RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer : 752859
Rolnummer : 11-3445
Uitspraak : 14 juli 2011
Health City Beheer B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hoofddorp,
eiseres,
gemachtigde: Snijder Gerechtsdeurwaarders (Postbus 516, 1940 AM Beverwijk),
[gedaagde],
wonende te Rosmalen,
gedaagde,
procederend met rechtsbijstand ingevolge toevoeging van de Raad voor de Rechtsbijstand d.d. 3 mei 2011, nr. 1FL9455,
gemachtigde: mw. mr. M.C. Appünn (Postbus 164, 5258 ZK Berlicum).
Deze blijkt uit de volgende stukken:
- de dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord, met productie;
- de aantekeningen die de griffier heeft gemaakt tijdens de zitting ("comparitie van partijen") op 4 juli 2011.
Partijen zullen verder worden aangeduid als 'Health City' en '[gedaagde]'.
2.1. Health City stelt als volgt.
Zij heeft met [gedaagde] een fitnessabonnement gesloten voor de duur van 24 maanden, ingaande op 1 mei 2010 en eindigend op 1 mei 2012. De abonnementskosten bedragen € 49,05 per maand en op de (schriftelijke) overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Health City van toepassing. Bij een abonnement voor 24 maanden geldt een lagere maandelijkse abonnementsprijs dan bij een contract voor zes of twaalf maanden.
Vanaf november 2010 is een achterstand in de betalingen ontstaan. Ingevolge artikel 4.4. van de algemene voorwaarden zijn in dat geval alle resterende abonnementstermijnen tot het einde van de overeenkomst ineens opeisbaar en kan het lid de fitnessclub niet meer bezoeken totdat het totaal verschuldigde is voldaan. Uit dien hoofde is [gedaagde] een bedrag van
€ 895,06 verschuldigd.
Health City heeft [gedaagde] meermalen tevergeefs tot betaling gesommeerd. Daarbij is zij erop gewezen, dat bij het uitblijven van betaling incassokosten in rekening zullen worden gebracht. Health City heeft haar vordering vervolgens uit handen gegeven. Ondanks sommatie, ook door de incassogemachtigde van Health City, is betaling uitgebleven. Krachtens de algemene voorwaarden komen de buitengerechtelijke kosten ad € 150,00 en de inmiddels verschuldigde rente ad
€ 18,47 voor rekening van [gedaagde].
2.2. Op voormelde gronden vordert Health City veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.063,53, vermeerderd met rente als nader bij dagvaarding omschreven en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.3. [gedaagde] voert, kort samengevat, het volgende verweer.
Zij heeft tot november 2010 gebruik gemaakt van het fitnessabonnement. Zij was destijds getrouwd met een traditionele Turkse man en had geen inzage in de gezinsuitgaven. Zij is door haar man nimmer op de hoogte gebracht van aanmaningsbrieven. [gedaagde] was dan ook verrast door de dagvaarding, die werd betekend kort nadat haar man uit de echtelijke woning was vertrokken. [gedaagde] heeft de zorg voor drie minderjarige kinderen en beschikt slechts over een uitkering van de Sociale Dienst. Haar ex-echtgenoot heeft de auto, waarmee zij altijd naar het fitnesscentrum in 's-Hertogenbosch ging, verkocht. Het fitnesscentrum in Rosmalen is voor [gedaagde] geen alternatief, omdat daar niet de mogelijkheid aanwezig is dat vrouwen afzonderlijk kunnen fitnessen.
[gedaagde] heeft inmiddels bij brief van haar advocaat d.d. 13 mei 2011 het fitnessabonnement per 1 november 2010 opgezegd. Het is niet redelijk dat [gedaagde], ondanks dat zij geen gebruik meer maakt van het abonnement, toch de termijnen over de volledige contractsduur moet betalen. Evenmin is het redelijk, dat zij eerst alle toekomstige termijnen moet betalen voordat zij weer van het abonnement gebruik kan maken.
De bedingen in artikel 4.4. en artikel 7 van de algemene voorwaarden zijn onredelijk bezwarend want in strijd met Europese regelgeving. [gedaagde] beroept zich in dat verband uitdrukkelijk op de vernietigbaarheid van die bedingen.
