ECLI:NL:RBSHE:2010:BO7137

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
727714
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van een TNT-werknemer wegens het inschakelen van een ex-werknemer voor postbezorging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 10 december 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen TNT Post en een ex-werknemer, aangeduid als [verweerder]. TNT Post had verzocht om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] voorwaardelijk te ontbinden op grond van een dringende reden, omdat [verweerder] op 23 september 2010 een ex-collega, [J], had ingeschakeld om hem te helpen met het bezorgen van post nadat hij een klapband had gekregen. TNT Post stelde dat dit in strijd was met het beleid dat het niet is toegestaan om niet-werknemers in te schakelen voor postbezorging. De kantonrechter oordeelde dat het ter beschikking stellen van post aan [J] onder de gegeven omstandigheden geen dringende reden voor ontslag opleverde. De kantonrechter nam daarbij in overweging dat [verweerder] niet op de hoogte was van het ontslag van [J] en dat hij in een noodsituatie handelde. De kantonrechter concludeerde dat TNT Post onvoldoende bewijs had geleverd dat [verweerder] op de hoogte was van de status van [J] en dat de handeling van [verweerder] niet als plichtsverzuim kon worden gekwalificeerd dat ontslag rechtvaardigde. Het verzoek van TNT Post werd afgewezen en de proceskosten werden aan TNT Post opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie Eindhoven
In de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TNT Post Productie B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
verzoekster,
gemachtigde: mr. H. Frijlink,
t e g e n :
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
verweerder,
gemachtigde: mr. V.L.J. Schöyer,
hierna respectievelijk aangeduid als TNT Post en [verweerder],
heeft de kantonrechter de navolgende beschikking ex artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek gegeven.
1. De procedure
Op 30 november 2010 heeft TNT Post een verzoekschrift tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. [verweerder] heeft van de mogelijkheid om een verweerschrift in te dienen geen gebruik gemaakt. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 3 december 2010 gelijktijdig met de mondelinge behandeling in een door [verweerder] tegen TNT Post gestarte voorlopige voorzieningenprocedure. Partijen hebben hun standpunten doen toelichten bij monde van hun gemachtigden voornoemd. Beide gemachtigden hebben daartoe pleitaantekeningen gehanteerd die aan de kantonrechter zijn overgelegd. De griffier heeft van het besprokene aantekeningen gemaakt. Tenslotte is beschikking bepaald.
2. De feiten
2.1. [verweerder], geboren op 22 december 1964, is op 4 december 1989 bij (de rechtsvoorgangster van) TNT Post in dienst getreden in de functie van postbode. [verweerder] was laatstelijk werkzaam op de vestiging Vaalserbergweg Eindhoven tegen een salaris van € 2.057,81 bruto per maand, te vermeerderen met € 145,80 bruto TOT en 8 % vakantietoeslag op basis van 37-urige werkweek.
2.2. Op 23 september 2010 heeft een gewezen werknemer van TNT Post die op de vestiging Vaalserbergweg Eindhoven aanwezig was, genaamd [J], aan [verweerder] aangeboden om mee te helpen met het bestellen van de post. [verweerder] heeft dat aanbod afgeslagen.
Later op de dag heeft [verweerder] met de fiets een klapband gekregen toen hij bij zijn bestelwijk arriveerde. [verweerder] heeft [J] omstreeks 12.34 uur via zijn mobiele telefoon alsnog gevraagd hem te helpen. [J] is ongeveer tien minuten daaropvolgend met een Alfa Romeo personenauto verschenen. [verweerder] heeft [J] een deel van de geadresseerde post en de huis-aan-huispost gegeven en zij hebben samen de post bezorgd. [verweerder] heeft daarbij niet steeds zichtcontact met [J] kunnen houden.
2.3. Op 24 september 2010 heeft VBG-manager van de locatie Vaalserbergweg Eindhoven van TNT Post, de heer [B], naar aanleiding van een melding geconstateerd dat er die dag in de buslichting van de locatie winkelcentrum Woensel (Echternachlaan) post was aangetroffen die op 23 september 2010 door [verweerder] bezorgd had dienen te worden. Het ging daarbij om tien grote poststukken en huis-aan-huispost. Naar aanleiding van deze melding heeft TNT Post de afdeling bedrijfsveiligheid/bedrijfsrecherche ingeschakeld en is een nader onderzoek ingesteld. In het kader van dit onderzoek is [verweerder] op 28 september 2010 door de bedrijfsrecherche gehoord. [verweerder] heeft tijdens zijn verhoor onder meer verklaard dat hij het deel van de post dat hij diende te bezorgen ook daadwerkelijk had bezorgd en dat het hem niet bekend was dat [J] een deel van de aan hem ter beschikking gestelde post in de brievenbus van de Echternachlaan in Woensel had gedeponeerd.
