ECLI:NL:RBSHE:2011:BO9937
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot loondoorbetaling en wedertewerkstelling in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter te Eindhoven op 4 januari 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres, een ladybartender, en gedaagde, haar werkgever. Eiseres vorderde loondoorbetaling en wedertewerkstelling, omdat zij van mening was dat haar arbeidsovereenkomst nog steeds voortduurde. Gedaagde stelde echter dat eiseres op staande voet was ontslagen, wat eiseres betwistte. De mondelinge behandeling vond plaats op 28 december 2010, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. F.J.M. Drykoningen. Gedaagde was zelf aanwezig en voerde verweer tegen de vordering van eiseres.
De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst nog steeds bestond, omdat gedaagde eiseres niet had ontslagen en eiseres ook geen ontslag had genomen. De rechter concludeerde dat eiseres recht had op doorbetaling van haar salaris en dat gedaagde haar binnen veertien dagen na betekening van het vonnis weer diende te werk te stellen. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van salaris over de periode van 1 tot en met 16 oktober 2010 af, omdat niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat gedaagde in verzuim was. De gevorderde dwangsom werd vastgesteld op € 50,00 per dag, met een maximum van € 1000,00.
De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dienden te dragen. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter M.H. Kobussen, die het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaarde.