ECLI:NL:RBSHE:2011:BR5000
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoedingsplicht van de verzekeraar voor buitengerechtelijke kosten en de dubbele redelijkheidstoets
In deze zaak staat de vergoedingsplicht van de verzekeraar Centramed jegens eiseres [B] centraal, met betrekking tot buitengerechtelijke kosten. De rechtbank dient te beoordelen of de kosten die door [B] zijn gemaakt, verder reiken dan het bedrag dat Centramed reeds heeft vergoed. De relevante juridische basis hiervoor is artikel 6:96 lid 2 BW, dat vereist dat de kosten redelijk zijn en de verrichte werkzaamheden noodzakelijk waren om schadevergoeding te verkrijgen. De rechtbank constateert dat er gronden zijn om zowel het aantal gedeclareerde werkzaamheden als het uurloon niet redelijk te oordelen, wat leidt tot een beperkte toewijzing van de vordering.
Centramed had eerder aansprakelijkheid erkend en een deel van de schade vergoed, maar weigerde de restantvordering van buitengerechtelijke kosten. De gemachtigde van [B], mr. R.J.J.M. Witlox, had een aanzienlijk bedrag aan kosten gedeclareerd, maar de rechtbank oordeelt dat niet alle gedeclareerde uren en kosten redelijk zijn. De rechtbank past de dubbele redelijkheidstoets toe en komt tot de conclusie dat een aantal uren in mindering moet worden gebracht, evenals een aantal kosten die niet als redelijk kunnen worden aangemerkt.
Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat Centramed een bedrag van € 720,02 aan [B] moet vergoeden, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding. Tevens wordt [B] veroordeeld om een bijdrage in de kosten van Centramed te betalen. De beslissing is bindend voor alle betrokken partijen, inclusief de Stichting Jeroen Bosch Ziekenhuis, die als belanghebbende in het geding is geroepen.