte en de vriend [[slachtoffer2]] in gaan staan. Verdachte sloeg [slachtoffer1] hard in haar gezicht, pakte haar en zette haar tegen de muur, waarbij haar schedel een klap kreeg. Verdachte heeft hard geslagen en ook meerdere keren. Verdachte riep tegen [slachtoffer1]: "Je zorgt maar dat het geld er komt" en noemde een bedrag van € 75.000,- tegen haar. [verdachte1] zei dat ze maar moest betalen, omdat er anders over twee dagen andere mensen voor de deur zouden staan.15 Naderhand in de auto vroeg [verdachte2] aan verdachte hoe hij het pistool van verdachte moest legen. Nadat hij voornoemd pistool geleegd had, heeft hij de munitie en beide pistolen, op aanwijzing van verdachte, uit de auto gegooid.16
Op 14 augustus 2011 werden door verbalisanten op aanwijzingen van medeverdachte [verdachte2] te Eersel onder een opengescheurde tas twee revolvers en een zakje met munitie aangetroffen.17 Uit onderzoek is gebleken dat dit vuurwapens betroffen van, kort gezegd, categorie III Wet Wapens en Munitie.18
De rechtbank oordeel als volgt.
Verdachte en zijn medeverdachte hebben, toen zij erachter kwamen dat de hennepplantage in de loods van [verdachte2] was geript, zich begeven naar de woning van [slachtoffer1] met het voornemen verhaal te halen en een bedrag van € 70.000,- "los" te krijgen. Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte het oogmerk had van wederrechtelijk bevoordeling. De handelingen van verdachte en zijn medeverdachte waren (naar uiterlijke verschijningsvorm) erop gericht een geldbedrag te verkrijgen door middel van geweld en bedreiging met geweld. De gedragingen van verdachte zijn opzettelijk geschied. Het feit dat verdachte meende een recht te hebben op voornoemd geldbedrag staat hieraan niet in de weg.
Dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking blijkt ondermeer uit het feit dat verdachte en zijn medeverdachte gedurende de autorit naar [slachtoffer1] toe hebben gesproken over hetgeen zij van plan waren, waarbij tevens duidelijk werd dat geweld niet zou worden geschuwd. Op een bepaald moment hebben verdachte en zijn medeverdachte beiden besloten een vuurwapen bij zich te steken en zijn de woning van [slachtoffer1] binnengetreden. Aldaar heeft verdachte [slachtoffer1] geslagen en haar bij de keel gepakt, terwijl de medeverdachte [slachtoffer2] op een afstand hield. Voorts heeft verdachte zijn geladen wapen op [slachtoffer1] en [slachtoffer2] gericht en [slachtoffer1] onder bedreiging van dit wapen medegedeeld dat hij € 70.000,- wilde, omdat er anders twee Albanezen zouden komen die [slachtoffer1] en haar ouders een kogel door het hoofd zouden schieten.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit vorenstaande bewijsmiddelen dat verdachte het onder 1 primair laste gelegde feit heeft begaan als na te melden. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van, kort gezegd, afpersing van [slachtoffer2] nu daarvoor onvoldoende bewijs is.
feit 2
De bewijsmiddelen met betrekking tot de in Duitsland aangetroffen (vuur)wapens
Op 14 augustus 2011 werd door de Duitse politie (Kreizpolizeibehörde Heinsberg, Kriminalkommissariat, te Heinsberg) de aan de (adres) (in Duitsland) gelegen en bij [verdachte1] in gebruik zijnde woning doorzocht met diens voorafgaande schriftelijke toestemming.19 Bij de doorzoeking zijn door de Duitse politie onder meer dertien (vuur)wapens en een kruisboog aangetroffen en in beslag genomen, en op 31 augustus 2011 overgedragen aan verbalisant [verbalisant1], van de Regiopolitie Brabant Zuid-Oost.20 Volgens mededeling van de Duitse politie aan de Regiopolitie Brabant Zuid-Oost21 zijn deze (vuur)wapens niet toegestaan volgens de Duitse wetgeving. Deze (vuur)wapens en kruisboog zijn door verbalisant [verbalisant2], vakspecialist gecertificeerd voor het tactisch omschrijven van (vuur)wapens en munitie van de Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, onderzocht en gecategoriseerd. Hiervan is per wapen afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.22 Uit deze processen-verbaal blijkt dat twee van de in de (adres) aangetroffen wapens (in Nederland) vallen onder categorie II23, en vijf onder categorie III24, van de WWM.
