ECLI:NL:RBSHE:2010:BP1092

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
219621 / FA RK 10-5804
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot goedkeuring huwelijkse voorwaarden na eerdere huwelijken

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 19 oktober 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot goedkeuring van huwelijkse voorwaarden. De partijen, een man en een vrouw, waren eerder met elkaar gehuwd, maar dit huwelijk was in 1994 ontbonden. Beide partijen zijn na de ontbinding van hun huwelijk opnieuw met een ander in het huwelijk getreden, en deze huwelijken zijn inmiddels ook door echtscheiding ontbonden. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 4 oktober 2010 is ingekomen ter griffie, waarin de partijen verzochten om goedkeuring van huwelijkse voorwaarden, omdat zij voornemens waren opnieuw met elkaar te trouwen.

De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 1:166 en artikel 1:119, in overweging genomen. Artikel 1:166 betreft de goedkeuring van huwelijkse voorwaarden en de fictie dat er tussen partijen geen echtscheiding heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat deze fictie niet van toepassing was, aangezien beide partijen na hun eerdere huwelijk met een ander zijn gehuwd. Hierdoor was er volgens de rechtbank geen sprake van een reparatiehuwelijk, zoals bedoeld in de wet.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de partijen geen goedkeuring van de rechtbank nodig hebben voor het maken van huwelijkse voorwaarden voor hun nieuwe huwelijk. Het verzoek van de partijen werd afgewezen als niet steunend op de wet. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter E.J.M. Walstock-Krens, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
Zaaknummer : 219621 / FA RK 10-5804
Uitspraak : 19 oktober 2010
Beschikking inzake goedkeuring huwelijkse voorwaarden in de zaak van
[man],
wonende te [woonplaats],
notaris mr. W.A.M. van Gorp,
en:
[vrouw],
wonende te [woonplaats],
notaris mr. W.A.M. van Gorp,
hierna ook wel aan te duiden als partijen.
De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van partijen, ingekomen ter griffie op 04 oktober 2010.
Partijen verzoeken goedkeuring tot het maken van huwelijkse voorwaarden omdat zij voornemens zijn opnieuw met elkaar in het huwelijk te treden.
De beoordeling
Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest welk huwelijk door echtscheiding op
[datum ontbinding] ontbonden. Zowel de man als de vrouw is daarna opnieuw, met een ander, in het huwelijk getreden, welke huwelijken inmiddels door echtscheiding zijn ontbonden.
Partijen wensen, alvorens zij met elkaar hertrouwen, huwelijkse voorwaarden te maken. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 1:166 juncto artikel 1:119 van het Burgerlijk Wetboek hebben zij de rechtbank verzocht goedkeuring te verlenen aan de door hen opgemaakte huwelijkse voorwaarden.
Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van een reparatiehuwelijk als bedoeld in artikel 1:166 van het Burgerlijk Wetboek, nu partijen beiden na de ontbinding van hun huwelijk in 1994 met een ander gehuwd zijn geweest. De rechtbank oordeelt dat de fictie van artikel 1:166 van het Burgerlijk Wetboek, inhoudende dat er tussen partijen geen echtscheiding heeft plaats gehad, in een dergelijke situatie niet van toepassing is en dat partijen derhalve ook geen goedkeuring van de rechtbank behoeven voor het maken van huwelijkse voorwaarden voor het aangaan van het nieuwe huwelijk. De rechtbank wijst daarom het verzoek van partijen af als niet steunend op de wet.
De beslissing
De rechtbank:
wijst het verzoek af;
Deze beschikking is gegeven door mr. E.J.M. Walstock-Krens,rechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2010, in aanwezigheid van de griffier.
conc: rdv
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.