ECLI:NL:RBSHE:2011:BV3702

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/050353-96
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met één jaar onder handhaving van voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 6 april 2011 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde persoon, geboren in 1955. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 7 mei 1997, en was voor het laatst verlengd op 31 maart 2010. De officier van justitie had op 27 januari 2011 verzocht om een verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar, maar de rechtbank heeft uiteindelijk besloten om deze met één jaar te verlengen, met handhaving van de eerder opgelegde voorwaarden.

Tijdens de zittingen op 11 en 18 maart 2011 werd de zaak behandeld, maar de terbeschikkinggestelde was niet verschenen. Op 18 maart 2011 zijn de officier van justitie, een getuige-deskundige en de terbeschikkinggestelde zelf gehoord. De rechtbank heeft verschillende rapporten in overweging genomen, waaronder adviezen van de reclassering en een psychiater. De reclassering adviseerde een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, terwijl de psychiater een verlenging van twee jaar voorstelde.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een paranoïde waanstoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eiste. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven zich aan de voorwaarden te willen houden, en de rechtbank heeft besloten om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, met handhaving van de voorwaarden die eerder zijn opgelegd. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde ook verplicht om zich te houden aan de richtlijnen van de reclassering en de medicamenteuze behandeling voort te zetten.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/050353-96
Uitspraakdatum: 6 april 2011
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[ter beschikking gestelde persoon]]],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955,
verblijvende te [woonplaats], [adres].
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 7 mei 1997 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 31 maart 2010 met een jaar verlengd. Tevens is bij deze beslissing de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 27 januari 2011 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 maart 2011. Op 11 maart 2011 en 18 maart 2011 heeft eveneens een terechtzitting in andere samenstellingen van de rechtbank plaatsgevonden, waarbij de behandeling van de zaak telkens is aangehouden omdat de terbeschikkinggestelde niet is verschenen.
Ter terechtzitting van 18 maart 2011 zijn de officier van justitie, de getuige-deskundige H.J.G.P. Vloet en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting zijn vordering gewijzigd in die zin dat hij thans verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar vordert.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- een advies van de Reclassering Nederland, RN Toezichtunit Eindhoven, J. van Wely, reclasseringswerker en F.R.J. Brouwers, leidinggevende, d.d. 16 december 2010;
- een psychiatrisch rapport betreffende de terbeschikkinggestelde van J.L.M. Dinjens, psychiater d.d. 17 december 2010;
- voortgangsverslagen van de Reclassering Nederland respectievelijk d.d. 23 maart 2010, 28 juni 2010 en 22 december 2010;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde;
- de beslissing verlenging terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege d.d. 31 maart 2010, betreffende de terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van 'bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht', terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de Reclassering Nederland, RN Toezichtunit Eindhoven, van
J. van Wely en F.R.J. Brouwers van 16 december 2010 is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
Tijdens zijn verblijf in de tbs-kliniek werd geconstateerd dat bij betrokkene sprake is van een paranoïde waanstoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Indien betrokkene medicamenteuze ondersteuning blijft accepteren, is de waanstoornis onder controle te houden en te beheersen. Daarnaast is van belang dat betrokkene (woon)ondersteuning aangeboden krijgt om betrokkene in de gelegenheid te stellen om de dagelijkse gang van zaken bespreekbaar te maken met de begeleiding, inclusief frustraties die hij zou kunnen ervaren.
Verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling is wenselijk, gezien de nog aanwezige waanstoornis, er een verhoogd risico is in emotionele ontregeling ten gevolge van de bestaande fixatie betreffende de onderwerpen burgemeester, woonplaats [voormalige woonplaats] en het (ontbreken van) werk en sociale inbedding gerealiseerd dient te worden.
Het recidiverisico wordt ingeschat als laag gemiddeld. Het huidig strafrechtelijk kader draagt zorg voor langdurige handhaving van de beschermende factoren zoals de medicamenteuze ondersteuning, RIBW en de intensieve begeleiding en ondersteuning van de reclassering en is het recidiverisico beperkt. Indien deze beschermende factoren niet meer aanwezig zullen zijn, dan het neemt het risico op recidive toe.
Betrokkene heeft zich tot op heden geconformeerd aan de aanwijzingen en afspraken van de reclassering.