De bewijsmiddelen met betrekking tot de in Nederland aangetroffen (vuur)wapens en munitie
Op 14 augustus 2011 werd door verbalisanten van Gezamenlijke Recherche Eindhoven en Regiopolitie Brabant Zuid-Oost het bij verdachte in gebruik zijnde bedrijfspand gelegen aan de (adres) doorzocht met diens voorafgaande toestemming.25 Bij deze doorzoeking zijn achter een afgesloten deur in een kleine ruimte meerdere kisten, koffers en dozen aangetroffen met daarin wapens, wapenonderdelen en/of munitie. Tevens werd in die ruimte een kluissleutel aangetroffen, welke bleek te passen op een kluis van verdachte in de bij hem in gebruik zijnde overige bedrijfsruimte.26 In deze kluis werden twee kogels aangetroffen.27.Deze (vuur)wapens, (vuur)wapenonderdelen en munitie zijn door verbalisant [verbalisant2], vakspecialist gecertificeerd voor het tactisch omschrijven van (vuur)wapens en munitie van de Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, onderzocht en gecategoriseerd. Hiervan is per (vuur)wapen, (vuur)wapenonderdeel en munitiesoort afzonderlijke proces-verbaal opgemaakt.28 Uit deze processen-verbaal blijkt dat zeven van de in de (adres) aangetroffen (vuur)wapens/wapenonderdelen vallen onder categorie II 29 en achttien onder categorie III30 van de WWM. Daarnaast is een grote hoeveelheid munitie geanalyseerd, behorend bij (onder meer) voornoemde wapens31. Gebleken is dat het hier steeds munitie betreft behorend tot categorie III van de WWM.32
Op 14 augustus 2011 werden door verbalisanten van de Gezamenlijke Recherche Eindhoven op aanwijzingen van (mede-)verdachte [verdachte2] te Eersel, op een kruising van wegen, onder een opengescheurde tas twee revolvers en een zakje met munitie aangetroffen.33 Deze (vuur)wapens zijn door verbalisant [verbalisant2], vakspecialist gecertificeerd voor het tactisch omschrijven van (vuur)wapens en munitie van de Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, onderzocht en gecategoriseerd. Hiervan is per (vuur)wapen afzonderlijke proces-verbaal opgemaakt.34 Uit deze processen-verbaal blijkt dat beide vallen onder categorie III.
Deze vuurwapens zijn door verdachte en zijn medeverdachte gebruikt bij het als poging afpersing tenlastegelegde conflict in Eersel van 12 augustus 2011 en zijn door verdachte gekocht.35
Verdachte heeft verklaard dat hij de eigenaar is van de wapens, wapenonderdelen en munitie, welke zijn aangetroffen en in beslag zijn genomen in zijn woning in Duitsland.36
De rechtbank overweegt als volgt.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de doorzoeking in de woning van verdachte te Duitsland rechtmatig heeft plaatsgevonden. Verdachte heeft toestemming gegeven tot gerichte en stelselmatige doorzoeking van onder meer zijn woning in de [adres], Duitsland37 en heeft deze toestemming nimmer ingetrokken. De aangetroffen en in beslag genomen goederen in voornoemde woning zijn aldus rechtmatig verkregen en kunnen gebezigd worden voor het bewijs. Het verweer van de raadsman wordt derhalve verworpen.
Verdachte heeft zowel in zijn bedrijfspand te Sittard als in zijn woning te Duitsland een groot aantal (vuur)wapens, (vuur)wapenonderdelen en munitie voorhanden gehad, welke bij de Nederlandse Wet Wapens en Munitie en de Duitse wapenwetgeving verboden zijn.
Verdachte heeft verklaard dat de wapens, wapenonderdelen en munitie, welke zijn aangetroffen in zijn bedrijfspand te Sittard, niet zijn eigendom waren en hij over deze voorwerpen geen zeggenschap had. Volgens verdachte zou een man de ruimte, waarin voornoemde voorwerpen werden aangetroffen, hebben gehuurd en hebben kunnen afsluiten, zodat verdachte geen toegang had tot deze ruimte. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte deze verklaring niet aannemelijk gemaakt. Verdachte heeft zich niet willen uitlaten over de identiteit van deze huurder. Voorts is er in de afgesloten ruimte een sleutel aangetroffen van een kluis, welke kluis werd aangetroffen in het niet afgesloten gedeelte van het bedrijfspand van verdachte. De rechtbank verwerpt derhalve dit verweer.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit vorenstaande bewijsmiddelen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan als na te melden.
feit 3
Verdachte heeft bekend dat in zijn loods een hennepkwekerij bevond.38 Met toestemming van verdachte39 is de politie op 13 augustus 2011 het bedrijfspand van verdachte aan de (adres) binnengetreden en heeft het pand doorzocht. In voornoemd pand werd een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met 190 hennepplanten.40
Verdachte heeft verklaard dat hij de hennepplantage in zijn bedrijfspand aan de (adres) heeft opgebouwd, omdat de hennepkwekerij in de loods van [verdachte2] niet liep. Er stonden ongeveer 190 planten in de kwekerij.41
De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste legde feit heeft begaan als na te melden.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1.
