vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/889075-07
Datum uitspraak: 27 oktober 2010
Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te '[geboorteplaats] op [geboortedatum] 1935,
wonende te [woonplaats], [adres verdachte].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 oktober 2010.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 14 september 2010.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 november 2007
tot en met 21 november 2007 te 's-Hertogenbosch,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning
([adres slachtoffer]) heeft weggenomen enig(e) goed(eren) en/of geld, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of diens erfgena(a)m(en), in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s);
(artikel 311 lid 1 sub 4 en 5 Wetboek van Strafrecht)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 november 2007
tot en met 21 november 2007 te 's-Hertogenbosch,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning
([adres slachtoffer]) weg te nemen geld en/of enig(e) goed(eren) van zijn/hun
gading,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of diens erfgena(a)m(en), in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
en zich daarbij (telkens) de toegang tot die woning te verschaffen en/of
die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen
door middel van (een) valse sleutel(s), (telkens)
- zich naar die woning aan de [adres slachtoffer] heeft begeven en/of
- met behulp van (een) nagemaakte huissleutel(s) de toegangsdeur(en) van het
flatgebouw en/of die woning aan de [adres slachtoffer] heeft geopend en/of
- dat flatgebouw en/of die woning is binnengegaan en/of
- in die woning heeft rondgekeken en/of gezocht naar geld en/of enig(e)
goed(eren) van zijn/hun gading,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
(artikel 311 lid 1 sub 4 en 5 juncto artikel 45 Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier acht het medeplegen van de poging tot diefstal door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd, wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de voltooide diefstal en ten aanzien het meermalen plegen van een poging tot diefstal omdat naar het oordeel van de verdediging enkel bewijs aanwezig is voor één poging tot diefstal. Voor het overige refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van het medeplegen van diefstal in vereniging, omdat er onvoldoende bewijs is dat er goederen uit de woning zijn weggenomen.
De rechtbank acht op basis van de verklaringen van [medeverdachte1], de tapgesprekken en de observatieverslagen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, samen met medeverdachten, schuldig heeft gemaakt aan meerdere pogingen tot diefstal door middel van het gebruik van valse sleutels. Het gaat daarbij om pogingen tot diefstal uit de woning van wijlen [slachtoffer], die tot aan zijn overlijden op het adres [adres slachtoffer] te 's-Hertogenbosch woonde. 1
Dit oordeel baseert zij in het bijzonder op de navolgende chronologisch weergegeven bewijsmiddelen. In het navolgende worden onder meer telefoongesprekken weergegeven. De rechtbank gaat uit van de juistheid van de conclusies van de politie2 dat het hier gaat om gesprekken tussen [medeverdachte2], [medeverdachte1], [verdachte] en [medeverdachte3]. Deze duidelijk onderbouwde conclusies worden niet door de verdediging weersproken.
21 juli 2007
Op 21 juli 2007 omstreeks 12.16 uur belt [medeverdachte2] met de GSM in gebruik bij [medeverdachte1] naar verdachte [verdachte] [verdachte]. [medeverdachte2] zegt dat hij zo Leiden in rijdt en vraagt of [verdachte] ook zo komt want dan kan [medeverdachte2] het gelijk zien. [medeverdachte2] zegt dat het [adres1] is en [verdachte] zegt dat hij dat weet. [verdachte] moet daar naartoe komen en in zijn auto wachten in de buurt van de Golf van [medeverdachte2]. [medeverdachte2] komt dan naar buiten. [verdachte] zegt dat hij nu naar Leiden komt.3
[medeverdachte2] had volgens [medeverdachte1] belangstelling voor kunstwerken van [slachtoffer], die toen nog in Leiden woonde.4
27 augustus 2007
Op 27 augustus 2007 omstreeks 12.02 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[verdachte] zegt dat hij van [medeverdachte1] had gehoord dat hij gaat verhuizen.5
28 augustus 2007
Op 28 augustus 2007 omstreeks 11.16 uur belt [medeverdachte1] naar [medeverdachte2].
[medeverdachte1] vraagt of [medeverdachte2] verstand heeft van tv's aansluiten en wat zenders te verzetten. [medeverdachte2] zegt van niet en dat hij daarvoor bij [persoon1] moet zijn. [medeverdachte1] zegt dat de televisie van die "ouwe" ingesteld moet worden en als [medeverdachte2] dat zou doen hij gelijk binnen rond zou kunnen kijken. [medeverdachte2] zegt dat hij er een beetje verstande heeft, waarop [medeverdachte1] zegt: "Nou, dan ben je toch binnen." [medeverdachte2]: "Ja, dan doen we dat wel zeg maar".6
29 augustus 2007
Op 29 augustus 2007 omstreeks 14.29 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte1].
[medeverdachte1] zegt dat die ouwe vanmorgen nog gebeld had dat zijn televisie was gemaakt. [medeverdachte2]:" Oh nou we gaan er wel een keer naar toe".7
4 september 2007
Op 4 september 2007 omstreeks 11.37 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte1]
[medeverdachte2] vraagt of [medeverdachte1] in Amsterdam is. [medeverdachte1] zegt dat hij aan de overkant zit. [medeverdachte1] zegt:"Ook een stunt hè dat die "ouwe" er niet was". [medeverdachte2]: "Nou nou."8
11 oktober 2007
Op 11 oktober 2007 omstreeks 13.52 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte] met de telefoon die in gebruik is bij [medeverdachte1].
[medeverdachte2] zegt dat hij [medeverdachte1] vanmorgen "daar naartoe " heeft gebracht. [verdachte] begrijpt wat hij bedoelt. [medeverdachte2]: "En eh heeft ie, uh boven de deur open gelaten. Staat open. En hij blijft weg tot uh denk ik misschien morgenavond. Ja dat is zeker."
