ECLI:NL:RBSHE:2011:BR5002

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
742512
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur en verwijdering negatieve BKR-registratie

In deze zaak heeft Intrum Justitia Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen [F] voor de betaling van een onbetaalde factuur van Vodafone Libertel BV, die door Intrum Justitia was overgenomen. De vordering betreft een bedrag van € 235,82, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. [F] heeft de factuur betwist en verzocht om een specificatie, welke door Vodafone niet tijdig is verstrekt. Hierdoor heeft [F] de betaling van de factuur uitgesteld, wat heeft geleid tot een negatieve registratie bij het BKR.

In reconventie heeft [F] gevorderd dat Intrum Justitia zorgdraagt voor de verwijdering van de negatieve BKR-registratie, op straffe van een dwangsom. De kantonrechter oordeelt dat Vodafone in gebreke is gebleven door geen specificatie van de factuur te verstrekken, wat heeft geleid tot de onterecht negatieve registratie van [F]. De kantonrechter wijst de vordering in reconventie toe en verplicht Intrum Justitia om de negatieve registratie binnen 14 dagen na betaling van de veroordeling in conventie te verwijderen, met een dwangsom van € 50,- per dag bij niet-naleving.

De kantonrechter compenseert de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. De uitspraak is gedaan op 28 juli 2011 door mr. J.H. Wiggers, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer : 742512
Rolnummer : 11-1731
Uitspraak : 28 juli 2011
in de zaak van:
Intrum Justitia Nederland B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: AGC Gerechtsdeurwaarders,
t e g e n :
[de heer F],
wonende te Vught,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen zullen verder worden aangeduid als 'Intrum Justitia' en '[F]'.
1. De procedure
Intrum Justitia heeft bij dagvaarding gesteld en gevorderd als na te melden. [F] is in rechte verschenen en heeft een conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie genomen. Vervolgens werden de conclusie van repliek in conventie tevens antwoord in reconventie en de conclusie van dupliek tevens repliek in reconventie gewisseld. Vervolgens heeft Intrum Justitia een conclusie van dupliek in reconventie genomen. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Het geschil
in conventie en in reconventie
2.1. Intrum Justitia vordert betaling van € 278,71, te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding.
Intrum Justitia legt daaraan het volgende ten grondslag.
Zij heeft de onderhavige vordering overgedragen gekregen van Vodafone Libertel BV (hierna te noemen: Vodafone).
[F] is een overeenkomst met Vodafone aangegaan, onder toepasselijkheid van de door Vodafone gehanteerde algemene voorwaarden. Uit dien hoofde is hij een bedrag van € 235,82 verschuldigd geworden, welk bedrag [F], ondanks aanmaning, niet heeft voldaan. Daarnaast maakt Intrum Justitia aanspraak op de buitengerechtelijke kosten ad
€ 37,- en op de wettelijke rente, die berekend tot en met 27 december 2010 € 5,89 bedraagt.
2.2. [F] heeft, kort weergegeven, het volgende verweer gevoerd.
Het is juist dat hij een overeenkomst met Vodafone heeft gesloten. Wat de openstaande factuur ad € 235,82 betreft, heeft [F] Vodafone om een specificatie gevraagd. Hij twijfelde namelijk of de in rekening gebrachte bedragen wel juist zijn. Intrum Justitia heeft [F] deze factuur uiteindelijk toegezonden. Na raadpleging van deze specificatie denkt hij dat het in rekening gebrachte bedrag zo ongeveer juist is.
In reconventie vordert [F] Intrum Justitia te veroordelen zorg te dragen voor verwijdering van de op verzoek van Vodafone gedane negatieve registratie van [F] bij het BKR, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag dat Intrum Justitia na verloop van zeven dagen na betekening van dit vonnis daarmee in gebreke blijft.