3.1. Partijen zijn het erover eens, dat een schriftelijk fitnessabonnement voor de duur van 24 maanden is overeengekomen, ingaande op 1 mei 2010 en eindigend op 1 mei 2012. [gedaagde] heeft voorts niet betwist dat, berekend tot 1 mei 2012, een bedrag van € 895,06 betaald zou moeten worden.
3.2. Health City baseert de verschuldigde hoofdsom op artikel 4.4. van de algemene voorwaarden. Dit artikel bepaalt:
"Bij niet tijdige betaling worden alle voor de resterende duur van het lidmaatschap verschuldigde termijnen opeisbaar en dienen deze binnen 30 dagen na opeisbaarheid door het lid aan HealthCity te worden voldaan. Het lid kan de club niet gebruiken tot het moment dat zijn vervallen schuld is voldaan."
Voorts bepaalt artikel 7 van de algemene voorwaarden, kort gezegd en voor zover hier van belang, dat tussentijdse opzegging van het abonnement, anders dan op medische gronden en in geval van verhuizing, niet mogelijk is en dat Health City bij voortijdige beëindiging bevoegd is administratiekosten in rekening te brengen.
3.3. Met betrekking tot het verweer van [gedaagde] dat deze bepalingen uit de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zijn wordt het volgende overwogen.
3.3.1. Ingevolge art. 6:233 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW) is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij.
Onder verwijzing naar de bijlage bij de Richtlijn 93/13/EEG, betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, is het door Health City gehanteerde beding in artikel 4.4. mogelijk onredelijk bezwarend. De kantonrechter doelt daarbij in het bijzonder op de in de bijlage van de Richtlijn vermelde bedingen onder e en o, zijnde bedingen die de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding opleggen respectievelijk bedingen die tot doel of tot gevolg hebben de consument te verplichten al zijn verbintenissen na te komen, zelfs wanneer de verkoper zijn verbintenissen niet nakomt.
3.3.2. Ter comparitie heeft Health City hierover opgemerkt, dat art. 4.4. niet onredelijk bezwarend is, nu [gedaagde] weer gebruik kan maken van de diensten van Health City indien zij het totaalbedrag van € 895,06, vermeerderd met de kosten, heeft voldaan. Hierdoor heeft het over de resterende looptijd verschuldigde bedrag niet het karakter van een schadevergoeding. Health City vordert slechts nakoming van de overeenkomst en de overeenkomst is niet ontbonden of anderszins geëindigd. Met de opzegging van de overeenkomst bij genoemde brief van 13 mei 2011 heeft Health City niet ingestemd. Het staat [gedaagde] vrij om na betaling alsnog gebruik te maken van de faciliteiten. Artikel 4.4. heeft niet tot doel een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen.
3.3.3. De kantonrechter oordeelt art. 4.4. van de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend. Het artikel verplicht een lid immers om (na niet tijdige betaling van abonnementsgelden) niet alleen de achterstallige maar ook de resterende termijnen ineens te betalen vóórdat het lid weer gebruik kan maken van de fitnessfaciliteiten. Leden die niet (altijd) tijdig aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, zullen veelal ook niet kunnen overgaan tot betaling ineens van zowel de achterstallige termijnen als de nog resterende termijnen, zoals ook in het onderhavige geval. Dit heeft tot gevolg dat het lid dan niet verder kan fitnessen, terwijl Health City wel aanspraak blijft maken op volledige contributie inclusief de contributie over in beginsel nog niet opeisbare abonnementstermijnen.
Ofschoon deze situatie niet volledig gelijk is te stellen met de situatie van het beding zoals hierboven onder o genoemd (de consument wordt verplicht al zijn verbintenissen na te komen, zelfs wanneer de verkoper zijn verbintenissen niet nakomt), oordeelt de kantonrechter dit een zodanig ongeoorloofd gebruik van het aan Health City toekomende recht haar verbintenissen op te schorten totdat de consument de achterstallige abonnementstermijnen heeft betaald, dat het beding in artikel 4.4. als onredelijk bezwarend moet worden aangemerkt. Het beding moet daarom worden vernietigd op de voet van eerdergenoemd artikel 6:233, onder a, BW.