[verdachte]: "Oh nou uh dan wil ik straks naar je toekomen."
[medeverdachte2]: "Ja dan moet je je spullen meenemen, maar hebben we die andere dan nog nodig. Want hij heeft ook een zwaar ding. Moet je even proberen te bereiken want ik heb zijn nummer niet bij me nu. Het is wel de moeite waard".
[verdachte]: "Oh, nou hoe laat moet ik dan bij je zijn".
[medeverdachte2]: "Ja uh bij mij kan je. Als je nu weg rijdt heb je ook geen spits. Moet je spullen meenemen. En dan, kijk hij kan toch pas 's avonds. Maar dan kan jij even kijken kan ik het uitleggen."
[verdachte]: "Ja, ik moet even ergens doen en dan ga ik direct, ga ik weg".
[medeverdachte2]: "Ja ja. Doe maar rustig aan en bel mij dan en probeer hem even te bereiken".9
[medeverdachte1] verklaart het volgende omtrent dit telefoongesprek, dat mede met zijn toestel werd gevoerd. [medeverdachte2] belt hier de Hagenees, want [medeverdachte1] heeft aan [medeverdachte2] verteld dat de deur van de toegangshal van de woning open is blijven staan toen [medeverdachte1] [slachtoffer] naar het station heeft weggebracht.10
Op 11 oktober 2007 omstreeks 14.25 uur belt [verdachte] naar verdachte [medeverdachte3] [medeverdachte3]. [verdachte] vraagt of [medeverdachte3] naar Den Bosch kan komen.
[medeverdachte3] zegt dat dat niet kan want hij zit in Hoorn en is pas morgen in Brabant. [medeverdachte2] wist dat hij de hele week van huis was.
[verdachte]: "Shit, nou ja uh, ik ga er effe naartoe, naar hem, dan bespreek ik het wel".11
Door leden van het observatieteam van de politie Brabant Noord werd op 11 oktober 2007, kort samengevat, het volgende waargenomen:
16.40 uur: lopen [medeverdachte2] en [verdachte] vanuit [café] over de Parade te 's-Hertogenbosch en wandelen daar weg.
16.46 uur: [medeverdachte2] en [verdachte] lopen over de [straat1] richting Zuid.
17.05 uur: Beiden lopen bij de [flat slachtoffer] en kijken naar boven. [verdachte] loopt om de flat en [medeverdachte2] loopt een andere kant op.
17.13 uur: Beide mannen treffen elkaar weer en lopen nogmaals rond de [flat slachtoffer], daarna lopen ze terug over de [straat1] richting de [straat 2]
17.35 uur: [verdachte] zit binnen bij [café]. [medeverdachte2] is op de fiets vertrokken.
18.00 uur: [verdachte] is naar zijn auto gelopen en is vertrokken met zijn Volkswagen Polo kenteken [kenteken1]. [verdachte] rijdt richting Den Haag.12
12 oktober 2007
Op 12 oktober 2007 omstreeks 09.28 uur belt [medeverdachte1] naar [medeverdachte2]. [medeverdachte1] zegt dat hij vanmiddag al terug is en [medeverdachte1] moet hem ophalen. [medeverdachte2] zegt dat dat mooi uitkomt.13
Op 12 oktober 2007 omstreeks 13.05 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte2]. [medeverdachte2] zegt desgevraagd dat alles goed is gegaan. [verdachte] vraagt of [medeverdachte2] hem er nog zelf op afgestuurd heeft. [medeverdachte2] zegt van niet.14
Op 12 oktober 2007 omstreeks 19.36 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte1].
[medeverdachte1] zegt dat hij al een paar keer gebeld had en dat hij de spullen heeft. "Moeten we morgenvroeg kortsluiten, dan uh, uh ik heb afgesproken dat ik morgenvroeg daar terug kom hè", zegt [medeverdachte1]. Ze spreken af elkaar te zien morgenvroeg om negen uur.15
Volgens [medeverdachte1] gaat het in dit gesprek om de sleutels van de woning van [slachtoffer] aan de [adres slachtoffer].16
13 oktober 2007
Op 13 oktober 2007 omstreeks 10.35 uur belt [medeverdachte2] met de telefoon in gebruik bij [medeverdachte1] naar [verdachte].
[medeverdachte2] zegt dat hij de sleutels heeft maar dat ze die hier niet kunnen namaken, maar dat dat niet erg is omdat hij toch van het padje is. Verder zegt hij dat ze de sleutels gewoon bij zich houden, maar dat het mooier zou zijn als [verdachte] ze volgende week even een keertje bij kan laten maken waarna zij ze dan weer ergens terug kunnen leggen daar. [verdachte] komt volgende week. [medeverdachte2] zegt dat hij die sleutels wel zal missen maar dan de reservesleutels zal pakken.17
Op 13 oktober 2007 omstreeks 18.47 uur belt [medeverdachte1] naar [medeverdachte2].