op 12 augustus 2011 te Eersel ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of (een) ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer1] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag (ongeveer 70000 euro) toebehorende aan [slachtoffer1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader,,
die [slachtoffer1], bij haar keel heeft gepakt en (met haar hoofd) tegen de muur heeft geduwd en (in het gezicht) heeft geslagen en
die [slachtoffer1] en [slachtoffer2] een vuurwapen heeft voorgehouden en (daarbij/vervolgens) gezegd dat:
"Die 70000 euro terug moest" en "Over 2 dagen komen die Albanezen. Zij schieten een kogel door je hoofd. Ze zullen je ouders ook een kogel door de kop schieten.", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
op op of omstreeks 12 augustus 2011 te Eersel en/of Sittard, althans in Nederland en/of in Duitsland,
(in totaal)
kogelgeweren en 2 hagelgeweren en 1 machinegeweer en 3 pistolen en 8 revolvers en een grote hoeveelheid onderdelen en 2873 patronen
in elk geval (vuur)wapens en munitie van categorie II en III te weten,
- een semi-automatisch, enkelloops kogelgeweer (kaliber 9 millimeter para) en
- een enkelloops, enkelschots kogelgeweer (merk Anschütz, model 1388, kaliber .22 long
rifle) en
- een dubbelloops superpose hagelgeweer (merk Investarm, model 100, kaliber .410) en
- een enkelloops lever-action kogelgeweer kogelgeweer (merk Akah, kaliber .22 long -.22
short) en
- een semi-automatisch randvuur pistool (merk Browning, model Challanger II, kaliber .22
long rifle) en
- een enkelloops enkelschots kogelgeweer (merk Anschütsz, model 1361, kaliber .22 long
rifle) en
- een (ingekort) enkelloops randvuur kogelgeweer (merk Voere, kaliber .22 long rifle) en
- een (loop van een) kogelgeweer (voorzien van een huis met Mauser grendelmechanisme,
kaliber .300 Winchester Magnum) en
- een enkelloops, enkelschots randvuur kogelgeweer (merk FN, model 1912, kaliber .22
long) en
- een enkelloops hagelgeweer (merk onbekend, kaliber 16) en
- een kolf van een enkelloops kogelgeweer (inclusief het onderhout en voorzien van de
trekkersbeugel bedieningsmechanisme) en
- een geweerkolf (merk Squires Bingham) en
- een klapkolf (merk Choate Tool Corporation) en
- een stuk loop (kaliber 9mm Para) en
- een revolver (zijlader randvuur) (merk onbekend, kaliber .22) en
- een revolver (zijlader penvuur) (merk onbekend, kaliber 7 millimeter) en
- 5 patroonmagazijnen (kaliber 9mm Para) en
- 12 patroonmagazijnen (geschikt voor meerdere kalibers) en
- een kolf van een enkelloops kogelgeweer (inclusief het onderhout en bovenhout) en
- een schuifkolf (merk Magpul Industries Corporation) en
- een revolver (merk Theate Freres, kaliber 7.62mm) en
- een trommelmagazijn en
- een frame inclusief loop en cilinder met uitstootstang alsmede de rechter afdekplaat (van
een revolver merk Alfa, model 620, kaliber 6mm) en
- een pistool (merk Bergmann Simplex, kaliber 8mm Bergmann of 7.65mm) en
- 3 hamers en 2 trekkers en 1 cilinderpal en 1 cilinderas en 1 deel van een loop
(merk Derringer Noris Twinny, kaliber 9mm) en getrokken lopen van een dubbelloops
pistool (kaliber .22) en een grendel van een kogelgeweer en een grendel (ten behoeve
van de ombouw van Mauser geweergrendels) en een trekkermechanisme van een
kogelgeweer en 4 getrokken lopen (kaliber .22 long rifle en 6.35mm en 7.65mm)
en een cilinder van een revolver (kaliber .320) en 8 schietbekers en
- de kast en de rechterzijde van de kast/greep en de slede en de slede vangpal en een deel
van de loop en de trekker en de hamer en de patroonmagazijnpal van een semi-
automatisch alarm/gaspistool (merk Reck, model Miami 92F, kaliber 9mm) en
- een revolver (zijlader centraalvuur) (merk onbekend, kaliber 8mm Lebel) en
- een enkelloops semi-automatisch kogelgeweer (merk Browning, kaliber .22 Long Rifle) en
- een machinegeweer (merk en type onbekend, kaliber 7,62 x 39mm) en
- een enkelloops kogelgeweer (merk Mauser, type Gewehr 98, kaliber 8 x 57mm) en
- een enkelloops semi-automatisch kogelgeweer (merk Erma, kaliber .22 long rifle) en
- een semi-automatisch alarmpistool (merk ME, kaliber 9mm knal) en
- een revolver (merk Enfield, type No. 2 MK I, kaliber .38) en
- een revolver (merk Hubertus, kaliber .22) en
- 2 revolvers (merk Nagant, model 1895)
en
- 50 patronen (kaliber.22 LR Subsonis HP) (merk RWS) en
- 50 patronen (kaliber 9mm Luger) (merk CBC) en
- 50 patronen (kaliber 9mm Luger) (merk Geco) en
- 6 patronen (kaliber .410 / 3" (78mm) Brenneke) (merk RWS Rottweill) en
- 4 patronen (kaliber .22 short) (merk Remington) en
- 100 patronen (kaliber .22 flobert) (merk S&B) en
- 2 patronen (kaliber 6.35 mm) (merk G.F.L.) en
- 11 patronen (kaliber 6.35 mm) (merk C.B.C.) en
- 10 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk RWS / Geco) en
- 50 patronen (kaliber 9 mm/.380 knall) (merk PTS) en
- 42 patronen (kaliber .410 / 3" (78mm) Brenneke) (merk RWS Rottweill) en