[F] legt daaraan, kort weergegeven, ten grondslag dat Vodafone nimmer heeft gereageerd op het verzoek van [F] om een specificatie van de thans gevorderde factuur toe te zenden (en kennelijk, zo vult de kantonrechter aan, dat [F], dat indien Vodafone wel aan dit verzoek zou hebben voldaan, [F] zou hebben kunnen constateren dat de factuur juist is en hij deze tijdig, althans eerder, zou hebben voldaan, als gevolg waarvan hij geen negatieve registratie bij het BKR zou hebben gekregen).
2.3. Hetgeen partijen voor het overige hebben aangevoerd zal, indien en voor zover relevant, in het navolgende aan de orde komen.
3. De beoordeling
in conventie
3.1. Tussen partijen staat als door [F] niet weersproken vast dat hij een bedrag van € 235,82 aan Vodafone, thans Intrum Justitia, verschuldigd is. Dit bedrag zal derhalve in conventie worden toegewezen. De wettelijke rente over dit bedrag is, conform artikel 11.1 van de algemene voorwaarden, toewijsbaar als gevorderd.
3.2. Intrum Justitia heeft haar vordering met betrekking tot de buitengerechtelijke kosten onvoldoende onderbouwd. Kennelijk zijn geen ter zake relevante kosten gemaakt, dat wil zeggen andere kosten dan die ter voorbereiding van gedingstukken en ter instructie van de zaak (zoals kosten van het zenden van aanmaningen en sommaties), waarvoor de veroordeling in de proceskosten een vergoeding pleegt in te houden. Gelet op navolgende overweging met betrekking tot de proceskosten is er daarom geen grond voor toewijzing van de vordering ter zake van buitengerechtelijke kosten.
in reconventie
3.3. Het heeft op de weg van Vodafone gelegen om een specificatie van de factuur aan [F] toe te zenden, nadat hij daarom had gevraagd. Dat heeft zij kennelijk nagelaten. Het is niet onbegrijpelijk dat [F] heeft gewacht met de betaling van het factuurbedrag tot hij de specificatie had ontvangen.
Onder deze omstandigheden is het aanmelden van [F] bij het BKR omdat hij één factuur niet heeft voldaan, (mede gelet op de daaraan verbonden consequenties) niet gerechtvaardigd.
Aangezien in conventie is overwogen dat [F] het factuurbedrag met rente verschuldigd is, zal Intrum Justitia worden veroordeeld zorg te dragen voor verwijdering van de negatieve BKR-registratie van [F] binnen 14 dagen nadat hij het bedrag van de veroordeling in conventie heeft voldaan, met een dwangsom als na te melden.
in conventie en in reconventie
3.4. Aangezien beide partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk worden gesteld, zullen de kosten van de procedure worden gecompenseerd als na te melden.
4. De beslissing
De kantonrechter:
in conventie:
veroordeelt [F] om aan Intrum Justitia te voldoen de somma van € 241,71, te vermeerderen met de wettelijke rente over
€ 235,82 vanaf 28 december 2010 tot de dag van voldoening;
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie:
veroordeelt Intrum Justitia om ervoor zorg te dragen dat de op verzoek van Vodafone gedane negatieve BKR-registratie van [F] binnen 14 dagen nadat hij het bedrag van de veroordeling in conventie heeft voldaan, wordt verwijderd, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,- per dag voor iedere dag dat Intrum Justitia daarmee in gebreke blijft;
bepaalt dat ten titel van deze dwangsom geen hoger bedrag verbeurd zal kunnen worden dan de somma van € 10.000,-, en dat de dwangsom vatbaar is voor matiging voor zover handhaving ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, in aanmerking genomen de mate waarin aan het vonnis is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van de overtreding;
in conventie en in reconventie:
compenseert de kosten van de procedure, in die zin dat beide partijen daarvan hun eigen kosten dragen;
verklaart dit vonnis waar het de veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. J.H. Wiggers, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juli 2011.
Zaaknummer: 742512 blad 3
vonnis