ECLI:NL:RBSHE:2011:BR5334

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
233514 / FA RK 11-3914
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van het ouderlijk gezag en benoeming van voogden in het kader van draagmoederschap

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 18 augustus 2011 uitspraak gedaan over het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om de draagouders, [draagouder A] en [draagouder B], te ontheffen van het ouderlijk gezag over hun kinderen, [minderjarige A] en [minderjarige B]. De zaak betreft een hoogtechnologisch draagmoederschap waarbij de wensouders, de heer [wensouder A] en de heer [wensouder B], de zorg voor de kinderen op zich willen nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de draagouders, die gehuwd zijn en al twee eigen kinderen hebben, geen intentie hebben om voor de kinderen te zorgen en dat zij hun gezin als voltooid beschouwen. De wensouders hebben zich bereid verklaard om de voogdij over de kinderen te aanvaarden en hebben een goede relatie met de draagouders.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de belangen van de kinderen vooropgesteld. De draagouders hebben verklaard dat zij nooit enige druk hebben ervaren en dat hun beslissing om het gezag over de kinderen over te dragen volledig vrijwillig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen emotionele ouderrelatie is opgebouwd tussen de draagouders en de kinderen, en dat de wensouders goed voorbereid zijn op hun rol als voogden. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat de wensouders met de voogdij worden belast, en heeft het verzoek van de Raad om de draagouders van het gezag te ontheffen toegewezen.

