ECLI:NL:RBSHE:2011:BR2042
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van voorbereidingshandelingen van een feit onder de Opiumwet met betrekking tot Safrol
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 20 juli 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van voorbereidingshandelingen van een feit onder de Opiumwet. De verdachte werd ervan beschuldigd in de periode van 17 tot en met 23 oktober 2010, samen met anderen, 19 liter Safrol voorhanden te hebben gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat deze stof bestemd was voor het plegen van een strafbaar feit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte als 'marktdeelnemer' kan worden aangemerkt volgens de Verordening nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren, omdat hij zonder vergunning de geregistreerde stof Safrol in zijn bezit had. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het onderdeel 'vervoeren' omdat deze handeling niet strafbaar was gesteld in de Opiumwet. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 10 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank overwoog dat de ernst van het feit, de rol van de verdachte en de volksgezondheidsrisico's bij de productie van MDMA, een zware straf rechtvaardigden. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen goederen behandeld, waarbij sommige goederen aan de rechthebbende werden teruggegeven en andere werden onttrokken aan het verkeer.