ECLI:NL:RBSHE:2010:BO4468
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W.H. Renneberg
- M.L.W.M. Viering
- S.J.W. Hermans
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van poging tot moord op echtgenote met stanleymes
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 22 november 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot moord op zijn echtgenote. De verdachte had op 6 mei 2010, na een gezamenlijk besluit met zijn vrouw om een einde aan hun leven te maken, haar polsen doorgesneden met een stanleymes. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een uitdrukkelijk en ernstig verlangen tot levensbeëindiging van de zijde van de vrouw, zoals vereist door de wet. De rechtbank concludeerde dat de doodswens van de vrouw vooral voortkwam uit de mededeling van de verdachte dat hij zelfmoord wilde plegen. Dit leidde tot de vrijspraak van het primaire feit van levensbeëindiging op verzoek van de vrouw.
De rechtbank oordeelde verder dat de verdachte, na het toebrengen van de verwondingen, het alarmnummer 112 belde met de intentie om te voorkomen dat zijn vrouw zou overlijden. Dit handelen werd door de rechtbank gezien als een vrijwillige terugtred van het oorspronkelijke voornemen om zijn vrouw te doden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet strafbaar was voor het subsidiaire feit van poging tot moord, omdat zijn handelen in grote mate had bijgedragen aan het niet intreden van de dood van zijn vrouw. De rechtbank sprak de verdachte dan ook vrij van alle rechtsvervolging en gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in zaken waar psychische nood en zelfdoding een rol spelen, en de rol van het openbaar ministerie in het vervolgen van dergelijke delicten.