2.4.Gedaagde heeft, verkort weergegeven, het volgende verweer gevoerd.
Met ingang van 3 januari 2000 is eiser op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst bij gedaagde in dienst getreden in de functie van productiemedewerker in welke functie hij zich bezighield met de verwerking van afgedankte koel- en vriesapparatuur. Hij was op dat moment 52 jaar. Hij verrichtte zijn werkzaamheden naar tevredenheid en is in 2003 bevorderd tot voorman. In 2005 is in onderling overleg besloten dat eiser de laatste jaren van zijn actieve loopbaan werkzaam zou zijn in Engeland, voor het Engelse bedrijf omdat hij de Engelse taal beheerst en de Engelse gebruiken kent en in staat werd geacht om kennis over te brengen naar en toe te passen in Engeland. Eiser zag de aan hem geboden uitdaging om in Engeland aan de slag te gaan wel zitten. Er zijn afspraken gemaakt over de salariëring. Het werk in Engeland was geen onverdeeld succes. Het klikte niet tussen de directie en eiser en eiser meende dat hij werd tegengewerkt. Hoewel gedaagde binnen de speelruimte die zij had omdat,Technowaste immers een zelfstandige vennootschap was, heeft getracht de verschillen van inzicht weg te nemen en zelfs een P&O medewerker in december 2005 naar Engeland heeft gestuurd om te bemiddelen bleek dit niet mogelijk.
Enerzijds had gedaagde te maken met een medewerker die formeel nog steeds bij gedaagde in dienst was en die zich in Engeland niet 'senang' voelde en anderzijds had zij geen invloed op de wijze waarop de werkzaamheden in Engeland waren georganiseerd. Gedaagde vond het echter niet verantwoord om deze situatie te laten voortduren en heeft al vrij snel nadat eiser in Engeland aan de slag is gegaan besloten om hem terug naar Nederland te halen. Het was niet in zijn belang om nog langer bij Technowaste te blijven. Voor beide partijen is dit teleurstellend verlopen.
Direct na terugkomst in Nederland heeft eiser zich arbeidsongeschikt gemeld en er is meteen een re-integratieproject gestart. De heer [B] heeft dat op geen enkele wijze tegengewerkt. Daarnaast heeft gedaagde eiser geholpen bij het vinden van de woonruimte en hem daarbij financieel ondersteund. Onderzocht is waar eiser zou kunnen worden herplaatst zodra hij weer volledig arbeidsgeschikt was en er was in die periode een reorganisatie op handen waarbij mogelijk de werkzaamheden die in Eindhoven werden uitgevoerd zouden worden verplaatst naar Dordrecht. Eiser gaf te kennen zo mogelijk in Eindhoven te willen blijven werken. Vanaf september 2006 werd eiser weer volledig geschikt geacht voor de bedongen arbeid en is hij de Eindhoven gaan werken zoals hij wilde. In die periode is er tussen partijen een discussie ontstaan die geresulteerd heeft in een jarenlange juridische procedure met betrekking tot de afspraken over het salaris. Aangezien de kosten voor eisers onderhoud in Engeland hoger zijn dan in Nederland is afgesproken dat gedurende zijn periode in Engeland een hoger salaris zou worden uitbetaald. Na terugkeer in Nederland is gedaagde weer het zelfde salaris gaan betalen dat eiser ontving voor zijn vertrek naar Engeland. Daarover zijn procedures gevoerd.
Onduidelijk is waarom eiser meent dat er sprake van tegenwerking is geweest na terugkeer naar Nederland. Aan het begin van 2007 is een verandering opgetreden in de werksituatie omdat door veranderende marktomstandigheden de vestiging in Eindhoven gereorganiseerd moest worden als gevolg waarvan de functie van voorman verviel. Eiser zijn twee alternatieven geboden namelijk de voorman functie uitoefenen in Waalwijk of blijven werken in Eindhoven. Voor dit laatste heeft hij gekozen en aan de arbeidsvoorwaarden is niet getornd. Hij mocht ook de functie naam voorman blijven voeren hoewel hij als productiewerker aan het werk ging.
Afgezien van de onenigheid over de salariëring leek de lucht geklaard maar op 27 maart 2007 is eiser onwel geworden en bleek hij een hartaanval te hebben gehad. Er is bij terugkeer een re-integratietraject gestart en na enkele maanden rustig aan te hebben gedaan is eiser weer gaan werken. Gedaagde betwist nadrukkelijk dat eiser door zijn leidinggevende zou zijn tegengewerkt. Het betreft een niet onderbouwde stelling; eiser heeft dat indertijd ook niet kenbaar gemaakt. Op 30 juni 2007 heeft hij zich opnieuw volledig arbeidsongeschikt gemeld. Het re-integratietraject is verder in gang gezet.
Toen gebeurde er iets opmerkelijks omdat eiser plotseling het standpunt verkondigde dat er sprake zou zijn van een verstoorde arbeidsrelatie. Er is een mediationtraject gestart op aangeven van de Arboarts hoewel gedaagde niet van mening was dat sprake was van een verstoorde relatie. Volgens eiser zou de mediator partijdig zijn. Volgens eiser zouden er te weinig re-integratie-inspanningen worden verricht en daarna is re-integratie in het tweede spoor ingezet. Aangezien eiser niet bij gedaagde wilde re-integreren is een ander bedrijf ingeschakeld maar met ingang van 17 maart 2009 is de begeleiding beëindigd omdat eiser volledig werd afgekeurd in het kader van de WIA. Met ingang van 24 maart 2009 ontvangt eiser een loongerelateerde WIA uitkering gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid percentage van 80-100%.
Primair dient eiser niet-ontvankelijk verklaard worden omdat hij gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om te switchen van het verweer van kennelijk onredelijk ontslag naar de nietigheid van het ontslag omdat hij tot en met 22 mei 2008 op de kandidatenlijst voor een ondernemingsraad heeft gestaan. Dit standpunt is onjuist omdat de toestemming van de kantonrechter alleen nodig is wanneer de arbeidsovereenkomst met een werknemer die op het moment van de opzegging geplaatst is op een kandidatenlijst van de ondernemingsraad of binnen een termijn van twee jaar daarvoor lid is geweest van de ondernemingsraad, maar beide situaties deden zich niet voor. Bovendien dient een beroep op de nietigheid gedaan te worden binnen een termijn van twee maanden en was het beroep verjaard. Op 26 maart 2010 heeft de gemachtigde van eiser bericht dat wederom een beroep werd gedaan op de vermeende kennelijk onredelijk uit van het ontslag en dat is niet mogelijk. De rechtszekerheid verzet zich tegen de dubbele switch.
Ook op inhoudelijke gronden moeten de vordering van eiser worden afgewezen.