ECLI:NL:RBSHE:2012:BV1931

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
774709
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie bij vluchtvertraging en de toepassing van Europese regelgeving

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 19 januari 2012, hebben eisers, bestaande uit drie personen, een vordering ingesteld tegen Ryanair Limited wegens compensatie voor een vertraagde vlucht van Eindhoven naar Pisa op 5 augustus 2009. De eisers claimden een bedrag van € 1.750,--, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van de Europese Verordening 261/2004, die passagiers rechten biedt bij annuleringen en vertragingen van vluchten. De eisers stelden dat de vlucht was geannuleerd zonder dat er sprake was van bijzondere omstandigheden, en dat zij recht hadden op compensatie op basis van het Sturgeon-arrest, dat ook compensatie bij vertragingen van meer dan drie uur zou waarborgen.

De rechtbank oordeelde echter dat de vorderingen van twee van de eisers moesten worden afgewezen omdat zij niet tijdig hadden geklaagd over de tekortkoming, zoals vereist door artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter stelde vast dat de vordering van eiseres 1 ook niet kon worden toegewezen, omdat er geen sprake was van een annulering, maar slechts van een vertraging. De rechtbank benadrukte dat de Europese Verordening 261/2004 geen recht op compensatie biedt bij vertragingen, en dat het Sturgeon-arrest niet de bevoegdheid van het Hof van Justitie om recht te scheppen, verandert.

