ECLI:NL:RBSHE:2010:BN4530
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.M. Callemeijn
- Rechtspraak.nl
Incident ex artikel 843a en 843b Rv inzake vordering tot overlegging van bescheiden door Fortis Commercial Finance N.V.
In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, heeft Fortis Commercial Finance N.V. (FCF) een vordering ingesteld tegen [V], [D] en [F] in het kader van een financieringsovereenkomst. [V] heeft in een incident op basis van artikel 843a en 843b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) verzocht om overlegging van bepaalde bescheiden die hij nodig achtte voor zijn verweer in de hoofdzaak. De rechtbank heeft de vordering van [V] deels afgewezen, omdat hij niet kon aantonen dat hij een rechtmatig belang had bij de gevraagde stukken. De rechtbank oordeelde dat de algemene bewoordingen waarin [V] zijn belang stelde, onvoldoende waren om aan te tonen dat hij recht had op inzage in de bescheiden. Bovendien was niet voldaan aan de vereisten dat de vordering betrekking moest hebben op bepaalde bescheiden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat FCF een aantal van de gevraagde documenten na de indiening van het incident had overgelegd, maar dat [V] niet had aangetoond dat hij eerder had geprobeerd deze documenten op een andere manier te verkrijgen. De rechtbank concludeerde dat [V] niet had aangetoond dat het aanhangig maken van het incident de enige manier was om de stukken te verkrijgen. Daarom werd de vordering van [V] afgewezen en werd hij veroordeeld in de kosten van het incident, die aan de zijde van FCF werden begroot op EUR 452,00. De uitspraak werd gedaan door mr. W.M. Callemeijn op 11 augustus 2010.