ECLI:NL:RBSHE:2010:BO3678

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
371303 / FA RK 10-5704
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Teruggeleiding van minderjarigen naar Italië en vaststellingsovereenkomst tussen ouders

In deze zaak heeft de Centrale Autoriteit haar verzoek tot teruggeleiding van de minderjarigen naar Italië ingetrokken. De vader en de moeder zijn op 31 juli 2010 overeengekomen dat de minderjarigen hun gewone verblijfplaats bij de moeder in Nederland zullen hebben. Dit heeft geleid tot het einde van de bevoegdheid van de Italiaanse rechter ter zake van de ouderlijke verantwoordelijkheid, zoals vastgelegd in artikel 10 aanhef en onder a van Brussel IIbis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek tot opname van de vaststellingsovereenkomst is ingekomen nadat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats in Nederland hebben verkregen, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.

De Centrale Autoriteit, mede namens de vader, en de moeder hebben gezamenlijk verzocht om de door hen ondertekende vaststellingsovereenkomst in de beschikking op te nemen. De rechtbank heeft besloten om hieraan te voldoen, aangezien niet is gebleken dat het belang van de minderjarigen zich daartegen verzet. De rechtbank heeft de onderlinge regeling ter zake van de ouderlijke verantwoordelijkheid aangaande de minderjarigen, geboren in Italië, opgenomen in de beschikking en verklaarde deze uitvoerbaar bij voorraad.

