Uitspraak
RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
1.Het vervolg van de procedure
2.De verdere beoordeling in de hoofdzaak
3.Het geschil in de vrijwaringszaak
4.De beoordeling in de vrijwaringszaak
4.1 Verplichtingen van de verzekerde
Rechtbank 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 1 december 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarin de aansprakelijkheid van de werkgever voor schade door een hondenbeet centraal stond. Bij tussenvonnis was reeds vastgesteld dat de werkgever aansprakelijk was voor de schade die de werknemer had geleden door de hondenbeet. In de vrijwaringszaak heeft de werkgever zijn verzekeraar aangesproken voor uitkering op basis van de bedrijfsverzekering. De verzekeraar verweerde zich met de stelling dat de werkgever zijn meldingsplicht had geschonden door geen melding te maken van de dagvaarding die door de werknemer was ingediend. De rechtbank oordeelde dat de verzekeraar niet had aangetoond dat hij in zijn belangen was geschaad door de schending van de meldingsplicht, waardoor de verzekeraar werd veroordeeld om de verzekeringsovereenkomst na te komen en polisdekking te verlenen.
In de hoofdzaak werd de omvang van de schade beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat het causaal verband tussen de hondenbeet en de huidaandoening van de werknemer niet was aangetoond. Wel werd een bedrag van € 800,- aan immateriële schadevergoeding toegewezen, mede gezien het trage genezingsproces van de door de hondenbeet ontstane wond. De rechtbank wees ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten af, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren. De werknemer werd veroordeeld in de kosten van de procedure, aangezien hij voor het grootste deel in het ongelijk was gesteld. In de vrijwaringszaak werd de verzekeraar veroordeeld om de verzekeringsovereenkomst na te komen en de kosten van de procedure te vergoeden.