2.4. Op 29 september 2010 heeft TNT Post in de handelwijze van [verweerder] aanleiding gezien de arbeidsovereenkomst met [verweerder] met onmiddellijke ingang op te zeggen wegens een dringende reden. Dit ontslag op staande voet is aan [verweerder] bevestigd bij brief van 29 september 2010.
2.5. [verweerder] kan zich met zijn ontslag op staande voet niet verenigen en hij heeft TNT Post bij dagvaarding van 23 november 2010 in een voorlopige voorzieningenprocedure betrokken waarin hij, kort gezegd, wedertewerkstelling en doorbetaling van loon vordert.
3. Het geschil
3.1. TNT Post verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen voorwaardelijk, te weten voor zover deze nog mocht bestaan, te ontbinden per eerst mogelijke datum, primair op grond van een dringende reden en subsidiair op grond van gewijzigde omstandigheden, met veroordeling van [verweerder] in de kosten van de procedure.
TNT Post legt samengevat het volgende aan dat verzoek ten grondslag.
Het is [verweerder] bekend dat het absoluut verboden is om niet bij TNT Post werkzame personen in te zetten voor werkzaamheden. Indien zich een calamiteit voordoet met als gevolg dat de postbode voorziet dat hij de post niet tijdig kan bestellen, is het beleid dat de teamcoach wordt gebeld en dat wordt overlegd hoe te handelen. Dit was [verweerder] heel goed bekend en ook was hem bekend dat [J] niet meer in dienst was van TNT Post. Het was [verweerder] voorts bekend dat het hem niet was toegestaan om [J] post te laten bezorgen met een privéauto in plaats van een TNT Post bestelauto. Er was voor [verweerder] geen enkele noodzaak een derde in te schakelen. De daaraan verbonden risico's zijn groot omdat TNT Post aansprakelijk kan worden gesteld voor door derden gemaakte fouten terwijl zij zelf geen enkele invloed op deze derden heeft, laat staan enige vorm van zeggenschap. TNT Post is de laatste tijd veel in het nieuws en er wordt veel negatiefs gespuid en geschreven over de kwaliteit van haar dienstverlening. Zij staat als voormalig staatsbedrijf evenwel van oudsher voor een optimale dienstverlening en kwaliteit en in het verlengde daarvan kan en wil zij niet toestaan dat postbodes werk zomaar aan een derde, laat staan een derde waarmee TNT Post geen enkele band heeft, uitbesteden. Een dergelijke handelwijze die in strijd is met haar gedragslijn beschouwt zij als een ernstige vorm van plichtsverzuim. [verweerder] heeft zijn post niet alleen uit handen gegeven aan [J], maar hij is ook tekort geschoten in zijn toezichthoudende taak. Er is voor de handelwijze van [verweerder] geen enkele rechtvaardiging aan te dragen. Hij heeft zijn kerntaak als postbode verzuimd en op absoluut onaanvaardbare wijze een derde ingeschakeld met alle nadelige gevolgen voor de postbezorging van dien. De omstandigheid dat [verweerder] 22 jaar in dienst is kan hem niet baten omdat juist vanwege zijn ervaring [verweerder] moest weten dat zijn handelwijze door TNT Post als een 'doodzonde' zou worden beschouwd. Voor zover de handelwijze van [verweerder] geen dringende reden mocht opleveren meent TNT Post dat in ieder geval sprake is van veranderingen in de omstandigheden die maken dat het dienstverband dient te eindigen. [verweerder] heeft het voor een vruchtbare voortzetting van het dienstverband noodzakelijke vertrouwen in ernstige mate aangetast.
3.2. [verweerder] bepleit afwijzing van het verzoek en hij heeft daartoe samengevat het volgende aangevoerd.
Hij heeft nimmer de bedoeling gehad TNT Post schade toe te brengen. In de noodsituatie die ontstond door de klapband heeft hij gemeend de juiste oplossing te hebben gekozen waardoor hij juist in het belang van de klanten van TNT Post alsnog in staat was de post tijdig te bezorgen. Hij had op 23 september 2010 graag een leenfiets van TNT Post gebruikt maar hij wist al dat de leenfiets die dag niet beschikbaar was. Er is hem geen reglement bekend waarin de door TNT Post als beleid bestempelde handelwijze (dat de teamcoach moet worden gebeld) wordt omschreven.