De zaak is behandeld door de enkelvoudige kamer van de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarbij de vader en de moeder, samen met hun advocaten, aanwezig waren. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting, en heeft de relevante feiten en verzoeken in overweging genomen. De rechtbank heeft de beschikking op 3 september 2010 uitgesproken, waarbij de onderlinge afspraken tussen de ouders zijn bekrachtigd.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Nevenzittingsplaats 's-Gravenhage
Sector familie- en jeugdrecht
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 10-5704
Zaaknummer: 371303
Datum beschikking: 3 september 2010
Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 6 juli 2010 ingekomen verzoek van:
de Directie Justitieel Jeugdbeleid, Afdeling Juridische en Internationale Zaken, van het Ministerie van Justitie, thans geheten de directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken van het directoraat-generaal Preventie, Jeugd en Sancties, afdeling Juridische en Internationale Zaken, van het Ministerie van Justitie, belast met de taak van Centrale Autoriteit als bedoeld in artikel 4 van de Wet van 2 mei 1990 (Stb. 202) tot uitvoering van het Haagse Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen van 25 oktober 1980 (Trb. 1987, 139), gevestigd te 's-Gravenhage,
verder te noemen: de Centrale Autoriteit, optredend voor zichzelf en namens:
[de vader],
wonende te [plaats A], Italië,
advocaat: mr. F.C. de Wit-Facchetti te Rotterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de moeder],
wonende te [plaats B],
advocaat: mr. M.T.N. Whiterod te Utrecht.
Procedure
Van de zijde van de vader is op 15 maart 2010 bij de Centrale Autoriteit een verzoek ingediend tot teruggeleiding naar Italië van de minderjarigen:
- [minderjarige A], geboren op [geboortedatum] 2004 te [plaats A], Italië,
- [minderjarige B], geboren op [geboortedatum] 2006 te [plaats A], Italië.
Op 6 juli 2010 heeft de Centrale Autoriteit onderhavig verzoekschrift bij de rechtbank te
's-Hertogenbosch ingediend.
Bij beschikking d.d. 15 juli 2010 heeft de rechtbank te 's-Hertogenbosch zich bevoegd geacht van de zaak kennis te nemen en op grond van artikel 8 van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen en het Aanwijzingsbesluit 's-Gravenhage als nevenzittingsplaats internationale kinderontvoeringen d.d. 4 februari 2009 van de Raad voor de Rechtspraak bepaald dat de behandeling van de zaak plaatsvindt in de nevenzittingsplaats 's-Gravenhage.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- het faxbericht d.d. 26 juli 2010, met bijlagen, van de zijde van de moeder.
Op 29 juli 2010 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
- de Centrale Autoriteit in de persoon van mr. M.M. Maljaars-Hendrikse,
- de vader met zijn advocaat en met mevrouw M. Viano, tolk;
- de moeder met haar advocaat.
Het betrof een regiezitting met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. M. Kramer.
Na genoemde regiezitting hebben de vader en de moeder getracht door middel van mediation tot een minnelijke schikking te komen.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
- de brief d.d. 2 augustus 2010, met bijlage, van de zijde van de Centrale Autoriteit;
- het faxbericht d.d. 9 augustus 2010 van de zijde van de moeder.
Feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting staat tussen partijen het volgende vast.
De vader en de moeder hebben een affectieve relatie gehad, waaruit de volgende thans nog minderjarige kinderen zijn geboren:
- [minderjarige A], geboren op [geboortedatum] 2004 te [plaats A], Italië,
- [minderjarige B], geboren op [geboortedatum] 2006 te [plaats A], Italië.
De moeder is eind 2009 met de minderjarigen naar Nederland vertrokken.
De vader heeft de Italiaanse nationaliteit. De moeder heeft de Nederlandse nationaliteit.
Ter terechtzitting hebben de vader en de moeder besloten te trachten hun geschil door middel van mediation tot een oplossing te brengen.
De mediation heeft geresulteerd in algehele overeenstemming. De vader en de moeder hebben op 31 juli 2010 een vaststellingsovereenkomst ondertekend waarin zij zijn overeengekomen dat de gewone verblijfplaats van de minderjarigen bij de moeder, woonachtig te [plaats B] in Nederland, zal zijn. Verder hebben zij onder meer een zorg- en vakantieregeling afgesproken.
Verzoek en verweer
De Centrale Autoriteit heeft haar verzoek tot teruggeleiding van de minderjarigen naar Italië ingetrokken.
De Centrale Autoriteit heeft de rechtbank bij brief van 2 augustus 2010, mede namens de vader, verzocht de tussen de moeder en de vader tot stand gekomen vaststellingsovereenkomst te bekrachtigen, door deze afspraken, voor zover mogelijk, op te nemen in de beschikking, althans (subsidiair) de afspraken te vermelden in de aan de beslissing ten grondslag liggende overwegingen, althans (meer subsidiair) in ieder geval de vaststellingsovereenkomst aan te hechten.
Blijkens het faxbericht van 9 augustus 2010 stemt de moeder met het verzoek van de Centrale Autoriteit in.
Beoordeling
De vader en de moeder zijn op 31 juli 2010 overeengekomen dat de minderjarigen hun gewone verblijfplaats bij de moeder in Nederland zullen hebben. Derhalve is ingevolge artikel 10 aanhef en onder a Brussel IIbis aan de bevoegdheid van de Italiaanse rechter ter zake de ouderlijke verantwoordelijkheid aangaande de minderjarigen [minderjarige A] en [minderjarige B] vanaf die datum een einde gekomen.
Nu het thans voorliggende verzoek tot opname van de vaststellingsovereenkomst op 2 augustus 2010 is ingekomen - derhalve nadat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats in Nederland hebben verkregen - is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht van dat verzoek kennis te nemen.
De Centrale Autoriteit, mede namens de vader, en de moeder hebben eensluidend verzocht de door de moeder en de vader ondertekende vaststellingsovereenkomst in de beschikking op te nemen. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen nu niet is gebleken dat het belang van de minderjarigen zich daartegen verzet.
Beslissing
De rechtbank:
neemt op de door de vader en de moeder getroffen onderlinge regeling ter zake de ouderlijke verantwoordelijkheid aangaande [minderjarige A], geboren op [geboortedatum] 2004 te [plaats A], Italië, en [minderjarige B], geboren op [geboortedatum] 2006 te [plaats A], Italië, zoals neergelegd in de (in fotokopie) aan deze beschikking gehechte vaststellingsovereenkomst en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Kramer, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. L.F.A. Bos als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 september 2010.