[medeverdachte2] vraagt of alles goed is gegaan. [medeverdachte1]: "Nee, hij belde me een paar keer op (..) Hij is heel boos."(..) "Hij alles nieuw heeft laten maken zegt hij"(..) "Ik geloof het niet hoor, maar dat zei hij".18
Uit het bedrijfsprocessensysteem van de politie Brabant-Noord blijkt dat [slachtoffer] op 13 oktober 2007 omstreeks 17.15 uur heeft gemeld dat een kennis van hem, genaamd [medeverdachte1], de avond daarvoor tussen 19.00 uur en 19.30 uur met de sleutels van [slachtoffer] zijn voordeur (die van [slachtoffer]) heeft geopend. Nu zijn de sleutels verdwenen. Volgens [slachtoffer] heeft [medeverdachte1] hem in een telefoongesprek gezegd dat de sleutels in de keuken zouden moeten liggen, maar daar liggen ze volgens [slachtoffer] niet.19
[medeverdachte1] heeft tegenover de politie bekend dat hij de sleutel van [slachtoffer] inderdaad had weggenomen.20
14 oktober 2007
Door leden van het observatieteam wordt op 14 oktober 2007 het volgende waargenomen:
14.15 uur: [verdachte] ontmoet [medeverdachte2] bij [café] op de [adres café] te 's-Hertogenbosch. [medeverdachte2] vouwt een servet uit en pakt daaruit sleutels en zegt daarbij tegen [verdachte]: "Hier moet het mee lukken." [verdachte] pakt de servet met sleutels en neemt deze mee.21
Op 14 oktober 2007 omstreeks 14.15 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte1]. [medeverdachte2] zegt dat [verdachte] de sleutels al heeft opgehaald en op een vraag van [medeverdachte1] zegt hij dat de sleutels morgen weer terug zijn.22
Op 15 oktober 2007
Op 15 oktober 2007 omstreeks 12.03 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte2].
[verdachte] zegt dat van de week die ene klaar is, die moeilijke en dat de die andere al klaar zijn. [medeverdachte2] vindt het lang duren en weet niet hoe het dan afloopt en dat het via de achterkant toch belangrijk is. 23
Op 15 oktober 2007 omstreeks 12.28 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte2].
[verdachte] zegt dat hij vanmiddag een telefoontje krijgt dat het goed is. [medeverdachte2]: "Oh, dat is mooi". [verdachte] zegt dat hij dan meteen naar [medeverdachte2] toe komt.24
Op 15 oktober 2007 omstreeks 13.38 uur wordt [verdachte] gebeld door [bedrijf], gevestigd aan [adres]te 's-Gravenhage. De man van [bedrijf] zegt dat de sleutel klaar is. [verdachte] zegt: "Ok, ik kom eraan".25
Op 15 oktober 2007 omstreeks 13.46 belt [verdachte] naar [medeverdachte2] en zegt dat hij onderweg is en op de Utrechtsebaan rijdt. [medeverdachte2]: "dat is mooi want om drie uur gaat hij daar naartoe".26
Door leden van het observatieteam van de politie Brabant Noord werd op 15 oktober 2007, kort samengevat, het volgende waargenomen:
14.13 uur: [medeverdachte2] en [medeverdachte1] zitten bij [café 2] te 's-Hertogenbosch
15.07 uur: [verdachte] heeft bij [bakkerij] geparkeerd gestaan maar is weg gereden.
15.16 uur: [medeverdachte2] en [medeverdachte1] ontmoeten [verdachte]. [verdachte] geeft iets aan [medeverdachte2]. [medeverdachte1] heeft een plastic zak bij zich met iets van 60 x 60 centimeter erin, gelijkend op een schilderij.
15.32 uur: [medeverdachte1] heeft twee schilderijen in de plasticzak en laat dat zien aan nn man met stok. [medeverdachte1] heeft er 150 voor betaald maar wil 1500 hebben. Er komt mogelijk ook nog een man uit Den Haag.
15.48 uur: [medeverdachte1] en [slachtoffer] zitten bij het station. Ze hebben woorden voornamelijk over sleutels.
16.45 uur: [medeverdachte1] en [slachtoffer] hebben nog boodschappen op de [straat1] gedaan en zijn binnen gegaan in [adres slachtoffer] te 's-Hertogenbosch. [medeverdachte1] heeft de schilderijen mee naar binnen genomen.27
16 oktober 2007
Op 16 oktober 2007 omstreeks 10.19 uur belt [medeverdachte3] naar [medeverdachte2].
[medeverdachte3]: "Goed. [verdachte] was er geweest, had hij nog wat?" [medeverdachte2]: "Ja, daar zijn we mee bezig. Dan eh, hij was wel geweest, maar toen kon het niet, dus eh. Maar eh, hoe heet het, zodra ik eh, dan bel ik je en dan spreken we even af". 28
17 oktober 2007
Op 17 oktober 2007 omstreeks 08.55 uur belt [medeverdachte1] naar [medeverdachte2].
[medeverdachte1] zegt dat hij straks weer naar die ouwe zal toegaan. Ze zien elkaar dan vanmiddag.29
19 oktober 2007
Op 19 oktober 2007 omstreeks 15.01 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte2].
[verdachte] zegt dat hij Den Bosch nadert en er om half vier is. 30
Op 19 oktober 2007 omstreeks 18.14 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte2].
[verdachte]: "Nou het ging goed met voetballen". [medeverdachte2]: "Ja" [verdachte]; "Perfect". [medeverdachte2]: "Nou dat is hartstikke goed dan".31
Uit gegevens van een technisch hulpmiddel blijkt dat [verdachte] met zijn Volkswagen Polo op 19 oktober 2007 naar Den Bosch is gereden en geparkeerd heeft op de parkeerplaats bij de [straat1] in Den Bosch. Deze parkeerplaats ligt in de buurt van de [straat slachtoffer].32
28 oktober 2007
Op 28 oktober 2007 omstreeks 10.14 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte1].
[medeverdachte1] zegt dat hij dadelijk om elf uur bij die ouwe moet zijn. Die ouwe gaat naar Leiden toe en komt morgenavond terug.33
2 november 2007
Op 2 november 2007 omstreeks 10.40 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[verdachte] zegt dat hij vandaag niet komt maar morgen. [medeverdachte2]: "nee, want ik denk, ik bel op of ik hem nog moet laten komen vanavond, maar ja dat hoeft dan niet." Ze spreken af dat ze volgende week wel zien.34
7 november 2010
Volgens het bedrijfsprocessensysteem van politie Brabant-Noord blijkt [slachtoffer], in leven gewoond hebbende op het adres [adres slachtoffer] te 's-Hertogenbosch, op 7 november 2010 omstreeks 00.10 uur te zijn overleden.35
Op 7 november 2007 omstreeks 17.40 uur belt [medeverdachte1] naar [medeverdachte2].
