RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector bestuursrecht
Uitspraak van de meervoudige kamer van 3 mei 2011
[eiseres],
te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde mr. F.A. Pommer,
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (SVB),
te Amstelveen,
verweerder,
gemachtigde K. van Ingen.
Bij besluit van 13 augustus 2008 (gekenmerkt TAS 2152) heeft verweerder de aanvraag om tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (hierna: TNS-regeling) afgewezen.
Verweerder heeft het door eiseres tegen dit besluit gemaakte bezwaar bij besluit van 24 oktober 2008 ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
De zaak is behandeld ter zitting van 10 juni 2010, waar eiseres, bijgestaan door haar toenmalige gemachtigde, mr. H.E. van Berckel-Dekker, en vergezeld van haar dochters, is verschenen. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.
De rechtbank heeft de zaak, na sluiting van het onderzoek ter zitting, heropend omdat het onderzoek niet volledig is geweest. De aanleiding voor die heropening was de bevinding van de rechtbank dat zij mogelijk niet bevoegd was om op het beroep te beslissen.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hun visie te geven. De rechtbank heeft vervolgens, nadat partijen de rechtbank toestemming hadden gegeven om zonder nader onderzoek ter zitting uitspraak te doen, het onderzoek gesloten.
1. De rechtbank ziet zich, alvorens zich inhoudelijk over de zaak uit te kunnen laten, gesteld voor de vraag of zij bevoegd is om op het beroep te beslissen.
2. De TNS-regeling is op 29 november 2007 in de Staatscourant (nr. 232) gepubliceerd. De regeling is met ingang van 1 december 2007 in werking getreden.
3. De TNS-regeling was aanvankelijk gebaseerd op de tweede suppletoire begrotingswet van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer voor het jaar 2007.
Met ingang van 13 juni 2008 is aan de Wet milieubeheer titel 15.12, Financiële tegemoetkomingen, toegevoegd (Wijziging van onder meer de Wet milieubeheer, Staatsblad 2008, 197). Deze titel bevat slechts één artikel, te weten artikel 15.50 van de Wet milieubeheer. In artikel XXXIII van de wijzigingswet is bepaald dat de TNS-regeling na inwerkingtreding van de wet berust op artikel 15.50 van de Wet milieubeheer. De wijzigingswet voorziet niet in overgangsrecht.
4. Op grond van artikel 20.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, voor zover hier van belang, kan een belanghebbende tegen een besluit op grond van deze wet beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
5. In de Wet milieubeheer is niet bepaald dat het besluit als hier in het geding wordt voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Wet milieubeheer. Ook is niet in het besluit bepaald dat het is voorbereid met toepassing van deze afdeling.
Op grond van artikel 8:1, in combinatie met artikel 7:1, van de Algemene wet bestuursrecht, dient een belanghebbende tegen een dergelijk besluit dan ook bezwaar te maken, alvorens beroep in te stellen. Aan deze voorwaarde is in dit geval voldaan. Eiseres heeft tegen het daarop gevolgde besluit beroep ingesteld.
6. Gelet op de rechtsoverwegingen 3 en 4, moet het beroep tegen de beslissing op bezwaar worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank is derhalve niet bevoegd om van het geschil kennis te nemen. Zij zal dan ook geen inhoudelijk oordeel over het geschil geven en zich onbevoegd verklaren. De reacties van eiseres en verweerder, naar aanleiding van de heropening van de zaak, bieden geen grondslag voor een ander oordeel.
7. De rechtbank betreurt het dat zij niet eerder dan na de zitting heeft ontdekt dat de wettelijke basis van de TNS-regeling is gewijzigd. Zij heeft zich genoodzaakt gezien om, ook al is de vraag naar de bevoegdheid van openbare orde, partijen in de gelegenheid te stellen hun visie over de bevoegdheid te geven, omdat de bevoegdheidsvraag niet ter zitting aan de orde is gesteld. Dat hierdoor voor eiseres belangrijke tijd verloren is gegaan en de rechtbank het beroepschrift niet eerder heeft doorgezonden, maakt evenwel niet dat de rechtbank alsnog een inhoudelijk oordeel over de zaak zou mogen geven.
8. De rechtbank zal het beroepschrift, omdat zij niet bevoegd is om van het geschil kennis te nemen, ter behandeling doorzenden naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
9. Beslist wordt als volgt.
verklaart zich onbevoegd.
Aldus gedaan door mr. D.J. de Lange als voorzitter en mr. J.H.L.M. Snijders en mr. F.P.J.M. Otten als leden, in tegenwoordigheid van mr. H.J. van der Meiden als griffier en uitgesproken in het openbaar op 3 mei 2011.
De griffier is buiten staat om deze uitspraak mede te ondertekenen.
?
<HR>
<i>Partijen kunnen tegen deze uitspraak binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.</i>