ECLI:NL:RBSHE:2011:BP1957
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Schuldigverklaring zonder oplegging van straf voor overtreding van de Wegenverkeerswet 1994
Op 14 december 2009 vond er een verkeersongeval plaats in 's-Hertogenbosch waarbij de verdachte, als bestuurder van een personenauto, betrokken was. De verdachte was voornemens om driekwart rond te rijden op een rotonde en verloor de controle over haar voertuig, wat leidde tot een botsing met het naastgelegen Truckerscafé Treurenburg. Bij deze aanrijding raakten meerdere personen gewond, waaronder [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]. De officier van justitie eiste een bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde feit, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte slechts een verkeersfout had gemaakt door in een schrikreactie op het gaspedaal te trappen in plaats van te remmen.
De rechtbank oordeelde dat de handelingen van de verdachte niet voldoende waren om aanmerkelijke onvoorzichtigheid of onoplettendheid aan te tonen in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank concludeerde dat de verwijtbare handeling van de verdachte onvoldoende was voor een bewezenverklaring van schuld, en sprak haar vrij van het primair tenlastegelegde feit. Echter, het subsidiair tenlastegelegde feit werd wel bewezen verklaard, waarbij de rechtbank oordeelde dat de verdachte gevaar op de weg had veroorzaakt door haar rijgedrag.
De rechtbank besloot tot een schuldigverklaring zonder oplegging van straf, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar financiële situatie en het feit dat zij nooit eerder met justitie in aanraking was gekomen. De rechtbank vond dat er geen strafdoel gediend was met een straf in deze zaak, en dat de verdachte al het mogelijke had gedaan om haar spijt te betuigen aan de slachtoffers van het ongeval.