- 14 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk RWS) en
- 4 patronen (kaliber .22 LR) (merk RWS) en
- 3 patronen (kaliber .38 special) (merk Geco) en
- 6 patronen (kaliber 8 mm Lebel Revolve) (merk GFL) en
- 8 patronen (kaliber .38 special) (merk Speer) en
- 150 patronen (kaliber 9 mm Browning Short / 380 auto) (merk S & B) en
- 27 patronen (kaliber .22 LR) (merk CCI) en
- 50 patronen (kaliber .22 short) (merk RWS) en
- 100 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk Geco) en
- 32 patronen (kaliber .38 special) (merk Geco) en
- 44 patronen (kaliber 7 x 64 mm Target) (merk Geco) en
- 50 patronen (kaliber .17 Mach 2) (merk Eley) en
- 50 patronen (kaliber .410 / 2 1/2"(64mm)Hagel4) (merk Remington) en
- 50 patronen (kaliber 7,62 x 25 Tokarev) (merk S & B) en
- 100 patronen (kaliber 8 mm Lebel Revolver) en
- 9 patronen (kaliber 7.62 x 38R Nagant) (merk GFL) en
- 50 patronen (kaliber 8 mm Lebel Revolver) (merk GFL) en
- 50 patronen (kaliber .22 short) (merk Remington) en
- 100 patronen (kaliber 7.62 X 38R Nagant) (merk PPU) en
- 5 patronen (kaliber 7mm) (merk onbekend) en
- 13 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 AP) (merk Geco) en
- 50 patronen (kaliber .22 LR (Stinger) (merk CCI) en
- 100 patronen (kaliber .22 LR (Subsonic HP) (merk RWS) en
- 2 patronen (kaliber 9 mm (PAPV) (merk Wadie) en
- 35 patronen (kaliber .22 LR (merk RWS) en
- 50 patronen (kaliber .22 L) (merk RWS) en
- 200 patronen (kaliber 7.62 X 54R) (merk PPU) en
- 36 patronen (kaliber .22 LR) (merk RWS) en
- 46 patronen (kaliber .22 LR) (merk Super X) en
- 1 patroon (kaliber 6.35 mm) (merk C.B.C.) en
- 25 patronen (kaliber 7.5 Swiss Army Revolver) (merk Fiocchi) en
- 400 patronen (kaliber .22LR) (merk RWS) en
- 22 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk Geco / CBC) en
- 50 patronen (kaliber 45 Colt) (merk Winchester) en
- 14 patronen (kaliber 7.62 X 38R Nagant) (merk GFL) en
- 167 patronen (kaliber 6.35 mm) (merk G.F.L.) en
- 75 patronen (kaliber 7.62 X 38R Nagant) (merk G.F.L.) en
- 200 patronen (kaliber .22 LR) (merk Remington) en
- 100 patronen (kaliber 9mm Luger) (merk Geco) en
- 6 patronen (kaliber .380) en
- 4 patronen (kaliber 6,8 mm knal);
3.
in de periode op van 1 juli 2011 tot en met 12 augustus 2011 te Sittard, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk een hoeveelheid (ongeveer 190) hennepplanten en delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep (zijnde hennep een middel als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II), heeft geteeld.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Oplegging van de straf.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren gevorderd met aftrek ingevolge artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, met inachtneming van het ad informandum gevoegde feit.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair onder a of b en feit 3 heeft de verdediging bepleit aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest. Verdachte is een zogenaamde "first offender" en heeft het tijdens het voorarrest zwaar te verduren gehad. Verdachte heeft een extreem lange tijd in beperkingen gezeten en heeft om onduidelijke redenen disciplinaire straffen opgelegd gekregen. Verdachte is derhalve genoeg gestraft. Indien de rechtbank van oordeel is dat er een stok achter de deur nodig is, kan de rechtbank besluiten tevens een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden op te leggen met daarbij een reclasseringscontact conform het reclasseringsadvies.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een poging afpersing. Hij heeft daarbij ondermeer grof geweld gebruikt tegen een van zijn slachtoffers. Voorts heeft hij zijn slachtoffers bedreigd met een geladen vuurwapen. Dit is een zeer ernstig feit, dat bij de slachtoffers veel angst en schade teweegbrengt. Daar komt bij dat een feit als het onderhavige gevoelens van angst en onveiligheid binnen de samenleving in het algemeen oproept. Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid (vuur)wapens, (vuur)wapenonderdelen en munitie. Mede gelet op het bovenstaande behoeft het geen betoog dat het voorhanden hebben van voornoemde goederen een onaanvaardbaar risico is voor de veiligheid van personen. Tot slot heeft verdachte in zijn bedrijfspand hennep geteeld, hetgeen een zeer lucratieve criminele bezigheid is, waarmee grote financiële belangen zijn gediend. Het spreekt voor zich dat het kweken van hennep, een strafbaar feit is dat overlast veroorzaakt en schade voor de maatschappij oplevert.
De ernst van voornoemde gepleegde feiten rechtvaardigen de oplegging van een forse gevangenisstraf.
De rechtbank heeft in strafverhogende zin rekening gehouden met het feit dat verdachte ter terechtzitting heeft toegegeven dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het strafbare feit dat "ad informandum" is vermeld op de inleidende dagvaarding, voor welk feit verdachte niet afzonderlijk is of zal worden vervolgd.
