ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ1699
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst na opzegging wegens bedrijfseconomische omstandigheden
In deze zaak verzoekt de werkgever om voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, nadat de werkgever de arbeidsovereenkomst opzegde wegens bedrijfseconomische omstandigheden. De werknemer beroept zich op artikel 5a lid 12 van de CAO voor de Bouwnijverheid, waarin staat dat de opzegging pas effect heeft op het moment dat de werknemer weer arbeidsgeschikt is. De kantonrechter wijst het verzoek van de werkgever af, omdat er geen sprake is van zodanige veranderingen in de omstandigheden die rechtvaardigen dat de arbeidsovereenkomst eerder zou eindigen dan op het moment dat de werknemer weer arbeidsgeschikt is.
De procesgang begint met een verzoekschrift dat op 2 februari 2011 is ingediend, gevolgd door aanvullende producties en een verweerschrift. De werknemer heeft primair verzocht om de werkgever niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek en subsidiair om het verzoek af te wijzen. De werknemer heeft ook verzocht om een vergoeding van € 113.500,- bruto bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De feiten van de zaak zijn als volgt: de werknemer is sinds 1987 in dienst bij de werkgever als tegelzetter en heeft zich op 30 september 2010 ziek gemeld. De werkgever heeft op bedrijfseconomische gronden toestemming gevraagd aan het UWV om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, wat uiteindelijk is goedgekeurd.
De kantonrechter concludeert dat de werkgever onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake is van zodanige veranderingen in de bedrijfseconomische situatie dat de arbeidsovereenkomst eerder zou moeten eindigen. De werkgever heeft weliswaar een negatieve bedrijfseconomische situatie aangetoond, maar niet alle werkzaamheden zijn komen te vervallen en de werkgever heeft niet voldoende onderbouwd dat er geen werk meer voor de werknemer beschikbaar is. De kantonrechter wijst het verzoek tot voorwaardelijke ontbinding af en veroordeelt de werkgever in de proceskosten van de werknemer.