Hij was er niet van op de hoogte dat [J] op 23 september 2010 niet meer werkzaam was voor TNT Post. Ook zijn collega's bij wie hij later navraag heeft gedaan, waren daar niet van op de hoogte. De tussentijdse afwezigheid van [J] had, naar hij had gehoord, te maken met het overlijden van diens schoonvader en het bijwonen van de begrafenis in het buitenland. Op 23 september 2010 was [J] op de vestiging van TNT Post aanwezig en droeg hij kleding van TNT Post. Er was dan ook geen reden om aan te nemen dat [J] niet meer werkzaam was voor TNT Post. Hij is pas te weten gekomen dat [J] door TNT Post was ontslagen toen hij daarvan door de bedrijfsbeveiliging op de hoogte werd gesteld. Dat [J] hem heeft geholpen toen hij een klapband had gekregen is niet vreemd. Het is in het verleden vaak voorgekomen dat ook hijzelf collega's op die manier heeft geholpen.
Hij had er niet vanuit hoeven te gaan dat zijn collega willens en wetens een deel van de post zou terugwerpen in de brievenbus. Hij heeft nooit eerder post uit handen gegeven en hij betreurt ten zeerste wat er gebeurd is.
Het standpunt van TNT Post dat hij zich niet als een goed werknemer zou hebben gedragen wordt niet ondersteund door de feitelijke omstandigheden van het geval.
Hij heeft de hulp ingeroepen van een op de vestiging aanwezige en in TNT Post kleding gehulde collega die eerder ook hulp had aangeboden. Dat een deel van de post niet is besteld valt hem niet zo zwaar aan te rekenen dat dit een ontslag op staande voet rechtvaardigt.
TNT Post had moeten voorkomen dat ex-werknemers gekleed in een uniform van TNT Post zich toegang verschaffen tot de werkvloer in plaats van werknemers voor deze aanwezigheid te straffen. TNT post had andere disciplinaire maatregelen kunnen en moeten nemen. Hij is kostwinner, 22 jaar in dienst van TNT Post en hij heeft nooit eerder een disciplinaire maatregel opgelegd gekregen.
3.3. Op hetgeen partijen overigens hebben aangevoerd zal hierna voor zover voor de beoordeling van belang nader worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De kantonrechter stelt voorop dat TNT Post er een groot belang bij heeft dat haar werknemers aan wie de post wordt toevertrouwd hun werkzaamheden tijdig en op correcte wijze uitvoeren. Gelet op dat belang van TNT Post is het begrijpelijk dat zij niet wenst toe te staan dat haar werknemers hun werkzaamheden aan derden uitbesteden en ook is het begrijpelijk dat zij het als een ernstige vorm van plichtsverzuim beschouwt indien haar werknemers dat wel doen. De kantonrechter is voorts van oordeel dat een dergelijk plichtsverzuim in beginsel voldoende grond kan opleveren voor een beëindiging van het dienstverband op grond van een dringende reden.
4.2. Of in het onderhavige geval een dringende reden voor beëindiging van het dienstverband aanwezig is dient te worden beoordeeld op grond van alle hierna te bespreken omstandigheden van het geval.
4.3. In de eerste plaats oordeelt de kantonrechter van belang de door TNT Post gestelde omstandigheid dat [verweerder] bekend was met het ontslag van [J]. Dienaangaande overweegt de kantonrechter als volgt.
[J] is ondanks zijn ontslag, zoals TNT Post tijdens de mondelinge behandeling heeft gesteld, op 23 september 2010 met goedvinden van TNT Post op de vestiging Vaalserbergweg Eindhoven aanwezig geweest om koffie te drinken. TNT Post heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat [J] tijdens zijn dienstverband niet in het bezit was van TNT bedrijfskleding, maar wel van een TNT leenjas. Voorts heeft TNT Post gesteld dat het haar niet bekend is of [J] deze leenjas na zijn ontslag bij TNT Post heeft ingeleverd. [verweerder] heeft aan de andere kant uitdrukkelijk gesteld dat [J] op 23 september 2010 TNT kleding droeg. De kantonrechter gaat voorshands dan ook uit van de juistheid van deze stelling van [verweerder] nu TNT Post deze onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken.
TNT Post heeft in de tweede plaats gesteld dat [verweerder] moet hebben geweten dat [J] niet meer bij TNT Post in dienst was omdat het ontslag van [J] was gaan rondzingen binnen het bedrijf. [verweerder] heeft dit evenwel gemotiveerd betwist. TNT Post heeft voorts erop gewezen dat [verweerder] ook zelf ten overstaan van de bedrijfsrecherche heeft verklaard dat [J] een ex-collega van hem was, maar [verweerder] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij daarmee heeft bedoeld dat hij in het verleden met [J] had samengewerkt en dat hij niet heeft bedoeld dat [J] niet meer in dienst was van TNT Post.