[medeverdachte1] zegt dat het laatste nieuws niet makkelijk is: "Hij is overleden vandaag, onze vriend". [medeverdachte2]: "nee, dat kan niet". [medeverdachte1]: "is vandaag overleden", (..) "Ik ben net gebeld vijf minuten geleden dus" (..) "Er moet snelheid zijn, anders uh". [medeverdachte2]; "ja, ik hoor het morgen wel(..) Daag. Ja ja niks over die telefoon".36
Op 7 november 2007 omstreeks 18.26 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte]. [medeverdachte2]: "Morgen dan moet je komen". [verdachte]: "Ja ben ik er". [medeverdachte2]: "Want en spullen meenemen. Want uh, die voetballer is dood". [verdachte]: "Oké"..37
8 november 2007
Tijdens een observatie op 8 november 2007 wordt het volgende waargenomen:
13.13 uur: [verdachte] zit bij [café] te 's-Hertogenbosch.
13.41 uur: De rode Volkswagen Polo, [kenteken1] bekeken, achterin liggen: gereedschappen, klein schroefmachientje, scanner en oortje, kunstboeken.
14.13 uur: [medeverdachte2] en [verdachte] samen in [café].
15.18 uur: [medeverdachte2] en [verdachte] staan bij de rode VW Polo met kenteken [kenteken1]. [verdachte] laat iets zien in de kofferbak aan [medeverdachte2].
16.04 uur: [verdachte] heeft geparkeerd op de [straat slachtoffer] te 's-Hertogenbosch. De auto staat geparkeerd op de kopse kant van de flat. [verdachte] en [medeverdachte2] stappen uit en lopen richting de Zuiderplas.
18.14 uur: [verdachte] staat bij de auto. Hij pakt spullen achter uit de auto en loopt aan de achterzijde met een sleutel de flat binnen bij een zogenaamde ingang naar de bergingen op de begane grond onder de flat.
18.16 uur: [verdachte] komt weer naar buiten met dezelfde tas die mogelijk zwaarder is als op de heenweg en loopt met een omweg naar zijn auto.
18.25 uur: [verdachte] vertrekt in de Volkswagen Polo, [kenteken1]. [verdachte] heeft een zwarte muts op.
18.32 uur: [verdachte] rijdt richting de Onderwijsboulevard, parkeert zijn auto en loopt naar de woning van [medeverdachte2]. Mogelijk houdt hij iets verborgen onder zijn jas.38
9 november 2007
Op 9 november 2007 omstreeks 08.41 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[verdachte]:"(..) maar we moeten het met zijn tweeën doen joh (..) ja waarom dat zal ik je vertellen waarom. Je moet vijf deuren door. Je begrijpt het toch wel (..)" [medeverdachte2]: "ja maar dan laten we maar uh wanneer, zondag? (..) Ik ga hem wel even bellen" [verdachte] (..) "He luister is even Je heb het zeker gezien hé in de brievenbus." [medeverdachte2]: "Ja"[verdachte]: "maar het is voor hem ook niet alleen te doen hoor echt niet (..) Moet je voorstellen vijf deuren, dat is kan niet"[medeverdachte2]: "maar uh het past wel" [verdachte]: "Ja".39
Op 9 november 2007 omstreeks 09.03 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3].
[verdachte] zegt dat ze iets hebben met een sleutel en vraagt of [medeverdachte3] zaterdag of zondagavond kan. Ze spreken af voor vanavond acht uur. [medeverdachte3] moet zorgen dat hij alles bij zich heeft zegt [medeverdachte2].40
Op 9 november 2007 omstreeks 09.07 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[medeverdachte2] zegt dat [verdachte] er om acht uur is. [verdachte] vindt dat veel te vroeg maar ja het moet dan maar.41
Op 9 november 2007 omstreeks 19.11 uur belt [verdachte] naar diens vrouw [naam vrouw].
[verdachte] zegt dat hij in [café] zit. Ze vraagt wat hij daar moet doen. [verdachte] zegt dat hij daar op de jongens zit te wachten.42
Op 9 november 2007 omstreeks 20.42 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[verdachte] geeft op verzoek van [medeverdachte2] het nummer van [medeverdachte3] door : [nummer].
[medeverdachte2] gaat wel bellen naar [medeverdachte3].43
In een telefoongesprek op 9 november 2007 omstreeks 20.45 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3]. [medeverdachte2] zegt tegen [medeverdachte3], die bij Rotterdam zit, dat ze op hem zitten te wachten. [medeverdachte3] zegt dat hij op de terugweg is en er over drie kwartier is. 44
Tijdens een observatie op 9 november 2007, wordt onder meer het volgende waargenomen:
22.06 uur: een Mercedes Vito kenteken [kenteken2] rijdt de [straat1] op en parkeert even later nabij de [straat slachtoffer] te 's-Hertogenbosch. (Het betreft de auto van verdachte). Als passagier wordt herkend [verdachte].
22.09 uur: De Mercedes Vito, [kenteken2], vertrekt vanaf de parkeerplaats van de flat aan de [straat slachtoffer] te 's-Hertogenbosch.
22.10 uur: de Mercedes Vito rijdt samen met de Volkswagen Polo van [verdachte] richting Wilhelminaplein te 's-Hertogenbosch.