De rechtbank heeft in strafmatigende zin rekening gehouden met het feit dat verdachte zich enigszins coöperatief heeft opgesteld gedurende het onderzoek en blijk heeft gegeven van enig inzicht in de ernst van de door hem gepleegde delicten.
Tevens heeft de rechtbank meegewogen dat blijkens het Uittreksel Justitiële Documentatie van 3 januari 2012 verdachte niet eerder werd veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Blijkens de reclasseringsrapportage van 23 november 2011 is verdachte bereid te veranderen. Op praktisch gebied zijn er echter beperkte mogelijkheden tot verandering. Verwacht wordt dat verdachte zal meewerken indien een verplicht reclasseringscontact wordt opgelegd. De reclassering adviseert dan ook aan verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met reclasseringstoezicht, waarbij verdachte en ambulante behandeling bij een psycholoog dient te volgen.
De rechtbank ziet, mede gelet op de ernst van de feiten, in het dossier en het verhandelde ter zitting evenwel geen aanleiding om aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met een verplicht reclasseringscontact.
De rechtbank is voorts van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 4 jaren met aftrek van het voorarrest. De rechtbank zal aldus een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer1].
Benadeelde partij [slachtoffer1] voornoemd heeft een civiele vordering ingediend ten bedrage van € 1700,- voor immateriële schade.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de civiele vordering, vermeerderd met de wettelijke rente, almede de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering van de benadeelde partij af te wijzen dan wel de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering. Volgens de verdediging is de vordering onvoldoende onderbouwd, nu niet duidelijk is geworden of [slachtoffer1] daadwerkelijk de schade heeft geleden, die zij zegt te hebben geleden. Volgens de verdediging is hierbij van belang dat [slachtoffer1] geen onschuldige derde is, maar zelf verdacht wordt van hennepteelt, zij in bezit is van meerdere wapens en hard genoeg is om drie dagen te zwijgen tijdens het politieverhoor. De vordering is dan ook enkel een mogelijkheid voor [slachtoffer1] om geld te claimen.
De rechtbank acht een bedrag van € 1000,-toewijsbaar, als rechtstreeks door het onder 1 primair bewezenverklaarde feit toegebrachte schade. De rechtbank zal de vordering voor het overige deel, te weten € 700,-, afwijzen.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Beslag.
De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting - het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemene belang.
De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting - dit voorwerpen zijn met betrekking tot welke het feit is begaan.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen aan verdachte, nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de in beslag genomen goederen.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen 5, 10, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 36f, 45, 47, 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 3, 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie 1994 en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
t.a.v. feit 1 primair:
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
t.a.v. feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
t.a.v. feit 3:
in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
legt op de volgende straffen en maatregelen:
t.a.v. feit 1 primair, feit 2, feit 3:
* een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht;
t.a.v. feit 1 primair:
* maatregel van schadevergoeding van € 1000,- subsidiair 20 dagen hechtenis.
legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer1] van een bedrag van € 1000,- (zegge: duizend euro) ten behoeve van immateriële schadevergoeding, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij.
wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer1] van een bedrag van € 1000,- (zegge: duizend euro) voor immateriële schadevergoeding. Het totale toegewezen bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn mededader is betaald.
wijst de vordering van de benadeelde parttij voor het overige deel, te weten € 700,-, af.
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling van vorengenoemd bedrag voor zover dit bedrag door zijn mededader is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij of zijn mededader heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Beslag.
Onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen goederen
De rechtbank gelast de onttrekking aan het verkeer van de volgende in beslag
genomen goederen:
- een semi-automatisch, enkelloops kogelgeweer (kaliber 9 millimeter para)
(pagina 932);
- een enkelloops, enkelschots kogelgeweer (merk Anschütz, model 1388, kaliber
.22 long rifle) (pagina 938) ;
- een dubbelloops superpose hagelgeweer (merk Investarm, model 100, kaliber
.410) (pagina 946);
- een enkelloops lever-action kogelgeweer kogelgeweer (merk Akah, kaliber .22
long -.22 short) (pagina 953);
- een semi-automatisch randvuur pistool (merk Browning, model Challanger II,
kaliber .22 long rifle) (pagina 960);
- een enkelloops enkelschots kogelgeweer (merk Anschütsz, model 1361, kaliber
.22 long rifle) (pagina 972);
- een (ingekort) enkelloops randvuur kogelgeweer (merk Voere, kaliber .22 long
rifle) (pagina 980);
- een (loop van een) kogelgeweer (voorzien van een huis met Mauser
grendelmechanisme, kaliber .300 Winchester Magnum) (pagina 987);
- een enkelloops, enkelschots randvuur kogelgeweer (merk FN, model 1912,
kaliber .22 long) (pagina 1004);
- een enkelloops hagelgeweer (merk onbekend, kaliber 16) (pagina 1011);
- een kolf van een enkelloops kogelgeweer (inclusief het onderhout en voorzien
van de trekkersbeugel bedieningsmechanisme) (pagina 1018);
- een (geweer)kolf (merk Squires Bingham) (pagina 1018);
- een klapkolf (merk Choate Tool Corporation) (pagina 1018);
- een (stuk) loop (kaliber 9mm Para) (pagina 1028);
- een revolver (zijlader randvuur) (merk onbekend, kaliber .22) (pagina 1031);
- een revolver (zijlader penvuur) (merk onbekend, kaliber 7 millimeter)
(pagina 1038);
- 5 patroonmagazijnen (kaliber 9mm Para) (pagina 1046);
- 12 patroonmagazijnen (geschikt voor meerdere kalibers) (pagina 1047);
- een kolf van een enkelloops kogelgeweer (inclusief het onderhout en
bovenhout) (pagina 1233);
- een schuifkolf (merk Magpul Industries Corporation) (pagina 1233);
- een revolver (merk Theate Freres, kaliber 7.62mm) (pagina 1240);
- een trommelmagazijn (pagina 1251);
- een frame inclusief loop en cilinder met uitstootstang alsmede de rechter
afdekplaat (van een revolver merk Alfa, model 620, kaliber 6mm) (pagina
1257);
- een pistool (merk Bergmann Simplex, kaliber 8mm Bergmann of 7.65mm) (pagina
1266);
- 3 hamers en 2 trekkers en 1 cilinderpal en 1 cilinderas en 1 (deel van een) loop
(merk Derringer Noris Twinny, kaliber 9mm) en getrokken lopen van een
dubbelloops pistool (kaliber .22) en een grendel van een kogelgeweer en
een grendel (ten behoeve van de ombouw van Mauser geweergrendels) en een
trekkermechanisme van een kogelgeweer en 4 getrokken lopen (kaliber .22
long rifle en 6.35mm en 7.65mm) en een cilinder van een revolver (kaliber .320)
en 8 schietbekers (pagina 1281);
- de kast en de rechterzijde van de kast/greep en de slede en de slede vangpal
en een (deel van de) loop en de trekker en de hamer en de patroonmagazijnpal
van een semi-automatisch alarm/gaspistool (merk Reck, model Miami 92F,
kaliber 9mm) (pagina 1288);
- een revolver (zijlader centraalvuur) (merk onbekend, kaliber 8mm Lebel)
(pagina 1296);
- een enkelloops semi-automatisch kogelgeweer (merk Browning, kaliber .22 Long
Rifle) (pagina 1331);
- een machinegeweer (merk en type onbekend, kaliber 7,62 x 39mm) (pagina 1349)
- een enkelloops kogelgeweer (merk Mauser, type Gewehr 98, kaliber 8 x 57mm)
(pagina 1357);
- een enkelloops semi-automatisch kogelgeweer (merk Erma, kaliber .22 long
rifle) (pagina 1365);
- een semi-automatisch alarmpistool (merk ME, kaliber 9mm knal) (pagina 1384);
- een revolver (merk Enfield, type No. 2 MK I, kaliber .38) (pagina 1397);
- een revolver (merk Hubertus, kaliber .22) (pagina 1404);
- 2 revolvers (merk Nagant, model 1895) (nagekomen proces-verbaal);
- 50 patronen (kaliber.22 LR(Subsonis HP)) (merk RWS) (pagina 1059);
- 50 patronen (kaliber 9mm Luger) (merk CBC) (pagina 1062);
- 50 patronen (kaliber 9mm Luger) (merk Geco) (pagina 1064);
- 6 patronen (kaliber .410 / 3" (78mm) Brenneke) (merk RWS Rottweill) (pagina
1069);
- 4 patronen (kaliber .22 short) (merk Remington) (pagina 1072);
- 100 patronen (kaliber .22 flobert) (merk S&B) (pagina 1075);
- 2 patronen (kaliber 6.35 mm) (merk G.F.L.) (pagina 1079);
- 11 patronen (kaliber 6.35 mm) (merk C.B.C.) (pagina 1082);