TNT Post heeft tenslotte nog gesteld dat [verweerder] had moeten weten dat [J] niet meer in dienst was omdat hij op 23 september 2010 arriveerde in een privéauto in plaats van een TNT Post bestelauto. [verweerder] heeft dat gepareerd met de stelling dat [J] hem had medegedeeld dat hij die middag vrij was zodat het hem niet vreemd was voorgekomen dat [J] in een privéauto was verschenen.
De kantonrechter heeft op grond van de gemotiveerde betwisting door [verweerder] van hetgeen TNT Post hiervoor heeft aangevoerd onvoldoende reden om aan te nemen dat [verweerder] op 23 september 2010 van het ontslag van [J] op de hoogte was. Het gebrek aan wetenschap van dat ontslag bij [verweerder] moet dan ook als uitgangspunt worden genomen.
4.4. Van belang in deze zaak oordeelt de kantonrechter verder nog de omstandigheid dat [verweerder] op 23 september 2010 een klapband heeft gekregen en dat hij omstreeks 12.34 uur [J] heeft gebeld en hem heeft gevraagd te komen helpen met het bestellen van de post. Tot slot acht de kantonrechter van belang dat op grond van de verklaring van [verweerder] tegenover de bedrijfsrecherche vast staat dat [verweerder] [J] een paar huizen op de Jaap Hamminglaan heeft zien bestellen, dat [verweerder] vervolgens niet steeds zichtcontact met [J] heeft kunnen houden en dat hij niet heeft gezien dat [J] met post terugkwam bij de auto.
4.5 Naar het oordeel van de kantonrechter had het op grond van de hiervoor weergegeven omstandigheden van het geval voor de hand gelegen, ook zonder een daartoe strekkende expliciete instructie van TNT Post, dat [verweerder] op 23 september 2010 contact had opgenomen met zijn leidinggevende toen hij een klapband kreeg. Door dat na te laten heeft [verweerder] een fout gemaakt. Op het maken van fouten mag een werknemer worden aangesproken. Reden voor ontslag zal het doorgaans niet kunnen zijn, laat staan een dringende reden. Op grond van de hiervoor weergegeven omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat het ter beschikking stellen van de post door [verweerder] aan [J] geen dringende reden voor een beëindiging van het dienstverband oplevert. Evenmin levert het zodanige veranderingen in de omstandigheden op dat voortzetting van het dienstverband niet meer kan worden gevergd.
Ten overvloede merkt de kantonrechter nog op dat Indien vast zou zijn komen te staan dat [verweerder] de post aan een willekeurige vreemde zou hebben gegeven, de dringende reden duidelijk zou zijn geweest. De omstandigheden waaronder [verweerder] in dit geval de post gedeeltelijk uit handen heeft gegeven aan een persoon van wie hij in de veronderstelling verkeerde dat deze een dienstbetrekking had bij TNT Post, nopen evenwel tot een gematigder oordeel dan het oordeel dat TNT Post over [verweerder] heeft geveld. Het moge duidelijk zijn dat het verwijt dat [verweerder] een deel van zijn post aan een ex-werknemer ter beschikking heeft gesteld ook aanzienlijk minder sterk is als TNT Post deze ex-werknemer toegang tot haar bedrijf blijft verschaffen. Het was onbetwist de intentie van [verweerder] om ervoor te zorgen dat de post ondanks het probleem toch nog tijdig werd bezorgd. Voor de oplossing van het probleem heeft hij de verkeerde keuze gemaakt. Dat ziet hij achteraf in en het is aannemelijk dat hij niet snel meer een dergelijke fout zal maken.
4.6. De slotsom van het voorgaande is dan ook dat verzoek tot voorwaardelijke ontbinding dient te worden afgewezen.
4.7. TNT Post wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom de proceskosten dienen te dragen. Gelet op de gelijktijdige behandeling van deze zaak met de voorlopige voorzieningenprocedure waarin TNT Post eveneens in de kosten wordt veroordeeld, worden de proceskosten van [verweerder] in deze zaak begroot op nihil.
5. De beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
veroordeelt TNT Post in de proceskosten die aan de zijde van [verweerder] worden begroot op nihil.
Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2010 door
mr. M.H. Kobussen, kantonrechter te Eindhoven, in tegenwoordigheid van de griffier.