22.28 uur: de Mercedes Vito stopt en parkeert bij [straat slachtoffer] en [verdachte] komt naar deze auto gelopen. De Volkswagen Polo van [verdachte] staat iets verderop geparkeerd.
22.30 uur: [verdachte] loopt met een lichtkleurige shopper tas de flat in met [medeverdachte3], de bestuurder van de Mercedes Vito.
22.37 uur: Lichtschijnsel in de flatwoning [adres slachtoffer].
22.43 uur: Beide mannen staan bij een kast in deze woning en [verdachte] heeft een schilderij met beide handen vast en bekijkt dit aandachtig.
22.45 uur: Beide mannen verlaten de woning.
22.46 uur: Beide mannen verlaten het flatgebouw en zien een man een hond uitlaten. Ze schrikken hier kennelijk van. [verdachte] rent naar zijn auto en rijdt zonder verlichting hard weg. [medeverdachte3] rent naar de Mercedes Vito en rijdt weg.45
Op 9 november 2007 omstreeks 22.53 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte2].
[verdachte] zegt dat het foute boel is en verraderswerk en dat hij op weg is naar huis. [medeverdachte2] vraagt hoe dat kan. [verdachte] zegt dat hij [medeverdachte2] nog wel spreekt.46
Op 9 november 2007 omstreeks 23.00 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3].
[medeverdachte2] vraagt of er iets bijzonders was want hij belde net op. [medeverdachte3] zegt dat er iemand liep daar buiten maar dat ze eigenlijk niet weg hadden moeten gaan. [medeverdachte2]: "nee". [medeverdachte3] zegt: "Alles stond al klaar dus eh".
[medeverdachte2]: "Hoezo alles klaar". [medeverdachte3]: "Ja. Om weg te gaan". [medeverdachte2]; Oh. jullie zijn al. Jullie zijn al binnen geweest. [medeverdachte3]: "Ja. ... Maar dat vierkante ding is er niet". 47
Op 9 november 2007 omstreeks 23.02 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte3].
[verdachte]: "Hoi. Zag jij die vent ook" [medeverdachte3]; "Ja ik heb hem buiten zien lopen ja" [verdachte]: "Ja en die stond zo lang te kijken .. buiten .. naar boven toe".[medeverdachte3]: "Oh eh ja". [verdachte]: "Zag je dat niet. Hij bleef gewoon stil staan zeg." [medeverdachte3]: "Ja. Ja dat is niet goed". [verdachte]: "Kijk als ik iets merk dan is het over en sluiten. Het lijkt wel of we verraden zijn joh. Door die vuile vieze kankerpoot die ons die sleutel heeft gegeven."
10 november 2007
Op 10 november 2007 omstreeks 09.56 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3].
[medeverdachte2] vraagt of er geen mogelijkheid meer is. [medeverdachte3] zegt van wel maar dat hij de sleutel mee heeft. [medeverdachte2] zorgt wel dat de sleutel hier komt. [medeverdachte3] wil dan morgen samen afspreken. [medeverdachte3] zegt dat hij zelf wel kan doen want dan hebben ze nog wat. 48
Op 10 november 2007 omstreeks 10.23 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
Ze hebben het over het feit dat er geen advertentie in de krant staat. [medeverdachte2] zegt dat H wel terug wil en dat hij zegt dat er niks aan de hand was. [verdachte] wil vanavond gaan. [medeverdachte2] zegt dat [verdachte] hem maar zelf moet bellen omdat het anders langs elkaar heen gaat en dat [verdachte] het goed af moet spreken.49
Op 10 november 2007 omstreeks 10.26 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3].
Ze hebben het over het feit dat er nergens een advertentie staat en dat dit gunstig kan zijn. [medeverdachte2] zegt dat [verdachte] wel terug wil gaan. Vanavond kan [medeverdachte3] niet maar morgenavond wel.50
Op 10 november 2007 omstreeks 10.28 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[medeverdachte2] zegt dat ze morgenavond kunnen want hij heeft "hem" net gesproken. [verdachte] wil niet te vroeg gaan.51
Op 10 november 2007 omstreeks 10.30 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte3].
[verdachte] zegt dat half elf te vroeg is. Ze spreken af om 01.00 uur bij de kerk waar [medeverdachte3] [verdachte] gister heeft gezien.52
Op 10 november 2007 omstreeks 18.21 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte2].
[medeverdachte2]: "Alles is goed. Die knul bemoeit zich helemaal nergens mee. Hij heeft twee dingetjes meegenomen. Maar alles moet er nog liggen.(..) Dus er is helemaal niks. En maandag gaat ie pas weg en hier niet en die gaat er nog niet eens naartoe dus nee is heel goed (..)."
11 november 2007
Op 11 november 2007 omstreeks 15.37 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[medeverdachte2]: "maar vanavond moet je goed zoeken, want er zijn nog dingen heb ik gehoord". "Het rode dingetje moet je zoeken daar. Wel goed kijken". [verdachte]: "Ja, ik uh zal goed kijken. Weer goed kijken maar dat is het enige"(..).53
12 november 2007
Uit observaties op onder meer 12 november 2007 blijkt het volgende:
00.05 uur: [verdachte] rijdt om de flat aan de [straat slachtoffer] te 's-Hertogenbosch.
00.55 uur: [medeverdachte3] komt aan op de Parade in 's-Hertogenbosch.
01.06 uur: [verdachte] parkeert zijn auto nabij de [straat slachtoffer] en loopt de flat in.
01.08 uur: [medeverdachte3] parkeert zijn Mercedes Vito nabij de auto van [verdachte].
01.09 uur: [verdachte] komt weer de flat uit en loopt naar zijn auto. [medeverdachte3] stapt tevens in deze auto. Beiden rijden in de auto van [verdachte] weg.54
Op 12 november 2007 omstreeks 13.27 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3].
[medeverdachte2] vraagt of er iets bijzonders was. [medeverdachte3] zegt dat de situatie een beetje veranderd was, dat hij al een keer was wezen checken maar dat de lamellen nu andersom hingen en dat hij er gister een heel slecht gevoel bij had.
Door leden van het observatieteam werd op 12 november 2007, kort samengevat, het volgende waargenomen:
14.04 uur: [medeverdachte2] is in [café 2] samen met [medeverdachte1].
14.26 uur: [medeverdachte2] zegt tegen Herman dat ze samen duizend Euro zouden delen.55
Op 12 november 2007 omstreeks 17.21 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte2].
[verdachte]: "Je hebt het zeker al gehoord van [medeverdachte1]". [medeverdachte2]: "Ja, maar er is helemaal niks hoor, alles is nog precies hetzelfde. [verdachte]: "Volgens mij wordt er op het huis gelet, joh". [medeverdachte2]: "Nee, nee, want er is iemand geweest en er komt voorlopig niet meer, want de notaris..... alles moet gewoon het zelfde blijven zoals het is" (..).56
Op 12 november 2007 omstreeks 17.23 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte2].
[verdachte] zegt dat ze het echt goed geprobeerd hebben. [medeverdachte2] zegt dat er echt niemand is of iets in de gaten houdt en makkelijker als dit kan het niet. [verdachte] :"Ja maar jij zegt dat het zo makkelijk is, maar je ziet godverdomme twee keer staan ze te kijken man. Echt staan gewoon recht voor me. Bij wijze van spreken." [medeverdachte2] zegt dat er niemand is en dat er vannacht ook niemand is (..)
[medeverdachte2]: "Maar alles is hartstikke goed daar komt niemand".
[verdachte]: "Nou, ik zal het met hem erover hebben. Ik zal hem vanavond bellen."(..).57
Op 12 november 2007 omstreeks 17.37 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3].
[medeverdachte2] vraagt of hij met [medeverdachte3] heeft gebeld en dat is het geval. [medeverdachte3]: "Kan jij die sleutel niet hierheen kan krijgen".(..) [medeverdachte2]: "Ja dan zorg ik wel dat die sleutel hier komt". [medeverdachte3]: "Dan ga je hem zelf halen". [medeverdachte2]: "Ja dan ga ik hem zelf halen". 58
Op 12 november 2007 omstreeks 17.43 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[verdachte] zegt dat hij afhaakt. [medeverdachte2] zegt dat dat zonde is, maar dat hij dan wel die sleutels moet hebben. [verdachte] zegt dat [persoon2] ze maar even moet komen halen. [medeverdachte2] zal [persoon2] wel even bellen.59
13 november 2007
Op 13 november 2007 omstreeks 16.55 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3].
[medeverdachte2] zegt dat [verdachte] toch weer mee wil gaan. [medeverdachte2] zegt dat hij het allemaal echt uit de eerste hand gehoord heeft en dat alles er is. [medeverdachte3] wil het zo vroeg mogelijk doen in een avond.
Het is nu slecht weer maar dat blijft voorlopig zo zeggen beiden dus dan is het goed om het te doen. Ze spreken af voor donderdag om acht uur.60
14 november 2007
Op 14 november 2007 omstreeks 11.11 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[medeverdachte2] zegt dat hij morgenavond om acht uur heeft afgesproken en dan moet [verdachte] wel even voor de zekerheid een ruiten snijder meenemen en nog een breekje en misschien dat kleine laddertje. [verdachte] zal dat doen.61
15 november 2007
Bij een observatie op 15 november 2007 wordt het volgende waargenomen:
20.06 uur: [verdachte] die in [café] zat is buiten gekomen en heeft contact met [medeverdachte2]. [medeverdachte3] rijdt nog rond om een parkeerplaats te zoeken.
20.09 uur: binnen. Er worden handen geschud en ze gaan aan de stamtafel zitten.
20.25 uur: [medeverdachte2], [verdachte] en [medeverdachte3] komen met zijn drieën uit [café]. [medeverdachte2] gaat weg. [verdachte] en [medeverdachte1] stappen in de Volkswagen Polo en rijden naar de Mercedes Vito. [medeverdachte1] stapt in de Mercedes Vito.
20.31 uur: Ze zijn naar de [straat slachtoffer] gereden, hebben de auto's geparkeerd en stappen uit. [verdachte] pakt een tas uit zijn auto en draagt handschoenen.
20.44 uur: [verdachte] is achter de flat binnen gegaan, maar niet voor in de hal gekomen.
[medeverdachte1] loopt over de [straat1]. [verdachte] is buiten gekomen.
Ze zijn allebei in hun auto gestapt en weggereden. 62
16 november 2007
Op 16 november 2007 omstreeks 09.05 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3].
[medeverdachte2] vraagt of er iets bijzonders was. [medeverdachte3] zegt dat [verdachte] weer afhaakte en dat hij het dit weekend zelf maar doet met een ander. [medeverdachte2] vraagt of hij er nog omheen is gelopen. [medeverdachte3] dat hij in het trappenhuis is geweest maar dat hij toen weer terug ging.63
Op 16 november 2007 omstreeks 09.18 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[medeverdachte2] vraagt of er iets bijzonders was. [verdachte] zegt dat er een vent van de trap af kwam en dat hij toen de sleutel aan [medeverdachte3] heeft gegeven.64
19 november 2007
Op 19 november 2007 omstreeks 17.44 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte3].
[verdachte] vraagt of het nog gelukt is. [medeverdachte3] zegt dat hij de sleutels heeft teruggegeven. Beiden zeggen dat [medeverdachte2] vindt dat zij dom zijn, maar dat [medeverdachte2] zelf niet gaat .65
20 november 2007
Op 20 november 2007 omstreeks 13.21 uur belt [medeverdachte2] naar [medeverdachte3].