- 10 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk RWS / Geco) (pagina 1084);
- 50 patronen (kaliber 9 mm/.380 knall) (merk PTS) (pagina 1089);
- 42 patronen (kaliber .410 / 3" (78mm) Brenneke) (merk RWS Rottweill) (pagina
1092);
- 14 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk RWS) (pagina 1095);
- 4 patronen (kaliber .22 LR) (merk RWS) (pagina 1099);
- 3 patronen (kaliber .38 special) (merk Geco) (pagina 1103);
- 6 patronen (kaliber 8 mm Lebel Revolve) (merk GFL) (pagina 1105);
- 8 patronen (kaliber .38 special) (merk Speer) (pagina 1109);
- 150 patronen (kaliber 9 mm Browning Short / 380 auto) (merk S & B) (pagina
1111);
- 27 patronen (kaliber .22 LR) (merk CCI) (pagina 1115);
- 50 patronen (kaliber .22 short) (merk RWS) (pagina 1119);
- 100 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk Geco) (pagina 1123);
- 32 patronen (kaliber .38 special) (merk Geco) (pagina 1126);
- 44 patronen (kaliber 7 x 64 mm Target) (merk Geco) (pagina 1130);
- 50 patronen (kaliber .17 Mach 2) (merk Eley) (pagina 1132);
- 50 patronen (kaliber .410 / 2 1/2"(64mm)Hagel4) (merk Remington) (pagina
1135);
- 50 patronen (kaliber 7,62 x 25 Tokarev) (merk S & B) (pagina 1139);
- 100 patronen (kaliber 8 mm Lebel Revolver) (merk GFL) (pagina 1143);
- 9 patronen (kaliber 7.62 x 38R Nagant) (merk GFL) (pagina 1144);
- 50 patronen (kaliber 8 mm Lebel Revolver) (merk GFL) (pagina 1149);
- 50 patronen (kaliber .22 short) (merk Remington) (pagina 1152);
- 100 patronen (kaliber 7.62 X 38R Nagant) (merk PPU) (pagina 1157);
- 5 patronen (kaliber 7mm) (merk onbekend) (pagina 1158);
- 13 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 AP) (merk Geco) (pagina 1162);
- 50 patronen (kaliber .22 LR (Stinger) (merk CCI) (pagina 1166);
- 100 patronen (kaliber .22 LR (Subsonic HP) (merk RWS) (pagina 1169);
- 2 patronen (kaliber 9 mm (PAPV) (merk Wadie) (pagina 1173);
- 35 patronen (kaliber .22 LR (merk RWS) (pagina 1176);
- 50 patronen (kaliber .22 L) (merk RWS) (pagina 1180);
- 200 patronen (kaliber 7.62 X 54R) (merk PPU) (pagina 1184);
- 36 patronen (kaliber .22 LR) (merk RWS) (pagina 1188);
- 46 patronen (kaliber .22 LR) (merk Super X) (pagina 1192);
- 1 patroon (kaliber 6.35 mm) (merk C.B.C.) (pagina 1194);
- 25 patronen (kaliber 7.5 Swiss Army Revolver) (merk Fiocchi) (pagina 1198);
- 400 patronen (kaliber .22LR) (merk RWS) (pagina 1202);
- 22 patronen (kaliber 7.65 mm /.32 auto) (merk Geco / CBC) (pagina 1206);
- 50 patronen (kaliber 45 Colt) (merk Winchester) (pagina 1214);
- 14 patronen (kaliber 7.62 X 38R Nagant) (merk GFL) (pagina 1218);
- 167 patronen (kaliber 6.35 mm) (merk G.F.L.) (pagina 1220);
- 75 patronen (kaliber 7.62 X 38R Nagant) (merk G.F.L.) (pagina 1224);
- 200 patronen (kaliber .22 LR) (merk Remington) (pagina 1226);
- 100 patronen (kaliber 9mm Luger) (merk Geco) (pagina 1230);
- 6 patronen (kaliber .380) (pagina 1398);
- 4 patronen (kaliber 6,8 mm knal) (pagina 1416).
- 190 hennepplanten (goednr. 1964815);
- 1 dompelpomp (goednr. 1964816);
- 190 plantenpotten;
- 12 assimilatielampen;
- 1 schakel- verdeelkast;
- 2 boxventilatoren;
- 1 koolstoffilter;
- 1 zwenkventilator;
- 2 fancontrollers;
- 2 temperatuursensoren;
- 1 schakelklok;
- 1 verwarmingselement;
- 2 watervaten;
- 2 thermo-hydrometers;
- 1 handsproeier;
- 1 drukspuit;
- 1 ph-meter;
- 1 ec-meter.
Verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen
De rechtbank verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen goederen:
- kluis, inclusief kluissleutel (goednr. 451020);
- honkbalknuppel (goednr. 406683);
- mes (goednr. 406687);
- koffer (goednr. 409271);
- koffer (goednr. 409274);
- koffer (goednr. 409974);
- koffer (goednr. 410011);
- koffer (goednr. 410219);
- koffer (goednr. 410245);
- koffer (goednr. 410310);
- koffer (goednr. 410317);
- koffer (goednr. 410494);
- koffer (goednr. 410509);
- kijker (goednr. 410571);
- kijker (goednr. 410596);
- 15 holsters (goednr. 410623);
- rugzak (goednr. 410838);
Teruggave van de in beslag genomen goederen
De rechtbank gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen goederen aan [verdachte1] als rechthebbende:
- een contract (goednr. 406972);
- een factuur (goednr. 406973).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.Th. van Vliet, voorzitter,
mr. N.M. Spelt en mr. C. Schollen-den Besten, leden,
in tegenwoordigheid van mr. Z. Berkouwer, griffier,
en is uitgesproken op 23 februari 2012.
