Uitspraak
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
28 november 2011
Rechtbank 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 28 november 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot grooming. De verdachte had in de periode van 1 maart tot en met 15 mei 2010 via chatlogs en telefonisch contact geprobeerd een ontmoeting voor te stellen aan twee minderjarige meisjes, met het oogmerk ontuchtige handelingen te plegen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in zijn communicatie met de slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], seksueel getinte gesprekken heeft gevoerd en hen heeft voorgesteld om naar de bioscoop te gaan. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de poging tot grooming met [slachtoffer 2], die op dat moment 14 jaar oud was, maar sprak de verdachte vrij van de poging tot grooming met [slachtoffer 1], omdat er onvoldoende bewijs was voor het oogmerk om ontuchtige handelingen te plegen. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand op, met een proeftijd van 2 jaren, en verklaarde de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het onderdeel waarop de vordering betrekking had. De rechtbank hield rekening met eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare feiten en de ernst van de gepleegde strafbare feiten.