[medeverdachte2] vraagt of er nog iets bijzonders was. [medeverdachte1] zegt dat hij er gisteravond met zijn tweeën is geweest, maar dat alles weg is. [medeverdachte2] baalt hier heel erg van. 66
21 november 2007
Op 21 november 2007 omstreeks 12.54 uur belt [medeverdachte2] naar [verdachte].
[medeverdachte2] zegt dat die dingen nog pasten maar dat alles was weg was. [verdachte] vraagt of [medeverdachte2] dat meent waarop [medeverdachte2] dat vloekend bevestigt.67
Medeplegen
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat er - gelet op het voorgaande - sprake is geweest van een hecht samenwerkingsverband tussen verdachte en diens medeverdachten bij de pogingen om goederen te stelen in/uit een woning aan de [straat slachtoffer] te 's-Hertogenbosch. Verdachte heeft deelgenomen aan diverse telefoongesprekken met medeverdachten waarin kennelijk afspraken worden gemaakt om naar de woning aan de [straat slachtoffer] te gaan en waarin verslag wordt gedaan van bezoeken aan dat adres. Verdachte is ook meermalen met een medeverdachte naar de [straat slachtoffer] gegaan en is blijkens het aangehaalde observatieverslag van 9 november 2007 zelf ook daadwerkelijk in de woning geweest. Het aandeel van verdachte is dermate substantieel en essentieel, dat er naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een bewuste, nauwe en volledige samenwerking bij het plegen van meerdere pogingen tot diefstal.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
in de periode van 8 november 2007 tot en met 21 november 2007 te 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ([adres slachtoffer]) weg te nemen goederen van hun gading, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij telkens de toegang tot die woning te verschaffen en die goederen onder hun bereik te brengen door middel van valse sleutels, hebbende verdachte en zijn mededaders
- zich naar die woning aan de [adres slachtoffer] begeven en
- met behulp van nagemaakte huissleutels de toegangsdeuren van het flatgebouw en die woning aan de [adres slachtoffer] geopend en
- dat flatgebouw en die woning zijn binnengegaan en
- in die woning heeft/hebben rondgekeken en gezocht naar goederen van hun gading,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf telkens niet is voltooid;
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van het feit of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
De eis van de officier van justitie.
Ten aanzien van het impliciet subsidiair tenlastegelegde:
* een werkstraf voor de uur van 240, subsidiair 120 uur hechtenis;
* een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft de rechtbank verzocht om de straf te matigen. Meer in het bijzonder heeft hij hiertoe het volgende aangevoerd.
* De rechtbank heeft in de uitspraak in de strafzaak tegen een medeverdachte overwogen dat in het onderzoek "[onderzoek1]" sprake is geweest van onherstelbare vormverzuimen en dat deze verzuimen tot een matiging van de straf met 25 % dienden te leiden. De raadsman is van oordeel dat - nu de verdenking tegen onderhavige verdachte ook uit dit onderzoek is voortgevloeid - genoemde verzuimen in deze zaak dezelfde consequenties dienen te hebben. Voorts moet de leeftijd van onderhavige verdachte - in navolging van de uitspraak van de rechtbank in de zaak tegen medeverdachte - ook bij de beoordeling van de hoogte van de straf in onderhavige zaak worden betrokken;
* de rol van verdachte is in vergelijking tot de rol van medeverdachten beperkt geweest. Verdachte heeft zich immers enkel met uitvoerende werkzaamheden beziggehouden en heeft meermalen aangegeven te willen stoppen. De eis van de officier van justitie die gelijk is aan de eis tegen medeverdachten [medeverdachte3] en [medeverdachte1] doet geen recht aan het verschil in aandeel van elk van verdachten;
* de politie had halverwege de tenlastegelegde periode al kunnen ingrijpen, maar heeft dit om tactische redenen niet gedaan.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdediging heeft aangevoerd dat de rechtbank, evenals in de zaken tegen andere verdachten in het zogenaamde '[onderzoek1]'-onderzoek tot een strafkorting zou moeten komen op grond van vormverzuimen. De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende. In de zaken tegen andere verdachten in het '[onderzoek1]'-onderzoek heeft de rechtbank bij vonnis van 14 april 2010 vonnis gewezen. In de zaken van die verdachten heeft de rechtbank overwogen dat een politiefunctionaris die in die zaken als getuige bij de rechter-commissaris is gehoord, tijdens dat verhoor bewust niet de waarheid heeft verklaard. Daardoor is in die zaken de goede procesorde geschonden en heeft de rechtbank destijds aanleiding gezien bij wijze van sanctie strafvermindering toe te passen. Dat is in de zaak van verdachte echter niet aan de orde, aangezien de betreffende functionaris in de zaak van verdachte niet als getuige is gehoord. De onjuiste verklaring van de politiefunctionaris raakt verdachte daarom niet en dient in deze zaak dan ook niet tot strafvermindering te leiden.