De reclassering acht het wenselijk dat de terbeschikkingstelling met een jaar wordt verlengd. Hierbij worden de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd.
Meldingsgebod, opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang en andere voorwaarden het gedrag van de veroordeelde betreffende. Dit houdt in -kort gezegd- medicamenteuze ondersteuning, houden aan richtlijnen van de reclassering ten behoeve van alcohol- en drugsgebruik en het verlenen van medewerking aan een plaatsing in het kader van een time-out, indien de reclassering en/of de Pompekliniek dit geïndiceerd vinden.
In voornoemd advies van de psychiater J.L.M. Dinjens d.d. 17 december 2010 is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
Er is bij betrokkene sprake van een hardnekkige en therapieresistente paranoïde waanstoornis. Betrokkene werd in FPC de Pompestichting ingesteld op depotmedicatie van een antipsychoticum waarbij de "scherpe randjes" in zijn gedrag naar de achtergrond verdwenen maar waarbij de inhoud van zijn waanwereld volledig intact is gebleven. Daarnaast werd er bij betrokkene in het verleden een narcistische persoonlijkeidsstoornis vastgesteld. Betrokkene maakt in het onderzoekscontact de indruk van een schizoïde persoonlijkheid die zich kenmerkt door juist opvallende kleurloosheid, klungeligheid en teruggetrokkenheid. Dit zou premorbide al existent geweest kunnen zijn doch ook mogelijk als gevolg van de pathologie en het langdurige antipsychotica gebruik.
Onderzoeker meent daarom genoeg redenen te zien om de diagnose bij te stellen naar een persoonlijkheidsstoornis NAO, zonder dat dit overigens (ingrijpende) invloed heeft op de behandeling en/of het advies.
Bij betrokkene is er nooit een daadwerkelijke intrinsieke behandelmotivatie opgetreden. De ziekelijke stoornis (waanstoornis) is onverdroten aanwezig en er is geen probleem- dan wel ziektebesef. Betrokkene "accepteert" als het ware de opgelegde behandeling maar internaliseert hem geenszins.
Het recidiverisico onder de huidige (behandel)condities en voorwaarden wordt ingeschat als laag. Betrokkene confirmeert zich echter aan de opgelegde extern bepaalde en duidelijk afgebakende behandelstructuur, waarbij de kans niet ondenkbeeldig is dat hij de behandeling (inclusief de noodzakelijk geachte) medicatie zou afbreken indien er geen enkel juridisch kader zou bestaan. Het evenwicht is dus zeer broos en behandeling op lange termijn blijft noodzakelijk.
Geadviseerd wordt dan ook de maatregel van tbs te verlengen (en de voorwaardelijke beëindiging voort te zetten) om het evenwicht verder te bestendigen.
Onderzoek adviseert tot een verlenging van de maatregel van TBS voor de duur van twee jaar onder de huidige condities van voorwaardelijke beëindiging.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik heb geen last van de TBS. Ik houd mij aan de voorwaarden, daar zijn regels toch voor.
Ik wil het liefst zo snel mogelijk naar [[voormalige woonplaats]]. Dat ik door moet gaan met de medicatie, daar snap ik helemaal niks van. Ik heb nog steeds niet ondertekend dat ik de medicijnen wil innemen. Ik neem de medicatie wel als het in de voorwaarden staat.
Ik heb liever dat ze de TBS verlengen met twee jaren, dan hoef ik volgend jaar niet meer terug te komen.
De getuige-deskundige H.J.G.P. Vloet, optredend namens de reclassering, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
We hebben de voorwaarden iets moeten aanpassen, met name betreffende de zinvolle dagbesteding. Wij kwamen tot de conclusie dat we de terbeschikkinggestelde dan zouden overvragen. Er is geen direct gevaarsrisico als hij zijn medicatie maar neemt.
De terbeschikkinggestelde wil naar [[voormalige woonplaats]]. We willen het eerst nog even bekijken. Ook willen we eerst een gesprek met de nieuwe burgemeester van [[voormalige woonplaats]] hebben.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De adviezen van respectievelijk de reclassering en de psychiater zijn duidelijk. De psychiater heeft het over een verlenging met 2 jaar en de reclassering adviseert verlenging met één jaar. Ik vorder verlenging met één jaar.
Onder de huidige condities is het recidivegevaar laag, maar zodra hij zijn medicatie niet in zal nemen, zal het herhalingsgevaar stijgen.