De rechtbank heeft de draagouders ontheven van het ouderlijk gezag over de minderjarigen en de wensouders benoemd tot voogden. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
Zaaknummer : 233514 / FA RK 11-3914
Uitspraak : 18 augustus 2011
Beschikking betreffende ontheffing van het ouderlijk gezag in de zaak van
DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
gevestigd te Haarlem,
verzoeker, hierna te noemen: de Raad,
tegen:
[draagouder A],
wonende te [woonplaats],
en
[draagouder B],
wonende te [woonplaats],
nader te noemen: de draagouders
De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de navolgende stukken:
- het verzoekschrift (met bijlagen) van de Raad, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 1 juli 2011;
- een brief van mevrouw [X] van Stichting [T], gedateerd 29 juli 2011;
- een brief met bijlagen van de Raad gedateerd 13 juli 2011.
Als belanghebbenden worden aangemerkt de wensouders: de heer [wensouder A] donor en de heer [wensouder B], alsmede mevrouw [Y], donor.
De zaak is behandeld ter zitting van 4 augustus 2011. Verschenen zijn namens verzoeker mevrouw J. Wacht, de draagouders en de wensouders. Mevrouw [Z] en haar begeleider hebben - met instemming van alle partijen en belanghebbenden - bijzondere toestemming verkregen de zitting bij te wonen en daar filmopnames van te maken. Hoewel behoorlijk opgeroepen is mevrouw [Y] niet verschenen.
Van het verhandelde ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.
De vertegenwoordiger van de Stichting [T], mevrouw [X], door de rechtbank als informant uitgenodigd, is met voorafgaand bericht niet ter zitting verschenen.
De beoordeling
De draagouders zijn op 23 mei 2003 gehuwd. Zij hebben twee (eigen) nog minderjarige kinderen.
De wensouders zijn op 24 april 2007 met elkaar gehuwd.
Staande het huwelijk van de draagouders zijn na hoogtechnologisch draagouderschap te Helmond op 30 maart 2011 ook nog de navolgende minderjarigen geboren:
- [naam minderjarige A], en:
- [naam minderjarige B].
Ingevolge artikel 1:198 en 1:199 sub a van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) worden de draagouders aangemerkt als de juridische ouders van de kinderen. Op grond van artikel 1:251 lid 1 BW oefenen zij van rechtswege het gezag over de kinderen uit.
De Raad verzoekt de rechtbank op de gronden en op de wijze zoals vermeld in het verzoekschrift de draagouders te ontheffen van het gezag over voornoemde kinderen en de wensouders tot voogden over hen te benoemen.
De Raad legt aan zijn verzoek met name het navolgende ten grondslag.
In mei 2010 hebben alle betrokkenen contact gezocht met de Raad om geïnformeerd te worden over de voorwaarden en de consequenties van draag- en wensouderschap. Vele gesprekken hebben nadien met de Raad en de Stichting [T] plaatsgevonden. De Raad heeft ook de privé-omstandigheden van beide ouderparen onderzocht. Op 10 juni 2010 hebben de draagouders en de wensouders een intentieverklaring opgesteld en ondertekend, waarin zij onder meer en voor zover hier relevant, verklaren in te stemmen met de plaatsing van de kinderen kort na de geboorte in het gezin van de wensouders met de bedoeling de wensouders het gezag over de kinderen te laten uitoefenen door zich te laten ontheffen van het gezag en hun medewerking te verlenen om in een later stadium de wensouders de status van juridische ouders over de kinderen te verschaffen. Wensouders hebben zich verplicht om de kosten die de draagouders voor de zwangerschap, bevalling en gerechtelijke procedures moeten maken, aan hen te vergoeden. Tegenover het draagmoederschap is geen financiele vergoeding bedongen of toegezegd.
Al spoedig tijdens de zwangerschap bleken de draagouders zwanger te zijn van een tweeling die op [geboortedatum] in [geboorteplaats] is geboren. Kort na de geboorte is de tweeling naar [plaats] vervoerd, alwaar de wensouders de zorg voor de kinderen hebben overgenomen. Op 1 juni 2011 hebben de wensouders zich schriftelijk bereid verklaard na de ontheffing van de draagouders van het gezag, de voogdij over beide kinderen te aanvaarden.
Op 17 juni 2011 hebben de draagouders een verklaring over afstand van de kinderen en toestemming tot adoptie getekend.
Gelet op het hierboven weergegeven - ter zitting volledig bevestigde - verloop van de zaak, handhaaft de Raad ook ter zitting het verzoek. Gezien het feit dat bij de draagouders de intentie ontbreekt om voor de kinderen te zorgen en het hun uitdrukkelijke wens is de verantwoording voor de verzorging en opvoeding van de kinderen over te laten aan de wensouders, blijft de Raad van mening dat de draagouders dienen te worden ontheven uit het gezag. Een ongestoorde voortzetting van de huidige verzorgings- en opvoedingssituatie bij de wensouders is in het belang van de kinderen. Om de belangen van de kinderen te waarborgen acht de Raad het tevens van belang, dat de wensouders worden belast met de voogdij over hen.
De draagouders hebben ter zitting verklaard gedurende de hele zwangerschap en tot op de dag van vandaag, achter de eerder door hen opgestelde en ondertekende instemmingsverklaring te staan, mede omdat zij hun gezin met hun twee eigen kinderen als voltooid beschouwen. Nooit is door wie dan ook enige pressie op hen als draagouders uitgeoefend. Zij hebben nooit enige vergoeding als tegenprestatie voor het draagouderschap ontvangen anders dan een vergoeding van onkosten, zoals voor de huishoudelijke hulp, de positiekleding, bijzondere verzekeringen en een persoonlijke coach. Uit idealisme hebben zij draagouders voor deze homofiele wensouders willen zijn.
Op afstand, zo hebben zij beiden ter zitting verklaard, willen zij nog graag een rol in het leven van de kinderen blijven spelen, niet in de rol van ouders maar als een soort oom en tante van hen. Zij hebben een hechte en goede relatie met de wensouders.
De wensouders hebben ter zitting eveneens verklaard nooit getwijfeld te hebben aan de inhoud van de mede door hen opgestelde en ondertekende instemmingsverklaring. Zij willen graag met het gezag over de kinderen worden belast, met als uiteindelijk doel ook de status van juridische ouders over hen te bekomen. Het gaat goed met de kinderen en zij zijn de draagouders erg dankbaar dat zij hen in staat willen stellen hun lang gekoesterde kinderwens in vervulling te laten gaan.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat het belang van de kinderen zich tegen toewijzing van het verzoek van de Raad tot ontheffing van de draagouders van het gezag verzet. Bovendien moet geconstateerd worden dat aan de wettelijke vereisten van artikel 1:266 BW is voldaan, nu de draagouders ook nog ter zitting hebben bevestigd dat het hun uitdrukkelijke wens is de verzorging en opvoeding van de kinderen onmiddellijk na hun geboorte over te laten aan de wensouders en dat zij zich niet tegen een ontheffing zullen verzetten. Dit zo zijnde is er geen emotionele ouderrelatie met de kinderen opgebouwd en is er tussen de draagouders en de kinderen geen hechtingsproces op gang kunnen komen.
Nu onder de ongeschiktheid of onmacht van de ouders om de plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen niet alleen een algemene ongeschiktheid is bedoeld, gelegen in de persoon van de ouder(s) maar ook een ongeschiktheid of onmacht tot verzorgen en opvoeden van een bepaald kind, welke ongeschiktheid of onmacht kan zijn veroorzaakt door of samen kan hangen met omstandigheden als hierboven geschetst, zal de rechtbank het verzoek van de Raad om de draagouders van het gezag over de kinderen te ontheffen, toewijzen.
De wensouders hebben zich bereid verklaard de voogdij over de kinderen te aanvaarden. De vraag of het in het belang van de kinderen is dat deze wensouders met de voogdij moeten worden belast, vraagt om een afzonderlijke belangenafweging. De volgende omstandigheden betrekt de rechtbank in haar overwegingen.
De kinderen zijn biologisch gezien voortgekomen uit een van de wensouders en een vriendin van de andere wensouder. De kinderen zijn door de wensouders zeer gewenst. Zij hebben zich alvorens het draagmoederschap is gerealiseerd, goed laten informeren over de voorwaarden en de consequenties ervan. Niet is gebleken van enige druk of pressie op de draagmoeder, noch bij de voorbereidingen, noch na de bevalling of bij de feitelijke overdracht van de kinderen. Van enig financieel belang voor de draagouders of de wensouders is de rechtbank niet gebleken. Er heeft tussen de draagouders en de wensouders doorlopend een zeer goede band bestaan en zoals de rechtbank tijdens de zitting heeft kunnen waarnemen, bestaat deze nog. Het hechtingsproces tussen de wensouders en de kinderen is in het gezin van de wensouders onmiddellijk na de geboorte op gang gebracht en duurt thans nog voort. Dit zo zijnde, maakt, dat de rechtbank ook dat gedeelte van het verzoek van de Raad zal toewijzen, nu het in het belang van de kinderen moet worden geacht, de wensouders met de voogdij te belasten.
De beslissing
De rechtbank:
ontheft [draagouder A] en [draagouder B]van het ouderlijk gezag over de minderjarigen:
- [minderjarige A], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en
- [minderjarige B], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum];
benoemt [wensouder A] en [wensouder B], wonende te [woonplaats], [adres], [postcode] tot voogden over voornoemde minderjarigen;
veroordeelt de draagouders tot het doen van rekening en verantwoording van het gevoerde bewind aan de benoemde voogden;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.J.M. Walstock-Krens, rechter,tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 augustus 2011 in aanwezigheid van de griffier.
conc: YW
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.