De rechtbank houdt er in strafmatigende zin rekening mee dat het feit van november 2007 dateert en al geruime tijd bij politie en het openbaar ministerie bekend was. Verdachte heeft geruime tijd in onzekerheid verkeerd voordat de zaak bij de rechtbank aanhangig is gemaakt en uiteindelijk vonnis wordt gewezen. Dat de politie niet heeft ingegrepen, is gelet op het door de officier van justitie uiteen gezette belang van het onderzoek naar handel in kunstschatten uit het Frans Hals museum, te rechtvaardigen. Dat leidt - anders dan de verdediging heeft bepleit - niet tot strafmatiging in deze zaak.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de op te leggen straf acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting.68 Voor een woninginbraak geldt als oriëntatiepunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien weken. Een dergelijke gevangenisstraf wordt gelijkgesteld aan een werkstraf van 140 uur. De rechtbank houdt er enerzijds in het voordeel van verdachte rekening mee dat het hier niet gaat om een voltooide diefstal uit een woning, aangezien niet is bewezen dat er goederen zijn weggenomen. Aan de andere kant geldt echter dat verdachte en zijn medeverdachten meerdere pogingen hebben ondernomen om goederen uit de woning van het slachtoffer te stelen. Zij zijn daarbij planmatig te werk gegaan en hebben daarbij welbewust misbruik gemaakt van het feit dat het slachtoffer, een oude man, afhankelijk was van [medeverdachte1] en vertrouwen in hem had gesteld. Ook na het overlijden van het slachtoffer zijn zij voortgegaan met hun plannen en de pogingen goederen uit de woning weg te nemen. Daarom zal de rechtbank een hogere straf opleggen dan in het oriëntatiepunt wordt genoemd.
De rechtbank is van oordeel dat aan elk van de verdachten [verdachte], [medeverdachte3] en [medeverdachte1] dezelfde straf moet worden opgelegd. Daarbij heeft de rechtbank gelet op de nauwe samenwerking tussen de verdachten en het feit dat elk van hen daarin een belangrijke rol heeft gespeeld. [medeverdachte1] heeft voor de sleutel gezorgd en heeft belangrijke informatie doorgespeeld, terwijl [verdachte] en [medeverdachte3] met de nagemaakte sleutel naar de woning zijn gegaan en de woning ook daadwerkelijk binnen zijn geweest. In het nadeel van [medeverdachte1] geldt dat hij, anders dan zijn medeverdachten, in 2005 nog voor een vermogensfeit (gewoonteheling) is veroordeeld tot een deels voorwaardelijke straf en dat de proeftijd nog liep ten tijde van de pogingen tot diefstal uit de woning. Daar staat tegenover dat de officier van justitie ervoor heeft gekozen [medeverdachte1] niet voor medeplegen maar voor medeplichtigheid aan de feiten te vervolgen en dat voor medeplichtigheid op grond van artikel 49 van het Wetboek van Strafrecht een lagere strafbedreiging geldt. Ook weegt de rechtbank in het voordeel van [medeverdachte1] mee dat hij (als enige) bij de politie openheid van zaken heeft gegeven en zijn spijt heeft uitgesproken over zijn rol. Voor [verdachte] en [medeverdachte3] geldt dat zij gedurende de laatste tien jaar niet voor vergelijkbare zaken zijn veroordeeld. In hun nadeel geldt echter dat zij hebben geweigerd verklaringen af te leggen en daarmee uiteindelijk geen enkele verantwoordelijkheid voor hun handelen hebben genomen.
De rechtbank zal verdachte, evenals zijn medeverdachten, een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden opleggen. Met de oplegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf wil de rechtbank de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit tot uitdrukking brengen en daarnaast tegengaan dat verdachte in de toekomst opnieuw strafbare feiten begaat.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 57, 310, 311.
De rechtbank verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven en verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straffen.
T.a.v. feit 1 subsidiair, feit 2:
* Werkstraf voor de duur van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis
* Gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van
2 jaren
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.F.M. Pols, voorzitter,
mr. M.Th. van Vliet en mr. B. Damen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Meurs, griffier,
en is uitgesproken op 27 oktober 2010.
Mr. Pols en mr. Damen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1 Delictdossier "[straat slachtoffer]", proces-verbaalnummer 27-1044887, afgesloten en ondertekend d.d. 2 februari 2009, aantal doorgenummerde pagina's: 301, p. 21.
2 idem, p. 7-8.
3 idem p. 35.
4 Idem, verklaring van [medeverdachte1] van 28 oktober 2008, p. 161
5 idem p.36
6 idem p.37
7 idem p.38
8 idem p.39
9 idem p.41
10 idem, verklaring [medeverdachte1] d.d. 28 oktober 2008, p. 162,
11 idem p.42
12 idem p.107-112
13 idem p.44
14 idem p.45
15 idem p. 46
16 Idem, verklaring van [medeverdachte1] d.d. 28 oktober 2008, p. 163.
17 idem P.47
18 idem p.48
19 idem: p.18
20 Idem, verklaring van [medeverdachte1] .d.d. 28 oktober 2008, p. 164.
21 idem: p.111
22 idem: p. 51
23 idem p. 52
24 idem p. 53
25 idem: p.55
26 idem: p.56
27 idem p. 113-118
28 idem p.60
29 idem p. 61
30 idem p.62
31 idem p.63
32 idem p.21
33 idem p.64
34 idem p.65
35 idem: p.21
36 idem p. 67
37 idem: p.68
38 idem: p. 125-126
39 idem p. 70-71
40 idem p.73
41 idem p.74
42 idem p.75
43 idem p.76
44 idem: p.77
45 idem: p. 134-135
46 idem p. 78
47 idem: p.79
48 idem: p.81
49 idem p.82
50 idem p.83
51 idem p.84
52 idem p.85
53 idem: p.87
54 idem: p.138
55 idem p.140-142
56 idem: p.90
57 idem p. 91-92
58 idem: p.148
59 idem p.95
60 idem p. 97-98
61 idem p. 100
62 idem: p. 148-149
63 idem p. 102
64 idem p. 103
65 idem p. 104
66 idem: p. 105
67 idem p. 106
68 Deze oriëntatiepunten zijn vastgesteld door het landelijk overleg van voorzitters van strafsectoren van de gerechtshoven en de rechtbanken en zijn gepubliceerd op Rechtspraak.nl.