De terbeschikkingstelde heeft zelf gezegd dat op het moment van beëindiging van de TBS hij ook de medicatie zal beëindigen.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Mijn cliënt heeft aangegeven dat hij goed met de situatie kan leven. Ik refereer mij aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank verenigt zich met het advies van de Stichting reclassering Nederland, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de getuige-deskundige.
De rechtbank verenigt zich ook met het advies van psychiater J.L.M. Dinjens, met dien verstande dat de rechtbank een verlenging voor de duur van één jaar geïndiceerd vindt.
Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d, 38e, 38i en 38j van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling verlengen met één jaar, met handhaving en aanvulling van de eerder bij beslissing d.d. 31 maart 2010 opgelegde voorwaarden in verband met de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting aangegeven zich aan de voorwaarden te willen houden. De rechtbank acht het van belang, mede gezien de ingeslagen weg d.d. 31 maart 2010 waarbij een verlenging voor één jaar is bepaald met een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, dat de rechtbank de ontwikkelingen zoveel mogelijk volgt en daarom volstaat de rechtbank met een verlenging voor de duur van één jaar.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [ter beschikking gestelde persoon]]] ter beschikking is gesteld met één jaar met handhaving en aanvulling van de eerder opgelegde voorwaarden in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, namelijk:
Stelt als voorwaarden:
1. de terbeschikkinggestelde zal zich gedurende de terbeschikkingstelling gedragen naar de aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, Arrondissementaal Secretariaat van de Reclassering, Eekbrouwersweg 6 te
's-Hertogenbosch, zolang deze instelling zulks noodzakelijk acht.
De rechtbank verleent aan de Reclassering voornoemd de opdracht als bedoeld in artikel 38, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht;
2. de terbeschikkinggestelde maakt zich niet schuldig aan enig delictgedrag. Wanneer er sprake is van een door hem gepleegd strafbaar feit, dient hij de reclassering hiervan in kennis te stellen;
3. de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de meldplicht contacten bij de reclassering;
4. de terbeschikkinggestelde conformeert zich aan de huisregels van de GGZ en stelt zich begeleidbaar op. De terbeschikkinggestelde is verplicht om in RIBW Deurne (GGZ Oost-Brabant) te verblijven en zich te houden aan de leefregels die deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld.
Hij wisselt niet van woonadres zonder uitdrukkelijke toestemming van de reclassering;
5. de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de richtlijnen van de reclassering ten aanzien van middelen / drankgebruik, ook als dit inhoudt volledige abstinentie en het ondergaan van urinecontroles, blaastesten en bloedcontroles;
6. de terbeschikkinggestelde volgt de medicamenteuze behandeling van GGZ (depot cisordinol i.m.);
7. de terbeschikkinggestelde geeft inzicht in zijn financiën indien de reclassering hierom vraagt;
8. de terbeschikkinggestelde neemt geen contact op met de slachtoffers of hun familieleden en met de huidige burgemeester van [[voormalige woonplaats]] en diens opvolger(s);
9. bezoeken van de terbeschikkinggestelde aan [[voormalige woonplaats]] vinden in overleg met de reclassering plaats;
10. de terbeschikkinggestelde geeft toestemming om onderling gegevens uit te wisselen met GGZ-Helmond (GGZ Brabant-Oost), familie en andere trajectrelevante instellingen en/of sociale contacten;
11. de terbeschikkinggestelde is bereid mee te werken met de reclassering om uitvoering te geven aan het Forensisch Psychiatrisch Toezicht;
12. de terbeschikkinggestelde werkt mee wanneer de Pompekliniek en/of de reclassering besluiten om een time-out te nemen. De time-out kan plaatsvinden in het kader van een Forensisch psychiatrisch Toezicht;
13. de terbeschikkinggestelde geeft toestemming voor het maken van een pasfoto en hij werkt mee aan het invullen van de Koninklijke Landelijke Politiediensten (KLPD) lijst die indien nodig gebruikt kan worden voor opsporingsdiensten in geval van onttrekking aan de voorwaarden.
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.F. van Hoorn, voorzitter,
mr. A.G.A.M. van de Ven en mr. J.M.A. van Atteveld, leden,
in tegenwoordigheid van L. Scholl, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 april 2011.