1 Aangifte [slachtoffer1], d.d. 12 augustus 2011, dossier p. 340-341.
2 Aangifte [slachtoffer2], d.d. 12 augustus 2011, dossier p. 347-348.
3 Verklaring verdachte, afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 15 augustus 2011.
4 Verklaring verdachte, d.d.14 augustus 2011, dossier p. 82.
5 Verklaring verdachte. d.d. 13 augustus 2011, dossier p. 78.
6 Verklaring verdachte d.d. 13 augustus 2011, dossier p. 79.
7 Verklaring verdachte d.d. 14 augustus 2011, dossier p. 82.
8 Verklaring verdachte d.d. 18 augustus 2011, dossier p. 89.
9 Verklaring verdachte, d.d. 14 augustus 2011, dossier p. 82.
10 Verklaring verdachte, d.d. 13 augustus 2011, dossier p. 78.
11 Verklaring [verdachte2], d.d. 13 augustus 2011, dossier p. 100.
12 Verklaring [verdachte2], d.d. 14 augustus 2011, dossier p. 106.
13 Verklaring [verdachte2], d.d. 13 augustus 2011, dossier p. 101.
14 Verklaring [verdachte2], d.d. 14 augustus 2011, dossier p. 106.
15 Verklaring [verdachte2], d.d. 14 augustus 2011, dossier p. 106 en 107.
16 Verklaring [verdachte2], d.d. 14 augustus 2011, dossier p. 107.
17 Proces-verbaal van bevindingen nr 2011119760-24 dossier p. 506 t/m 507.
18 Processen-verbaal onderzoek vuurwapen van 3 januari 2012 (proces-verbaalnummers PL2222 2011119760-
178 en PL2222 2011119760-179)
19 Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 30 augustus 2011, dossier p. 618 t/m 620, vertaling van:
Ermittlungsbericht verbalisant [verbalisant3], d.d. 14 augustus 2011, dossier p. 621 t/m 624.
20 Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 1 november 2011, dossier p. 667.
21 Aanvullend proces-verbaal van bevindingen nr PL2219 2011119760-181, d.d. 9 januari 2012.
22 Processen-verbaal onderzoek (vuur)wapen nrs 2011119760-158, 2011119760-159, 2011119760-160,
2011119760-161, 2011119760-162, 2011119760-164, 2011119760-166, 2011119760-167, 2011119760-168,
2011119760-169, 2011119760-170, 2011119760-171, 2011119760-174, 2011119760-175, dossier p. 1304 t/m
1415.
23 Processen-verbaal onderzoek (vuur)wapens nrs 2011119760-161 en 2011119760-164, dossier p. 1331 t/m
1356.
24 Processen-verbaal onderzoek (vuur)wapens nrs 2011119760-166, 2011119760-167, 2011119760-170,
2011119760-174 en 2011119760-175, dossier p. 1357 t/m 1409.
25 Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 16 augustus 2011, dossier p. 519 t/m 521.
26 Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 16 augustus 2011, dossier p. 519 t/m 521.
27 Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 16 augustus 2011, dossier p. 520
28 Processen-verbaal van onderzoek (vuur)wapen nrs 2011119760-93, 2011119760-94, 2011119760-97,
2011119760-101, 2011119760-116, 2011119760-117, 2011119760-119, 2011119760-126, 2011119760-128,
2011119760-131, 2011119760-134, 2011119760-135, 2011119760-136, 2011119760-138, 2011119760-139,
2011119760-140, 2011119760-141, 2011119760-142, 2011119760-143, 2011119760-144, 2011119760-145,
2011119760-146, 2011119760-147, 2011119760-149, dossier p. 932 t/m 1301 en proces-verbaal van
bevindingen 2011119760-150, dossier p. 1302 t/m 1303.
29 Processen-verbaal onderzoek (vuur)wapen nrs 2011119760-97, 2011119760-101, 2011119760-116,
2011119760-119 en 2011119760-134, 2011119760-141, 2011119760-143, dossier p. 946 t/m 1256.
30 Processen-verbaal onderzoek (vuur)wapens nrs 2011119760-93, 2011119760-94, 2011119760-117,
2011119760-126, 2011119760-128, 2011119760-131, 2011119760-135, 2011119760-136, 2011119760-138,
2011119760-139, 2011119760-140, 2011119760-141, 2011119760-142, 2011119760-144, 2011119760-145,
2011119760-146, 2011119760-147, 2011119760-149, dossier p. 923 t/m 1301.
31 Proces-verbaal van bevindingen nr 2011119760-150, dossier p. 1302 t/m 1303, proces-verbaal van
bevindingen nr. 2011119760-140, dossier p. 1055 t/m 1058 met de bijbehorende munitieonderzoeken, dossier
p. 1059 t/m 1232.
32 Proces-verbaal van bevindingen nr. 2011119760-140, dossier p. 1058, zie tevens de bijbehorende
munitieonderzoeken, dossier p. 1059 t/m 1232.
33 Proces-verbaal van bevindingen nr 2011119760-24 dossier p. 506 t/m 507.
34 Aanvullende processen-verbaal onderzoek (vuur)wapen nrs 2011119760-178 en 2011119760-179.
35 Verklaring verdachte, afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 15 augustus 2011 en verklaring verdachte,
d.d.14 augustus 2011, dossier p. 82.
36 Verklaring verdachte, d.d.22 september 2011, dossier p. 1482.
37 Toestemmingsverklaring verdachte.
38 Verklaring verdachte d.d. 14 augustus 2011, p. 85; verklaring verdachte d.d. 18 augustus 2011 p. 91.
39 Toestemmingsverklaring verdachte, dossier p. 376
40 Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 14 augustus 2011, dossier p. 373 en proces-verbaal van aantreffen
hennepkwekerij, dossier p. 452-454
41 Verklaring verdachte, d.d. 28 september 2011, dossier p. 1491 t/m 1494.