3.4. Nu de overeenkomst tussen partijen niet is beëindigd of ontbonden en dus onverminderd voortduurt, leidt het voorgaande ertoe, dat uitsluitend die abonnementstermijnen kunnen worden toegewezen die door [gedaagde] tot heden hadden moeten zijn betaald. Ten aanzien van die termijnen verkeert [gedaagde] immers in verzuim.
In dit verband merkt de kantonrechter nog op, dat de schriftelijke opzegging van de overeenkomst bij brief d.d. 13 mei 2011 van de advocaat van [gedaagde] geen effect sorteert, noch per datum waartegen is opgezegd (1 november 2010) noch per datum van de opzegging (13 mei 2011). Op grond van artikel 7 van de algemene voorwaarden is tussentijdse opzegging van de overeenkomst immers niet mogelijk.
Anders dan [gedaagde] kennelijk meent, is een verbod van tussentijdse opzegging in een overeenkomst die voor 24 maanden is aangegaan, niet per definitie onredelijk bezwarend. Overeenkomsten voor bepaalde tijd kunnen niet door opzegging worden beëindigd, tenzij zich onvoorziene -dat wil zeggen niet in de overeenkomst verdisconteerde- omstandigheden voordoen, die niet voor rekening van de opzeggende partij komen en die van zo ernstige aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid instandhouding van de overeenkomst tot het overeengekomen tijdstip niet mag verwachten (HR 21 oktober 1988, NJ 1990, 439). In het onderhavige geval is geen sprake van omstandigheden van zo ernstige aard als hierboven bedoeld. Ook overigens komen deze door [gedaagde] aangevoerde onvoorziene omstandigheden (echtscheiding en daarmee verband houdende achteruitgang in inkomen, zorg voor minderjarige kinderen) voor rekening van [gedaagde]. Ook de omstandigheid, dat [gedaagde] uitsluitend wenst te fitnessen in een vrouwengroep en om die reden geen gebruik kan of wil maken van het filiaal van Health City in Rosmalen, is een [gedaagde] persoonlijk betreffende omstandigheid die niet voor rekening van Health City behoort te komen.
3.5. De slotsom is, dat de vordering kan worden toegewezen wat betreft de achterstallige abonnementstermijnen over de periode van mei 2010 tot heden. Op de hoofdsom van € 895,06, welk bedrag als zodanig door [gedaagde] niet is betwist, zullen daarom de termijnen over de periode van 1 augustus 2011 tot 1 mei 2012 in mindering worden gebracht. Het betreft een bedrag van 9 x € 49,05 = € 441,45, zodat een bedrag van € 453,61 zal worden toegewezen. Dienovereenkomstig zal van het gevorderde rentebedrag ad € 18,45, dat kennelijk betrekking heeft op de volledige hoofdsom van € 895,06, slechts iets meer dan de helft worden toegewezen. De kantonrechter stelt dit bedrag op € 9,30. In totaal is dus € 462,91 (€ 453,61 + € 9,30) toewijsbaar.
3.6. Uit de processtukken blijkt, dat door de incassogemachtigde van Health City slechts enkele (herhaalde) aanmaningen zijn gestuurd. Deze werkzaamheden zijn niet van zodanige aard en omvang dat zij een afzonderlijke vergoeding voor buitengerechtelijke invorderingswerkzaamheden rechtvaardigen. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen daarom worden afgewezen.
3.7. Partijen zijn over en weer deels in het gelijk en ongelijk gesteld. De proceskosten zullen daarom zodanig over hen worden verdeeld, dat ieder van hen de eigen kosten dient te dragen.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Health City te betalen een bedrag van € 462,91, vermeerderd met de wettelijke rente over € 453,61 vanaf de datum van dit vonnis tot de dag der voldoening;
verdeelt de proceskosten zodanig over partijen, dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Roeterdink, kantonrechter te 's-Hertogenbosch, en bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 juli 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.
Zaaknummer: 752859 blad 5