De kantonrechter concludeerde dat de vorderingen van de eisers moesten worden afgewezen en dat de proceskosten moesten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor passagiers om tijdig te klagen over tekortkomingen en de beperkingen van compensatierechten bij vertragingen onder de Europese regelgeving.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie Eindhoven
Beschikking op grond van Verordening (EG) nr. 861/2007 in de zaak van:
1. [eiseres 1]
wonende te [plaats],
2. [eiser 2]
wonende te [plaats],
3. [eiseres 3],
wonende te [plaats],
eisers,
gemachtigde: mr. F. Niemöller van EUclaim B.V. te Brummen,
t e g e n
de vennootschap naar Iers recht Ryanair Limited,
gevestigd te Dublin,
verweerster,
gemachtigde: mr. drs. L. aan den Toorn.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als "eisers" en "verweerster".
De procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
* het standaard vorderingsformulier A, met producties, van bijlage I van Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen (hierna: de Verordening), ingekomen ter griffie op 4 augustus 2011;
* het verweerschrift ex Verordening nr. 871/2007 inzake Europese geringe vorderingen;
* de reactie op het verweerschrift ex Verordening nr. 871/2007 inzake Europese geringe vorderingen
* de reactie op de reactie op het verweerschrift ex Verordening nr. 871/2007 inzake Europese geringe vorderingen
* de akte tot reactie op producties.
De beschikking is bepaald op heden.
Vordering
Eisers vorderen dat verweerster wordt veroordeeld tot betaling aan eisers van een bedrag ad € 1.750,-- vermeerderd met de wettelijke rente en een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten,
Eisers leggen het navolgende aan hun vordering ten grondslag.
Zij zouden op 5 augustus 2009 om 11.55 met Ryanair vliegen van Eindhoven naar Pisa. Deze vlucht is geannuleerd zonder dat sprake was van een bijzondere omstandigheid. Op grond van EG-verordening 261/2004 hebben passagiers van geannuleerde vluchten recht op compensatie. Op basis van het Sturgeon-arrest hebben passagiers ook recht op compensatie bij een vertraging van meer dan drie uur, waarbij de hoogte van de compensatie afhankelijk is van de te vliegen of gevlogen afstand. Gezien de afstand van de vlucht, 943 kilometer, hebben eisers recht op een vergoeding van € 250,-- per persoon. Verweerster heeft niet gereageerd op brieven en sommaties waarin haar wordt verzocht eisers te compenseren.
Verweer
Ryanair stelt daar het volgende tegenover:
- [M] komt wel in de stukken voor, maar heeft de vordering niet mee ingesteld; hem kan dus niets worden toegewezen
- de vorderingen van [eiser 2] en Nieuwkerk stuiten af op BW 6:89; zij hebben hun vordering pas op 2 augustus 2011 voor het eerst geldend gemaakt
- de overige vorderingen moeten worden afgewezen omdat van een annulering geen sprake is geweest; er was alleen een vertraging; de Verordening kent voor vertraging geen recht op compensatie toe; het Sturgeon-arrest moet niet gevolgd worden, want dat is fout om allerlei in het verweerschrift beargumenteerde redenen; het Hof is verder gegaan dan waartoe het bevoegd was; zie ook de annotator Mok onder het arrest
- bovendien deden zich de buitengewone omstandigheden voor waarin volgens de Verordening geen verplichting tot geldelijke compensatie bestaat
- voor zover de vorderingen niet aanstonds worden afgewezen moet de beslissing worden aangehouden totdat het Hof in Luxemburg heeft beslist op prejudiciële vragen die het Engelse High Court aan het Hof van Justitie heeft gesteld; een van die vragen is of de EG Verordening 261/2004 zo moet worden uitgelegd dat de verplichting bestaat om compensatie te betalen aan passagiers van wie de vlucht is vertraagd en zo ja, onder welke omstandigheden
- [eiseres 1] c.s. dienen in de proceskosten en de nakosten veroordeeld te worden.
De beoordeling
1. Bevoegdheid
1.1 De Europese procedure voor geringe vorderingen is - zakelijk weergegeven - in grensoverschrijdende gevallen van toepassing in burgerlijke en handelszaken, indien de waarde van een vordering, alle rente, kosten en uitgaven niet meegerekend, op het tijdstip dat het vorderingsformulier ter griffie van de rechtbank wordt ontvangen, niet meer bedraagt dan € 2.000,00, en zowel verzoeker als verweerder in een lidstaat wonen waarvoor de verordening geldt (artikel 2 lid 3 Verordening), een en ander behoudens de in artikel 2 lid 2 van de Verordening genoemde uitzonderingen.
1.2. De kantonrechter stelt vast dat de vordering binnen het toepassingsbereik van de Verordening valt, nu eisers in Nederland wonen en Ryanair in Ierland gevestigd is, en beide landen lidstaten zijn waarvoor de Verordening geldt.
1.3. Voorts dient de kantonrechter aan de hand van de Verordening betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken EG/44/2001(hierna EEX-Verordening) te bepalen of hij als Nederlandse rechter bevoegd is, nu een aparte bevoegdheidsregeling in de Verordening ontbreekt.
1.4. De kantonrechter is bevoegd als Nederlandse rechter van de vordering kennis te nemen op grond van artikel 5 lid 1 sub b tweede streepje EEX-Vo. Zie ook LJN: BJ2979, Hof van Justitie van de EG/EU, 09-07-2009, C-204/08, waarin is bepaald dat artikel 5, punt 1, sub b, tweede streepje EEX-Vo zo moet worden uitgelegd dat in het geval van luchtvervoer van personen van een lidstaat naar een andere lidstaat op grond van een overeenkomst die is gesloten met één enkele luchtvaartmaatschappij, die de vlucht uitvoert, het gerecht dat bevoegd is om kennis te nemen van een vordering tot compensatie gebaseerd op die vervoerovereenkomst en Verordening EG (261/2004), naar keuze van eiser het gerecht is in het rechtsgebied waarvan zich de plaats van vertrek of de plaats van aankomst van het vliegtuig bevindt, zoals deze plaatsen in die overeenkomst zijn overeengekomen.
1.5. Omdat de plaats van vertrek Eindhoven betreft is de kantonrechter relatief bevoegd.
2. [M]
2.1. [M] staat niet als procespartij op het Formulier A vermeld, zodat de vorderingen voor zover deze [M] betreffen, niet in deze procedure kunnen worden behandeld.
3. Overige vorderingen
3.1. De vorderingen van [eiser 2] en [eiseres 3] worden afgewezen, omdat die berusten op een gebrek in de geleverde prestatie terzake waarvan niet binnen bekwame tijd geprotesteerd is zoals BW 6:89 eist; het gebrek is van 5 augustus 2009 en het protest - dat is de aanspraak op compensatie - is van 2 augustus 2011. Een aanmaning zonder namen kan niet als protest gelden.
3.2. De vertraging in kwestie is een tekortkoming; dat de vordering berust op de EG- Verordening 261/2004 maakt dat niet anders.
4.1. De vordering van [eiseres 1] wordt afgewezen.
4.2. De gebeurtenis in kwestie is een vertraging in de vlucht; [eiseres 1] is met de oorspronkelijke vlucht naar Pisa gevlogen, zij het later dan gepland en uit niets van wat zij heeft aangevoerd blijkt dat zij is omgeboekt naar een andere vlucht.
4.3. De Verordening in kwestie geeft haar voor het geval van vertraging geen recht op geldelijke compensatie. Het Sturgeonarrest doet daaraan niets af, aangezien het Hof van Justitie niet de Europese wetgever is en zijn arresten dus geen recht kunnen scheppen.
5. In de omstandigheid dat [eiseres 1] in redelijkheid kon menen dat zij een aanspraak kon geldend maken ziet de kantonrechter grond, de proceskosten te compenseren.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vorderingen af;
Compenseert de proceskosten; ieder drage de eigen kosten.
Gewezen door mr. P.M. Knaapen, kantonrechter, en op 19 januari 2012 uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.